Brief regering : Verzamelbrief opvang Oekraïne
19 637 Vreemdelingenbeleid
36 045
Situatie in Oekraïne
Nr. 3346
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ASIEL EN MIGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 januari 2025
Inleiding
Sinds de inval van Rusland in Oekraïne in februari 2022 zijn miljoenen Oekraïners
gedwongen geweest te vluchten naar de Europese Unie, en ook naar Nederland. In dit
conflict zijn wij de regio en daarom blijven we opvang bieden aan de vele ontheemden
uit Oekraïne die een veilig heenkomen zoeken in ons land. Op dit moment is het onzeker
hoelang de oorlog zal voortduren. Ontheemden uit Oekraïne zullen dus nog langere tijd
in Nederland verblijven. Gemeenten, NGO’s, vele vrijwilligers en betrokken departementen
en overheidsorganisaties werken elke dag aan het mogelijk maken van deze opvang. Dit
zullen we de komende periode gezamenlijk blijven doen. Deze inspanningen om ontheemden
op een goede manier op te vangen worden zeer gewaardeerd.
Op 19 januari jl. zijn er 124.310 ontheemden uit Oekraïne ingeschreven in de Basisregistratie
Personen (BRP) die op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) bescherming
krijgen.1 Daarnaast zijn er 48.540 ontheemden uit Oekraïne uitgeschreven uit de BRP. Op 17 januari
jl. waren er 92.450 opvangplekken gerealiseerd waarvan 92.100 plekken bezet. Dit leidt
tot een bezettingsgraad van 99,6 procent in de noodopvang.2
In deze Verzamelbrief opvang Oekraïne informeer ik uw Kamer over het langetermijnbeleid
voor ontheemden uit Oekraïne ten aanzien van terugkeer en verblijf. Daarnaast geef
ik een appreciatie van het AEF rapport Onderzoek naar de kwaliteit van gemeentelijke opvang voor ontheemden uit Oekraïne. Met deze brief wordt het AEF rapport als bijlage meegestuurd.
Langetermijnbeleid OEK
In de Verzamelbrief opvang Oekraïne van juni 2024 is uw Kamer geïnformeerd over het
feit dat omdat de oorlog in Oekraïne nog voortduurt, wordt nagedacht over het langetermijnbeleid
voor ontheemden uit Oekraïne ten aanzien van terugkeer en verblijf.3 Op dit moment hebben ontheemden tot en met 4 maart 2026 recht op tijdelijke bescherming
op grond van de Europese Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB). Er is een reële mogelijkheid
dat de tijdelijke bescherming opnieuw verlengd gaat worden met een jaar, maar dit
is geen gegeven.4 De grootschalige oorlog in Oekraïne duurt inmiddels bijna drie jaar. Oekraïne staat
onder druk en er zijn nog geen tekenen dat Rusland deze oorlog niet kan of wil voortzetten.
Het verloop van de oorlog is onzeker. De onderzoekers van Clingendael5 constateren dat er nog steeds geen concreet vooruitzicht is op een wapenstilstand
die de oorlog definitief zal beëindigen, maar er wel belangrijke ontwikkelingen plaatsvinden
die een eventuele wapenstilstand en/of onderhandelingen in de nabije toekomst significant
waarschijnlijker maken. Ook als de situatie zich voordoet – door bijvoorbeeld politieke
ontwikkelingen in de VS en Oekraïne – dat er een bestand komt tussen Rusland en Oekraïne
waardoor delen van Oekraïne veiliger worden, zal het geruime tijd duren voordat ontheemden
uit Oekraïne kunnen en willen terugkeren. Het is dus, zoals eerder aan uw Kamer gemeld,
essentieel om werkbare voorstellen neer te leggen over de langere termijn, in Europees
verband. Samen met de andere departementen en relevante taakorganisaties zijn verschillende
scenario’s bekeken, waaronder een nationale terugvaloptie. In deze brief informeer
ik u over de gekozen richting.
De afgelopen periode is een aantal onderzoeken van het WODC en Clingendael gepubliceerd
die waardevolle informatie opleveren voor langetermijnbeleid.6 De eerste representatieve cijfers over ontheemden uit Oekraïne in Nederland (LOCOV-onderzoek)
laten het beeld zien van een groep mensen die probeert zijn draai te vinden in een
nieuw land. Ontheemden uit Oekraïne zijn gemiddeld hoger opgeleid dan andere vluchtelingengroepen
in Nederland. Het percentage werkenden is relatief hoog (tussen 15 en 75 jaar is 61%
aan het werk). Het onderzoek laat zien dat de meeste ontheemden uit Oekraïne van plan
zijn om de komende 24 maanden in Nederland te blijven (72%). Slechts een kleine minderheid
(2%) is zeker van plan om Nederland in de komende 24 maanden te verlaten. Van de Oekraïners
die van plan zijn om de komende 24 maanden in Nederland te blijven, zou 22% zeker
teruggaan als het weer veilig was in Oekraïne. De meesten twijfelen en zeggen misschien
terug te gaan als het veilig is (48%), en 30% geeft aan niet de intentie te hebben
terug te gaan, ook niet als het veilig is. Verschillende factoren zijn relevant voor
(eventuele) terugkeer: de tijdsduur van het conflict, de intensiteit van de gevechtshandelingen,
de mate waarin gebied bezet of bevrijd wordt, de economische situatie en de wederopbouw
en het toekomstperspectief in Oekraïne. Op grond van deze onderzoeken die een beeld
geven van vertrek- en verblijfintenties is het kabinet van oordeel dat we er alles
aan moeten doen ontheemden te ondersteunen bij een duurzame terugkeer wanneer dit
kan. Voor de groep ontheemden uit Oekraïne die nog in Nederland blijft moet er worden
bepaald welke rechten, plichten en voorzieningen gelden, met het oogmerk dat zij economisch
nog meer bijdragen.
Bij het vormgeven van onze inzet houdt het kabinet ook het Europese en Oekraïense
perspectief scherp in het oog. Een gemeenschappelijke aanpak van de EU-lidstaten straalt
eenheid uit richting Oekraïne, heeft tot dusver goed gewerkt en voorkomt grote verschillen
tussen EU-lidstaten en hierdoor mogelijke secundaire migratiestromen. Voor Oekraïne
is het van belang dat zijn gevluchte inwoners, wanneer mogelijk, terugkeren en bijdragen
aan de wederopbouw van het land. Nederland kan een leidende rol spelen, door de discussie
over een Europese oplossing te blijven aanjagen bij de Europese Commissie, het EU-Voorzitterschap en door zelf
nationaal beleid te ontwikkelen en als opties aan te dragen in Europa.7 Het is immers een vraagstuk waarmee alle EU-lidstaten te maken hebben. Er moet ook
worden nagedacht over op welke manier terugkerende ontheemden ontvangen worden door
hun landgenoten en autoriteiten. Hiervoor gaan we onder andere in gesprek met Oekraïne.8
De prioriteit van het kabinet is inzetten op vrijwillige terugkeer wanneer dat duurzaam kan. Hiermee komen we tegemoet aan de wens van Oekraïne om met
behulp van hun eigen burgers in de toekomst het land weer op te bouwen. Onze inzet
biedt een handreiking voor gevluchte ontheemden om weer terug naar het eigen Oekraïne
te gaan als het veilig is. Om terugkeer in goede banen te kunnen leiden op het moment
dat duurzame terugkeer naar Oekraïne mogelijk wordt en de toepassing van de RTB wordt
beëindigd moeten we nu een plan uitwerken.
Bij het aflopen van de tijdelijke bescherming onder de RTB zullen ontheemden uit Oekraïne
in beginsel terugvallen op hun eerder ingediende asielaanvraag die is gekoppeld aan
de aanspraak op de RTB. Naar verwachting zal een deel van de groep ontheemden die
twijfelt over terugkeer (48%) met een gerichte ondersteuning te stimuleren zijn tot
terugkeer. De RTB biedt een mogelijkheid om richting het einde van de tijdelijke bescherming
een vrijwillig terugkeerprogramma op te zetten.9 Van deze mogelijkheid wil het kabinet gebruik gaan maken, en om die reden nader uitwerken.
Dit terugkeerprogramma is erop gericht ontheemden uit Oekraïne georganiseerd, duurzaam
en begeleid terug te laten keren. Het intrekken van de lopende asielaanvraag vóór
vertrek wordt als absolute voorwaarde aan deelname aan het terugkeerprogramma verbonden
met een overeengekomen termijn waarbinnen de ontheemde Nederland duurzaam verlaat.
De ontheemde tekent hiervoor bij deelname.10 Het pakket aan mogelijke voorzieningen om de ontheemden te stimuleren in hun terugkeer
wordt uitgewerkt met betrokken departementen, gemeenten, NGO’s en een vertegenwoordiging
van de ontheemden uit Oekraïne in Nederland. Ook Oekraïne zelf wordt geraadpleegd.
Hier ligt nadrukkelijk een relatie met wederopbouw: bijvoorbeeld cursussen om vaardigheden
te versterken of eigen te maken die in Oekraïne nodig zijn voor de wederopbouw of
de mogelijkheid vanuit Nederland te werken voor een bedrijf in Oekraïne. Voor ontheemden
zal de mate waarin zij enig bestaan kunnen opbouwen hoogstwaarschijnlijk doorslaggevend
zijn bij terugkeer naar Oekraïne. Daar hoort het hebben van een plek om te kunnen
verblijven en werken bij. De inzet op wederopbouw is essentieel voor de bevolking
van Oekraïne, ook om op den duur terugkeer naar Oekraïne mogelijk te maken en verdere
vluchtelingenstromen in te perken. Het kabinet onderkent dit belang en zal Oekraïne
en de ontheemden hierbij ondersteunen. Door in te zetten op de kennis en vaardigheden
van ontheemden uit Oekraïne die in Nederland zijn en deze expertise te verbinden aan
projecten en partnerschappen van bedrijven en tussen gemeenten onderling (NL en OEK)
kan een brug worden geslagen tussen de kunde onder ontheemden en wat Oekraïne nodig
heeft voor wederopbouw en kan terugkeer worden gestimuleerd.11 Hierbij richt de Nederlandse overheid zich in op de gezondheidszorg, watersector
en landbouwsector, energie en circulaire bouw.12 In opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken zal een onderzoek worden uitgevoerd
onder Nederlandse bedrijven naar de obstakels en kansen die zij zien om zaken te doen
met Oekraïne en bij te dragen aan de wederopbouw van Oekraïne, inclusief de inzet
van ontheemden uit Oekraïne. De ervaringen van bedrijven zullen gebruikt worden in
de verdere ontwikkeling van potentiële initiatieven voor terugkeer in relatie tot
wederopbouw. Tevens neemt Nederland actief deel aan de internationale Skills Alliance.
Deze alliantie beoogt te stimuleren en te faciliteren dat Oekraïners onderwijs, bijscholing
en professionalisering kunnen volgen om zo bij te dragen aan herstel en wederopbouw
van Oekraïne.13
De komende periode zal bovenstaande nader worden uitgewerkt, inclusief de financiële
consequenties, waarna het kabinet over een uitgewerkt terugkeerprogramma zal besluiten.
Naast het plan om gericht terugkeer te stimuleren en faciliteren moet een oplossing
worden gevonden voor ontheemden uit Oekraïne die langer in Nederland zullen blijven.
Het kabinet zet in op het uitwerken van een
nationaal alternatief, zoals ook enkele andere lidstaten dit doen.14 Het kabinet denkt daarbij aan een generieke regeling in de vorm van een reguliere
vergunning die in tijd is afgebakend waaraan intrekking van de asielaanvraag is gekoppeld
en ontheemden zolang zij hier zijn maximaal bijdragen en meebetalen aan onze samenleving
en economie.
Uitwerking van een nationaal alternatief is noodzakelijk, omdat er op dit moment,
naast het mogelijk verder verlengen van de RTB, geen concreet voorstel is op EU-niveau
voor na maart 2026. Wanneer de tijdelijke bescherming niet verder wordt verlengd,
en er geen nationaal alternatief beschikbaar is, moet een enorm aantal asielaanvragen
behandeld gaan worden. Ontheemden hebben immers gelijktijdig met het verzoek om tijdelijke
bescherming onder de RTB een asielaanvraag ingediend; dat is bij nationale wet aan
elkaar gekoppeld.15 Een nationaal alternatief is de enige manier om – bij het uitblijven van een Europese
oplossing die hiertoe strekt – het (verder) vastlopen van de migratieketen te voorkomen.
Daarnaast biedt een nationaal alternatief mogelijkheden om ervoor te zorgen dat ontheemden
uit Oekraïne zolang zij in Nederland zijn maximaal economisch bijdragen. Het is nodig
te normaliseren in plaats van specifieke regelingen voor deze groep ontheemden in
de lucht te houden, en toe te werken naar rechten, plichten en voorzieningen waarmee
ontheemden uit Oekraïne naar vermogen kunnen meedoen en meebetalen aan onze maatschappij
en meer economisch bijdragen, door bijvoorbeeld huur te betalen. Wanneer wordt besloten
tot het inregelen van een nationaal alternatief, vraagt dit een stevige inzet op (de
voorbereiding van) een zorgvuldige transitie met de nodige aandacht voor de belasting
van de keten en gemeenten, de financiële consequenties en de druk op bijvoorbeeld
de huizenmarkt. De komende periode zal deze tijdelijke regeling inclusief de bijkomende
rechten, plichten en voorzieningen nader worden uitgewerkt – met daarnaast een voortdurende
check op terugkeermogelijkheden, waarna het kabinet over het inregelen van een nationaal
alternatief zal besluiten.
Hoewel de RTB een goed vangnet is gebleken, leven ontheemden al geruime tijd in onzekerheid
doordat de tijdelijke bescherming steeds met een korte periode wordt verlengd. Deze
onduidelijkheid leidt thans tot problemen op allerlei terreinen16, voor ontheemden uit Oekraïne zelf, gemeenten en werkgevers etc.
Onderdeel van het langetermijnbeleid is – ook – de blijvende inzet op maatregelen
gericht op het stimuleren van zelfredzaamheid en participatie van ontheemden uit Oekraïne. In de Verzamelbrief Opvang Oekraïne van juni 2024 bent
u geïnformeerd over een aantal maatregelen die in dit kader genomen zijn, zoals het
innen van een eigen bijdrage en het verplicht intrekken van leefgeld van ontheemden
uit Oekraïne die voldoende inkomsten hebben.17 Verder is de termijn van 28 dagen termijn aangescherpt, zodat gemeenten meer ruimte
krijgen om verstrekkingen aan ontheemden uit Oekraïne te beëindigen wanneer sprake
is van langdurig verblijf buiten de opvanglocatie. Ook moeten alle ontheemden uit
Oekraïne vanaf 4 maart 2025 hun eventueel meegebrachte voertuigen op Nederlands kenteken
hebben gezet. Vanaf dat moment gelden ook verplichtingen zoals een APK, verzekeringen
en het betalen van motorrijtuigenbelasting. Met het oog op het stimuleren van participatie
worden middelen beschikbaar gesteld aan gemeenten om ontheemden laagdrempelig taalonderwijs
te bieden. De beheersing van de Nederlandse taal is een belangrijke factor bij participatie
in de Nederlandse samenleving. Voor ontheemden uit Oekraïne wordt het mogelijk een
Nederlands rijbewijs te behalen. Dit is bevorderlijk voor arbeidsparticipatie en vergroot
de mobiliteit van de doelgroep. Momenteel verken ik of deze eigen bijdrage verhoogd
kan worden, waarmee er opvolging wordt gegeven aan het Hoofdlijnenakkoord en het Regeerprogramma.
Ook worden de mogelijkheden verkend om het stimuleren van passend en duurzaam werk
(door gemeenten) een extra impuls te geven.
Ik zal uw Kamer blijven informeren over de stappen die worden gezet op het terrein
van het langetermijnbeleid voor de ontheemden uit Oekraïne via mijn periodieke Verzamelbrieven
opvang Oekraïne.
Appreciatie AEF rapport Onderzoek naar de kwaliteit van gemeentelijke opvang voor
ontheemden uit Oekraïne – een landelijk beeld na 2 jaar opvang
Hierbij bied ik u het rapport Onderzoek naar de kwaliteit van gemeentelijke opvang voor ontheemden uit Oekraïne
aan. Dit onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau AEF in opdracht van het Ministerie
van Asiel en Migratie. Het doel van het onderzoek is het verkrijgen van inzicht in
de kwaliteit van de gemeentelijke opvang op basis van de perspectieven van zowel gemeenten
als ontheemden.
Na het uitbreken van de grootschalige invasie in Oekraïne op 24 februari 2022, hebben
gemeenten in korte tijd veel opvanglocaties voor grote groepen ontheemden weten te
organiseren. Waar eerst werd uitgegaan van een tijdelijke crisis, is inmiddels gebleken
dat de opvang voor ontheemden een langdurend karakter heeft gekregen omdat de oorlog
in Oekraïne nog immer voortduurt.
Gemeenten hebben de taak om te voorzien in opvang voor ontheemden uit Oekraïne. Het
Rijk stelt regels op voor de uitvoering van deze taak en ondersteunt gemeenten bij
de uitvoering. Nu een aanzienlijk deel van de ontheemden langer in de gemeentelijke
opvang verblijft, wordt het van groter belang dat er op nationaal niveau inzicht wordt
verkregen in de kwaliteit van deze opvang, zodat het Rijk passende regelgeving en
ondersteuning kan blijven bieden. Het onderzoek van AEF biedt een eerste landelijk
beeld van de kwaliteit van de opvang en geeft daarmee waardevolle inzichten in wat
er goed gaat en waar aanknopingspunten voor verbetering zijn. In het onderzoek is
onderzocht of de gemeentelijke opvanglocaties voldoen aan de verplichte kwaliteitscriteria
die vastgelegd zijn in de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO).
Het rapport laat zien dat er over het algemeen veel goed gaat in de opvang van ontheemden
uit Oekraïne. Gemeenten voldoen in de meeste gevallen aan de gestelde minimum kwaliteitsvereisten
volgend uit de RooO en er zijn veel positieve voorbeelden van hoe gemeenten hun opvang
succesvol hebben ingericht. De onderzoekers geven aan dat daar waar niet met zekerheid
bepaald kan worden of de standaard uit de RooO wordt gehaald, het gaat om toegang
tot onderwijs voor kinderen. Een klein percentage van alle minderjarige Oekraïense
ontheemden gaat niet naar school. De onderzoekers hebben niet kunnen toetsen of dat
komt omdat er kinderen zijn die niet door ouders worden aangemeld, kinderen verzuimen,
het gemeenten onvoldoende lukt om tijdig de benodigde onderwijscapaciteit te organiseren
of dat er andere oorzaken zijn voor het gegeven dat sommige leerlingen niet staan
ingeschreven op een school en/of deze niet geregeld bezoeken. Hoewel veel goed gaat
in de gemeentelijke opvang, wordt tegelijkertijd benoemd dat de RooO slechts een minimum
set aan eisen voor de opvang omvat. Juist omdat de RTB bedoeld is voor situaties waarin
acuut en grootschalig opvang geboden dient te worden, zijn de eisen aan de opvang
zoals zij zijn opgenomen in de RooO beperkt. AEF heeft in haar onderzoek daarom tevens
aanvullende kwaliteitscriteria betrokken, afkomstig uit internationale criteria of
criteria zoals gebruikt door het COA. Deze kwaliteitscriteria zijn niet verplicht
voor de gemeentelijke opvang.
Indien naar deze bredere kwaliteitscriteria wordt gekeken concludeert AEF dat de kwaliteit
en de geboden voorzieningen van opvanglocaties sterk variëren tussen en binnen gemeenten
en is op een deel van de locaties een verbeteringsslag gewenst. Zo loopt de opvang
uiteen van flexwoningen en vakantiehuisjes tot omgebouwde kantoorpanden en leegstaande
verzorgingshuizen, waarbij ontheemden soms volledig zelfstandig kunnen wonen en in
andere gevallen alle voorzieningen, inclusief een kamer moeten delen met onbekenden.
Deze conclusie sluit aan bij de uitkomsten van het WODC-rapport Tijdelijk thuis? De positie van Oekraïense vluchtelingen in Nederland waarover uw Kamer is geïnformeerd in de verzamelbrief van 29 november 202418. De ervaringen van ontheemden over hun opvangsituatie laten een wisselend beeld zien.
De onderzoekers concluderen dat er een duidelijk verband bestaat tussen de mate van
privacy en beschikking tot eigen voorzieningen en de ervaren kwaliteit van de opvang
door ontheemden.
In het rapport wordt een aantal landelijke en gemeentelijke aanbevelingen gedaan.
Waar het gaat om aanbevelingen gericht op gemeenten roep ik gemeenten op binnen de
mogelijkheden die zij hebben hiermee aan de slag te gaan. Op de aanbevelingen op landelijk
niveau ga ik hieronder nader in.
Lange termijnperspectief en financiële afspraken
Het kabinet zet in op verschillende sporen om gemeenten te ondersteunen bij de realisatie
van voldoende, passende en langdurige beschikbare opvang. Zoals in de verzamelbrief
van 29 november 2024 aan uw Kamer vermeld, kan een gemeente die de financiering van
een opvanglocatie niet binnen de gestelde termijn van RTB+1 rond krijgt onder voorwaarden
de transitiekosten om locaties geschikt te maken omrekenen naar een termijn van maximaal
drie jaar19.
Daarnaast wil het kabinet langere beschikbaarheid – naast kosteneffectievere realisatie
– van locaties stimuleren door met gemeenten te verkennen of locaties na vertrek van
ontheemden ook ingezet kunnen worden voor andere doelgroepen zoals statushouders,
spoedzoekers en studenten.
Kwaliteitsslag opvanglocaties
De onderzoekers bevelen aan om stapsgewijs een kwaliteitsslag door te voeren in de
gemeentelijke opvang, zonder dat dit ten koste gaat van opvangcapaciteit. Gemeenten
kunnen hiertoe locaties in beeld brengen en voor de locaties die een kwaliteitsslag
behoeven bezien wat hiervoor nodig is. Wat ik zie is dat er al meerdere gemeenten
zijn die aanvullende investeringen doen in hun bestaande opvanglocaties of vervangende
opvanglocaties openen van betere kwaliteit. Om deze kwaliteitsslag verder te stimuleren
zal ik de komende tijd met de VNG verkennen welke aanvullende ondersteuning voor gemeenten
vanuit het Rijk gewenst is.
Ondersteuning bij toegang en beschikbaarheid zorg
Zowel gemeenten als ontheemden signaleren knelpunten in de toegang en de beschikbaarheid
van zorg. Uit signalen en contacten met gemeenten herken ik dit. Om gemeenten hierin
te ondersteunen is het mogelijk gemaakt de organisatie van triage door verpleegkundigen
en huisartsen en laagdrempelige psychosociale hulp op gemeentelijke opvanglocaties
te financieren uit de Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne (BooO). Daarnaast
financiert het Rijk het Loket Oekraïense ontheemden Psychosociale Hulpverlening (LOOP)
dat gemeenten ondersteunt bij het vinden van passend en beschikbaar zorgaanbod bij
laagdrempelige psychosociale ondersteuning.
Daarnaast concludeert het rapport dat sommige ontheemden een complexe medische (psychische
of somatische) zorgvraag hebben en dat gemeenten moeite hebben met het organiseren
van toegang tot de juiste zorg, opvang en voorzieningen voor deze ontheemden. Dit
vraagt, zoals het rapport terecht stelt, vaak ook om regionale samenwerking. Om dit
te stimuleren en faciliteren hebben het Ministerie van Asiel en Migratie en de Veiligheidsregio
Rotterdam-Rijnmond de Taskforce «De vliegende brigade» opgericht. De taskforce zal
ingezet worden als het centrale advies- en ondersteuningsteam voor gemeenten, veiligheidsregio’s
en andere betrokken partijen bij de realisatie van (boven)lokale opvang en zorg in
gevallen waar sprake is van complexe zorgcasuïstiek. De vliegende brigade streeft
er hierbij naar om instroom in de reguliere zorg te waarborgen of op maat gemaakte
oplossingen te ontwikkelen waar nodig.
Ondersteuning bij overlastproblematiek
Naast ondersteuning bij complexe medische zorgvragen wordt het Rijk aanbevolen om
gemeenten te faciliteren in de organisatie van opvang voor personen die voor overlast
zorgen. In 2023 heeft het Rijk gemeenten een handelingsperspectief aangeboden hoe
om te gaan met overlast in de opvang. Ook zijn aan de RooO bepalingen toegevoegd die
het mogelijk maken maatregelen te nemen in geval van ernstig geweld of wanneer de
huisregels in ernstige mate worden overtreden. Ik verken momenteel in hoeverre gemeenten
het aangeboden handelingsperspectief en de nieuwe maatregelen in de RooO hebben geïmplementeerd
en of het effectief is gebleken. In dit traject wordt de aanbeveling uit het AEF-onderzoek
nadrukkelijk betrokken. Ik streef ernaar uw Kamer hierover in het voorjaar te informeren.
Ondersteuning ontheemden bij problemen in de opvang
Het rapport laat dat zien dat ontheemden in de opvang niet altijd weten waar zij terecht
kunnen met klachten. Ook komt naar voren dat de meerderheid van de locaties een klachtenprocedure
heeft. Gemeenten beschikken over een generieke klachtenprocedure maar niet altijd
over een klachtenprocedure die zich specifiek richt op de opvang van ontheemden. De
onderzoekers roepen gemeenten die dit nog niet hebben op om een passende klachtenprocedure
in de Oekraïense taal op te stellen voor ontheemden in hun locaties. Dat belang onderstreep
ik. Daarnaast wil ik graag gemeenten, waar zij dit nog niet doen, aanmoedigen om de
participatie van ontheemden goed te borgen. Bijvoorbeeld door per gemeente of locatie
een lokaal netwerk van sleutelfiguren of klankbordgroep in te richten voor het signaleren
en voorkomen van problemen, maar ook voor het starten van initiatieven die de kwaliteit
van de opvang positief beïnvloeden. Het benutten van denk- en doekracht van ontheemden
levert een kwaliteitsimpuls op en gevoel van eigenaarschap over de eigen leefomgeving.
Daarnaast bevat het rapport landelijke aanbevelingen die zien op het organiseren van
onafhankelijke ondersteuning voor ontheemden die problemen ervaren in de opvang, bijvoorbeeld
in de vorm van een onafhankelijke vertrouwenspersoon of begeleiding. En het verbeteren
van de communicatie over procedures en instanties waar ontheemden in Nederland terecht
kunnen voor verschillende problemen, bijvoorbeeld door het opstellen van een routekaart
voor ontheemden. Met de VNG – maar ook met de ontheemden zelf – zal ik deze aanbevelingen
verder verkennen.
Informatiedeling
Tot slot benoemt het rapport dat gemeenten behoefte hebben aan betere, centrale kennisdeling
en uitwisseling van best practices voorbij de gemeentegrenzen. Het Ministerie van
Asiel en Migratie zorgt voor centrale informatievoorziening via de website van de
rijksoverheid en informeert actief gemeenten en ontheemden via verschillende gremia
georganiseerd door het Rijk danwel de VNG. Ook hier worden best practices gedeeld.
Momenteel wordt reeds gewerkt aan een verbeterslag op de webpagina van de rijksoverheid,
zodat informatie makkelijker kan worden ontsloten. Met de VNG zal ik bespreken welke
aanvullende ondersteuning zij kan bieden om de kennisopbouw en uitwisselingen van
praktijken tussen gemeenten te versterken. Via de inzet van regio accounthouders van
het Ministerie van Asiel en Migratie wordt maatwerkondersteuning aan gemeenten geboden.
Naar aanleiding van de aanbeveling uit het rapport zal ik verkennen op welke wijze
de informatievoorziening over landelijke beleid en regelgeving aan gemeenten en ontheemden
verder verbeterd kan worden.
Conclusie
Tot slot benoem ik dat ik uw Kamer, samen met mijn collega’s, periodiek blijf informeren
over de ontwikkelingen op dit onderwerp evenals de aangrenzende werkvelden, zowel
op nationaal, Europees als internationaal niveau.
De Minister van Asiel en Migratie, M.H.M. Faber-van de Klashorst
Indieners
-
Indiener
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.