Brief regering : Hervatten betaalverzuimboetes btw e-Commerce
35 527 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet implementatie richtlijnen elektronische handel)
Nr. 20
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2024
Op 23 oktober 2023 heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer geïnformeerd over zijn besluit
om tijdelijk geen betaalverzuimboetes op te leggen aan ondernemers die deelnemen aan
de regeling EU btw e-Commerce.1 Met deze brief informeer ik u dat ik heb besloten om het opleggen van betaalverzuimboetes
aan deze ondernemers per 1 januari 2025 te hervatten. Daarnaast informeer ik u in
deze brief ook over een beleidsbesluit inzake de kleineondernemersregeling (KOR).
EU btw e-Commerce
De regeling EU btw e-Commerce is ontworpen om internationale verkopen op afstand binnen
de Europese Unie (EU) te harmoniseren. Vanaf de invoering van deze regeling in 2021
is uw Kamer meermaals geïnformeerd over de implementatie.2
Btw moet betaald worden aan de lidstaat waar de consument zich bevindt. Ondernemers
kunnen rechtstreeks btw betalen aan deze lidstaat of ze kunnen dit doen via de vrijwillige
regeling voor EU btw e-Commerce. In deze regeling doet de ondernemer de aangiften
en betalingen voor alle verkopen binnen de EU in de lidstaat waar hij gevestigd is.
De belastingdienst van de lidstaat waar de ondernemer zijn aangiften en betalingen
heeft gedaan, geeft meldingen en betalingen door aan de belastingdiensten van de lidstaten
waar goederen en dienst zijn geleverd.
Hervatten betaalverzuimboetes
De Belastingdienst voert deze richtlijn uit via het zogenaamde Noodspoor. Dit is een
tijdelijke voorziening die op termijn zal vervangen worden door een structurele voorziening,
het Hoofdspoor. Ik zal uw Kamer in de stand-van-zakenbrief – voor het eerstvolgende
commissiedebat Belastingdienst – informeren over de overgang naar het Hoofdspoor.
Binnen het Noodspoor ontstonden bij de invoering aanvankelijk opstartproblemen binnen
MSCON-proces (Member State of Consumption) tussen de verschillende belastingdiensten.3 Dit kwam met name doordat er onduidelijkheden bestonden voor ondernemers over betaaltermijnen,
af te dragen bedragen, wisselkoersen en bankkosten. Door deze onduidelijkheden werd
door de Belastingdienst verwacht dat het aantal bezwaren als het gevolg van het opleggen
van betaalverzuimboetes zouden toenemen. Dit zou veel personele capaciteit van de
Belastingdienst kosten die juist benodigd is om een overgang naar het Hoofdspoor te
realiseren. Ook zouden de kosten voor het behandelen van de bezwaren door de Belastingdienst
naar verwachting meer bedragen dan de opbrengst van de boetes. Andere EU-lidstaten,
met uitzondering van Finland, legden destijds ook geen betaalverzuimboetes op. Op
deze gronden heeft mijn ambtsvoorganger daarom besloten om geen betaalverzuimboetes
op te leggen aan ondernemers die deelnemen aan de EU btw e-Commerce regeling.4
Ik heb besloten om vanaf 1 januari 2025 het opleggen van betaalverzuimboetes te hervatten.
Deze keuze zal ik hieronder toelichten. Allereerst loopt het tijdelijke beleidsbesluit
om geen boetes op te leggen af op 31 december 2024. De eerdergenoemde (opstart)problemen
binnen het MSCON-proces zijn inmiddels verholpen dan wel beheersbaar. Verzuimen kunnen
nu voor de helft geautomatiseerd worden behandeld. Het aantal naheffingen in 2024
is gedaald en de verwachting is dat het aantal bezwaren in 2025 aanzienlijk lager
zal zijn dan in 2023 en 2024. Ook bestaat bij bedrijven inmiddels voldoende duidelijkheid
over de regeling. Tot slot heeft het niet opleggen van boetes – in afwijking van wet-
en regelgeving – ook budgettaire gevolgen. Omdat de (opstart)problemen inmiddels (grotendeels)
zijn opgelost is er ook geen aanleiding meer om deze boetes niet op te leggen.
Beleidsbesluit kleineondernemersregeling
Op 12 december 2023 bent u geïnformeerd over het kader beleidsbesluiten vooruitlopend
op wetgeving op de terreinen van Belastingen, Toeslagen en Douane (hierna: afwegingskader).5 In dit afwegingskader heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd uiterlijk op het tijdstip
van aanbieding voor publicatie in de Staatscourant, de contouren van een goedkeurend
beleidsbesluit met u te delen. Hierbij informeer ik u over het besluit «Omzetbelasting.
Kleineondernemersregeling; artikel 25e Wet op de omzetbelasting 1968». In de bijlage
vindt u een kopie van het te publiceren besluit. Hieronder zal ik het nader toelichten.
De kleine ondernemersregeling (KOR) is een btw-vrijstelling voor ondernemers met een
omzet van maximaal € 20.000 per kalenderjaar. Vanaf 1 januari 2025 geldt dat ondernemers
die in Nederland zijn gevestigd de KOR ook in andere lidstaten kunnen toepassen, de
zogenaamde EU-KOR. Om te beoordelen of ondernemers mogen deelnemen is het nodig dat
zij informatie over hun omzet verstrekken aan de Belastingdienst zodat nagegaan kan
worden of de omzetdrempel wordt overschreden. Na toelating tot de EU-KOR geldt er
voor de ondernemer ook een verplichting om ieder kwartaal omzetinformatie te verstrekken.
De lidstaten hebben de omzetinformatie nodig om te beoordelen of wordt voldaan aan
de omzetdrempels van de KOR. Als een ondernemer deze omzetdrempels overschrijdt kan
hij of zij de KOR niet meer toepassen.
Op basis van de wettelijke bepalingen die 1 januari 2025 in werking treden kan het
voorkomen dat de aanmelding en toelating tot de KOR in hetzelfde kwartaal plaatsvinden.
Dat kan betekenen dat de omzetinformatie die de ondernemer verstrekt bij de eerste
kwartaalrapportage al (deels) is verstrekt bij de aanmelding. Hierdoor bestaat de
kans dat als gevolg van dubbeltelling onterecht geconcludeerd wordt dat de omzetdrempel
is overschreden waardoor ondernemers niet langer gebruik mogen maken van de KOR. Dit
zal dan achteraf hersteld moeten worden en leidt weer tot extra werk voor de ondernemer
en de Belastingdienst. Dat wil ik graag voorkomen. Daarom heb ik besloten om per beleidsbesluit
vanaf 1 januari 2025 – vooruitlopend op wetgeving per 1 januari 2026 – goed te keuren
dat de ondernemer de informatie die hij of zij verstrekt voor de aanmelding voor de
KOR niet ook hoeft op te nemen in de eerste kwartaalrapportage.
Over ontwikkelingen met betrekking tot de regeling EU btw e-Commerce zal ik uw Kamer
blijven informeren via de stand-van-zakenbrieven Belastingdienst.
De Staatssecretaris van Financiën,
T. van Oostenbruggen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën