Brief regering : Wijziging implementatie aanlandcontingenten t.b.v. Noordzee horsmakreel
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1690
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2024
Tijdens het Commissiedebat voor de Landbouw- en Visserijraad van 5 december jl. heb
ik toegezegd de Kamer te informeren over aanlandcontingenten en de bijbehorende percentages
voor Noordzee horsmakreel.
Met deze brief geef ik invulling aan deze toezegging. Hieronder kunt u lezen hoe nationaal
uitvoering is gegeven aan de Europese aanlandingsverplichting en hoe ik in lijn daarmee
voor 2025 de aanlandcontingenten wil inrichten voor de Noordzee horsmakreel.
Nationale uitvoering
De wijze waarop lidstaten het aan hen toebedeelde quotum verdelen verschilt. Nederland
kent hiervoor een contingentenstelsel waarbij individuele vangstrechten worden toebedeeld
aan vissers. Andere lidstaten kennen een andere toedeling, bijvoorbeeld gekoppeld
aan motorvermogen of het op de markt plaatsen van het quotum. Het is daarom niet mogelijk
een vergelijking tussen lidstaten te maken ten aanzien van de nationale invulling
van het toebedelen van vastgestelde bijvangstmogelijkheden en kosten op dit punt.
De aanlandcontingenten zijn een onderdeel van het systeem waarmee Nederland uitvoering
geeft aan de aanlandplicht. Deze verplichting heeft tot gevolg dat alle gevangen soorten
die onder deze verplichting vallen aangeland moeten worden. Dit betekent dat deze
soorten ook aangeland moeten worden als de visser geen recht (contingent) heeft om
hier gericht op te vissen. De uitgifte van aanlandcontingenten maakt het mogelijk
dat deze soorten toch aangeland kunnen worden indien deze onbedoeld worden bijgevangen
of indien een gecontingenteerde hoeveelheid wordt overschreden. Indien er tevens contingenten
worden uitgegeven voor soorten waar niet gericht op gevist mag worden kan ongewenste
bijvangst niet zoveel mogelijk worden voorkomen, terwijl dit wel een van de doelen
van de aanlandplicht is. Hetzelfde contingent kan dan namelijk worden gebruikt voor
zowel gerichte visserij als bijvangst.
Nationaal is bij de implementatie van de aanlandplicht in 2016 een prijs gekoppeld
aan het aanlandcontingent, bestaande uit leges en een percentage van 80% van de gemiddelde
marktwaarde van de desbetreffende vissoort in het kwartaal van aanlanding in het voorgaande
jaar. Hierbij mag dit totaalbedrag niet meer dan 90% van de marktwaarde bedragen.
Op dit moment zijn de leges € 132. De gemiddelde marktwaarde die voor horsmakreel
wordt gehanteerd in de eerste twee kwartalen van 2025 bedraagt respectievelijk € 0,75
en € 0,40 per kg. Daarbij is relevant te vermelden dat het aanlandcontingent aan het
einde van het jaar over het gehele jaar wordt berekend. Er is dus geen sprake van
meerdere documenten waarvoor telkens de leges en eventueel een percentage van de marktwaarde
moet worden betaald.
Ik besef me dat de gevolgen van het 0-vangstadvies en daarmee het enkel vaststellen
van bijvangstmogelijkheden van invloed zijn op hun bedrijfsvoering. Omdat op dit moment
ook nog onduidelijk is of dit een tijdelijke of langer voortdurende situatie is ben
ik voornemens om de Uitvoeringsregeling zeevisserij voor 2025 op de volgende punten
in afwijking van de beschreven lijn aan te passen ten aanzien van de Noordzee horsmakreel:
– Op basis van de vastgestelde bijvangstmogelijkheden de vangstmogelijkheden vast te
stellen op 0 kg.
– De prijs van aanlandcontingenten voor de eerste 80% van het quotum voor Noordzee horsmakreel
vast te stellen op 0% van de marktwaarde en enkel legeskosten in rekening te brengen.
– De prijs voor de overige 20% van het quotum vast te sellen op 40% van de marktprijs
vermeerderd met de legeskosten, tot maximaal 50% van de marktprijs.
Bovenstaande aanpak komt overeen met de aanpak voor eenzelfde situatie die zich in
2023 voordeed ten aanzien van de westelijke horsmakeel. Daarom acht ik het gerechtvaardigd
om deze aanpak opnieuw toe te passen. Dit geldt enkel voor 2025. Hierna bezie ik –
als volgend jaar nog sprake is van enkel een bijvangstquotom voor Noordzee horsmakreel
– of verlenging van deze maatregel nodig is, dat de matiging van de prijzen van aanlandcontingenten
wordt afgebouwd omdat er geen sprake meer is van een nieuwe situatie of dat het reguliere
systeem voor aanlandcontingenten kan worden toegepast.
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur