Brief regering : Halfjaarlijkse rapportage uitreizigers
29 754 Terrorismebestrijding
Nr. 745 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2024
In deze halfjaarlijkse rapportage, die ik mede namens de Minister van Buitenlandse
Zaken en de Staatssecretaris Rechtsbescherming naar uw Kamer stuur, informeer ik u
over de stand van zaken op terrein van uitreizigers en (internationale) ontwikkelingen
over de aanpak jihadisme.
In deze brief ga ik eerst in op de ontwikkelingen van de aantallen uitreizigers in
Syrië, alsmede de recente arrestaties van personen met uitreisplannen. Ook wordt nader
ingegaan op de eerste Nederlandse strafzaak met verdenking van slavernij als misdrijf
tegen de menselijkheid gepleegd tegen Jezidi, het aflopen van het UNITAD mandaat,
het thema Intrekken Nederlanderschap en de stand van zaken met betrekking tot het
Landelijk Afstemmingsoverleg Vertrek (LAOV)1. In reactie op de motie van het lid Michon-Derkzen (VVD)2 zal ik ingaan op de mogelijke inzet van een ketenmarinier om de problematiek rondom
onrechtmatig verblijvende terrorismeveroordeelden te adresseren3 en tenslotte komt de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding
aan bod.4 In de bijlage doe ik mijn toezegging gestand om navraag te doen bij landen met een
ander detentieregime en te bezien of zij onderzoek hebben gedaan naar het bestaan
van een verband tussen detentieregime en (risico op) recidive.5
Deze rapportage is geschreven tegen de achtergrond van actuele geopolitieke ontwikkelingen
die relevant zijn voor de terroristische dreiging.
Een belangrijke aanjagende factor voor die dreiging is de professionalisering en decentralisering
van verschillende ISIS-provincies die onder meer het geweld in Gaza gebruiken in hun
(online) propaganda om vooral jonge personen te mobiliseren om aanslagen te plegen.
Meerdere provincies richten eigen bureaus in voor externe aanslagplanning en hebben
leden die jihadisten in het Westen proberen te stimuleren tot het plegen van aanslagen.
Bovendien kunnen de ontwikkelingen van ISIS en de verschillende gebieden waar dit
plaatsvindt bestemmingen vormen voor geradicaliseerde personen om naartoe uit te reizen.
Dit kabinet zet zich onverminderd in voor een robuuste contraterrorisme aanpak samen
met alle betrokken partners. Een toenemende dreiging, onder meer vanuit het jihadisme,
vereist waakzaamheid en scherp zicht op alle factoren en ontwikkelingen die hierbij
een rol spelen. De Kamer zal conform de motie Bikker (CU) en Michon-Derkzen (VVD)6 geïnformeerd blijven worden over ontwikkelingen ten aanzien van de dreiging en de
gevolgen hiervan voor Nederland. Dit zal ik in het vervolg in een bredere periodieke
voortgangsrapportage doen die ruimte biedt voor beleidsmatige ontwikkelingen.
Overzicht aantallen uitreizigers7
De onderstaande cijfers weerspiegelen de stand van zaken op 31 augustus 2024. Per
«categorie» worden de cijfers afgerond, omdat de exacte cijfers zicht kunnen geven
op de informatiepositie van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD).
Aantallen volwassen uitreizigers
Totaal aantal onderkende uitreizigers
300
Teruggekeerd naar Nederland
90
Teruggekeerd naar ander land
15
Overleden
115
Volwassen uitreizigers in Syrië, Irak of Turkije
In Syrisch-Koerdisch opvangkamp of in detentie
20
Bij jihadistische groeperingen in Noordwest-Syrië
25
Mogelijk elders in Syrië
20
Verblijvend in Turkije
10
Kinderen met een Nederlandse link1
In Syrisch-Koerdisch opvangkamp of in detentie
25
Bij jihadistische groeperingen in Noordwest-Syrië
75
Mogelijk elders in Syrië
40
Verblijvend in Turkije
20
Teruggekeerd naar Nederland
85
Teruggekeerd naar ander land
50
Overleden
30
1 Met link wordt bedoelt dat zij tenminste één ouder hebben met de Nederlandse nationaliteit
of ouders die langere tijd in Nederland hebben gewoond.
Ontwikkelingen in het kader van uitreis naar jihadistische gebieden
De geografische aanwezigheid van ISIS is sinds de val van het kalifaat in belangrijke
mate gegroeid. Zo heeft de organisatie zogeheten provincies in verschillende regio’s
en landen waaronder in Somalië, de Sahel, Afghanistan, de Kaukasus, Irak, Syrië en
de Sinaï. Het aantal potentiële uitreisbestemmingen is daarmee ook gegroeid wat ook
actief door verschillende ISIS provincies wordt gestimuleerd en gefaciliteerd. Deze
uitreizigers kunnen met hun taalkennis en netwerk vervolgens bijdragen aan het rekruteren
van personen in Europa en hen aanzetten tot het plegen van aanslagen.
Op 16 mei 2024 zijn twee mannen uit Utrecht en Vleuten aangehouden op verdenking van
lidmaatschap van een terroristische organisatie onder meer door te proberen uit te
reizen naar ISIS-gebied. Op 14 mei 2024 werd een 24-jarige man uit Nederland aangehouden
in Parijs omdat hij zou willen uitreizen naar jihadistisch strijdgebied. Een 23-jarige
man uit Helmond is op 9 oktober 2024 veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf omdat
hij zich wilde aansluiten bij ISIS Somalië.
Er is nog geen sprake van een uitreisgolf zoals in 2014 toen veel Westerse aanhangers
naar Syrië reisde om zich aan te sluiten bij ISIS, maar we blijven alert op dergelijke
ontwikkelingen. Daarvoor kunnen verschillende maatregelen ingezet worden. Zo is het
mogelijk om op basis van de Tijdelijk wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding
(Twbmt) een uitreisverbod op te leggen als er gegronde vermoedens bestaan dat een
persoon zich buiten het Schengengebied wil aansluiten bij een terroristische organisatie.8 Daarnaast kan de uitreis naar terroristisch strijdgebied worden bemoeilijkt door
weigering of vervallenverklaring van een paspoort op grond van artikel 23 van de Paspoortwet.
Strafzaken
De misdrijven die ISIS heeft gepleegd hebben onvoorstelbaar leed veroorzaakt, met
name binnen de Jezidi-gemeenschap. Het kabinet zal zich, conform motie Van der Werf
(D66) en Koekkoek (VOLT)9, blijven inspannen voor de berechting van daders en voor steun aan alle slachtoffers
van deze gruwelijke misdaden.
Op 11 december jl. is een Nederlandse uitreizigster veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf
voor deelneming aan een terroristische organisatie (ISIS), voorbereidingshandelingen
voor terroristische misdrijven, het in hulpeloze toestand brengen en laten van haar
kind en het gebruik van twee Jezidi-vrouwen als huisslaaf.10 Het is voor het eerst dat een verdachte voor de Nederlandse rechter wordt gebracht
en veroordeeld vanwege slavernij als misdrijf tegen de menselijkheid. Tevens is het
de eerste keer dat er in ons land berechting plaatsvindt van misdaden tegen de Jezidi.
Eén van de twee Jezidi-slachtoffers was aanwezig in de rechtszaal; het andere slachtoffer
volgde de strafzaak via een livestream. Het aanwezige slachtoffer heeft via een tolk
verteld welk leed zij heeft moeten doorstaan. Op deze manier is mogelijkheid geboden
aan deze slachtoffers van de Jezidi-gemeenschap om in strafzaken aanwezig te zijn
en hun verhaal te vertellen. Daarmee is een eerste stap gezet om recht te doen aan
de slachtoffers uit de Jezidi-gemeenschap. Deze mogelijkheid vindt het kabinet van
groot belang, zoals ook altijd is benadrukt door mijn ambtsvoorganger in de diverse
debatten met uw Kamer.
De twee slachtoffers hebben eerder ook verklaringen afgelegd bij het bewijsvergaringsmechanisme
UN Investigative Team to Promote Accountability for Crimes Committed by Da’esh (UNITAD).
Deze getuigenissen zijn door het Openbaar Ministerie gebruikt in deze strafzaak. Uw
kamer is eerder over deze strafzaak geïnformeerd in de Rapportagebrief Internationale
Misdrijven 2023 van 10 september 2024.11
Ook lopen er op dit moment verschillende strafzaken rondom mannelijke uitreizigers.
Deze mannen bevinden zich momenteel in detentie in Noordoost Syrië. Indien er relevante
ontwikkelingen zijn, zal ik uw Kamer hierover separaat informeren.
Het aflopen van het UNITAD mandaat
Het UN Investigative Team to Promote Accountability for Crimes Committed by Da’esh
(UNITAD) werd in september 2017 door VN-Veiligheidsraad opgericht om bewijs te verzamelen
over ISIS-misdaden in Irak en om Irak te ondersteunen bij het ontwikkelen van een
nationaal kader ten aanzien van de berechting van internationale misdrijven. In de
vorige rapportage is de Kamer geïnformeerd over de beëindiging van de werkzaamheden
van UNITAD op verzoek van Irak door de VN-Veiligheidsraad. Op 17 september 2024 zijn
deze werkzaamheden definitief stop gezet. Het kabinet zet zich ervoor in dat de verzamelde
bewijsstukken van UNITAD beschikbaar blijven voor toekomstige nationale en/of internationale
berechting van ISIS-strijders bijvoorbeeld door bestaande instellingen of en in het
licht van de Nederlandse inzet voor de oprichting van een internationaal tribunaal.
Het belang daarvan is de afgelopen maanden meermaals kenbaar gemaakt bij Irak. Zowel
gedurende de 79stezitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, als in gesprekken tussen
de Nederlandse ambassade in Irak en de Iraakse autoriteiten.
Tot slot staat het kabinet in nauw contact met gelijkgezinde landen en spreekt over
mogelijke alternatieven rondom het beschikbaar houden van bewijs en mogelijkheden
voor berechting. De Minister van Buitenlandse Zaken zal uw Kamer in het eerste kwartaal
van 2025 informeren over de voortgang.
Intrekken Nederlanderschap (stand per 1 november 2024)
Intrekking van het Nederlanderschap gebeurt op basis van de Rijkswet op het Nederlanderschap
(RWN): van uitreizigers die naast de Nederlandse nationaliteit ook in het bezit zijn
van een andere nationaliteit kan het Nederlanderschap worden ingetrokken. Dit kan
op grond van artikel 14, vierde lid RWN, indien deze personen zich nog in het buitenland
bevinden en uit hun gedragingen is gebleken dat zij zich hebben aangesloten bij een
terroristische organisatie die een dreiging vormt voor de nationale veiligheid. Daarnaast
kan het Nederlanderschap op grond van artikel 14, tweede lid, RWN worden ingetrokken
van personen die onherroepelijk zijn veroordeeld voor een terroristisch misdrijf.
De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is verantwoordelijk voor de uitvoering
van deze wet.
In 2019 zijn alle dossiers van onderkende Nederlandse uitreizigers met een dubbele
nationaliteit beoordeeld op de mogelijkheid om het Nederlanderschap in te trekken.
Bij de personen waar dit mogelijk is gebleken is het Nederlanderschap ingetrokken.12 Gevallen die eerder niet in aanmerking kwamen voor intrekking, kunnen in de toekomst
mogelijk wel hiervoor in aanmerking komen als nieuwe informatie beschikbaar komt waarmee
aan de juridische voorwaarden wordt voldaan. De betrokken organisaties blijven alert
op eventuele nieuwe informatie waardoor intrekking alsnog tot de mogelijkheden kan
behoren.
Intrekken Nederlanderschap o.b.v. artikel 14.4 RWN
Sinds de inwerkingtreding in februari 2017 van de bevoegdheid tot intrekken Nederlanderschap
op grond van artikel 14, vierde lid RWN is in 25 zaken besloten tot het intrekken
van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid. Het betreft hier
personen die zich in het buitenland hebben aangesloten bij een terroristische organisatie
die een bedreiging vormt voor de nationale veiligheid. Vier van deze besluiten tot
intrekking zijn vernietigd door de rechter. Vijf besluiten zijn in 2019 en 2020 door
de IND ingetrokken, omdat deze juridisch niet verdedigbaar bleken. Vijftien intrekkingen
zijn inmiddels definitief. Van één intrekking is de beroepszaak nog in behandeling
bij de rechtbank.
Intrekken Nederlanderschap o.b.v. artikel 14.2 RWN
Intrekking op grond van 14.2 RWN is mogelijk bij zowel personen die uitgereisd zijn
en naar Nederland zijn teruggekeerd voor berechting, als bij personen die niet uitgereisd
zijn en het terroristische misdrijf in Nederland hebben gepleegd.
Sinds de inwerkingtreding van deze bevoegdheid is er in 35 zaken besloten om tot intrekking
over te gaan. Tien intrekkingszaken zijn nog in behandeling bij de rechtbank en vijf
in hoger beroep bij de Raad van State. Dertien intrekkingen zijn inmiddels definitief.
Eén intrekking is vernietigd door de rechter. De overige zaken bevinden zich nog in
de bezwaarfase of er staat nog een bezwaar- of beroepstermijn open. Bij deze cijfers
wordt geen onderscheid gemaakt tussen uitreizigers en niet-uitreizigers.
Vertrekcijfers veroordeelde terroristen, waaronder personen van wie het Nederlanderschap
is ingetrokken
Naar aanleiding van mijn toezegging13 aan de Kamer informeer ik u als volgt over het vertrek naar het land van herkomst
van vreemdelingen veroordeeld voor een terroristisch misdrijf. Sinds 2017, zijn circa
15 vanwege terrorisme veroordeelde vreemdelingen uit de caseload van de Dienst Terugkeer
en Vertrek vertrokken naar het land van herkomst. Daarbij ging het in circa 5 gevallen
om een persoon van wie de Nederlandse nationaliteit is ingetrokken. Het blijft onverminderd
complex om het vertrek van deze personen te kunnen realiseren. Het is noodzakelijk
dat het land van de overgebleven nationaliteit bereid is zijn onderdanen terug te
nemen.
Als gevolg van de intrekking van de Nederlandse nationaliteit ontstaat er illegaal
verblijf in Nederland. Omdat na intrekking in de regel ook een ongewenstverklaring
volgt moet een terrorismeveroordeelde van wie het Nederlanderschap is ingetrokken
vertrekken naar het land van de overgebleven nationaliteit. Bij de meeste ex-gedetineerden
bij wie het Nederlanderschap is ingetrokken, wordt door de betrokken instanties gewerkt
aan het vertrek. Deze personen verblijven tot dat moment onrechtmatig in Nederland.
Het kabinet zet in op verschillende maatregelen om de veiligheidsrisico’s die daarmee
samenhangen te beperken. Bijvoorbeeld door de inzet van vreemdelingrechtelijke toezichtsmaatregelen
om zicht te houden op het vertrek van de vreemdelingen, tot dat het vertrek gerealiseerd
is.
Motie Ketenmarinier en LAOV
De motie van het lid Michon-Derkzen (VVD)14 verzoekt de regering om te bezien of een ketenmarinier, zoals bij de aanpak van overlast
gevende asielzoekers, effectief kan zijn bij de aanpak van onrechtmatig verblijvende
terrorismeveroordeelden. Conform deze motie zijn er gesprekken gevoerd met ketenmariniers
die worden ingezet bij de aanpak van overlastgevende asielzoekers, de Dienst Terugkeer
en Vertrek, DG Migratiebeleid en de G4. In deze gesprekken is gezocht naar raakvlakken
tussen de problematiek rondom onrechtmatig verblijvende ex-gedetineerden waarvan het
Nederlanderschap is ingetrokken vanwege een veroordeling voor een terroristisch misdrijf
enerzijds, en de taken en bevoegdheden van ketenmariniers anderzijds. Ook is onderzocht
waar de behoeften van de gemeenten liggen en of een ketenmarinier of een coördinator
hierin zou kunnen voorzien.
Aanvullend zijn de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en andere gemeenten
uitgenodigd voor een gesprek hierover. Een uitgebreidere uitwerking van deze motie
volgt daarom begin 2025. Hierbij wordt rekening gehouden met de inzet van het Landelijk
Afstemmingsoverleg Vertrek (LAOV) voor de specifieke doelgroep onrechtmatig verblijvende
terrorismeveroordeelden. Het LAOV is op dit moment circa een halfjaar actief en wordt
voor het einde van de pilot geëvalueerd. Relevante uitkomsten uit de gesprekken met
de gemeenten worden hierin meegenomen. Over deze evaluatie zal uw Kamer in de eerste
helft van 2025 worden geïnformeerd.
Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen
De leden Michon-Derkzen (VVD) en Eerdmans (JA21) verzochten de regering om de mogelijkheden
uit de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding (Twbmt) nadrukkelijk
onder de aandacht te brengen bij relevante partnerorganisaties binnen het contraterrorisme
domein.15 In de beleidsreactie over de evaluatie van de Twbmt van 16 september jl. werd aangekondigd
dat actief opvolging wordt gegeven aan deze motie. Er is ingezet op het vergroten
van de bekendheid van de Twbmt door workshops te verzorgen over de mogelijkheden van
de wet. Daarnaast is een traject gestart waarin een groot aantal partners, zoals de
Dienst Terugkeer en Vertrek, Dienst Justitiële Inrichtingen, gemeenten en de politie,
is geïnformeerd over de mogelijkheden van de wet. Dit wordt voortgezet. Ook wordt
ingezet op het verbeteren van kennisproducten en verduidelijken van werkafspraken.
Daarnaast kan de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV),
zodra de juridische grondslagen gereed zijn16, onder voorwaarden aansluiten bij lokale casusoverleggen. Dit is een lokaal overlegstructuur
waarin partners individuen bespreken waar zorgen over bestaan. Waar relevant zal de
NCTV ook daar de mogelijkheden van de Twbmt onder de aandacht brengen.
Tot slot
Het kabinet zal zich, in samenwerking met alle veiligheidspartners, blijven inzetten
voor de bescherming van onze democratische rechtsorde en samenleving tegen de aanhoudende
terroristische dreiging. De ontwikkelingen vanuit het jihadisme en specifiek vanuit
ISIS heeft daarbij onze volle aandacht.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel
Indieners
-
Indiener
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid