Brief regering : Uitkomsten OndernemersTop en Monitor Ondernemingsklimaat 2024 en vooruitblik naar 2025
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 662
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2024
Een aantrekkelijk ondernemingsklimaat is essentieel om groei en innovatie binnen het
bedrijfsleven te faciliteren en onze economie en brede welvaartsniveau toekomstbestendig
te houden. De eerste stap is te weten hoe we ervoor staan en welke zorgen zoal bij
ondernemers leven. Hiertoe organiseerde ik op 9 december jl. de eerste OndernemersTop
in Eindhoven; een unieke gelegenheid om direct de dialoog met ondernemers aan te gaan
en inzichten uit te wisselen over de uitdagingen, maar ook de kansen die zij zien.
Dit evenement stond in het teken van praten mét, in plaats van over ondernemers. Daarnaast
presenteerde ik diezelfde dag de nieuwste editie van de Monitor Ondernemingsklimaat1 en mijn Actieprogramma Minder Druk Met Regels2.
Met deze brief informeer ik uw Kamer, conform een toezegging in het commissiedebat
Staat van de Economie d.d. 2 oktober 20243, over de uitkomsten van de OndernemersTop. Tevens geef ik uw Kamer een appreciatie
van de gepresenteerde cijfers en bevindingen uit de Monitor Ondernemingsklimaat 2024.
Tenslotte blik ik kort vooruit op de acties die ik in het volgende kalenderjaar (verder)
oppak.
OndernemersTop 9 december: gespreksuitkomsten
Tijdens de OndernemersTop ben ik met ruim 160 mkb-ondernemers, vertegenwoordigers
van grootbedrijven en brancheorganisaties in gesprek gegaan over de zorgen die leven
bij ondernemers, knelpunten in ons ondernemingsklimaat en mogelijke oplossingsrichtingen.
Meer specifiek stonden tijdens de Ondernemerstop zes thema’s centraal die voor deelnemers
aan de Top en veel andere ondernemers prioritair zijn: (1) arbeidsmarkt en talent,
(2) regelgeving en regeldruk, (3) netcongestie en verduurzaming, (4) innovatie en
digitalisering, (5) internationaal ondernemen en (6) ruimte en vergunningen.
Arbeidsmarkt en talent
Over het thema arbeidsmarkt en talent gaven deelnemers aan dat arbeid meer moet lonen.
Vanwege diverse oorzaken is dat nu niet altijd het geval; deelnemers noemden onder
meer hoge kosten van kinderopvang en het vervallen van toeslagen bij meer werkuren.
Dit resulteert in onnodig veel onbenut arbeidspotentieel. Daarnaast sprak men over
de bestaande mismatch tussen arbeidsvraag en -aanbod. Ondernemers zien oplossingen
in een betere aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt en meer kansen voor mensen
met een afstand tot de arbeidsmarkt. Deelnemers waren het er verder over eens dat
knelpunten op de arbeidsmarkt vragen om samenwerking tussen overheden, onderwijsinstellingen
en ondernemers, gebaseerd op vertrouwen.
Regelgeving en regeldruk
Op het gebied van regelgeving en regeldruk deelden de aanwezigen hun zorgen over de
toenemende regeldruk en rapportageverplichtingen (bijvoorbeeld als gevolg van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD)) en over de soms lastige vertaling van beleid naar uitvoering en inspectie.
Deelnemers riepen op tot een versterkte rol van het Adviescollege toetsing regeldruk
(ATR). Ook klonk een duidelijke behoefte aan voorspelbaar en consistent overheidsbeleid,
waarbij de lange termijn centraal staat en er dus verder dan één kabinetsperiode vooruitgekeken
wordt.
Netcongestie en verduurzaming
De discussie over netcongestie en verduurzaming spitste zich met name toe op de noodzaak
tot samenwerking op lokaal en regionaal niveau en de behoefte aan meer regie vanuit
de overheid om hier stappen in te zetten. Deelnemers gaven daarnaast aan behoefte
te hebben aan ruimte om lokaal en op kleine schaal te experimenteren met mogelijke
oplossingsrichtingen; idealiter zou dit gefaciliteerd worden door ontheffing op bestaande
regels, aanvullende regelgeving binnen bestaande wetten en het op die manier meer
ruimte bieden voor pilot projecten.
Innovatie en digitalisering
Ten aanzien van innovatie en digitalisering benadrukten deelnemers dat er veel reden
is om trots te zijn op de innovatiekracht van Nederland, maar dat het wel zaak is
dat bedrijfsleven en overheid gezamenlijk aan de slag gaan om de goede uitgangspositie
te behouden. Van belang is dat de overheid meer regie neemt op basis van een lange
termijn visie, onderbouwde prioriteiten stelt en inzet op structurele investeringen
in onderwijs. Ook de behoefte aan meer (risico)financiering voor nieuwe innovatieve
bedrijven kwam aan bod. Daarnaast werd aangegeven dat de brancheverenigingen een belangrijke
rol vervullen bij de digitalisering van het mkb.
Internationaal ondernemen
Tijdens discussies over internationaal ondernemen werd met name het belang van harmonisatie
en behoud van een gelijk speelveld (zowel binnen als buiten de EU) onderstreept. Hiertoe
riepen deelnemers op tot aansluiting bij EU wet- en regelgeving (in tegenstelling
tot het invoeren van nationale koppen) en meer oog voor kostenverschillen tussen EU-lidstaten.
Daarnaast zijn handhaving en complexiteit van wet- en regelgeving bij internationaal
ondernemen veelgehoorde aandachtspunten.
Ruimte en vergunningen
Op het vlak van ruimte en vergunningen kwam het gebrek aan benodigde ruimte op specifieke
locaties (zoals aan het water) of voor specifieke doeleinden (zoals de circulaire
economie) sterk naar voren. Als oorzaak werd een daadwerkelijk gebrek aan ruimte dan
wel terughoudendheid bij vergunningverleners genoemd. Deelnemers riepen op tot meer
duidelijkheid en sturing vanuit de overheid. Ook bij dit onderwerp hielden ondernemers
een pleidooi voor een duidelijke bestuurlijke visie voor de lange termijn. Op die
manier zijn ondernemers eerder geneigd tot meer en minder risicovolle investeringsbeslissingen.
In de bijlage van deze brief vindt u het verslag van de OndernemersTop. Deze is ook
te raadplegen via www.ondernemers-top.nl.
Staat van het ondernemingsklimaat: Monitor Ondernemingsklimaat 2024
De Monitor Ondernemingsklimaat is onlangs in opdracht van EZ opnieuw uitgevoerd en
richt zich op drie elementen: percepties binnen het bedrijfsleven, feitelijke ontwikkelingen
in Nederland op tal van meetbare indicatoren en een vergelijking met andere landen
op basis van internationale rangschikkingen.
Voor het eerste onderdeel, de percepties van ondernemers, is gebruik gemaakt van data
verzameld middels een vragenlijst die is ingevuld door 427 bestuurders en leidinggevenden
uit het Nederlandse bedrijfsleven. De gemeten percepties geven een actueel beeld van
de mate waarin Nederland aantrekkelijk wordt gevonden als land om in te ondernemen.
Middels koppeling aan administratieve bedrijvendata van het CBS is het mogelijk om
daarmee uitspraken te doen over het gehele Nederlandse bedrijfsleven (exclusief zzp
en non business economy4).
Percepties binnen het bedrijfsleven
Het ondernemingsklimaat scoort volgens bedrijven gemiddeld een voldoende; een 6,0.
Wel neemt de waardering af na een 6,7 in 2022 en een 6,4 in 2023. Vooral scores voor
de energie-infrastructuur, aanwezigheid van talent, het belastingklimaat en faciliterende
wetgeving zijn ten opzichte van voorgaande jaren gedaald. Faciliterende wetgeving
en stabiel en voorspelbaar overheidsbeleid worden als voornaamste verbeterpunten gezien;
deze dimensies krijgen de laagste waardering en bepalen tegelijkertijd grotendeels
het algehele oordeel van bedrijven. In positieve zin valt de waardering voor de kwaliteit
van leven op. Ook de digitale-, kennis- en fysieke infrastructuur scoren structureel
goed.
Ongeveer een op de vijf bedrijven overweegt in de komende twee jaar activiteiten naar
het buitenland te verplaatsen. Onder bedrijven die internationaal actief zijn geldt
dit voor ongeveer een op de drie. Dit beeld is vergelijkbaar met dat van vorig jaar.
Gevraagd naar investeringsoverwegingen, gaven bijna twee op de drie bedrijven aan
de komende twee jaar te investeren in groei en/of uitbreiding. Van deze groep beoogt
ruim een op de drie dit volledig in Nederland te doen.
Feiten en cijfers
Uit andere monitors en (statistische) bronnen blijkt dat de gemeten percepties op
veel punten aansluiten bij beschikbare feiten en cijfers. Zo zullen de toegenomen
arbeidsmarktkrapte, regeldrukkosten en significante netcongestie in grote delen van
het land hoogstwaarschijnlijk hebben bijgedragen aan dalende waarderingen voor de
aanwezigheid van talent, faciliterende wetgeving en energie-infrastructuur. Positief
is dat Schiphol en Rotterdam belangrijke knooppunten blijven, de digitale connectiviteit
is verbeterd en de brede welvaart in vijf jaar tijd duidelijk is toegenomen; dergelijke
ontwikkelingen verklaren mogelijk de hoge waarderingen voor de fysieke- en digitale
infrastructuur en kwaliteit van leven.
Internationale vergelijking
In internationaal opzicht houdt Nederland aansluiting bij de kopgroep. Desondanks
is ook hier een geleidelijk dalende trend zichtbaar. Ten opzichte van veel Westerse
referentielanden behoudt Nederland op de meeste punten een stabiele positie, maar
mondiaal lijken we enig terrein te verliezen. Een belangrijke internationale ranglijst
om de positie van Nederland te duiden, is de World Competitiveness Ranking van de IMD. Recent daalde Nederland hierin van de 5e naar de 9e plek. De voornaamste terugvallen zijn te herleiden naar onze krappe arbeidsmarkt,
maatschappelijke opvattingen en normen ten aanzien van het bedrijfsleven en technologische
infrastructuur. Het kabinet heeft de ambitie om tot de top vijf van meest concurrerende
landen wereldwijd te behoren; werk aan de winkel dus.
In aanvulling op het onderzoeksrapport is vorig jaar een digitaal portaal ontwikkeld
met drie dasboards over het ondernemingsklimaat. Deze geven de voornaamste onderzoeksuitkomsten
overzichtelijk en op meer dynamische wijze weer. De dashboards worden momenteel bijgewerkt
en zijn in januari gereed.
Vooruitblik op 2025: wat gaan we doen?
De uitkomsten van zowel de Monitor Ondernemingsklimaat als de OndernemersTop sterken
mij in de overtuiging dat het ondernemingsklimaat op genoemde punten verbeterd moet
worden. Gezien het succes van de afgelopen Top en de behoefte aan een structurele
dialoog met het bedrijfsleven en andere belangrijke partijen, zal ik volgend jaar
weer een OndernemersTop organiseren.
Tijdens de afgelopen Top maakte ik tevens de Verkenner voor het Pact Ondernemingsklimaat
bekend – mevrouw Vivienne van Eijkelenborg5. Alle tot nog toe opgehaalde input wordt meegenomen in de verdere verkenning van
de mogelijke invulling, vormgeving van en deelnemers aan het Pact. Het is mijn streven
om in het tweede kwartaal van 2025 tot het uiteindelijke Pact te komen en daarmee
in gezamenlijkheid knelpunten aan te pakken en het vertrouwen van én in ondernemers
te versterken. Na afronding van het Pact zal ik uw Kamer nader informeren en het Pact
toezenden.
Versterking van het ondernemingsklimaat is een gezamenlijke ambitie van het kabinet.
Zodoende zijn we recent van start gegaan met een ministeriële stuurgroep. Deze stuurgroep
is verantwoordelijk voor het coördineren en toezicht houden op de uitvoering van de
voorgenomen plannen en maatregelen van het kabinet ter versterking van het ondernemingsklimaat
en vermindering van de regeldruk voor ondernemers. Met de ministeriële stuurgroep
kan het kabinet er stevig op toezien dat ambities worden waargemaakt en er, indien
nodig, tijdig kan worden bijgestuurd. Het is nu immers tijd voor actie.
De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken