Brief regering : Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 16 december 2024
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 3003
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2024
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 16 december 2024.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 16 december 2024
Op maandag 16 december jl. nam de Minister van Buitenlandse Zaken deel aan de Raad
Buitenlandse Zaken (RBZ) in Brussel. Op de agenda stond de Russische agressie tegen
Oekraïne, Georgië en de situatie in het Midden-Oosten. Onder lopende zaken werd gesproken
over Belarus. Tijdens een informeel werkontbijt georganiseerd door de nieuwe Hoge
Vertegenwoordiger (HV) Kaja Kallas, werd gesproken over de werkmethoden van de RBZ
en bezien hoe deze geoptimaliseerd kunnen worden. Hierbij werd vastgesteld dat de
RBZ interactiever, resultaatgerichter en impactvoller dient te worden.
Middels dit verslag wordt uw Kamer tevens geïnformeerd over de herziening Europese
Vredesfaciliteit, de verlenging niet-operationele militaire steun aan Operatie Poseidon
Archer (OPA), de verlenging van het nationale kader voor EUNAVFOR Atalanta en de verlenging
van het nationale kader voor EUCAP Somalië.
Russische agressie tegen Oekraïne
De Raad stond stil bij de voortdurende Russische agressieoorlog in Oekraïne en de
verschillende sporen van EU-steun. De nieuwe HV besteedde in het bijzonder aandacht
aan het vergroten van druk op Rusland via sancties en de noodzaak van additionele
militaire steun voor Oekraïne, waaronder door de ambitieuze herziening van de trainingsmissie
van de Europese Unie (EUMAM) en een spoedig akkoord over de implementatie van de openstaande
Raadsbesluiten onder de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Dit werd door een groot aantal
EU-lidstaten gesteund. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, riep op de steun
aan de Oekraïense defensie-industrie te intensiveren. De aanname van het vijftiende
sanctiepakket werd door de Raad verwelkomd. Het pakket omhelst onder andere listings van personen en entiteiten, sancties tegen Chinese bedrijven die wapensystemen leveren
aan de Russische strijdkrachten en schepen die betrokken zijn bij de export van olie,
LNG en gestolen Oekraïens graan. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, riepen
op tot spoedige aanname van een sterk 16e pakket sancties, met onder andere sectorale maatregelen.
Nederland en een aantal andere lidstaten spraken zich uit voor het verkennen van aanvullende
mogelijkheden om de bevroren Russische Centrale Banktegoeden te gebruiken voor steun
aan Oekraïne. Een aantal andere lidstaten sprak hierbij zorgen uit over de juridische
en financiële risico’s. Daarnaast vroegen enkele lidstaten, waaronder Nederland, aandacht
voor de rol van derde landen die de Russische oorlogsinzet faciliteren. Nederland
stelde dat dit consequenties moet hebben, inclusief het instellen van sancties. Ten
aanzien van mogelijke toekomstige vredesbesprekingen onderstreepten verschillende
EU-lidstaten dat van belang is dat Europa aan tafel zit bij besprekingen die de eigen
veiligheid raken. Een aantal EU-lidstaten onderstreepte dat dergelijke onderhandelingen
aan Oekraïne zijn.
Georgië
De Raad besprak de situatie in Georgië sinds de aanname van een eerste set maatregelen
in juni jl. Door de Georgische overheid wordt onacceptabel geweld gebruikt tegen demonstranten,
journalisten en politici. De HV onderstreepte het belang dat de EU daadkrachtig en
eensgezind reageert op deze ontwikkelingen. Een grote groep lidstaten, waaronder Nederland,
steunde gedeeltelijke opschorting van het Visa Facilitation Agreement (VFA), zodat lidstaten houders van Georgische diplomatieke paspoorten op nationaal niveau
visumplichtig kunnen maken. Nederland heeft samen met andere lidstaten, conform de
motie Paternotte en Dassen en de motie Van Der Burg c.s.1, 2, gepleit voor EU-sancties onder het mensenrechtenregime tegen de verantwoordelijken
van dit geweld. Hierover bestond geen unanimiteit onder de lidstaten. Nederland blijft
in lijn met bovengenoemde moties oproepen tot Europese sanctiemaatregelen. Daarnaast
wordt, conform toegezegd aan uw Kamer,3 ook onderzocht of beperkte nationale maatregelen mogelijk zijn, indien Europese maatregelen
onverhoopt uitblijven.
Er was brede steun in de Raad voor extra steun van de EU aan het maatschappelijk middenveld
in Georgië. Verschillende lidstaten onderstreepten het belang van strategische communicatie.
Nederland riep individuele lidstaten op om bilateraal meer steun te leveren aan het
maatschappelijk middenveld, zoals Nederland doet met twee nieuwe projecten. In lijn
hiermee zal Nederland bilateraal geen nieuwe (financiering voor) government-to-government projecten met of ten behoeve van de Georgische autoriteiten starten.
Situatie Midden-Oosten
De Raad stond stil bij de situatie in het Midden-Oosten, in het bijzonder de situatie
in Syrië. De Raad was eensgezind over een Syrian-owned/Syrian-led politieke dialoog, gesteund door de VN, in de geest van VNVR resolutie 2254, waarbij
respect voor minderheden een belangrijk aspect is. Lidstaten waren het ook eens over
dat het bieden van humanitaire hulp, accountability en contact met regionale spelers (m.n. Turkije) centraal moeten staan in de aanpak
van de EU. De HV concludeerde op basis van de discussie dat moet worden bekeken hoe
met Hayat Tahrir al-Sham (HTS) te engageren. De HV onderstreepte dat het huidige sanctieregime
urgent moet worden herzien als gevolg van de ontwikkelingen. Tevens besprak de Raad,
in lijn met motie Van Baarle,4 het bieden van meer steun voor Syrië. Verschillende lidstaten benadrukten dat de
EU de leverage die zij heeft moet inzetten voor het verbeteren van de situatie op de grond en het
terugdringen van de invloed van Rusland en Iran. Veel lidstaten riepen op tot snelle
benoeming van een speciaal gezant voor Syrië. De HV gaf aan hier goed naar te moeten
kijken vanwege budgettaire beperkingen binnen EDEO. Nederland bepleitte de noodzaak
van het scheppen van duidelijke verwachtingen omtrent de politieke transitie in Syrië,
en voor een mate van terughoudendheid bij het opheffen van sancties en het heropenen
van diplomatieke vertegenwoordigingen. Conform de motie Piri en Paternotte riep Nederland
de Raad op om er ook bij Turkije op aan te dringen dat een einde komt aan aanvallen
op Koerden in Noord-Syrië.5
Met betrekking tot Libanon bestond onder lidstaten consensus over de door EDEO en
Commissie voorgestelde orientation note over steun aan de Lebanese Armed Forces (LAF). Veel lidstaten spraken steun uit voor het opvoeren van EPF-steun tot EUR 60
mln. in 2025.
De situatie in Israël en de Palestijnse Gebieden is ook voor de nieuwe HV prioriteit.
Zo deelde de HV in de Raad dat zij zich inzet om de EU-Israël Associatieraad begin
volgend jaar te laten plaatsvinden. De zorgen omtrent de humanitaire situatie in de
Gazastrook duren voort, evenals zorgen over de ondermaatse toegang voor humanitaire
organisaties om hulp te leveren. In dit licht blijft de HV zich inzetten voor een
onmiddellijk staakt-het-vuren in lijn met VNVR-resolutie 2735. De HV brengt dit namens
de EU ook in bilaterale gesprekken op. Met betrekking tot het Internationaal Strafhof
riep HV Kallas alle lidstaten op alle contacten met de VS aan te halen om het gevaar
van mogelijke sancties (in reactie op de uitgevaardigde arrestatiebevelen tegen de
Israëlische premier Netanyahu en de voormalig Minister van Defensie Gallant), af te
wenden en te mitigeren. Als laatst sprak HV Kallas de hoop uit dat de komende weken
overeenstemming kan worden bereikt over nieuwe sancties tegen zowel Hamas/PIJ als
gewelddadige kolonisten.
Nederland riep op om de EU-Israël Associatieraad begin volgend jaar te organiseren.
De ontwikkelingen inzake de continuïteit van operaties van UNRWA, ten gevolge van
het Israëlische verbod op de organisatie, zijn zorgwekkend. Inzake UNRWA benadrukte
Nederland overigens andermaal het belang van implementatie van de aanbevelingen uit
het Colonna-rapport. Nederland bracht het belang van een staakt-het-vuren in de Gazastrook
op en verwelkomde signalen dat er stappen worden gemaakt in de onderhandelingen. Ook
bracht Nederland, geflankeerd door andere EU-lidstaten, het belang op van het beschermen
van het Internationaal Strafhof.
Lopende zaken
Belarus
De Raad sprak over de ontwikkelingen in Belarus, waaronder de aankomende presidentiële
verkiezingen die op 26 januari 2025 zullen plaatsvinden. De HV gaf aan te verwachten
dat ook deze verkiezingen niet vrij en eerlijk zullen verlopen en dat Loekasjenko
aan zijn zevende termijn zal beginnen. De HV onderstreepte dat de EU hier vocaal over
moet zijn, eenheid moet tonen en zich moet blijven inzetten op het uitoefenen van
druk op het regime. Tegelijkertijd moeten EU-lidstaten het zwaar onderdrukte maatschappelijk
middenveld in Belarus blijven steunen. De EU-lidstaten waren eensgezind over de analyses
van de HV, en voornamelijk Litouwen zette de toon over de gevaren van de verdere integratie
van Belarus in Rusland. De Raad nam Belarus-sancties aan tegen 26 individuen en twee
entiteiten. Nederland bepleitte het belang om Belarus op de agenda te houden en vroeg
in lijn met het regeerprogramma aandacht voor de ruim 1300 politieke gevangenen die
arbitrair in detentie worden gehouden. Ook pleitte Nederland voor de verdere harmonisering
van Belarus-sancties met toekomstige Rusland-sancties om sanctieomzeiling te vermijden.
Overige zaken
Tussentijdse herziening Europese Vredesfaciliteit (EPF)
De Raad ging tevens akkoord met de tussentijdse herziening van de EPF als beleidsinstrument
en het daaronder liggende Raadsbesluit. Uw Kamer is hierover geïnformeerd via de periodieke
EPF Kamerbrief van 24 mei jl.6 Nederland heeft tijdens de onderhandelingen ingezet op het versterken van het financiële
toezicht en beleid binnen de EPF en op het vergroten van transparantie. In lijn met
de motie Jasper van Dijk en Omtzigt c.s.7 is in het Raadsbesluit opgenomen dat na goedkeuring van het EPF-comité, audit rapporten,
opinies en jaarverslagen (gedeeltelijk) openbaar gemaakt kunnen worden. Tevens is
het mandaat van de verschillende EPF audit services, waaronder het EPF College of Auditors, versterkt. In dit licht informeert het kabinet uw Kamer graag dat er opnieuw een
Nederlandse kandidaat is voordragen en geselecteerd om aan dit college deel te nemen.8 Nederland onderstreept hiermee het belang dat het hecht aan adequate controle op
de EPF.
Hoorn van Afrika
Verlenging nationale kader EUNAVFOR Atalanta
Op 31 december 2024 loopt het Nederlandse nationale kader voor EUNAVFOR (European Union Naval Force) Atalanta af. EUNAVFOR Atalanta is een anti-piraterij-operatie die actief is voor
de kust van de Hoorn van Afrika en daarmee de vrije doorvaart op deze handelsroute
beschermt. Tevens richt de operatie zich op het tegengaan van wapen- en drugssmokkel
en illegale visserij. Sinds eind 2023 is er een stijging van het aantal piraterij-incidenten
zichtbaar rond de kust van Somalië. Hierbij informeert het kabinet de Kamer over het
besluit het nationale kader van twee stafofficieren voor EUNAVFOR Atalanta technisch
te verlengen tot en met 30 juni 2025. Gezien het belang van vrije doorvaart en een
toename van het aantal piraterij-incidenten, wordt een Nederlandse bijdrage nog steeds
opportuun geacht.
Verlenging nationale kader EUCAP Somalië
Op 31 december 2024 loopt het Nederlandse nationale kader van acht experts (civiel
en politie) voor EUCAP (European Union Capacity Building Mission) Somalië af. EUCAP Somalië is een EU-capaciteitsopbouwmissie die bijdraagt aan de
(maritieme) capaciteitsopbouw van de Somalische overheid. Een bijdrage aan deze missie
past in de Nederlandse inzet om de stabiliteit in de Hoorn van Afrika te bevorderen,
grensoverschrijdende criminaliteit tegen te gaan en de grondoorzaken van piraterij
aan te pakken. Hierbij informeert het kabinet de Kamer over het besluit om het nationale
kader voor EUCAP Somalië technisch te verlengen tot en met 30 juni 2025 met een nationaal
kader van zes experts (civiel en politie).
Verlenging niet-operationele militaire steun OPA
Zoals vermeld in de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 oktober
2024 draagt Nederland bij aan operatie Poseidon Archer (OPA) met niet-operationele militaire steun van één stafofficier tot en met uiterlijk
9 januari aanstaande. Nederland verlengt deze niet-operationele militaire steun aan
OPA met zes maanden tot uiterlijk 9 juli 2025, onder de voorwaarde dat de operatie
aan de in de eerdere Kamerbrief van 12 januari jl. benoemde rechtsbasis en voorwaarden
blijft voldoen. Ondanks dat de Houthi’s doorgaan met het aanvallen van de internationale
scheepvaart in de Rode Zee, levert deze operatie een waardevolle bijdrage aan het
verminderen van de militaire capaciteiten van de Houthi’s. Ook streeft de operatie
ernaar de Houthi’s te ontmoedigen van verdere escalatie en geeft deze een noodzakelijk
signaal af dat het hinderen van vrije doorvaart niet zonder gevolgen is. Nederland
levert met deelname aan deze coalitie een waardevolle bijdrage aan bondgenootschappelijke
en in het bijzonder trans-Atlantische solidariteit. Tot slot geeft de bijdrage bijzondere
toegang tot waardevolle inlichtingen en informatie ten aanzien van de operaties in
het Rode Zeegebied en breder in de regio.
European-led Maritime Awareness Strait of Hormuz (EMASoH)
Mede namens de Minister van Defensie informeer ik uw Kamer over de toekomst van de
missie European-led Maritime Awareness in the Strait of Hormuz (EMASoH), waar uw Kamer via de Jaarlijkse Voortangsrapportage Overige Missiebijdragen
2022 18 en 2023 19 regelmatig over is geïnformeerd. In deze Voortgangsrapportages
wordt al enige tijd gesproken over de toekomst van EMASoH. In het verslag van de Raad
Buitenlandse Zaken van 24 juni 2024 bent u, mede namens de Minister van Defensie,
geïnformeerd over het besluit om EMASoH in een waakvlamconstructie te laten voortbestaan
en op termijn samen te voegen met EU-operatie Aspides. Inmiddels is door de EMASoH-landen
besloten om de missie per 31 december 2024 te beëindigen. Hiertoe is besloten omdat
de operatiegebieden van EMASoH en Aspides overlappen, en Aspides de EMASoH-taken dus
kan uitvoeren. Het samenvoegen kan daarmee zorgen voor het efficiënt inzetten van
schaarse capaciteiten.
Daarnaast loopt op 31 december 2024 het nationaal kader van één stafofficier voor
de Nederlandse bijdrage aan EMASoH af. Nederland heeft sinds de start van EMASoH in
2020 met een politiek adviseur, diverse stafofficieren en inzet van Zr.Ms. de Ruyter
een waardevolle bijdrage geleverd aan het functioneren van EMASoH. Ook droeg deze
bijdrage bij aan een goede informatiepositie voor Nederland.
Artikel 100-inzet MMU-MRTT boven Irak
Op 26 september jl. ontving de Kamer een kennisgevingsbrief inzake een Duits verzoek
voor inzet van een Nederlands-gevlagd Multi-Role Tanker and Transport (MRTT)-vliegtuigtoestel, met Nederlandse personele ondersteuning, voor Operation Inherent Resolve (OIR) in Irak (Kamerstuk 27 830, nr. 447). Op 18 december heeft het Duitse Ministerie van Defensie laten weten dat dit verzoek
is komen te vervallen in verband met andere prioriteiten. Deze inzet zal dus niet
plaatsvinden.
Luchtbrug Jordanië – Gaza
Tevens informeer ik u over de Nederlandse bijdrage van twee Nederlandse militairen
ter ondersteuning aan het Jordaanse initiatief om een humanitaire helikopterluchtbrug
op te zetten tussen Jordanië en Gaza. Jordanië is voornemens vanaf 24 december a.s.
te gaan vliegen met eigen helikopters, voor de periode van een week. De luchtbrug
wordt gebruikt om hoogwaardige goederen, zoals medicijnen, te leveren. Jordanië werkt
bilateraal samen met Israël om de vluchten door het Israëlische luchtruim en de landingen
in Gaza te coördineren. De precieze startdatum van de operatie is afhankelijk van
de gereedheid van de landingszone in Gaza. De twee Nederlandse specialisten leveren
een week lang een ongewapende bijdrage aan de planning cell van de Jordaanse luchtmacht vanaf de Marqa luchthaven in Jordanië. Hiermee draagt
Nederland bij aan het verlichten van de humanitaire noden in Gaza en ondersteunt het
Jordanië in het leveren van humanitaire hulp en stabiliteit in de regio. Deze luchtbrug
is complementair aan de inzet op landtoegang als meest effectieve weg om hulpgoederen
te leveren op de schaal die onmiddellijk nodig is. In dit kader steunt Nederland eveneens
de Jordaanse landroute met een bijdrage van EUR 5 mln. via het VN-bureau voor Projectondersteunende
Diensten (UNOPS). Het betreft reeds voor de regio gereserveerde middelen uit de begroting
van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp. Deze door Jordanië
georganiseerde landroute vormt momenteel de belangrijkste weg waarlangs hulpgoederen
Gaza bereiken.
Indieners
-
Indiener
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken