Brief regering : Bijstelling planning Nationaal Programma Ruimte voor Defensie
36 592 Defensienota 2024 – Sterk, slim en samen
Nr. 11 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 januari 2025
Omdat ik mij ervan bewust ben dat het onderzoeken van mogelijke locaties voor de uitbreiding
van Defensie veel maatschappelijke onrust teweegbrengt, probeer ik belanghebbenden
en medeoverheden hierover zorgvuldig en snel te informeren. Met mijn brieven van 12 november
en 12 december 2024 (Kamerstuk 36 592, nrs. 7 en 10) heb ik uw Kamer daarom geïnformeerd over de uitkomsten van de eerste trechtering
van locatie-alternatieven die worden onderzocht in het Nationaal Programma Ruimte
voor Defensie (NPRD). In deze brieven heb ik toegelicht welke locatie-alternatieven
wel en welke niet verder worden onderzocht. Ook heb ik toegelicht hoe ik – in lijn
met uw motie over verbetering van de informatievoorziening rond de uitbreidingsplannen
van Defensie (Kamerstuk 36 124, nr. 51) – betrokkenen en belanghebbenden zo snel als mogelijk over deze uitkomsten heb geïnformeerd.
Ik wil de zorgvuldigheid van het NPRD-proces blijven garanderen. Hier is helaas meer
tijd voor nodig. Daarom kan ik niet anders dan de planning bijstellen en eind mei
de voorlopige voorkeurslocaties bekendmaken. Ik begrijp dat mensen hiermee langer
in onzekerheid blijven, maar dit is nodig voor een zorgvuldig proces.
Met het bekendmaken van de resultaten van de eerste trechtering is het proces gestart
om te komen tot de selectie van voorlopige voorkeurslocaties. In de bovengenoemde
brieven heb ik aangegeven dat het kabinet naar verwachting in het eerste kwartaal
van dit jaar de voorlopige voorkeurslocaties bekend zou maken als onderdeel van de
ontwerp Beleidsvisie Ruimte voor Defensie. Om een aantal redenen verschijnt deze ontwerp
beleidsvisie later. De belangrijkste reden is dat de zorgvuldige afronding van het
planMER-onderzoek om meer tijd vraagt. Dit komt doordat ik, naar aanleiding van de
provinciale informatiebijeenkomsten en de bestuurlijke overleggen die ik heb gevoerd
met provincies en betrokken gemeenten, op een aantal onderdelen verdiepend onderzoek
heb moeten uitvoeren. In een aantal gevallen zijn ook nieuwe of aangepaste locatie-alternatieven
aangedragen. Dit geldt bijvoorbeeld voor het locatie-alternatief voor amfibisch oefenen
in de provincie Noord-Holland.
Voordat ik met provincies in overleg ga over de voorlopige voorkeurslocaties dienen
deze onderzoeksresultaten beschikbaar te zijn. De provincies moeten voorafgaand aan
dit overleg hiervan kennis kunnen nemen en ook in de gelegenheid zijn deze overleggen
goed voor te bereiden. Deze bestuurlijke overleggen met de provincies en betrokken
gemeenten vinden daarom in de eerste helft van maart plaats. De nieuwe planning geeft
ook ruimte voor eventuele nadere afstemming mocht dat na de reeks van bestuurlijke
overleggen nodig zijn.
Daarnaast hebben veel provincies zowel in de bestuurlijke overleggen met mij, maar
ook in het kader van overleggen over de Nota Ruimte en NOVEX, aandacht gevraagd voor
een goede en bredere ruimtelijke afweging van defensie-opgaven met de andere ruimtelijke
opgaven (zoals landbouw en natuur, energie, woningbouw). Een aangepaste planning van
de ontwerp Beleidsvisie Ruimte voor Defensie maakt deze bredere ruimtelijke weging
in het kader van de Nota Ruimte beter mogelijk.
Op grond van deze overwegingen wil ik eind mei uw Kamer de ontwerp Beleidsvisie Ruimte
voor Defensie doen toekomen. Ik besef dat ik direct belanghebbenden daarmee langer
in onzekerheid laat. Bewoners en ondernemers rond de overgebleven zoeklocaties hebben
behoefte aan duidelijkheid over hun toekomst; of Defensie nu in hun buurt komt of
niet. Ik ben voornemens de komende maanden een aantal locaties waar mensen wonen of
hun bedrijf voeren te bezoeken. Dit om de impact van de beslissingen die wij maken
in het NPRD beter te kunnen doorleven. Met de aanpassing van de planning blijft het
mogelijk om nog voor de zomervakantie de inspraakronde op de ontwerp Beleidsvisie
te houden. Daarmee blijft het ook mogelijk om nog dit jaar de definitieve beleidsvisie
gereed te hebben.
Om de bijstelling van de planning ook aan betrokkenen en medeoverheden te communiceren
zullen zij op verschillende manieren worden geïnformeerd; zo zullen ambtenaren van
betrokken medeoverheden via een mail, met bijgevoegde kamerbrief, op de hoogte worden
gebracht en zal de bijstelling van de planning via verschillende mediakanalen, zoals
de website van Defensie, aan overige betrokkenen worden gecommuniceerd.
De Staatssecretaris van Defensie, G.P. Tuinman
Indieners
-
Indiener
G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.