Brief regering : Kabinetsinzet implementatie Europees begrotingsraamwerk (Stabiliteits- en Groeipact)
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 2085 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2024
In het kader van de herziene Europese begrotingsregels hebben lidstaten budgettair-structurele
plannen (hierna: plannen) voor de middellange termijn ingediend, met daarin hun voorgenomen
begrotingsbeleid, hervormingen en investeringen. De Europese Commissie (Commissie)
heeft deze plannen beoordeeld en op 26 november 2024 aanbevelingen aan de Raad van
de Europese Unie (Raad) gedaan. De aanbevelingen zien toe op i) het vaststellen van
het meerjarig uitgavenpad van 21 lidstaten, ii) het goedkeuren van hervormingen en
investeringen die ten grondslag liggen aan een verlenging van de budgettaire aanpassingsperiode
voor vijf lidstaten en iii) de correctie van buitensporige tekorten voor acht lidstaten.
Naar verwachting besluit de Raad in januari 2025 over deze aanbevelingen. Het kabinet
kan zich vinden in de beoordeling van de Commissie en is voornemens in te stemmen
met de Raadsaanbevelingen.
Deze Kamerbrief schetst kort de context, geeft een overzicht van het beoordelingsraamwerk
voor de plannen, geeft een samenvatting van de kabinetsinzet ten aanzien van de Raadsaanbevelingen
en schetst het vervolgproces. De bijlage bevat per lidstaat een beschrijving van de
belangrijkste onderdelen van de Raadsaanbevelingen.
Context
In april 2024 is het herziene Europese begrotingsraamwerk in werking getreden.1 In het kader van dit begrotingsraamwerk stellen alle lidstaten een budgettair-structureel
plan voor de middellange termijn op. Deze plannen bestaan uit een uitgavenpad voor
minimaal vier jaar en maximaal zeven jaar, ook wel de budgettaire aanpassingsperiode
genoemd. Daarnaast bevat het plan structurele hervormingen en investeringen. Lidstaten
kunnen in ruil voor additionele hervormingen en investeringen in aanmerking komen
voor een verlenging van de aanpassingsperiode van vier naar zeven jaar. Dit geldt
voor Finland, Frankrijk, Italië, Spanje en Roemenië.
In totaal hebben 22 lidstaten hun plan ingediend. Een gedetailleerde beschrijving
van de plannen is te vinden op de website van de Commissie2. Verordening 2024/12633 biedt de mogelijkheid voor lidstaten om het plan later in te dienen onder bepaalde
omstandigheden, bijvoorbeeld (aanstaande) nationale verkiezingen. De lidstaten België,
Bulgarije, Duitsland, Litouwen en Oostenrijk dienen hun plan later in. De kabinetsinzet
ten aanzien van de Raadsaanbevelingen voor deze lidstaten ontvangt uw Kamer zodra
deze beschikbaar komen. De Commissie moet plannen binnen zes weken na indiening beoordelen
zoals vastgesteld in Verordening 2024/1263. Op 26 november heeft de Commissie voorstellen
aan de Raad gedaan voor aanbevelingen over: 1. de vaststelling van het uitgavenpad
in het kader van Verordening 2024/1263 en 2. de goedkeuring van structurele hervormingen
en investeringen ten grondslag aan een verlenging van de aanpassingsperiode voor vijf
lidstaten.
Daarnaast heeft de Commissie op 26 november aanbevelingen gedaan aan de Raad voor
de correctie van buitensporige tekorten van België, Frankrijk, Italië, Hongarije,
Malta, Polen, Slowakije en Roemenië volgens artikel 126(7) uit het Verdrag betreffende
de Werking van de Europese Unie (VWEU) en Verordening 1467/974. Dit zijn de lidstaten waarvan de Raad in juli jl. heeft vastgesteld dat sprake is
van een buitensporig tekort volgens artikel 126(6)5. De correctieve uitgavenpaden die de Commissie aanbeveelt zijn op grond van verordening
1467/97 in beginsel, en voor zover beschikbaar, gelijk aan de voorstellen voor uitgavenpaden
die de Raad vaststelt in het kader van Verordening 2024/12636. België heeft nog geen plan ingediend, maar de Commissie heeft wel een aanbeveling
aan de Raad gedaan voor correctie van het buitensporig tekort van België. Hongarije
heeft wel een plan ingediend, maar de Commissie heeft nog geen aanbeveling aan de
Raad gedaan voor het vaststellen van een uitgavenpad. De Commissie heeft wel aan aanbeveling
aan de Raad gedaan voor correctie van het buitensporig tekort van Hongarije. Op basis
van de herfstraming van 15 november jl. heeft de Commissie ook opnieuw onderzoek gedaan
naar de aanwezigheid van buitensporige tekorten in Finland en Oostenrijk. De Commissie
bevestigt in dit onderzoek dat er sprake is van een buitensporig tekort in Oostenrijk
en doet naar verwachting op een later moment een aanbeveling voor een correctief uitgavenpad.
De Commissie heeft op 26 november jl. ook het herfstpakket van het Europees Semester
gepubliceerd, waaronder de beoordeling van de ontwerpbegrotingen voor 2025 van eurozonelidstaten7. Deze Commissiebeoordeling wordt in de Eurogroep besproken, die hier doorgaans een
verklaring over aanneemt. Uw Kamer heeft de kabinetsinzet ten aanzien van de beoordeling
van de ontwerpbegrotingen 2025 ontvangen in een nazending van de geannoteerde agenda
voor de Eurogroep op 9 december 20248.
Beoordelingsraamwerk
In lijn met Verordening 2024/1263 beoordeelt de Commissie de plannen aan de hand van
de volgende criteria.
Begrotingsbeleid
Het uitgavenpad moet ertoe leiden dat:
1. Het begrotingstekort onder de referentiewaarde van 3% bbp wordt gebracht voor het
einde van de aanpassingsperiode én daar onder blijft op de middellange termijn (de
tien jaar na de aanpassingsperiode); en
2. De overheidsschuld na afloop van de aanpassingsperiode geloofwaardig daalt of op een
prudent niveau blijft (onder de referentiewaarde van 60% bbp) op de middellange termijn
(de tien jaar na de aanpassingsperiode).
Ook toetst de Commissie of het uitgavenpad voldoet aan de zogenaamde minimale vereisten
voor schuldafbouw en tekortreductie die zijn vastgelegd in Verordening 2024/1263.
Voor lidstaten met een tekort en/of overheidsschuld boven de referentiewaarden, dient
het uitgavenpad in lijn te zijn met het referentiepad van de Commissie. Het referentiepad
geeft weer wat op basis van de berekeningen van de Commissie nodig is om aan de vereisten
van deze verordening te voldoen. Indien lidstaten afwijken van het referentiepad en
de onderliggende economische aannames, dan dienen zij dit te onderbouwen met economische
argumenten. Voor de verwachte potentiële groei geldt een specifieke bepaling waarbij
lidstaten in hun ramingen mogen afwijken van de potentiële groei zolang deze cumulatief
over de gehele projectieperiode grotendeels in lijn blijft met de berekeningen van
de Commissie. Voor lidstaten waarvan het begrotingstekort én overheidsschuld onder
de referentiewaarden liggen heeft de Commissie, op aanvraag van de lidstaat zelf,
technische informatie verstrekt. Deze informatie bevat het structureel primair saldo
dat aan het einde van de aanpassingsperiode nodig is om aan de criteria te voldoen.
Hervormingen en investeringen ten grondslag aan verlenging aanpassingsperiode
De set structurele hervormingen en investeringen die ten grondslag ligt aan een eventuele
verlenging van de aanpassingsperiode moet gezamenlijk bijdragen aan schuldhoudbaarheid,
economische groei, de landspecifieke aanbevelingen uit het Europees Semester en gemeenschappelijke
prioriteiten van de EU. Ook mogen de nationaal gefinancierde overheidsinvesteringen
niet lager zijn dan in de periode voorafgaan aan het plan.
Aanvullende criteria voor lidstaten in een buitensporigtekortprocedure
Voor lidstaten in een buitensporigtekortprocedure9 moet het uitgavenpad in lijn zijn met de Raadsaanbeveling voor de correctie van buitensporige
tekorten op basis van artikel 126(7) VWEU, het zogenaamde correctief uitgavenpad.
Dit correctief uitgavenpad is – zoals hiervoor opgemerkt – in beginsel gelijk aan
het uitgavenpad dat de Raad vaststelt, maar moet voldoen aan een minimale jaarlijkse
verbetering van het structureel saldo van 0,5% bbp als benchmark als de buitensporigtekortprocedure
is geopend op grond van overschrijding van de 3%-referentiewaarde.
Kabinetsinzet Raadsaanbevelingen
Het kabinet neemt de Commissiebeoordeling van de plannen als uitgangspunt bij het
bepalen van zijn inzet ten aanzien van de Raadsaanbevelingen. Het kabinet heeft beoordeeld
of deze Commissiebeoordeling in lijn is met de vereisten aan het uitgavenpad van lidstaten
op basis van Verordening 2024/1263, het correctief uitgavenpad op basis van Verordening
1467/97 en de vereisten voor de set van investeringen en hervormingen die ten grondslag
ligt aan een verlenging van de budgettaire aanpassingsperiode op basis van Verordening
2024/1263.
Het kabinet kan zich vinden in de beoordeling van de Commissie en is voornemens in
te stemmen met de Raadsaanbevelingen. Het kabinet vindt het van belang dat de Commissie
aandacht blijft houden voor afwijkende economische aannames bij de beoordeling van
de implementatie van de plannen, met name voor lidstaten met een hogere uitgavengroei
in hun plan ten opzichte van het referentiepad van de Commissie.
De bijlage bevat per lidstaat een beschrijving van de belangrijkste onderdelen van
de Raadsaanbevelingen, inclusief tabellen met een weergave van de uitgavengroei, het
structureel primair saldo, de ontwikkeling van het begrotingstekort en de ontwikkeling
van de overheidsschuld. Dit wordt vooraf gegaan door een leeswijzer voor deze tabellen.
Raadsaanbeveling Nederland
De Commissie heeft ook een aanbeveling gedaan aan de Raad voor het vaststellen van
een meerjarig netto-uitgavenpad voor Nederland. In haar beoordeling van het Nederlandse
plan10 constateert de Commissie dat het door Nederland gepresenteerde uitgavenpad, dat is
gebaseerd op de Miljoenennota 2025 en het Regeerprogramma, niet voldoet aan de vereisten
die door Verordening 2024/126311 aan het uitgavenpad worden gesteld omdat de verwachte uitgavengroei voor de periode
2025–2028 te hoog ligt. Daardoor wordt niet voldaan aan de vereisten om het begrotingstekort
en de overheidsschuld op de middellange termijn, dat wil zeggen in de tien jaar volgend
op de budgettaire aanpassingsperiode, zonder verdere beleidswijzigingen binnen de
referentiewaarden (3% en 60% bbp) te houden. Deze beoordeling is conform de verwachting
zoals eerder gedeeld met uw Kamer12. De Commissie heeft de Raad aanbevolen om voor Nederland een uitgavenpad aan te bevelen
op basis van de technische informatie die door de Commissie aan Nederland is verstrekt
op 21 juni 2024. Hierover is uw Kamer op 27 juni 2024 geïnformeerd13. Deze technische informatie behelst een uitgavenpad met een lagere uitgavengroei
dan op basis van de Miljoenennota 2025 voorzien. Zolang lidstaten binnen de Europese
referentiewaarden blijven, kunnen de Commissie en de Raad echter geen handhavingsmaatregelen
opleggen. Het kabinet kan zich vinden in de beoordeling van de Commissie en ziet een
aanbeveling voor een uitgavenpad op basis van de technische informatie als een juiste
uitvoering van de Europese begrotingsregels.
Vervolgproces
Nadat de Raadsaanbevelingen zijn vastgesteld, zal de naleving van het uitgavenpad
en de implementatie van hervormingen en investeringen jaarlijks worden gemonitord.
Daartoe dienen alle lidstaten jaarlijks uiterlijk op 30 april een voortgangsrapport
in. Afwijkingen van het uitgavenpad worden jaarlijks en cumulatief bijgehouden in
een controlerekening. Voor deze afwijkingen geldt een jaarlijkse drempelwaarde van
0,3% bbp en een cumulatieve drempelwaarde van 0,6% bbp. Vanaf het voorjaar van 2026
beoordelen de Commissie en de Raad op aanbeveling van de Commissie voor het eerst
of de afwijkingen van het uitgavenpad deze drempelwaarden overschrijden. Wanneer dat
het geval is, of wanneer het tekort de referentiewaarde van 3% overschrijdt, dan kan
de Commissie volgens artikel 126(3) VWEU een onderzoek starten of er sprake is van
een buitensporig tekort. Wanneer lidstaten de hervormingen en investeringen ten grondslag
aan verlenging onvoldoende implementeren, kan de Raad op voorstel van de Commissie
aanbevelen om de verlengde aanpassingsperiode in te korten.
Nadat de Raad de aanbevelingen vaststelt met de correctieve uitgavenpaden voor de
lidstaten met een buitensporig tekort, dient de lidstaat binnen zes maanden hieraan
effectieve opvolging te geven. Vervolgens zullen de Commissie en de Raad dit beoordelen.
Indien de Raad vaststelt dat er geen effectieve opvolging is gegeven, kunnen de Commissie
en de Raad verdere stappen zetten binnen de buitensporigtekortprocedure.
De Minister van Financiën, E. Heinen
Bijlage 1: Overzicht Raadsaanbevelingen per lidstaat (op alfabetische volgorde)
Leeswijzer tabellen per lidstaat
Uitgavengroei
De uitgavengroei (ook wel uitgavenpad) betreft de jaarlijkse maximale groei van de
netto primaire overheidsuitgaven. Dat zijn overheidsuitgaven exclusief discretionaire
inkomstenmaatregelen, rentelasten, conjuncturele werkloosheidsuitgaven, eenmalige
en andere tijdelijke maatregelen, cofinanciering van Europese fondsen en uitgaven
volledig gefinancierd met Europese middelen.
De tabellen per lidstaat geven een weergave van de maximale uitgavengroei volgens
de Commissie en de uitgavengroei in het plan.
Structureel primair saldo
Het structureel primair saldo is het begrotingssaldo geschoond voor rentelasten en
de conjunctuur. Door deze elementen eruit te laten vormt het een indicator voor de
onderliggende trend van het begrotingssaldo. De Commissie berekent het structureel
primair saldo dat aan het einde van de aanpassingsperiode nodig is om, zonder verdere
beleidswijzigingen, het begrotingstekort onder de referentiewaarde te brengen of te
houden en de schuld geloofwaardig te laten dalen of op een prudent niveau te houden
op de middellange termijn (de tien jaar na de aanpassingsperiode). De maximaal toegestane
uitgavengroei gedurende de aanpassingsperiode (zie boven) wordt hier vervolgens van
afgeleid.
De Commissie heeft voor lidstaten met een begrotingstekort en/of overheidsschuld boven de referentiewaarden ook berekend welke jaarlijkse verbetering van het structureel
primair saldo vereist is vanaf de aanvang van de aanpassingsperiode. Dit geeft een
indicatie van de vereiste begrotingsinspanning per jaar. De jaarlijkse verbetering
is voor deze lidstaten opgenomen in de tabel.
Voor lidstaten met een tekort en schuld onder de referentiewaarden is technische informatie
verstrekt. Deze technische informatie bevat geen jaarlijkse verandering van het structureel
primair saldo. Deze is dan ook niet weergegeven in de tabellen van deze lidstaten.
Ierland en Luxemburg hebben geen technische informatie aangevraagd, en hebben daarmee
geen uitgavenpad van de Commissie ontvangen.
Begrotingstekort
Jaarlijkse ontwikkeling van het begrotingstekort uitgedrukt in procenten van het bbp
(EMU-saldo).
De tabellen per lidstaat bevatten een weergave van de ontwikkeling van het begrotingstekort
gedurende het plan (4 of 7 jaar) en op de middellange termijn (na afloop van de tien
jaar na de aanpassingsperiode, dus in respectievelijk 2038 en 2041).
Schuldratio
Jaarlijkse ontwikkeling van de overheidsschuld uitgedrukt in procenten van het bbp.
De tabellen per lidstaat bevatten een weergave van de ontwikkeling van de schuldratio
gedurende het plan (4 of 7 jaar) en op de middellange termijn (na afloop van de tien
jaar na de aanpassingsperiode, dus respectievelijk in 2038 of 2041).
Potentiële groei
De potentiële groei is de groei van de productie die hoort bij het structurele arbeidsaanbod,
gecorrigeerd voor de evenwichtswerkloosheid en het niveau van de structurele arbeidsproductiviteit.
Als lidstaten andere aannames gebruiken voor potentiële groei dan de Commissie, dan
wordt dit beschreven onder de tabellen per lidstaat.
België
Begrotingsbeleid
Correctie buitensporig tekort
De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad voor de correctie van het buitensporig
tekort van België. Omdat België zijn plan nog niet bij de Commissie heeft ingediend,
zal het correctieve uitgavenpad gebaseerd worden op het vierjarig referentiepad van
de Commissie. Dit uitgavenpad voldoet aan de vereiste minimale jaarlijkse verbetering
van het structureel (primair) saldo van 0,5% bbp voor lidstaten in een buitensporigtekortprocedure.
Zodra België alsnog het plan heeft ingediend en de Commissie dit heeft beoordeeld,
kan het correctief uitgavenpad worden gewijzigd om het in lijn te brengen met het
uitgavenpad zoals door België voorgesteld.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
Uitgavengroei Commissie (%)1
2,4
1,9
2,0
Begrotingstekort (in % bbp)2
– 4,9
– 5,3
n.b.
Schuldratio (in % bbp)2
105,1
107,2
n.b.
X Noot
1
Zoals gecommuniceerd door de Commissie in de aanbeveling aan de Raad voor correctie
van het buitensporig tekort, gebaseerd op de herfstraming.
X Noot
2
Cijfers zijn gebaseerd op de herfstraming van de Commissie.
Cyprus
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Cyprus voldoet aan
de vereisten van Verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad
om het uitgavenpad vast te stellen.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2038
Uitgavengroei Commissie (%)
5,9
5,0
4,5
4,3
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
6,0
5,0
5,4
4,3
N.v.t.
SPS Commissie (jaarlijkse verandering)
0,0
0,0
0,0
0,0
N.v.t.
SPS in plan (jaarlijkse verandering)
– 0,8
– 0,3
– 0,5
– 0,1
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
2,7
2,6
2,1
2,1
0,8
Schuldratio in plan (in % bbp)
64,2
58,8
53,3
47,4
27,9
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Cyprus in het plan afwijkt van een aantal economische aannames
onder het referentiepad van de Commissie, met name voor het structureel primair saldo
bij aanvang, de economische groei en de potentiële groei. De Commissie concludeert
dat de afwijkende economische aannames leiden tot een hogere uitgavengroei ten opzichte
van het referentiepad van de Commissie. Cyprus heeft er echter voor gekozen om een
uitgavenpad in het plan op te nemen in lijn met het referentiepad, maar gecorrigeerd
voor een statistische herziening van het nieuwe pensioenstelsel voor ambtenaren.
Denemarken
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Denemarken voldoet
aan de vereisten van Verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan
de Raad om het uitgavenpad vast te stellen.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2038
Uitgavengroei Commissie (%)
6,4
5,9
5,5
5,4
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
5,0
5,7
3,8
2,9
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
1,0
0,4
0,3
– 0,1
– 0,8
Schuldratio in plan (in % bbp)
31,4
32,7
33,9
35,6
44,4
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Denemarken in het plan afwijkt van een aantal economische
aannames in de technische informatie van de Commissie, met name voor het structureel
primair saldo, de potentiële groei en de inflatie. Specifiek gaat Denemarken uit van
een hogere potentiële groei tijdens de aanpassingsperiode, maar juist een lagere potentiële
groei over de middellange termijn. De Commissie concludeert dat de afwijkingen in
de aannames leiden tot een lagere uitgavengroei ten opzichte van de technische informatie
van de Commissie. Daarnaast committeert Denemarken zich in het plan aan een uitgavenpad
dat lager uitvalt dan het geval zou zijn op basis van de eigen economische aannames.
Denemarken heeft daarmee een (nog) ambitieuzer uitgavenpad opgenomen in het plan.
Estland
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Estland voldoet aan
de vereisten van Verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad
om het uitgavenpad vast te stellen.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2038
Uitgavengroei Commissie (%)
3,3
3,3
2,9
2,9
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
7,1
5,1
3,6
3,2
N.v.t.
SPS Commissie (jaarlijkse verandering)
0,0
0,0
0,0
0,0
N.v.t.
SPS in plan (jaarlijkse verandering)
– 1,0
– 0,2
0,0
0,0
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
– 3,0
– 2,7
– 2,3
– 2,1
– 1,5
Schuldratio in plan (in % bbp)
25,2
26,4
27,6
28,6
32,6
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Estland in het plan afwijkt van een aantal economische aannames
onder het referentiepad van de Commissie, met name voor de schuld, uitgavengroei en
het structureel primair saldo bij aanvang, de economische groei en de inflatie. De
Commissie concludeert dat de afwijkingen in de aannames leiden tot een hogere uitgavengroei
ten opzichte van het referentiepad van de Commissie.
Finland
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Finland voldoet aan
de vereisten van verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad
om het uitgavenpad vast te stellen.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2029
2030
2031
2041
Uitgavengroei Commissie (%)
1,4
1,5
1,4
1,5
1,5
1,6
1,7
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
1,6
1,9
2,6
2,6
2,8
2,8
2,9
N.v.t.
SPS Commissie (jaarlijkse verandering)
0,6
0,8
0,8
0,8
0,8
0,8
0,8
N.v.t.
SPS in plan (jaarlijkse verandering)
0,8
0,7
0,3
0,4
0,3
0,3
0,3
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
– 2,9
– 2,0
– 1,4
– 0,9
– 0,4
0,0
0,3
1,6
Schuldratio in plan (in % bbp)
83,2
83,9
83,6
82,9
81,4
79,7
78,2
52,7
Finland haalt de begrotingsinspanning naar voren ten opzichte van het lineaire pad
dat als regel geldt volgens Verordening 2024/1263. Dit betekent onder meer een grotere
begrotingsinspanning in 2025.
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Finland in het plan afwijkt van een aantal economische aannames
onder het referentiepad van de Commissie, met name voor potentiële groei. De Commissie
concludeert dat de afwijkingen in de aannames leiden tot een hogere uitgavengroei
ten opzichte van het referentiepad van de Commissie. De Commissie beoordeelt dat deze
afwijkingen voldoende onderbouwd zijn.
Hervormingen en investeringen ten grondslag aan verlenging aanpassingsperiode
De Commissie oordeelt dat de hervormingen en investeringen die ten grondslag liggen
aan een verlenging van de aanpassingsperiode voldoen aan de vereisten van verordening
2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad om de investeringen en hervormingen
goed te keuren.
Effect op economische groei en schuldhoudbaarheid
De Commissie oordeelt dat de hervormingen en investeringen een positief effect hebben
op de schuldhoudbaarheid en economische groei van Finland. Finland hervormt onder
meer de werkloosheidsverzekering en de bijstand en introduceert één uitkeringsmodel.
Finland vermindert ook het aantal uitkeringen dat werken ontmoedigt en neemt maatregelen
om tekorten aan vaardigheden te verminderen, de toegang tot gezondheidszorg te verbeteren
en de wachtlijsten in de zorg in te korten. Daarnaast benoemt de Commissie dat investeringen
in onderzoek en innovatie bijdragen aan de economische groei. Een deel van deze hervormingen
en investeringen is tevens onderdeel van het Finse Herstel- en Veerkrachtplan.
Gemeenschappelijke EU-prioriteiten
De Commissie oordeelt dat de hervormingen en investeringen bijdragen aan de verschillende
gemeenschappelijke prioriteiten van de EU. De Commissie oordeelt dat de in het plan
opgenomen hervormingen en investeringen bijdragen aan de sociale en economische veerkracht
door middel van verschillende van de hiervoor genoemde hervormingen. Ook bevat het
plan investeringen in onderzoek en innovatie op het gebied van koolstofarme technologie
en energie-infrastructuur, wat bij moet dragen aan de groene transitie en energiezekerheid.
De Commissie benoemt dat ook aan een eerlijke digitale transitie wordt bijgedragen
door middel van digitalisering van publieke diensten.
Landspecifieke aanbevelingen
De Commissie concludeert dat in het Finse plan relevante landspecifieke aanbevelingen
worden geadresseerd op onder andere het gebied van arbeidsmarkt, gezondheidszorg,
fiscaliteit, onderwijs, hernieuwbare energie en het ondernemingsklimaat uit het Europees
Semester.
Frankrijk
Het Franse plan en de Commissievoorstellen voor Raadsaanbevelingen zijn opgesteld
voor de recente politieke ontwikkelingen in Frankrijk. Wat deze ontwikkelingen betekenen
voor de implementatie van het (ingediende) Franse plan is nog onduidelijk.
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Frankrijk voldoet
aan de vereisten van verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan
de Raad om het uitgavenpad vast te stellen.
Correctie buitensporig tekort
De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad voor de correctie van het buitensporig
tekort. De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Frankrijk
voldoet aan de vereiste minimale jaarlijkse verbetering van het structureel (primair)
saldo van 0,5% bbp voor lidstaten in een buitensporigtekortprocedure. Het begrotingstekort
daalt naar verwachting in 2029 onder de referentiewaarde van 3%.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2029
2030
2031
2041
Uitgavengroei Commissie (%)
2,0
1,7
1,6
1,4
1,5
1,6
1,7
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
0,0
1,4
1,4
1,4
1,3
1,3
1,3
N.v.t.
SPS Commissie (jaarlijkse verandering)
0,6
0,6
0,6
0,7
0,6
0,6
0,6
N.v.t.
SPS in plan (jaarlijkse verandering)
1,4
0,6
0,7
0,7
0,7
0,7
0,7
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
– 5,0
– 4,6
– 4,0
– 3,3
– 2,8
– 2,2
– 1,7
– 1,6
Schuldratio in plan (in % bbp)
114,7
115,9
116,5
116,1
115,8
114,9
113,5
100,9
Frankrijk haalt de begrotingsinspanning naar voren ten opzichte van het lineaire pad
dat als regel geldt volgens Verordening 2024/1263. Dit betekent een grotere begrotingsinspanning
in 2025.
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Frankrijk in het plan afwijkt van een aantal economische
aannames onder het referentiepad van de Commissie, met name voor het structureel primair
saldo en begrotingstekort bij aanvang, de potentiële groei en de inflatie. Hierbij
stelt de Commissie dat de aanname over specifiek de potentiële groei niet in lijn
is met het schuldhoudbaarheidsraamwerk van de Commissie. De Commissie geeft ook aan
dat andere aannames juist prudenter zijn en hiervoor compenseren. Daarom concludeert
de Commissie dat de afwijkingen in de aannames leiden tot een lagere uitgavengroei
ten opzichte van het referentiepad van de Commissie. Frankrijk heeft daarmee een ambitieuzer
uitgavenpad opgenomen in het plan.
Hervormingen en investeringen ten grondslag aan verlenging aanpassingsperiode
De Commissie oordeelt dat de hervormingen en investeringen voldoen aan de vereisten
van verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad om de investeringen
en hervormingen goed te keuren.
Effect op economische groei en schuldhoudbaarheid
Volgens de Commissie hebben de hervormingen en investeringen naar verwachting een
positief effect op de schuldhoudbaarheid en economische groei van Frankrijk. De hervorming
van de werkloosheiduitkeringen draagt bij aan de schuldhoudbaarheid, vanwege de sterkere
prikkel om weer aan het werk te gaan. Daarnaast benoemt de Commissie dat de houdbaarheid
van het pensioenstelsel wordt versterkt door middel van hogere werkgeverscontributies.
Verder dragen de hervormingen en investeringen volgens de Commissie ook indirect bij
aan het verbeteren van de duurzaamheid van de overheidsfinanciën via hogere belastinginkomsten
door hogere economische groei. Verder voert Frankrijk een lokale kinderopvangdienst
in om alleenstaande ouders en/of met lage inkomens te ondersteunen bij hun integratie
in de arbeidsmarkt. Hervormingen bij uitvoeringsdiensten en een versterking van het
sociale vangnet moeten kansarme jongeren ondersteunen bij het vinden van werk. Een
deel van deze hervormingen en investeringen is tevens onderdeel van het Franse Herstel-
en Veerkrachtplan.
Gemeenschappelijke EU-prioriteiten
De Commissie oordeelt dat de hervormingen en investeringen bijdragen aan de verschillende
gemeenschappelijke prioriteiten van de EU. Zo dragen volgens de Commissie de hervorming
van het werkloosheidsuitkeringenstelsel en hogere contributies voor het pensioenstelsel
bij aan de Europese pijler voor sociale rechten en wordt de economische weerbaarheid
versterkt door een hogere arbeidsdeelname en de inclusie van meer werkenden. Daarnaast
dragen wetsvoorstellen op het gebied van duurzame industrie en het versnellen van
hernieuwbare energieproductie bij aan een eerlijke groene en digitale transitie.
Landspecifieke aanbevelingen
De Commissie concludeert dat in het Franse plan relevante landspecifieke aanbevelingen
op onder andere het gebied van het belastingstelsel, sociale premies, het pensioenbeleid,
de groene transitie, hernieuwbare energie en het ondernemingsklimaat worden geadresseerd.
Griekenland
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Griekenland voldoet
aan de vereisten van verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan
de Raad om het uitgavenpad vast te stellen.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2038
Uitgavengroei Commissie (%)
3,0
3,2
3,1
3,0
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
3,7
3,6
3,1
3,0
N.v.t.
SPS Commissie (jaarlijkse verandering)
0,4
0,2
0,2
0,2
N.v.t.
SPS in plan (jaarlijkse verandering)
0,1
0,1
0,1
0,1
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
– 0,6
– 0,8
– 1,1
– 1,2
– 2,5
Schuldratio in plan (in % bbp)
149,1
143,1
138,0
133,4
114,9
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Griekenland in het plan afwijkt van een aantal economische
aannames onder het referentiepad van de Commissie, met name voor potentiële groei
en het gebruik van recente data over het begrotingstekort in 2024. Hierbij stelt de
Commissie dat de aanname over specifiek de potentiële groei niet in lijn is met het
schuldhoudbaarheidsraamwerk van de Commissie. De Commissie geeft ook aan dat andere
aannames juist prudenter zijn en voor de afwijkingen in potentiële groei compenseren.
De Commissie concludeert dat de afwijkingen in de aannames leiden tot een hogere uitgavengroei
ten opzichte van het referentiepad van de Commissie. De Commissie stelt dat dit verschil
voornamelijk het gevolg is van de meer recente data voor het begrotingstekort in 2024.
De Commissie vindt deze afwijkingen acceptabel.
Hongarije
Begrotingsbeleid
Correctie buitensporig tekort
De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad voor de correctie van het buitensporig
tekort. Omdat Hongarije nog geen beoordeling van het budgettair-structureel plan voor
de middellange termijn van de Commissie heeft ontvangen, zal het correctief uitgavenpad
worden gebaseerd op het referentiepad van de Commissie. Dit uitgavenpad voldoet aan
de vereiste minimale jaarlijkse verbetering van het structureel (primair) saldo van
0,5% bbp voor lidstaten in een buitensporigtekortprocedure. Zodra de beoordeling van
de Commissie rond is, kan het correctieve uitgavenpad gewijzigd worden om het – indien
mogelijk – in lijn te brengen met het uitgavenpad zoals door Hongarije voorgesteld.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
Uitgavengroei Commissie (%)
17
3,9
3,3
3,2
Begrotingstekort (in % bbp)18
– 4,6
– 4,1
n.b.
Schuldratio (in % bbp)18
74,5
73,8
n.b.
Ierland
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Ierland voldoet aan
de vereisten van Verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad
om het uitgavenpad vast te stellen.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2038
Uitgavengroei in plan (%)20
5,1
6,5
4,9
5,4
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
1,7
1,4
1,1
1,6
0,6
Schuldratio in plan (in % bbp)
37,9
36,0
34,8
34,0
18,8
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Ierland in het plan afwijkt van een aantal economische aannames
van de Commissie, met name voor de potentiële groei en de inflatie. De Commissie concludeert
dat de afwijkingen in de aannames leiden tot een hogere uitgavengroei ten opzichte
van de aannames van de Commissie. Echter, Ierland committeert zich in het plan aan
een uitgavenpad dat lager is dan het geval zou zijn op basis van de eigen economische
aannames en die van de Commissie. Ierland heeft daarmee een ambitieuzer uitgavenpad
opgenomen in het plan.
Italië
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Italië voldoet aan
de vereisten van Verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad
om het uitgavenpad vast te stellen.
Correctie buitensporig tekort
De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad voor de correctie van het buitensporig
tekort. De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Italië voldoet
aan de vereiste minimale jaarlijkse verbetering van het structureel (primair) saldo
van 0,5% bbp voor lidstaten in een buitensporigtekortprocedure. Het begrotingstekort
daalt naar verwachting in 2026 onder de referentiewaarde van 3%.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2029
2030
2031
2041
Uitgavengroei Commissie (%)
1,6
1,6
1,5
1,4
1,3
1,3
1,4
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
1,3
1,6
1,9
1,7
1,5
1,1
1,2
N.v.t.
SPS Commissie (jaarlijkse verandering)
0,6
0,6
0,6
0,7
0,7
0,6
0,6
N.v.t.
SPS in plan (jaarlijkse verandering)
0,6
0,6
0,5
0,5
0,5
0,5
0,5
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
– 3,3
– 2,8
– 2,6
– 2,3
– 1,8
– 1,7
– 1,5
– 1,9
Schuldratio in plan (in % bbp)
136,9
137,8
137,5
136,4
134,9
133,9
132,5
113,7
Italië haalt de begrotingsinspanning beperkt naar voren ten opzichte van het lineaire
pad dat als regel geldt volgens Verordening 2024/1263.
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Italië in het plan afwijkt van een aantal economische aannames
onder het referentiepad van de Commissie, met name voor potentiële economische groei,
inflatie, en het structureel primair saldo bij aanvang. De Commissie concludeert dat
de afwijkingen in de aannames leiden tot een uitgavengroei die gelijk is aan het referentiepad
van de Commissie.
Hervormingen en investeringen ten grondslag aan verlenging aanpassingsperiode
De Commissie oordeelt dat de hervormingen en investeringen die ten grondslag liggen
aan een verlenging voldoen aan de vereisten van verordening 2024/1263. De Commissie
doet een aanbeveling aan de Raad om de investeringen en hervormingen die ten grondslag
liggen aan een verlenging van de aanpassingsperiode goed te keuren.
Effect op economische groei en schuldhoudbaarheid
Volgens de Commissie hebben de hervormingen en investeringen naar verwachting een
positief effect op de schuldhoudbaarheid en economische groei van Italië. Zo worden
onder meer het burgerlijk (proces)recht, het belasting- en het kinderopvangstelsel hervormd, evenals het openbaar bestuur.
Deze hervormingen beogen de efficiëntie van overheidsinstellingen te verhogen, drempels
voor bedrijvigheid en innovatie weg te nemen en de capaciteit en de betaalbaarheid
van de kinderopvang te vergroten en zo het ondernemingsklimaat te verbeteren. Ook
de investeringen in onderzoek en innovatie moeten bijdragen aan een groei van het
bbp op lange termijn. Naast het positieve effect via een hogere potentiële groei,
hebben enkele hervormingen volgens de Commissie ook een direct effect op de schuldhoudbaarheid.
Ze noemt in dit verband de geplande doorlichting van overheidsuitgaven; belastinghervormingen;
maatregelen gericht op een betere belastinginning; en ede hervorming van staatsbedrijven.
Een deel van deze hervormingen en investeringen is tevens onderdeel van het Italiaanse
herstel- en veerkrachtplan in het kader van de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit.
Gemeenschappelijke EU-prioriteiten
De hervormingen en investeringen dragen bij aan verschillende gemeenschappelijke prioriteiten
van de EU, zoals de Europese pijler voor sociale rechten en de groene en digitale
transitie. Zo wil Italië om- en bijscholingsprogramma’s opzetten om de arbeidsdeelname
te verhogen. Voorbeelden van maatregen die bijdrage aan de groene en digitale transities
zijn o.a. uitgifte van groene obligaties, het verbeteren van de energie-infrastructuur
en het versterken van digitale innovatie hubs. Ook wordt infrastructuur ontwikkelt
om duurzame mobiliteit te bevorderen, bijvoorbeeld door het vergroten van de rol van
treintransport.
Landspecifieke aanbevelingen
De Commissie concludeert dat in het plan relevante landspecifieke aanbevelingen worden
geadresseerd op onder andere het gebied van het belastingsysteem, overheidsuitgaven
en staatsbedrijven, justitie, mededinging, en de arbeidsmarkt, in het bijzonder de
arbeidsparticipatie van vrouwen.
Kroatië
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Kroatië voldoet aan
de vereisten van Verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad
om het uitgavenpad vast te stellen.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2038
Uitgavengroei Commissie (%)
4,5
4,0
3,7
3,6
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
6,4
4,9
4,1
3,7
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
– 2,3
– 1,9
– 1,8
– 1,5
– 1,4
Schuldratio in plan (in % bbp)
55,8
54,9
54,1
53,1
49,0
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Kroatië in het plan afwijkt van een aantal economische aannames
in de technische informatie van de Commissie, met name voor de beginpositie, potentiële
groei, inflatie. Hierbij stelt de Commissie dat de afwijkende aannames over potentiële
groei en inflatie niet voldoende gegrond zijn. De Commissie concludeert dat de afwijkingen
in de aannames leiden tot een aanzienlijk hogere uitgavengroei ten opzichte van de
technische informatie van de Commissie. Kroatië heeft hierop bij wijze van aanvulling
een ambitieuzer uitgavenpad in het plan opgenomen. Dit pad valt nog steeds hoger uit,
maar dit is volgens de Commissie te verklaren door gegronde afwijkingen in economische
aannames.
Letland
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Letland voldoet aan
de vereisten van Verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad
om het uitgavenpad vast te stellen.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2038
Uitgavengroei Commissie (%)
4,5
3,6
3,4
3,4
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
5,9
3,6
3,4
3,3
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
– 2,9
– 2,9
– 2,9
– 2,9
– 2,9
Schuldratio in plan (in % bbp)
47,5
48,5
49,7
50,8
59,9
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Letland in het plan afwijkt van een aantal economische aannames
onder de technische informatie van de Commissie, met name voor het structureel primair
saldo bij aanvang en inflatie. De Commissie concludeert dat de afwijkingen in de aannames
leiden tot een hogere uitgavengroei ten opzichte van de technische informatie van
de Commissie. De Commissie vindt deze afwijkingen acceptabel.
Luxemburg
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Luxemburg voldoet
aan de vereisten van Verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan
de Raad om het uitgavenpad vast te stellen.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2038
Uitgavengroei in plan (%)21
5,8
4,7
3,8
5,4
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
– 0,6
– 0,5
– 0,3
– 0,4
– 2,1
Schuldratio in plan (in % bbp)
27,5
27,2
26,7
26,0
26,0
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Luxemburg in het plan afwijkt van een aantal economische
aannames onder het referentiepad van de Commissie, met name voor de inflatie en het
structureel primair saldo bij aanvang. De Commissie concludeert dat de afwijkingen
in de aannames leiden tot een lagere uitgavengroei ten opzichte van het referentiepad
van de Commissie. Luxemburg heeft daarmee een ambitieuzer uitgavenpad opgenomen in
het plan.
Malta
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Malta voldoet aan
de vereisten van Verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad
om het uitgavenpad vast te stellen.
Correctie buitensporig tekort
De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad voor de correctie van het buitensporig
tekort. De Commissie beoordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Malta voldoet
aan de vereiste minimale jaarlijkse verbetering van het structureel (primair) saldo
van 0,5% bbp voor lidstaten in een buitensporigtekortprocedure. Het begrotingstekort
daalt naar verwachting in 2028 onder de referentiewaarde van 3%.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2038
Uitgavengroei Commissie (%)
6,0
5,8
5,9
5,7
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
6,0
5,8
5,8
6,1
N.v.t.
SPS Commissie (jaarlijkse verandering)
0,5
0,5
0,5
0,5
N.v.t.
SPS in plan (jaarlijkse verandering)
0,5
0,5
0,5
0,4
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
– 3,8
– 3,4
– 3
– 2,6
– 2,1
Schuldratio in plan (in % bbp)
49,8
49,9
49,5
48,8
42,3
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Malta in het plan nauwelijks afwijkt van de economische
aannames onder het referentiepad van de Commissie.
Nederland
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Nederland niet voldoet
aan de vereisten van verordening 2024/1263. De Commissie doet daarom een aanbeveling
aan de Raad om een uitgavenpad vast te stellen op basis van de technische informatie
die de Commissie eerder aan Nederland heeft verstrekt.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2038
Uitgavengroei Commissie (%)
3,5
3,3
3,0
3,0
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
6,8
3,5
2,1
4,3
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
– 2,5
– 3,4
– 2,1
– 2,5
– 4,0
Schuldratio in plan (in % bbp)
46,7
49,7
50,1
51,1
70,7
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Nederland in het plan afwijkt van een aantal economische
aannames in de technische informatie van de Commissie, met name voor de economische
groei. Op enkele jaren na verwacht het Centraal Planbureau (CPB) voor de komende jaren
iets lagere economische groei dan de Commissie. Over de periode 2024 tot en met 2038
is het verschil echter klein: de Commissie raamt een gemiddelde groei van 1,2% per
jaar en het CPB een groei van 1,0% per jaar.
Polen
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Polen voldoet aan
de vereisten van Verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad
om het uitgavenpad vast te stellen.
Correctie buitensporig tekort
De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad voor de correctie van het buitensporig
tekort. De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Polen grotendeels
voldoet aan de vereiste minimale jaarlijkse verbetering van het structureel (primair)
saldo van 0,5% bbp voor lidstaten in een buitensporigtekortprocedure. In 2025 voldoet
Polen niet aan dit minimumvereiste, als gevolg van hogere defensie-uitgaven. De Commissie
heeft de toename in de defensie-uitgaven meegewogen als een relevante factor bij de
aanbeveling voor correctie van het buitensporig tekort volgens artikel 126(7), in
lijn met Verordening 1467/97. In de latere jaren van het plan en gemiddeld over de
periode van het plan voldoet Polen wel aan de minimumvereiste. Het begrotingstekort
daalt naar verwachting in 2028 onder de referentiewaarde van 3%.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2038
Uitgavengroei Commissie (%)
5,3
4,6
4,2
3,9
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
6,3
4,4
4,0
3,5
N.v.t.
SPS Commissie (jaarlijkse verandering)
0,8
0,8
0,8
0,8
N.v.t.
SPS in plan (jaarlijkse verandering)
0,3
1,1
1,0
0,9
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
– 5,5
– 4,5
– 3,7
– 2,9
– 2,0
Schuldratio in plan (in % bbp)
58,4
60,9
61,3
61,2
52,8
Polen schuift de begrotingsinspanning beperkt naar achteren ten opzichte van het lineaire
pad dat als regel geldt volgens Verordening 2024/1263, wat resulteert in een kleinere
begrotingsinspanning in 2025. De Commissie concludeert dat dit mede het gevolg is
van hogere defensie-uitgaven in 2025. De begrotingsinspanning wordt wel gecompenseerd
in de latere jaren van het plan.
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Polen in het plan afwijkt van een aantal economische aannames
onder het referentiepad van de Commissie, met name voor het structureel primair saldo
in 2024, de inflatie en de nominale rente. De Commissie concludeert dat de afwijkingen
in economische aannames elkaar neutraliseren en een beperkte invloed hebben op de
gemiddelde uitgavengroei.
Portugal
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Portugal voldoet
aan de vereisten van Verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan
de Raad om het uitgavenpad vast te stellen.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2038
Uitgavengroei Commissie (%)
4,1
3,6
3,4
3,3
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
5,0
5,1
1,2
3,3
N.v.t.
SPS Commissie (jaarlijkse verandering)
0,1
0,1
0,1
0,1
N.v.t.
SPS in plan (jaarlijkse verandering)
– 0,1
– 0,5
1,1
0,1
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
0,3
0,1
1,1
1,3
– 1,2
Schuldratio in plan (in % bbp)
93,3
90,4
87,2
83,2
64,8
Portugal schuift de begrotingsinspanning naar achteren ten opzichte van het lineaire
pad dat als regel geldt volgens Verordening 2024/1263. Dit betekent onder meer een
kleinere begrotingsinspanning in 2025 en 2026, met name gedreven door uitgaven gerelateerd
aan de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit.
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Portugal in het plan afwijkt van een aantal economische
aannames onder het referentiepad van de Commissie, met name voor de potentiële groei
en het structureel primair saldo bij aanvang. De Commissie concludeert dat de afwijkingen
in de aannames leiden tot een uitgavengroei die grotendeels in lijn is met het referentiepad
van de Commissie.
Roemenië
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Roemenië voldoet
aan de vereisten van Verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan
de Raad om het uitgavenpad vast te stellen.
Correctie buitensporig tekort
De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad voor de correctie van het buitensporig
tekort. De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Roemenië
voldoet aan de vereiste minimale jaarlijkse verbetering van het structureel (primair)
saldo van 0,5% bbp voor lidstaten in een buitensporigtekortprocedure. Het begrotingstekort
daalt naar verwachting in 2031 onder de referentiewaarde van 3%.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2029
2030
2031
2041
Uitgavengroei Commissie (%)
6,1
5,7
5,3
5,0
4,8
4,7
4,5
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
5,1
4,9
4,7
4,3
4,2
3,9
3,8
N.v.t.
SPS Commissie (jaarlijkse verandering)
0,7
0,7
0,7
0,7
0,7
0,7
0,7
N.v.t.
SPS in plan (jaarlijkse verandering)
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
– 7,0
– 6,4
– 5,7
– 5,0
– 4,2
– 3,4
– 2,5
– 1,6
Schuldratio in plan (in % bbp)
55,7
58,5
60,6
62,0
62,6
62,4
61,4
47,9
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Roemenië in het plan afwijkt van een aantal economische
aannames onderliggend aan het referentiepad van de Commissie, met name voor het structureel
primair saldo bij aanvang, de potentiële groei, de inflatie en de depreciatie van
de Roemeense leu. De Commissie concludeert dat de verschillen in de aannames leiden
tot een lagere gemiddelde uitgavengroei ten opzichte van het referentiepad van de
Commissie. Roemenië heeft daarmee een ambitieuzer uitgavenpad opgenomen in het plan.
Hervormingen en investeringen ten grondslag aan verlenging aanpassingsperiode
De Commissie oordeelt dat de hervormingen en investeringen die ten grondslag liggen
aan een verlenging voldoen aan de vereisten van verordening 2024/1263. De Commissie
doet een aanbeveling aan de Raad om de investeringen en hervormingen goed te keuren.
Effect op economische groei en schuldhoudbaarheid
De Commissie oordeelt dat de hervormingen en investeringen naar verwachting een positief
effect hebben op de schuldhoudbaarheid en economische groei van Roemenië. Roemenië
werkt aan hervormingen van het pensioenstelsel waarbij alle pensioenen opnieuw worden
berekend op een manier die beter aansluit bij het bijdragebeginsel en waarmee mensen
worden aangemoedigd langer door te werken. Daarnaast introduceert Roemenië een nieuw
systeem voor het vaststellen van het bruto minimumloon op basis van de verwachte inflatie
en de groei van productiviteit. Ook zullen verschillende hervormingen van het belastingstelsel
naar verwachting bijdragen aan efficiëntie en leiden tot hogere overheidsinkomsten.
Een deel van deze hervormingen en investeringen is tevens onderdeel van het Roemeense
Herstel- en Veerkrachtplan.
Gemeenschappelijke EU-prioriteiten
De Commissie oordeelt dat de hervormingen en investeringen bijdragen aan de gemeenschappelijke
prioriteiten van de EU, zoals de Europese pijler voor sociale rechten en de groene
en digitale transitie. Zo bevat het plan een programma om grootschalige investeringen
te alloceren in de minst begunstigde regio’s om zo hun ontwikkeling te bevorderen,
evenals investeringen ter bevordering van het koolstofvrij maken van grote industrieën
zoals staal en chemie. Ook zijn verbeteringen in het proces van belastinginning opgenomen
in het plan door gebruik te maken van digitale technologieën en striktere monitoringsmechanismen.
Landspecifieke aanbevelingen
De Commissie concludeert dat in het Roemeense plan relevante landspecifieke aanbevelingen
uit het Europees Semester worden geadresseerd, op onder andere het gebied van de efficiëntie
van overheidsaanbestedingen, de effectiviteit van het openbaar bestuur, pensioenen
en fiscaliteit.
Slovenië
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Slovenië voldoet
aan de vereisten van Verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan
de Raad om het uitgavenpad vast te stellen.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2038
Uitgavengroei Commissie (%)
4,9
4,5
4,3
4,2
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
5,6
4,4
4,1
4,0
N.v.t.
SPS Commissie (jaarlijkse verandering)
0,4
0,4
0,4
0,4
N.v.t.
SPS in plan (jaarlijkse verandering)
0,4
0,4
0,4
0,4
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
– 2,6
– 1,9
– 1,6
– 1,2
– 2,8
Schuldratio in plan (in % bbp)
65,4
64,2
62,8
61,2
55,6
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Slovenië in het plan afwijkt van de economische aannames
onderliggend aan het referentiepad van de Commissie, met name voor potentiële groei
en inflatie. De Commissie concludeert dat de afwijkingen in de aannames geen significant
effect hebben op de uitgavengroei.
Slowakije
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Slowakije voldoet
aan de vereisten van Verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan
de Raad om het uitgavenpad vast te stellen.
Correctie buitensporig tekort
De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad voor de correctie van het buitensporig
tekort. De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Slowakije
voldoet aan de vereiste minimale jaarlijkse verbetering van het structureel (primair)
saldo van 0,5% bbp voor lidstaten in een buitensporigtekortprocedure. Het begrotingstekort
daalt naar verwachting in 2027 onder de referentiewaarde van 3%.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2038
Uitgavengroei Commissie (%)
2,8
2,0
1,6
1,5
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
3,8
0,9
1,6
1,5
N.v.t.
SPS Commissie (jaarlijkse verandering)
1,3
1,3
1,3
1,3
N.v.t.
SPS in plan (jaarlijkse verandering)
0,8
1,8
1,3
1,3
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
– 5,1
– 3,9
– 2,9
– 1,8
– 2,3
Schuldratio in plan (in % bbp)
59,8
61,6
62,1
61,4
54,8
Slowakije schuift de begrotingsinspanning beperkt naar achteren ten opzichte van het
lineaire pad dat als regel geldt volgens Verordening 2024/1263, wat resulteert in
een kleinere begrotingsinspanning in 2025. De Commissie concludeert dat dit mede het
gevolg is van uitgestelde militaire investeringen uit voorgaande jaren. De begrotingsinspanning
wordt wel gecompenseerd in 2026.
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Slowakije niet afwijkt van de economische aannames onder
het referentiepad van de Commissie.
Spanje
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Spanje voldoet aan
de vereisten van Verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad
om het uitgavenpad vast te stellen.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2029
2030
2031
2041
Uitgavengroei Commissie (%)
3,2
2,8
2,7
2,7
2,7
2,6
2,5
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
3,7
3,5
3,2
3,0
3,0
2,5
2,4
N.v.t.
SPS Commissie (jaarlijkse verandering)
0,5
0,5
0,5
0,5
0,5
0,5
0,5
N.v.t.
SPS in plan (jaarlijkse verandering)
0,4
0,4
0,5
0,4
0,4
0,4
0,4
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
– 2,5
– 2,1
– 1,8
– 1,6
– 1,5
– 1,2
– 0,8
– 2,0
Schuldratio in plan (in % bbp)
101,4
100,1
98,4
96,6
94,8
92,8
90,6
76,8
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Spanje in het plan afwijkt van de economische aannames onder
het referentiepad van de Commissie, met name voor potentiële groei, inflatie en de
effecten van ongewijzigd beleid na de aanpassingsperiode. De Commissie concludeert
dat de afwijkingen in de aannames leiden tot een hogere uitgavengroei ten opzichte
van het referentiepad van de Commissie. De Commissie oordeelt dat de afwijkingen in
economische aannames elkaar neutraliseren en dat de verschillen over de gehele linie
acceptabel zijn.
Hervormingen en investeringen ten grondslag aan verlenging aanpassingsperiode
De Commissie oordeelt dat de hervormingen en investeringen die ten grondslag liggen
aan een verlenging voldoen aan de vereisten van verordening 2024/1263. De Commissie
doet een aanbeveling aan de Raad om deze investeringen en hervormingen goed te keuren.
Effect op economische groei en schuldhoudbaarheid
De Commissie oordeelt dat de hervormingen en investeringen naar verwachting een positief
effect hebben op de schuldhoudbaarheid en economische groei van Spanje. Zo bevat het
plan onder meer hervormingen op het gebied van digitalisering en de groene transitie.
Ook moeten hervormingen op het gebied van onderwijs en vaardigheden een positieve
bijdrage leveren aan het menselijke kapitaal, het arbeidsaanbod en de kwaliteit van
dit arbeidsaanbod, waarbij onder meer ingezet wordt op het bevorderen van duale beroepsopleidingen
en het makkelijker erkennen van beroepskwalificaties en vaardigheden van in het buitenland
geboren bevolking. Daarnaast oordeelt de Commissie dat hervormingen van het belastingstelsel
en verbetering van de efficiëntie van overheidsuitgaven voor een verbetering van de
schuldhoudbaarheid. Een deel van deze hervormingen en investeringen is tevens onderdeel
van het Spaanse Herstel- en Veerkrachtplan.
Gemeenschappelijke EU-prioriteiten
De Commissie oordeelt dat de hervormingen en investeringen in het plan bijdragen aan
verschillende gemeenschappelijke prioriteiten van de EU, zoals de Europese pijler
voor sociale rechten en de groene en digitale transitie. Zo bevat het plan een nationaal
plan voor digitale competenties gecombineerd met investeringen in digitale vaardigheden.
Daarnaast bevat het plan maatregelen voor de modernisering van het actieve arbeidsmarktbeleid
op het terrein van structurele werkloosheid, jeugdwerkloosheid, hoge aantal tijdelijke
contracten en lage werkgelegenheid.
Landspecifieke aanbevelingen
De Commissie concludeert dat de relevante landspecifieke aanbevelingen worden geadresseerd
op onder andere het gebied van het overheidsuitgaven, het ondernemingsklimaat, hernieuwbare
energie, de afhankelijkheid van fossiele energiebronnen, vaardigheden en trainingen.
Tsjechië
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Tsjechië voldoet
aan de vereisten van Verordening 2024/1263. De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad
zoals voorgesteld door Tsjechië voldoet aan de vereisten van Verordening 2024/1263.
De Commissie doet aanbeveling aan de Raad om het uitgavenpad vast te stellen.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2038
Uitgavengroei Commissie (%)
4,3
4,2
3,9
4,0
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
4,5
2,5
2,6
2,9
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
– 2,5
– 1,7
– 0,9
– 0,5
– 2,60
Schuldratio in plan (in % bbp)
45,1
45,3
44,7
44,2
47,50
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Tsjechië in het plan afwijkt van de economische aannames
onder de technische informatie van de Commissie, met name voor het structureel primair
saldo bij aanvang, de potentiële groei en de inflatie. De Commissie concludeert dat
de afwijkingen in de aannames leiden tot een lagere uitgavengroei ten opzichte van
de technische informatie van de Commissie. Daarnaast committeert Tsjechië zich in
het plan aan een uitgavenpad dat lager uitvalt dan het geval zou zijn op basis van
de eigen economische aannames. Tsjechië heeft daarmee een ambitieuzer uitgavenpad
opgenomen in het plan.
Zweden
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Zweden voldoet aan
de vereisten van Verordening 2024/1263. De Commissie doet aanbeveling aan de Raad
om het uitgavenpad vast te stellen.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2038
Uitgavengroei Commissie (%)
4,1
4,5
4,5
4,6
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
4,0
4,4
4,4
4,6
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
– 1,5
– 1,6
– 1,9
– 2,2
– 2,9
Schuldratio in plan (in % bbp)
33,3
34,0
34,9
36,2
51,3
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Zweden zeer beperkt afwijkt van de economische aannames
onder de technische informatie van de Commissie, met name voor het structureel primair
saldo in 2024 en potentiële groei. De Commissie concludeert dat de afwijkingen in
de aannames leiden tot een lagere uitgavengroei ten opzichte van de technische informatie
van de Commissie. Zweden heeft daarmee een ambitieuzer uitgavenpad opgenomen in het
plan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën