Brief regering : Sneltoets van het CBR over de noodmaatregel tijdelijk niet aanbieden van de tussentijdse toets bij het CBR
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 1145
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 januari 2025
In het commissiedebat van 28 november jongstleden (Kamerstuk 29 398, nr. 1143) over het CBR heb ik toegezegd u voorafgaand aan het tweeminutendebat te informeren
over de effecten op de reserveringstermijnen voor het praktijkexamen voor rijbewijs
B, als de tussentijdse toets een jaar niet wordt aangeboden. Het tweeminutendebat
is op 14 januari aanstaande gepland. Het CBR heeft deze effecten in kaart gebracht
met een zogenaamde sneltoets (bijlage 1: Sneltoets tijdelijk niet aanbieden tussentijdse
toets). Deze bied ik u hierbij aan, samen met de aanbiedingsbrief van het CBR (bijlage
2). Ik stel naar aanleiding van de sneltoets de Kamer voor om na het tweeminutendebat
deze noodmaatregel zo spoedig mogelijk in te voeren om zo de wachttijden structureel
terug te brengen.
De reserveringstermijnen dalen gestaag
Ten gevolge van de corona-lockdowns heeft het CBR bijna vijf maanden haar deuren moeten
sluiten. In die periode werden in totaal 800.000 theorie- en praktijkexamens gemist.
Op het hoogtepunt leidde dit tot een gemiddelde reserveringstermijn van 22 weken voor
rijbewijs B. De achterstanden bij theorie-examens zijn inmiddels volledig weggewerkt.
Voor de praktijkexamens rijbewijs B heeft het CBR de achterstand voor een deel terug
weten te brengen. Dat resulteert in gemiddelde reserveringstermijnen van 7–8 weken
in december 2024, met regionale uitschieters (voornamelijk in de Randstad) van 15–20
weken. Dit zijn de reserveringstermijnen zoals het CBR deze altijd heeft berekend
en die onder normale omstandigheden een goede reflectie zijn geweest van de dagelijkse
beleving van rijscholen. De huidige markt, met veel vraag naar examens, leidt tot
veel fluctuaties in de reserveringstermijnen, omdat veel rijscholen nu ook ver vooruit
examens boeken. Zo kan dat op dit moment leiden tot reserveringstermijnen die van
dag tot dag kunnen variëren tussen een paar weken tot 20 weken. De gemiddelden per
locatie die het CBR vervolgens communiceert worden hierdoor door veel rijscholen niet
herkend. Daarom heeft het CBR toegezegd in de loop van januari de wijze van communicatie
over reserveringstermijnen aan te passen, zodat deze beter aansluit bij de beleving
van kandidaten en rijscholen. Tot die tijd worden de gemiddelde reserveringstermijnen
niet weergegeven op de website van het CBR. Het CBR verwijst kandidaten naar de rijscholen
die via het reserveringssysteem de actuele wachttijd op een bepaalde locatie kunnen
communiceren naar kandidaten. De nieuwe manier van communiceren wordt meegezonden
met de kwartaalrapportage die in januari met u wordt gedeeld.
Tijdelijk niet aanbieden van de tussentijdse toets versnelt daling reserveringstermijnen
Tijdens het commissiedebat van 28 november jongstleden is het tijdelijk schrappen
van de tussentijdse toets besproken als optie om de achterstanden wegens coronalockdowns
sneller weg te werken. Het CBR neemt de tussentijdse toets jaarlijks ruim 100.000
keer af. Dit resulteert netto in zo’n 75.000 examenplaatsen. Dit wordt grotendeels
veroorzaakt doordat het schrappen van de tussentijdse toets waarschijnlijk zorgt voor
een kleine daling van de slagingspercentages. Met het tijdelijk schrappen van de tussentijdse
toets kan een groot deel van de achterstanden worden weggewerkt en neemt de fluctuatie
in reserveringstermijnen af. De gemiddelde reserveringstermijnen voor de auto fluctueerden
eind 2024 tussen de verschillende examenlocaties variërend van 1 tot 20 weken. Het
streven is dat het CBR op 1 april 2026 voor alle examenlocaties conform de key performance
indicator (kpi) van maximaal 7 weken presteert, als de noodmaatregel op 1 april 2025
wordt ingevoerd.
Daarnaast kan de vrijgekomen capaciteit ook worden ingezet voor andere praktijkexamens
waar de wachttijden langer zijn zoals voor de motor (A), brommer (AM) en de auto met
aanhanger (BE). Hier heeft de rijschoolbranche het CBR om verzocht. Bij de berekeningen
is de tussentijdse toets als onderdeel van de Rijopleiding In Stappen (RIS) ongemoeid
gelaten, ook op verzoek van de rijschoolbranche.
Als de tussentijdse toets niet tijdelijk wordt geschrapt duurt het nog langere tijd
voordat het «stuwmeer» aan examens voldoende is afgenomen en het CBR weer conform
de kpi van maximaal 7 weken presteert. Een belangrijke reden hiervoor is de krapte
op de arbeidsmarkt, waardoor het werven en opleiden van nieuwe examinatoren tijd kost.
Hoewel het ministerie de meerwaarde van de tussentijdse toets ziet en waardeert, is
het tijdelijk niet aanbieden de enige oplossing om op relatief korte termijn de reserveringstermijnen
weer binnen 7 weken te krijgen.
Een alternatief voor het overal schrappen van de tussentijdse toets is om deze alleen te schrappen op locaties waar
de reserveringstermijnen lang zijn. Dit is volgens het CBR niet uitvoerbaar op een
relatief korte termijn. Alle examens staan in één systeem en schrappen op specifieke
locaties stuit op technische uitvoeringsproblemen. Ook geeft het CBR in de sneltoets
aan dat de effecten van het afschalen van de toets op specifieke examenlocaties onvoldoende
effect heeft op de totale reserveringstermijnen. Door het nemen van deze drastische
maatregel – het op alle CBR-locaties tijdelijk schrappen van de tussentijdse toets
– wordt maximaal effect nagestreefd. Indien op een bepaalde locatie voldoende capaciteit
is en de reserveringstermijnen op orde zijn, wordt eerst gekeken of de overcapaciteit
ingezet kan worden op andere locaties waar de reserveringstermijnen nog te lang zijn.
Afspraken over monitoren effecten tijdelijk niet aanbieden tussentijdse toets
Het ministerie vraagt het CBR, in nauw overleg met de rijschoolbranche, de effecten
van het tijdelijk niet aanbieden van de tussentijdse toets nauwgezet te monitoren.
Het CBR heeft in de sneltoets een evaluatie van de noodmaatregel na een half jaar
opgenomen. Het ministerie vraagt het CBR dit voor de zomer van 2025 te doen. Als blijkt
dat de reserveringstermijnen op bepaalde examenlocaties structureel weer op orde zijn,
kan op die locaties worden overwogen de tussentijdse toets weer aan te bieden. Het
CBR wordt verzocht de voorwaarden waaronder de tussentijdse toets weer kunnen worden
aangeboden op examenlocaties meer expliciet te maken en ook op te nemen in de kwartaalrapportage
over het vierde kwartaal van 2024, die met u wordt gedeeld.
Rijschoolbranche denkt mee met manieren om de reserveringstermijnen te verkorten
De Koepel Rijvaardigheid en Verkeerseducatie (KRV), BOVAG en ANWB vertegenwoordigen
samen zo’n 20% van de rijschoolbranche en zijn voor het ministerie de gesprekspartners
vanuit de branche. Zij willen ook kortere reserveringstermijnen. Daarom juicht het
ministerie het toe dat het CBR en de KRV, BOVAG en ANWB constructief overleggen over
de kwaliteitsslag in de rijschoolbranche. Het CBR biedt de rijschoolbranche hulp aan
bij het verder ontwikkelen van een variant op de tussentijdse toets, maar dan afgenomen
door de rijschoolbranche. Een dergelijke toets kan bijdragen aan beter voorbereide
kandidaten en mogelijk ook aan hogere slagingspercentages. Hogere slagingspercentages
dragen als vanzelfsprekend ook bij aan het structureel terugbrengen van de wachttijden.
Een toets die door een collega-instructeur wordt afgenomen kan echter niet leiden
tot een vrijstelling van bepaalde onderdelen van het praktijkexamen. Europese regelgeving
laat dit niet toe. Hiermee doe ik de toezegging aan lid Heutink (fractie PVV) gestand.
De KRV, BOVAG en ANWB zijn geen voorstander van het tijdelijk schrappen van de tussentijdse
toets. Zij signaleren dat het tijdelijk niet aanbieden van de tussentijdse toets ook
financiële impact kan hebben voor de rijschoolhouder.
Conclusie
Alles overwegend acht het Ministerie van IenW het opportuun om na het tweeminutendebat
zo snel mogelijk de tussentijdse toets tijdelijk niet aan te bieden gedurende maximaal
één jaar. Het effect op de reserveringstermijnen wordt gemonitord en gecommuniceerd
op een voor de rijschoolbranche, examenkandidaten, het ministerie en het CBR transparante
en herkenbare manier. Halverwege 2025 evalueren het CBR, de rijschoolbranche en het
ministerie de effecten van het tijdelijk niet aanbieden. Ze bekijken samen of het
op locaties waar de reserveringstermijnen op orde zijn mogelijk is de tussentijdse
toets weer op te starten. U wordt hierover geïnformeerd met de CBR kwartaalrapportages
over de examenafname.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat