Brief regering : Voortgang Programma Luchtruimherziening
31 936 Luchtvaartbeleid
Nr. 1197 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE STAATSSECRETARIS VAN
DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2024
Het kabinet werkt aan een slimme en betere indeling van het luchtruim. Door het oefengebied
in het noordelijk deel van het Nederlands luchtruim uit te breiden ontstaat ruimte
voor Defensie (Koninklijke Luchtmacht), waarmee Nederland beter inspeelt op de huidige
geopolitieke ontwikkelingen. Tegelijkertijd zorgt deze herindeling van het luchtruim
voor invulling van de doelstelling van Single European Sky om omvliegen te verminderen
en biedt het een basis om de leefomgevingskwaliteit rond de luchthavens te verbeteren.
Dat doen we door in overleg met de omgeving vaste naderingsroutes mogelijk te maken
om zo de geluidshinder voor omwonenden te beperken.
De herindeling van het luchtruim bestaat uit twee (volgtijdelijke) stappen:
1. nieuwe indeling van het luchtruim;
2. hoger naderen per luchthaven.
In het regeerprogramma is aangekondigd dat de plannen voor de nieuwe indeling van
het luchtruim eind 2024 worden gepresenteerd en er een externe adviescommissie wordt
ingesteld. Hierbij informeer ik u over de stand van zaken.
De nieuwe indeling van het luchtruim
In de nieuwe indeling van het luchtruim wordt het bestaande militaire oefengebied
in het noorden van Nederland uitgebreid voor het oefenen met de F-35. Tegelijkertijd
beoogt de nieuwe indeling van het luchtruim minder omvliegen dan in de huidige situatie
en minder uitstoot van schadelijke stoffen per vliegtuigbeweging. Dit is in lijn met
de doelstellingen van Single European Sky. De nieuwe indeling is toekomstbestendig
voor projecten die de leefomgevingskwaliteit rondom luchthavens verbeteren (hoger
naderen per luchthaven). De nieuwe indeling van het luchtruim is daarmee een integrale
herziening en een samenhangend geheel.
Op dit moment leggen de samenwerkende partijen de laatste hand aan het eerste conceptontwerp
van de nieuwe indeling van het luchtruim (Schetsontwerp). Het Schetsontwerp beschrijft
i) de grenzen van het militaire oefengebied in het noorden, ii) de verkeerspatronen
van en naar Schiphol, inclusief naderingspunten en iii) de aansluitingen op het internationale
vliegroutenetwerk.
Onderdeel van het Schetsontwerp is een uitgebreide effectanalyse. Momenteel voert
een extern bureau een effectanalyse op deze plannen voor de nieuwe indeling van het
luchtruim uit. De effectanalyse maakt de effecten van de nieuwe indeling inzichtelijk
(geluid/emissies (CO2/NOx)) en vormt daarmee een belangrijk onderdeel van de onderbouwing van het Schetsontwerp.
Het Schetsontwerp en de bijbehorende effectanalyse kan naar verwachting begin 2025
aan de Tweede Kamer worden aangeboden.
Hoger Naderen Luchthavens
Het programma Luchtruimherziening biedt de basis om de leefomgevingskwaliteit rondom
de luchthavens te verbeteren. Rondom de luchthavens wordt gekeken naar mogelijkheden
om het vliegverkeer het laatste deel van de vlucht (15–45 km voor de luchthaven) zoveel
als mogelijk continu te laten dalen. Daarmee is er minder motorvermogen nodig. Dat
geeft minder geluidsproductie. Daarnaast bespaart een vliegtuig brandstof door continu
te dalen en stoot het minder uit, wat beter is voor de leefomgeving.
Er wordt gewerkt aan een zogenoemde Startnotitie («ontwerpruimte») voor deze projecten.
De startnotitie beschrijft de stapsgewijze aanpak per luchthaven. Op korte termijn
(2025–2028) wordt er in overleg met de omgeving een leertraject gestart om alvast
ervaring op te doen met continu dalen in het huidige luchtruim door de luchtverkeersleiding,
omgeving en luchtvaartmaatschappijen. Dit leertraject start op Schiphol, op één landingsbaan.
De lessen kunnen worden gebruikt bij de vervolgprojecten rondom luchthavens Schiphol
en Rotterdam The Hague Airport. Zowel bij het leerproject als het vervolg worden omwonenden
en andere belanghebbenden betrokken. De exacte timing van de vervolgprojecten is afhankelijk
van de voortgang van de implementatie van de nieuwe indeling van het luchtruim. Over
de verdere aanpak van dit leertraject en de doorkijk richting de vervolgprojecten
wordt u door middel van de Startnotitie geïnformeerd die gelijktijdig met het Schetsontwerp
begin 2025 wordt gepubliceerd. Onderdeel daarvan is ook de bijbehorende participatieaanpak
van het leertraject.
Externe Commissie
In de Voorkeursbeslissing Luchtruimherziening (2022) is een vierde naderingspunt voor
Schiphol genoemd. Dit heeft geleid tot zorgen in de omgeving van de provincies Utrecht
en Gelderland over verschuiving van vliegverkeer boven deze regio’s. De Tweede Kamer
heeft op 12 juni 2024 een motie aangenomen van de leden Olger van Dijk (NSC) en Grinwis
(CU) om een externe commissie van experts en omwonenden in te stellen1. Deze externe commissie zal «de nut en noodzaak van een vierde aanvliegroute [...]
naar Schiphol, beoordelen in het licht van de veranderende omstandigheden». Zoals
tijdens het Commissiedebat Luchtvaart op 24 oktober jl. toegezegd2 wordt de Kamer hierbij geïnformeerd over de opdracht en inrichting van deze commissie.
Opdracht
Er wordt gewerkt aan een integraal ontwerp van het Nederlandse luchtruim. De externe
commissie wordt verzocht om aan de hand van het Schetsontwerp en de effectanalyse
de nieuwe indeling van het luchtruim in het licht van de motie te beoordelen. Daarbij
wordt de commissie gevraagd om de volgende punten in beschouwing te nemen:
• De maatschappelijke doelstellingen die met de herindeling worden beoogd.
• De veranderende geopolitieke omstandigheden.
• De integraliteit van de herindeling van het luchtruim.
• De mogelijkheden om verbeteringen in de leefomgevingskwaliteit te bereiken met het
project Hoger Naderen Luchthavens.
Keuzes over aantallen vliegtuigbewegingen op Schiphol (waaronder de Balanced Approach) zijn geen onderdeel van de herindeling van het luchtruim en daarmee ook niet van
de opdracht van de externe commissie.
Samenstelling en betrokkenheid omgeving
Bij de samenstelling van de externe commissie wordt zoveel mogelijk rekening gehouden
met deskundigheid en onafhankelijkheid, in lijn met de leidraad externe commissies3. De externe commissie kent een sterke technisch-inhoudelijke component waarbij luchtruimkennis
noodzakelijk is. Met name op het gebied van luchtruimbeheer en -gebruik, militaire
paraatheid, en op leefomgevingskwaliteit (geluid/ emissies (CO2/NOx)) in relatie tot de luchtvaart.
Het kabinet vindt het van belang om conform de motie omwonenden goed te betrekken.
Om die reden zullen representatieve bewonersgroepen worden uitgenodigd om onafhankelijke
experts aan te dragen die onderdeel uitmaken van de commissie. De Ministeries van
IenW en Defensie zullen tevens, naast een onafhankelijk voorzitter en een secretaris,
zorg dragen voor een aantal onafhankelijke experts. Tot slot wordt de externe commissie
gevraagd om een vertegenwoordiging van de brede omgeving te betrekken in een klankbordgroep.
Op korte termijn zal ik u verder informeren over de exacte samenstelling en opdracht
van de commissie.
Vervolgstappen
Het schetsontwerp wordt begin 2025 gepubliceerd. Dit vormt het startpunt voor de externe
commissie. Het advies van de externe commissie kan worden betrokken bij het verder
uitwerken van het Schetsontwerp in een Voorlopig Ontwerp en bij de invulling van de
projecten rondom de luchthavens. De verwachting is dat begin 2026 het Voorlopig Ontwerp
aan de Kamer wordt aangeboden. Vervolgens zal, in de geest van een op voorhang gelijkende
procedure, politieke besluitvorming over het Voorlopig Ontwerp plaatsvinden. Dit zal
het startpunt zijn van het realisatietraject van de nieuwe indeling van het luchtruim.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener
De Staatssecretaris van Defensie, G.P. Tuinman
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie