Brief regering : Tiende Voortgangsrapportage Natuur
33 576 Natuurbeleid
Nr. 416
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2024
Hierbij bied ik u, na afstemming met de provincies, de tiende Voortgangsrapportage
Natuur (VRN) aan. In de VRN rapporteren provincies en Rijk jaarlijks gezamenlijk over
de resultaten van het natuurbeleid. In deze tiende VRN rapporteren we over het jaar
2023. In de VRN staat voortgangsinformatie over zowel het naar provincies gedecentraliseerde
natuurbeleid, zoals overeengekomen in het Natuurpact in 2013, als over onderdelen
van het natuurbeleid waarvoor het Rijk (gedeeltelijk) verantwoordelijk is.
Natuurnetwerk Nederland
In 2023 hebben de provincies, blijkens deze VRN, 1.968 hectare nieuwe natuur ingericht
ten behoeve van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). In totaal is van de in het Natuurpact
afgesproken ambitie van (minimaal) 80.000 hectare inmiddels 50.480 hectare (63%) ingericht.
Op grond van deze VRN verwachten de provincies een restantopgave van ongeveer 10.000
hectare na 2027. Ondanks dat werken provincies onverkort door aan het realiseren van
het NNN.
Agrarisch natuur-en landschapsbeheer (ANLb)
Uit de VRN blijkt dat de oppervlakte waarop subsidie voor Agrarisch Natuur-en Landschapsbeheer
(ANLb) wordt verstrekt in 2023 met circa 12.000 hectare is toegenomen. In totaal is
hiermee 116.754 hectare in beheer voor ANLb; dat is 6,5% van het totale areaal landbouwgrond.
Zoals bekend heeft het kabinet in het hoofdlijnenakkoord een structurele impuls van
€ 500 miljoen voor agrarisch natuurbeheer ingeboekt. De besteding van deze middelen
zal in samenspraak met provincies, gebiedscollectieven en andere betrokken partijen
worden uitgewerkt. Uw Kamer wordt hierover in een separate brief nader geïnformeerd.
Natuurkwaliteit
Jaarlijks bekijken we in samenspraak met de leveranciers van de informatie over natuurkwaliteit
welke indicatoren kunnen worden geactualiseerd. In deze VRN zijn voor het onderdeel
natuurkwaliteit bij twee van de acht indicatoren (in beeld gebracht op verzoek van
uw Kamer) nieuwe data beschikbaar gekomen: de trend Habitat-en Vogelrichtlijnsoorten
(indicator 3) en de trend alle soorten (indicator 4). De update van indicator 3 toont
dat de meerderheid van de Habitatrichtlijnsoorten een toenemende of stabiele trend
heeft. Een kleiner deel gaat achteruit. De update van indicator 4 laat zien dat van
de 376 soorten die in de indicator zijn opgenomen ten opzichte van de vorige voortgangsrapportage
meer soorten vooruitgaan (179) dan achteruit (152). Vooral libellen, amfibieën en
zoogdieren namen toe. Onder meer dagvlinders gingen achteruit. De overige 45 soorten
blijven stabiel of kennen een onzekere trend.
Toezeggingen aan uw Kamer
Ik maak van de aanbieding van deze VRN graag gebruik om in te gaan op twee toezeggingen
van mijn voorganger aan uw Kamer. Bij de voorbereiding van de behandeling van de LNV-begroting
2024 (Kamerstuk 36 410 XIV, nr. 19) heeft uw Kamer gevraagd hoeveel hectare bestaande natuur in het Natuurnetwerk Nederland
(NNN) de afgelopen jaren aangepast en veranderd en welk type natuur ervan is gemaakt.
Zoals aangekondigd heb ik met de provincies besproken of en op welke wijze deze gegevens
kunnen worden geleverd. Hieruit is gebleken dat dit soort veranderingen niet systematisch
worden bijgehouden en geregistreerd; ik kan hier dan ook geen uitputtend overzicht
van geven.
Aanpassingen of veranderingen van bestaande natuurtypen door ingrepen of beheermaatregelen
komen volgens de provincies niet grootschalig voor en als ze voorkomen dan alleen
in het kader van ecosysteemherstel van natuurgebieden voor het behalen van Europese
doelen. Dergelijke veranderingen zijn altijd voorzien van een zorgvuldige ecologische
onderbouwing en worden uiteraard altijd getoetst aan de natuurwetgeving. Een voorbeeld
hiervan is het terugbrengen van verstuiving in de Schoorlse duinen door het gericht
kappen van bomen. Ook bij exotenbeheer of het creëren van pioniermilieus, door het
terugzetten van de successie, kan ter plekke bestaande natuur een ander natuurtype
worden. Het omgekeerde komt ook voor: nieuwe bosuitbreiding in het NNN vanuit de Landelijke Bossenstrategie kan tevens een ander natuurtype
tot gevolg hebben.
De toenmalige Minister voor Natuur en Stikstof heeft in februari 2023 in antwoord
op schriftelijke vragen van het lid Vestering (PvdD) (Aanhangsel Handelingen II 2022/23,
nr. 1627) de Tweede Kamer toegezegd om de provincies te vragen naar hun beleid ten aanzien
van het verbinden van natuurgebieden en het opheffen van ecologische knelpunten. Over
het algemeen hebben provincies gerealiseerde delen van ecologische verbindingen opgenomen
in het NNN en geven (vaak met eigen middelen) invulling aan ontsnippering van het
NNN, bijvoorbeeld door het financieren van ecologische verbindingen via gemeenten
(droge verbindingen) en waterschappen (natte verbindingen), en door het oplossen van
ecologische knelpunten bij provinciale infrastructuur.
Vooruitblik
Het kabinet heeft in het hoofdlijnenakkoord en in het regeerprogramma aangekondigd
te willen sturen op de instandhouding van belangrijke natuur, gericht op een hoofdstructuur
van robuuste natuurgebieden. Ook is daarin de ambitie uitgesproken om in het natuurbeleid
de daadwerkelijke staat van de natuur leidend te laten zijn. Het kabinet stelt hiervoor
ook aanvullende middelen beschikbaar. Er komt structureel € 500 miljoen extra beschikbaar
voor agrarisch natuurbeheer, mede gericht op het realiseren van doelen op het gebied
van natuur, water en klimaat. Daarnaast is er eenmalig € 5 miljard beschikbaar, waarvan,
zoals vermeld in het regeerprogramma, een deel ten goede zal komen aan het natuurbeleid.
Ten slotte is er in de ontwerp-LVVN-begroting voor 2025 die aan uw Kamer is voorgelegd,
€ 40 miljoen beschikbaar voor maatregelen op de korte termijn, waaronder € 8 miljoen
voor natuurmonitoring.
Uw Kamer is via separate brieven over de verdere uitwerking van deze ambities en investeringen
geïnformeerd. Ik ben erg gemotiveerd om samen met de provincies en andere betrokken
partijen bij het natuurbeleid werk te maken van een mooie en robuuste natuur, die
verbonden is met onze dagelijkse woon-, werk- en leefomgeving.
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie
Indieners
-
Indiener
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur