Brief regering : Reactie op verzoek commissie over het rapport ‘Continu dalen naar Schiphol voor hinderreductie – huidige praktijk en realistische verwachtingen van Stop4deroute’
31 936 Luchtvaartbeleid
Nr. 1200
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 januari 2025
Tijdens de procedurevergadering van 4 december jl. heeft de vaste Kamercommissie van
Infrastructuur en Waterstaat om een reactie verzocht op het rapport «Continu dalen
naar Schiphol voor hinderreductie – huidige praktijk en realistische verwachtingen
van Stop4deroute».
Het programma Luchtruimherziening vindt in twee volgtijdelijke stappen plaats:
1. De nieuwe indeling van het luchtruim;
2. Hoger naderen luchthavens.
Het concept van continu dalen heeft betrekking op de projecten Hoger Naderen Luchthavens.
Middels deze brief ontvangt u de reactie op het verzoek van de vaste Kamercommissie.
Deze reactie gaat in op drie hoofdaspecten uit het rapport. Ten eerste de conclusies
die het rapport trekt over de planMER, ten tweede de oproep om nadere effectanalyses
te doen en tot slot een belangrijke aanname in het rapport over continu dalen en vaste
naderingsroutes welke lijkt te verschillen van de afbakening van het programma Luchtruimherziening.
PlanMER
Vanuit het ministerie is er begrip voor de zorgen die er rondom het programma Luchtruimherziening
zijn. In het rapport is veel aandacht besteedt aan een reactie op en analyse over
continu dalen bij de nadering van luchthavens uit de plan-MER van het programma Luchtruimherziening
(2022). In de kern trekt het rapport de mate waarin de geluidshinder «verminderd kan worden door vliegtuigen hoger (dan in de huidige situatie) aan te
laten vliegen naar Schiphol en continu te laten dalen (continuous descent approach)»
in twijfel. Het bezwaar tegen de planMER is dat deze de voordelen zou overschatten
en verder onvoldoende specifiek zou zijn. Opgemerkt moet worden dat een planMER per
definitie een analyse op hoofdlijnen is. In de planMER is vergeleken welke nieuwe
werkwijze het meeste potentieel biedt voor verbeteringen van de milieuprestaties.
Daarbij is aangegeven dat de daadwerkelijke resultaten afhankelijk zijn van het ontwerp-
en participatieproces van de vaste naderingsroutes.
Oproep om effectanalyse
In de projecten Hoger Naderen Luchthavens zet het programma Luchtruimherziening in
op het verhogen van de inzet van continu dalen (CDO’s), zodat de geluidshinder voor
omwonenden wordt beperkt. Bij deze projecten zullen bij het ontwikkelen van concrete
routes de lokale effecten in kaart gebracht worden. Dat gebeurt per luchthaven in
overleg met de brede omgeving rond de luchthaven. Onderdeel van deze participatie
is dat omwonenden kunnen meedenken over de ligging van de routes en aan kunnen geven
welke effecten zij in kaart gebracht willen hebben.
Stop4deroute roept op om geactualiseerde effecten in kaart te brengen met een representatieve
referentiesituatie voor de concrete situatie op Schiphol. Het programma Luchtruimherziening
onderschrijft deze oproep en zal hier invulling aan geven met effectanalyses voor
iedere luchthaven waar voorstellen worden gedaan voor Hoger Naderen.
Scope en potentieel projecten Hoger Naderen
Het rapport maakt een analyse tot op grotere afstand van de luchthaven Schiphol. Daarbij
wordt onder meer geconcludeerd dat er vooral op 70 kilometer van de luchthaven ruimte
is voor meer continu dalen. Tegelijkertijd wordt gesteld dat op grote afstand van
de luchthaven weinig verbetering mogelijk is en dat juist dichter bij de luchthaven
geluidsverbeteringen wenselijk zijn. Vanuit het programma Luchtruimherziening is continu
dalen over vaste naderingsroutes voorzien in een gebied rondom de luchthavens, te
weten 45 tot 15 km voor de luchthaven. In dat gebied is naar verwachting de grootste
geluidswinst te behalen. Daarbij komt dat het ontwerpen van vaste naderingsroutes
op nog grotere afstand van de luchthaven, gegeven de complexiteit van het Nederlandse
luchtruim, praktisch niet haalbaar is.
Het rapport stelt terecht dat op dit moment in de praktijk al continu dalen plaatsvindt.
Zo vindt op Schiphol continu dalen over vaste naderingsroutes in de nacht plaats.
Terwijl op Eindhoven Airport ook overdag met regelmaat continu gedaald wordt over
vaste naderingsroutes. De structurele inzet van continu dalen dichtbij de luchthaven
(vanaf een hoogte van circa 4.000 voet ofwel 1.200m) vereist vaste naderingsroutes.
Om vervolgens ook vanaf grotere afstand tot de luchthaven (ca. 45km) en grotere hoogte
(6.000 voet, circa 1.800m) structurele inzet mogelijk te maken, worden verbeterde
planningstools (Extended Arrival Management) en navigatie (Performance Based Navigation)
ter ondersteuning van de luchtverkeersleider ingezet.
Zoals hiervoor al opgemerkt zal de invoering van continu dalen over vaste routes in
nauwe samenspraak met de omgeving worden opgepakt. In de uit te voeren effectanalyses
zal een realistische weergave van de huidige situatie worden meegenomen, inclusief
de mate waarin er nu al sprake is van continu dalen. Door de inzet van continu dalen
te verhogen wordt een grotere geluidswinst geboekt. Het is de verwachting dat het
gebruik en daarmee de voordelen van hoger naderen sterker worden. Dit naarmate de
nieuwe werkwijze vaker en in het geval van Schiphol op meer banen operationeel wordt
ingezet. Vaste naderingsroutes geven de mogelijkheid om gevoelige gebieden, zoals
woonkernen, te vermijden. De precieze effecten en verschillen tussen de huidige en
nieuwe werkwijze zijn vanzelfsprekend afhankelijk van de exacte ligging van de nieuwe
routes die in afstemming met de omgeving zullen worden ontworpen.
Deze ambitie vergt een behoorlijke inzet van de operatie van zowel Luchtverkeersleiding
Nederland als luchtvaartmaatschappijen. Daarom wordt als eerste stap kleinschalig
met een leertraject rondom Schiphol gestart. Vandaag de dag wordt er met koers, hoogte
– en snelheidsinstructies (vectoring) vaak trapsgewijs gedaald, waarbij er regelmatig
horizontaal wordt gevlogen op 2.000 en 3.000 voet (circa. 600 en 900 meter). Het leertraject
waar vanuit het programma Luchtruimherziening op korte termijn met belanghebbenden
mee wordt gestart is een eerste stap waarbij deze vernieuwde operationele werkwijze
voor overdag voor één baan op Schiphol wordt gerealiseerd. De lessen kunnen worden
gebruikt bij de vervolgprojecten rondom luchthavens Schiphol en Rotterdam The Hague
Airport.
Vervolg
Het kabinet zal in het eerste kwartaal van 2025 de Kamer informeren over de beoogde
nieuwe indeling van het Nederlandse luchtruim en de voorgestelde aanpak om vaste naderingsroutes
vorm te geven.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
Indieners
-
Indiener
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat