Brief regering : Landelijk beeld jaarwisseling 2024-2025
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 751
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR
EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 januari 2025
Hierbij bieden wij de Kamer de rapportage van de politie over de jaarwisseling 2024–2025
aan, samen met het rapport «Ongevallen met vuurwerk jaarwisseling 2024–2025» van Veiligheid
NL. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van het aantal verdachten dat door het Openbaar
Ministerie (OM) is geregistreerd voor misdrijven gerelateerd aan de jaarwisseling
en de geregistreerde brandweermeldingen. Deze gegevens bieden een cijfermatig inzicht
in het verloop van de afgelopen jaarwisseling.
De brief begint met een algemeen beeld van de jaarwisseling en geweld tegen hulpverleners.
Vervolgens worden de specifieke cijfers van Veiligheid NL, de politie,1 het OM en de brandweer besproken en wordt stilgestaan bij de C2000 gerelateerde storing
in de nacht van de jaarwisseling.
Jaarwisseling 2024 – 2025
De jaarwisseling is op veel plekken in Nederland feestelijk en relatief rustig verlopen.
Cijfermatig is een voortzettende daling te zien van het aantal incidenten tijdens
de jaarwisseling. Ook het aantal vuurwerkslachtoffers is licht gedaald. Ondanks deze
trend blijft de jaarwisseling voor de politie en hulpverleners een (arbeids-) intensieve
nacht met soms heftige incidenten en is het aantal incidenten tegen hulpverleners
en politieagenten gestegen. Op een aantal plekken in Nederland liep het flink uit
de hand waarbij maximale inzet van onze hulpdiensten werd gevraagd. De politie spreekt
van een rumoerige jaarwisseling, waarbij het op een aantal plaatsen opnieuw ontaard
is in een nacht vol vernieling en geweld. Voor de brandweer was het een beheersbare
nacht qua incidenten, maar ook zij werden op een aantal plekken geconfronteerd met
agressie en geweld.
Elk incident met geweld en agressie tegen hulpverleners, handhavers en politieambtenaren
is er een te veel en volstrekt onaanvaardbaar. Wij keuren dit soort incidenten dan
ook nadrukkelijk af. Het is hun taak zich in te zetten voor de veiligheid van anderen,
en zij verdienen daarvoor respect en bescherming. Dergelijk gedrag heeft niet alleen
gevolgen voor de uitvoering van hun cruciale taken, maar ondermijnt ook het vertrouwen
en veiligheid binnen de samenleving als geheel. Wij spreken onze waardering uit voor
de inzet van alle mensen met een publieke taak. Daders die geweld en agressie gebruiken
tegen hulpverleners moeten keihard worden aangepakt en daar wordt ook volop ingezet.
Bij geweld tegen politieagenten, hulpverleners en andere mensen met een publieke taak
geldt als uitgangspunt dat bij vervolging een hogere strafeis wordt geëist. In lijn
met het regeerprogramma zal ook het wetsvoorstel taakstrafverbod, dat nu in voorbereiding
is, bijdragen aan het hard aanpakken van daders die geweld gebruiken tegen hulpverleners.
Het is daarnaast zeer te betreuren dat tijdens de jaarwisseling een storing was in
het radiobediensysteem eOCS van C2000 omdat alle hulpdiensten, waaronder de politie,
moeten kunnen rekenen op hun communicatiesystemen. Juist op cruciale momenten zoals
tijdens een jaarwisseling.
Helaas hebben ook dit jaar weer incidenten plaatsgevonden met een dodelijke afloop.
Er zijn helaas twee slachtoffers te betreuren, waaronder een minderjarige. Wij leven
mee met de nabestaanden van deze slachtoffers.
Geweld tegen personen met een publieke taak en politieambtenaren
Het aantal incidenten van geweld en agressie tegen personen met een publieke taak
en politieambtenaren is in vergelijking met de afgelopen vier jaarwisselingentoegenomen.
Dit jaar waren er 17 incidenten meer dan het gemiddelde van de afgelopen vier jaarwisselingen
(121 om 104). Bij de jaarwisseling 2023 – 2024 waren het er 93. Het aantal slachtoffers
tijdens dergelijke incidenten is tevens toegenomen ten opzichte van het gemiddelde
van de vorige vier jaarwisselingen. Als het gaat om unieke slachtoffers zijn er 295
politieambtenaren slachtoffer geworden. Dit zijn 105 personen meer dan het gemiddelde
van de afgelopen vier jaarwisselingen en 32 meer dan vorig jaar. Bij personen met
een andere publieke taak betreft het 49 personen in totaal. Dit zijn 26 personen meer
dan het gemiddelde en daarmee meer dan een verdubbeling (17 meer dan 2023 – 2024).
Bij deze incidenten gaat het voornamelijk om het bekogelen van hulpverleners en voertuigen
met verboden vuurwerk, ander fysiek geweld en beledigingen. Ook werden op verschillende
plekken brandweerlieden geconfronteerd met vuurwerk en geweld, waardoor zij hun werk
niet konden uitvoeren en de politie ingezet moest worden ter bescherming. Deze trend
is zorgwekkend en vereist onze volle aandacht. De daders dienen hiervoor hard te worden
aangepakt. Zoals eerder vermeld is ook het wetsvoorstel taakstrafverbod in voorbereiding
dat bijdraagt aan het harder straffen van personen die fysiek geweld gebruiken tegen
hulpverleners.
Preventieve maatregelen
In aanloop naar de jaarwisseling nemen onder andere gemeenten elk jaar preventieve
maatregelen om de jaarwisseling zo goed mogelijk in goede banen te leiden. Zo voeren
buurtvaders gesprekken met jongeren over vuurwerk en de overlast die dat geeft, worden
extra activiteiten voor jongeren georganiseerd en worden openbare plaatsen zoals speeltuinen
preventief afgezet om schade te voorkomen. Dit jaar was de Minister van Justitie en
Veiligheid op oudejaarsdag op werkbezoek bij de gemeente Roosendaal waar de campagne
«Houd de boel heel!» is gelanceerd. Op straatmeubilair zoals banken staat een prijskaartje
met de waarde van het object vermeld en een QR code, waarmee inwoners kans maken op
een prijs. Op deze ludieke manier probeert de gemeente Roosendaal inwoners bewust
te maken van de kosten en personen te weerhouden om deze te vernielen. Daarnaast werden
op scholen kluisjescontroles uitgevoerd en werkt de gemeente Roosendaal met vrijwillige
vuurwerkvrijezones. In totaal hebben 19 gemeenten een totaal afsteekverbod ingevoerd
en ruim 100 gemeenten vuurwerkvrijezones aangewezen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft op 18 december jl. de vuurwerkcampagne
«tot het je raakt» afgetrapt op een school te Voorburg. Deze campagne had als doel
mensen ertoe te bewegen vuurwerk op een veilige en verantwoorde manier af te steken
door met name het gebruik van een vuurwerkbril en afsteeklont. Daarnaast voert de
Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) productveiligheidsonderzoeken (testen) gericht
op consumentenvuurwerk uit om te voorkomen dat onveilig vuurwerk in omloop wordt gebracht,2 en voert grens-en postpakketcontroles uit.
Cijfers ongevallen met vuurwerk
Zoals ieder jaar heeft VeiligheidNL kort na de jaarwisseling een rapportage met cijfers
over ongevallen met vuurwerk3 gepresenteerd. Deze rapportage is gebaseerd op gegevens die VeiligheidNL ontvangt
van alle Spoedeisende Hulpafdelingen (SEH) van de ziekenhuizen en van alle aan het
onderzoek deelnemende huisartsenspoedposten.4 Tijdens de afgelopen jaarwisseling zijn 1.162 vuurwerkslachtoffers op de SEH of bij
een huisartsenspoedpost geholpen. Dit is een daling van vier procent ten opzichte
van de vorige jaarwisseling.
Jaarwisseling
2024–2025
2023–2024
2022–2023
Spoedeisende Hulpafdelingen
367
365
389
Huisartsenspoedposten
795
847
864
Totaal
1.162
1.212
1.253
Dit jaar was 39 procent van de slachtoffers op de SEH en bij de huisartsenspoedposten
jonger dan 16 jaar. Het aantal minderjarige slachtoffers onder de 16 op de SEH steeg
van 31 procent bij de vorige jaarwisseling naar 37 procent dit jaar. Net als voorgaande
jaren raakten veel meer jongens en mannen (79 procent) gewond dan meisjes en vrouwen.
Ook net als voorgaande jaren waren brandwonden het meest voorkomende letsel (38 procent).
Met 32 procent is het aandeel oogletsels ongeveer gelijk gebleven. Het aantal gewonde
omstanders betrof dit jaar 45 procent; dit is vergelijkbaar met vorig jaar (44 procent).
De meeste vuurwerkslachtoffers die zijn behandeld op een SEH-afdeling of een huisartsenspoedpost
hadden letsels veroorzaakt door vuurpijlen en knalvuurwerk (18 procent, waarvan vier procent
door vuurpijlen en 14 procent door knalvuurwerk), zwaar illegaal vuurwerk5 (17 procent) en oudejaars consumentenvuurwerk zoals cakes (14 procent). Hier is vooral
opvallend dat het aandeel letsels door mortierbommen/shells met negen procent groter
was dan het aandeel letsels door nitraten (vier procent) of cobra’s (drie procent).
Uit de cijfers van de SEH-afdelingen blijkt dat het aandeel letsels door zwaar illegaal
vuurwerk met 22 procent het hoogst was. Dit is minder dan de vorige jaarwisseling,
toen betrof dit aandeel 29 procent. Vooral onder de groep twaalf- tot en met vijftienjarigen
is sprake van een daling van 33 naar 17 procent. Ook het aandeel letsels door legaal
oudejaars(sier)vuurwerk daalde van 21 procent naar 15 procent. Afgelopen jaarwisseling was de derde jaarwisseling
waarin er effectief sprake was van een verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen. Waar
de eerste twee jaar een daling van het aantal letsels door dit type vuurwerk kon worden
waargenomen, is er dit jaar sprake van een stijging van 15 naar 18 procent.
De letselcijfers zijn nader gespecificeerd in de rapportage van VeiligheidNL, die
als bijlage is bijgevoegd bij deze brief. VeiligheidNL zal nog een nadere analyse
uitvoeren op de letselcijfers. Hierover wordt u later dit jaar geïnformeerd.
Cijfers politie6
In vergelijking met het gemiddelde aantal incidenten van de afgelopen vier jaar is
het aantal geregistreerde incidenten binnen de jaarwisselingsthema’s tijdens oud en
nieuw met 19,0 procent gedaald. Ook het aantal aanhoudingen binnen de jaarwisselingsthema’s
is met 11,2 procent gedaald ten opzichte van het gemiddelde in de afgelopen vier jaren.
Tijdens de jaarwisseling werden in Nederland 245 personen aangehouden in verband met
incidenten binnen de jaarwisselingsthema’s. Tijdens vorige jaarwisselingen werden
gemiddeld 276 personen aangehouden. Alleen in de eenheden Oost-Brabant en Amsterdam
zijn deze jaarwisseling meer aanhoudingen verricht ten opzichte van het vierjaarlijks
gemiddelde, in alle andere eenheden is dit gedaald.
Ook als ingezoomd wordt op de aantallen incidenten binnen de verschillende thema's,
is respectievelijk over de gehele lijn een daling waar te nemen ten opzichte van het
vierjarig gemiddelde met uitzondering van het aantal (zware)mishandeling/bedreiging.
Hier is een stijging van 2,8 procent te zien ten aanzien van het gemiddelde van de
vorige vier jaarwisselingen. Daarentegen is bij het aantal vuurwerkincidenten bijvoorbeeld
een grote daling ten opzichte van het gemiddelde van de afgelopen vier jaarwisselingen
te zien. Het gemiddelde aantal van de afgelopen vier jaarwisselingen lag bij 3.340
incidenten ten opzichte van 2.039 incidenten deze jaarwisseling. De meeste vuurwerkincidenten
vonden dit jaar plaats in de eenheid Oost-Nederland (406) en de meeste incidenten
brand/ontploffing vonden plaats in de eenheid Noord-Nederland (583).
Als gekeken wordt naar het thema «Overlast in de wijk» komt 30 procent daarvan voor
rekening van overlast door jeugd. Daarnaast is geluidshinder met 25 procent een grote
categorie. De meeste incidenten binnen dit thema werden geregistreerd binnen de eenheid
Oost-Nederland (357). Echter, indien het aantal incidenten wordt afgezet tegen het
aantal inwoners, scoort de eenheid Noord-Nederland het hoogst. Binnen de eenheid Limburg
was juist een sterke daling van geregistreerde incidenten te zien.
Incidenten naar thema, factsheet jarwisselingsrapportage 2024–2025 politie
Thema
2024–2025
Gem. vorige 4 jw
%
(Zware) Mishandeling/Bedreiging
1.391
1.353
2,8%
Aantasting openbare orde
48
50
–4,0%
Brand/Ontploffing
1.744
1.764
–1,1%
Hulpverlening aan instanties
205
257
–20,2%
Overlast in de wijk
1.759
2.327
–24,4%
Vernieling c.q. zaakbeschadiging
1.106
1.146
–3,5%
Vuurwerk
2.039
3.340
–39.0%
Het aantal geregistreerde (minderjarige) jongeren dat overlast veroorzaakte tijdens
de jaarwisseling laat een sterke stijging zien ten opzichte van het vierjarig gemiddelde.
In totaal werden 408 overlastgevende jongeren onder de 18 jaar geregistreerd. Dit
is een stijging van 55,1 procent ten opzichte van het gemiddelde van de vorige vier
jaarwisselingen. Het aantal meerderjarigen tussen 18 tot en met 22 jaar en van 23
tot en met 27 jaar geregistreerd voor overlast blijft afnemen.
Cijfers Openbaar Ministerie
Tot 3 januari zijn in totaal 120 verdachten aangeleverd bij het OM op verdenking van
jaarwisseling gerelateerde delicten. Dit is een afname van 23 procent in vergelijking
met het voorafgaande jaar. Opvallend is de aanzienlijke toename in overige zaken,
zoals illegaal vuurwerkbezit. Het aantal is gestegen van 16 zaken vorig jaar tot 34
dit jaar. De overige aan jaarwisseling gerelateerde OM-zaken zijn afgenomen, waarbij
geweld tegen goederen zelfs met 50 procent. Het aantal aangedragen zaken voor geweld
tegen personen met een publieke functie betrof op 2 januari: 36.
In 70 zaken is het Openbaar Ministerie nog bezig met onderzoek. Een aantal zaken zijn
reeds afgedaan. Hiervan zijn 4 zaken afgedaan met een geldboete, en 2 met taak- of
Haltstraf. In totaal zijn 3 zaken naar een supersnelrechtzitting gegaan, 2 naar de
snelrechtzitting en 17 hebben een dagvaarding voor een reguliere zitting gekregen.
De zaken die zijn afgedaan via het supersnelrecht betreffen eenvoudige zaken, waarbij
geen verder onderzoek nodig is en een verdachte op heterdaad is betrapt of het strafbare
feit heeft bekend. In totaal zijn 9 zaken geseponeerd, vanwege de conclusie dat veroordeling
niet haalbaar is of vanwege gronden aan het algemeen belang ontleed onwenselijk is.
11 zaken staan gepland op een TOM-zitting (Taakstraf Openbaar Ministerie).
Daarnaast is er ook het hele jaar door illegaal vuurwerk opgespoord. Dit jaar is er
107.281,55 kg in beslag genomen. Het definitieve aantal moet nog worden vastgesteld.
In 2023 was dat totaal 78.895,00 kg.
Cijfers brandweer
Het aantal gemelde incidenten bij de brandweer is deze jaarwisseling licht gestegen.
In totaal zijn 4.106 brandweerincidenten gemeld en geregistreerd tussen 31 december
00:00 uur en 1 januari 08:00 uur. Vorig jaar lag het aantal op 3.682 meldingen. De
aard van de meldingen was vergelijkbaar met andere jaren. De brandweer rukte voornamelijk
uit voor containerbranden, autobranden en verschillende buitenbranden. Het piekmoment
was tussen 01:00 uur en 02:00 uur nachts. Ook bij de brandweer laten de cijfers duidelijke
regionale verschillen zien. In sommige regio’s verliep de jaarwisseling relatief rustig
en gemoedelijk, terwijl het in andere regio’s hectisch en onrustig was. In de Veiligheidsregio’s
Rotterdam-Rijnmond, Hollands-Midden, Noord- en Oost Gelderland en Amsterdam-Amstelland
was het drukker dan andere jaren. In de regio Rotterdam-Rijnmond was er zelfs sprake
van 50 procent meer meldingen en opvallend veel autobranden. Ook in Veiligheidsregio
Noord- en Oost Gelderland was sprake van de helft meer meldingen ten opzichte van
vorig jaar. In totaal is er één keer opgeschaald naar GRIP1. Dit gebeurde in Alpen
aan den Rijn waar een grote brand was uitgebroken in enkele bouwketen. Om de samenwerking
tussen de hulpdiensten te coördineren, werd deze grote brand even na één uur ’s nachts
opgeschaald naar GRIP1. Verder hebben er 6 zeer grote branden plaatsgevonden, waarbij
2 keer een NL Alert is ingezet. Ook dit jaar werd die brandweer bij sommige incidenten
geconfronteerd met vuurwerk en agressie en moest de Mobiele Eenheid (ME) worden ingezet
om bescherming te bieden. Dit was bijvoorbeeld in Culemborg waar meerdere auto’s in
brand werden gestoken. Ook de brandweerleden uit Uithoorn werden zo ernstig met zwaar
vuurwerk bekogeld dat zij zich moesten terugtrekken uit eigen veiligheid.
De cijfers van Brandweer Nederland worden elk jaar ook door het Nederlands Instituut
Publieke Veiligheid (NIPV) inzichtelijk gemaakt via het dashboard Kerncijfers Nieuwjaarsincidenten.
Storing C2000
C2000 is een missiekritische communicatievoorziening waarmee 24/7 gecommuniceerd kan
worden met en tussen meldkamers en hulpverleners. Het systeem wordt gebruikt door
ongeveer 80.000 hulpverleners. Voor de uitoefening van hun taken moeten hulpverleners
kunnen rekenen op een robuust en betrouwbaar communicatiesysteem. De instandhouding
van het systeem, en de noodzakelijke verbeteringen die worden doorgevoerd, is de afgelopen
jaren geen rustig bezit gebleken. Er wordt regelmatig met de politiebonden over gesproken,
en we zetten ons samen met alle hulpdiensten in om C2000 te optimaliseren langs verschillende
actielijnen. Uw Kamer is daarover eerder in 2023 en 2024 geïnformeerd7. Zo wordt niet alleen gekeken naar het verder optimaliseren van radiodekking, maar
worden ook gebruikers betrokken bij verbeteringen en aanvullend opgeleid in het gebruik
van de C2000 apparatuur, en wordt geïnvesteerd in het realiseren van extra C2000-opstelpunten.
Op termijn, maar naar alle waarschijnlijkheid niet voor 2030, wordt C2000 vervangen
door een nieuwe missiekritische communicatievoorziening.
Storing tijdens de jaarwisseling
Tijdens de jaarwisseling heeft er een storing plaatsgevonden aan het radiobediensysteem
eOCS van C2000. Wij betreuren deze situatie zeer omdat alle hulpdiensten, waaronder
de politie, moeten kunnen rekenen op hun communicatiesystemen, juist op cruciale momenten
zoals tijdens de jaarwisseling. Hoewel de oorzaak of oorzaken nog worden onderzocht,
kan in ieder geval worden gesteld dat intensieve belasting nooit een reden mag zijn
voor uitval van eOCS. Hieronder wordt de storing nader toegelicht.
Het radiobediensysteem eOCS verschaft de meldkamercentralist toegang tot het netwerk
voor versleutelde spraak en datacommunicatie) en P2000-netwerk (netwerk voor onversleutelde
tekstberichten). De centralist kan onder andere via het radiobediensysteem gebruikers
aan elkaar koppelen, berichten verzenden en ontvangen en gebruikers lokaliseren. Het
systeem werd in mei 2023 in gebruik genomen als opvolger van het oude radiobediensysteem
(ACR), dat inmiddels «end of life» was en niet meer robuust en veilig genoeg was bevonden.
Er was tevens geen onderhoud meer aan mogelijk. Overbelasting en storingen bij de
uitrol van eOCS zorgden ervoor dat er tijdelijk teruggegrepen is op het oude ACR-netwerk,
waarna het nieuwe radiobediensysteem alsnog, in maart 2024, gereed was om in gebruik
genomen te worden8. Uitvoerig testen of het systeem ook onder intensieve belasting zou blijven functioneren
ging hieraan vooraf. Deze tests gaven het vertrouwen dat dit zo was. In maart 2024
is het systeem volledig in gebruik genomen. In 2024 zijn er bij grote evenementen
(zoals Koningsdag) of bijvoorbeeld demonstraties geen aanwijzingen geweest dat het
systeem problemen zou geven aangezien het toen goed werkte.
Op 31 december 2024 bleek ondanks bovenstaande dat het radiobediensysteem signalen
van vertraging vertoonde. De eerste melding kwam rond 14:00 uur binnen. Er werden
diverse kleine verstoringen gezien, zoals het haperen bij verzenden. Er is direct
opgeschaald bij Landelijke Meldkamer Samenwerking (LMS) en bij de leverancier van
het radiobediensysteem, waarbij de meldingen zijn opgelost.
Rond 22:15 uur kwamen er nieuwe meldingen binnen vanuit diverse meldkamers over vertragingen
in het gebruik van het systeem. Deze meldingen breidden zich uiteindelijk uit tot
alle meldkamers in het land en de vertraging zorgde ervoor dat communicatie erg moeizaam
tot helemaal niet doorkwam. In de uren die volgden, is er een escalatieproces opgestart
en zijn er diverse maatregelen genomen, waaronder een volledige herstart van dit systeem.
Deze maatregelen bleken helaas niet te werken.
Een deel van de meldkamers moest hierdoor overschakelen naar mobilofoon- en portofoonsets
om te kunnen blijven communiceren met de hulpverleners op straat. De noodknop van
politiemensen functioneerde weliswaar, maar bij het indrukken van de noodknop moet
een spraakverbinding tussen de betrokken politie op straat tot stand worden gebracht
met de meldkamer. Door de storing in het radiobediensysteem was juist die spraakverbinding
niet mogelijk. Bij gebruik van de mobilofoon is het noodsignaal alleen duidelijk hoorbaar
in de betreffende gespreksgroep. Kort gezegd: door de storing kwamen bij het indrukken
van de noodknop spraakverbindingen niet goed of vertraagd tot stand via eOCS, maar
wel nog via de – ook in de meldkamers aanwezige – mobilofoons en portofoons.
Het werk van zowel de hulpverleners op straat die contact zochten met de meldkamer
als de meldkamercentralisten is ernstig bemoeilijkt door deze storing. Vooral voor
de politiemensen op straat heeft dit een grote impact gehad op de uitvoering van hun
taak en daarmee ook geleid tot angst en frustraties. Het gevoel van onveiligheid dat
hiermee is ontstaan betreuren wij zeer, waarbij wij ook onze bewondering uitspreken
over hoe onze hulpverleners onder deze omstandigheden hun werk hebben gedaan.
Voor de centralisten was deze situatie enorm frustrerend omdat ze het gevoel hadden
tekort te schieten in hun werk en de incidenten niet konden afdoen zoals ze dat normaliter
zouden doen. Het is niet goed dat zij op deze manier hun werk onder nog grotere druk
hebben moeten uitvoeren en hun improvisatievermogen is dan ook lovenswaardig. Rond
02.30 uur nam de belasting van het radiobediensysteem weer af en is er stapsgewijs
teruggeschakeld naar de normale situatie vanuit de noodvoorzieningen. Rond 05.00 uur
werd functieherstel bereikt.
Het ministerie, de LMS en de leveranciers zoeken de oorzaken van deze grote storing
tot op de bodem uit. Wel is duidelijk dat het een complexe storing was op een moment
van intensieve belasting, wat de aanpak op het moment van de storing, alsook het achterhalen
van de oorzaken niet eenvoudig maakt. Onder meer vanwege het feit dat het systeem
vooraf juist uitvoerig is getest op intensieve belasting wordt er nu gedacht aan een
combinatie van factoren. Ook dat wordt nu onderzocht. De uitkomst van het onderzoek
zal grondig geëvalueerd worden met betrokken partijen. De gebeurtenissen maken eveneens
duidelijk dat ook een goede werking van de beschikbare terugvaloptie cruciaal is voor
het werk en de veiligheid van hulpverleners, en dat men altijd voorbereid moet zijn
op het gebruik ervan. De oorzaak van de storing dient gevonden en opgelost te zijn
voordat een volgend grootschalig evenement, de NAVO-top, zich aandient.
Het verbeteren en optimaliseren van het C2000 systeem is een complexe opgave waar
gezamenlijk door verschillende partijen vanuit verschillende rollen aan gewerkt wordt.
De Minister van Justitie en Veiligheid is eigenaar van het systeem. Dat betekent dat
het Ministerie van Justitie en Veiligheid verantwoordelijk is voor onder meer de aanbestedingen
en uiteindelijke contractafsluitingen van de verschillende onderdelen van C2000, te
weten spraak (T2000), paging (P2000) en het radiobediensysteem (eOCS).
Beheer en onderhoud van deze afzonderlijke onderdelen binnen C2000 worden uitgevoerd
door de LMS, sinds 1 januari 2023 als beheerorganisatie een zelfstandig organisatieonderdeel
binnen de politie. Vanuit die rol en verantwoordelijkheid als tactisch en operationeel
beheerder onderhoudt de LMS voor alle gebruikers de contacten met de leveranciers
over onderhoud van de afzonderlijke onderdelen, en maakt daar afspraken over.
De politie, de grootste gebruiker van C2000, is een van de door de strategisch beheerder
aangewezen hoofdgebruikers van C2000, naast de brandweer, de regionale ambulancevoorzieningen,
en het Ministerie van Defensie voor zover het haar taken betreft op het terrein van
openbare orde, veiligheid en hulpverlening.
Opvolger C2000
Het is al langere tijd bekend dat C2000 nog niet vervangen kan worden. Niet alleen
omdat een passend alternatief niet direct voorhanden is, maar ook omdat het Adviescollege
ICT-toetsing (AC-ICT) de ambtsvoorganger van de Minister van Justitie en Veiligheid
in het najaar van 2023 heeft geadviseerd om eerst een stevig fundament te leggen onder
de vernieuwing van missiekritische communicatie, alvorens over te gaan tot de ontwikkeling
en aanschaf van een nieuwe voorziening9. Het AC-ICT heeft toen ook geadviseerd er vanuit te gaan dat C2000 nog tot zeker
na 2030 gebruikt moet kunnen worden. Daarom blijft C2000, tot het moment dat de nieuwe
voorziening in gebruik genomen is, alle aandacht krijgen die het verdient, met alle
investeringen die daarvoor nodig zijn, om ervoor te zorgen dat het systeem voor de
hulpverleners zo optimaal als mogelijk functioneert.
Tot slot
De preventieve inzet van alle betrokken partijen in aanloop naar de jaarwisseling
lijkt deels vruchten af te werpen. Tegelijkertijd blijft het, ondanks dat, nog op
te veel plaatsen en momenten misgaan.
De rapportages bieden slechts een cijfermatig overzicht van het verloop van de incidenten
tijdens de jaarwisseling. Deze weerspiegelen niet de volledige impact die incidenten
hebben op de hulpverleners in het werkveld en op de vuurwerkslachtoffers. Het werk
van hulpverleners, politie, brandweer en andere publieke functionarissen gaat veel
verder dan wat cijfers alleen kunnen weerspiegelen. Elk jaar werken de gemeenten,
politie, boa's, brandweer, ambulancezorg, zorgpersoneel, Openbaar Ministerie, ILT
en andere betrokken organisaties hard om de jaarwisseling zo veilig en feestelijk
mogelijk te laten verlopen. Wij willen dan ook onze waardering uitspreken voor iedereen
die bij de voorbereidingen betrokken was en voor de moedige inzet van alle medewerkers
tijdens de jaarwisseling. Hun toewijding maakt het mogelijk om deze feestelijke periode
voor velen in goede banen te leiden. Alle vormen van geweld tegen diegenen die zich
inzetten voor de samenleving is op geen enkele manier acceptabel. De daders dienen
hiervoor hard te worden aangepakt.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
C.A. Jansen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat