Brief regering : Voortgang integrale suïcidepreventie
25 424 Geestelijke gezondheidszorg
Nr. 721
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2024
Met deze brief informeer ik zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer over de voortgang
van het rijksbeleid suïcidepreventie. In deze brief geef ik, zoals jaarlijks gebruikelijk
is, een toelichting op de voortgang van uitvoering van de derde landelijke agenda
suïcidepreventie. Tot slot ga ik kort in op de stand van zaken van de wet Integrale
suïcidepreventie.
Niemand mag in zo’n uitzichtloze situatie belanden dat suïcide de enige uitweg lijkt.
Toch komt het helaas nog vaak voor. Er zijn gemiddeld 5 suïcides per dag. In 2023
zijn 1.862 mensen als gevolg van suïcides overleden en volgens Stichting 113 Zelfmoordpreventie
(hierna: de Stichting) raakt dit ongeveer 250.000 nabestaanden. In de afgelopen 10 jaar
is het totaal aantal suïcides stabiel gebleven. We zien tegelijkertijd daarin wel
een toename bij bepaalde groepen, vooral bij jongvolwassenen. Deze groep heeft in
de aanpak dan ook extra aandacht gekregen.
Het is van belang om zo veel mogelijk te voorkomen dat mentale problemen ontstaan
en dusdanig verergeren dat ze uiteindelijk leiden tot suïcidale gedachten. De aanpak
van mentale gezondheid en het verbeteren van mentale weerbaarheid zal ik verder uitwerken
in de Werkagenda Mentale Gezondheid en GGZ, die uw Kamer in 2025 ontvangt.
Naast inzet op het versterken van de mentale gezondheid is en blijft een specifieke
aanpak gericht op suïcidepreventie van belang. De nieuwe wet, in combinatie met de
aankomende vierde landelijke agenda, moet gaan bijdragen aan het verlagen van het
aantal suïcidepogingen en suïcides.
Landelijke Agenda Suïcidepreventie
De huidige derde Landelijke Agenda Suïcidepreventie (hierna: derde Agenda) zet al
in op het verminderen van het aantal suïcides in Nederland. De Stichting coördineert
deze derde Agenda en voert deze samen met relevante stakeholders uit. Deze Agenda
is in 2021 gestart en loopt tot en met 2025. Er hebben zich in de tussentijd ruim
50 partijen en zes departementen bij deze Agenda aangesloten. Alle betrokkenen maken
inmiddels drie jaar deel uit van de brede beweging die «Samen Minder Suïcide» is gaan
heten.
Landelijke agenda suïcidepreventie: een selectie van projecten
De Agenda bestaat uit een zevental pijlers. Vanuit elk van deze pijlers worden projecten
uitgewerkt die bijdragen aan het versterken van suïcidepreventie in de verschillende
domeinen. Onderstaand heb ik per pijler een project uitgelicht. In de bijlage is een
uitgebreider overzicht van de stand van zaken van de Agenda opgenomen.
1. Durven en leren praten over suïcides
Vanuit deze pijler is de landelijke publiekscampagne «1K Z1E J3» gestart. Het doel
van deze campagne is het taboe op praten over zelfdoding weg te nemen en mensen met
suïcidale gedachten en hun omgeving te stimuleren het spannende maar belangrijke gesprek
over zelfdoding aan te gaan. Praten is cruciaal voor mensen met suïcidale gedachten.
Het kan enorm opluchten en het begin zijn van een oplossing.
2. Professional opleiden, bijscholen en toerusten
Om professionals handelingsperspectief te bieden is lesmateriaal over suïcidepreventie
ontwikkeld. Dit lesmateriaal is opgeleverd voor de opleidingen voor ggz-psychologen,
klinisch psychologen, klinisch neuropsychologen en psychotherapeuten. De implementatie
van dit lesmateriaal is van start gegaan.
3. Suïcidepreventie in de wijk verstevigen
Deze pijler stimuleert het inzetten van ervaringsdeskundigen bij suïcidepreventie
en hoe je hen het beste kunt betrekken bij suïcidepreventie. Het opgerichte netwerk
Ervaringsdeskundigheid agendeert de inzet van ervaringsdeskundigen en leidt ervaringsdeskundigen
op, zodat zij goed ingezet kunnen worden.
4. Aanpak gericht op middelbare scholen en het middelbare beroepsonderwijs
Het programma STORM1 wordt vanuit de landelijke agenda stapsgewijs uitgebreid naar meerdere regio’s om
op die manier een groter bereik aan jongeren te creëren. STORM heeft als doel om depressieve
klachten te verminderen, het risico op suïcide te verkleinen en mentale gezondheid
te verbeteren. De regio’s Eindhoven, De Kempen en Friesland zijn van start gegaan
met de implementatie van de STORM-aanpak. Regio Drenthe startte in september met een
pilot.
5. Veiligheid en effectiviteit van zorg verbeteren
Om professionals te ondersteunen in het signaleren, bespreken en behandelen van mensen
met suïcidale gedachten is de Toolkit Suïcidepreventie voor ggz-professionals beschikbaar
gekomen. Vijf ggz-instellingen zijn gestart met een – op de Toolkit gebaseerde – behandelroute
voor suïcidaliteit. Hiermee wordt de kwaliteit van zorg voor cliënten met suïcidaliteit
verbeterd en de kennis rondom suïcidepreventie in ggz-instellingen vergroot.
6. Barrières opwerpen voor de beschikbaarheid van dodelijke middelen
Om het aantal suïcides te verminderen is het ook van belang om te kijken naar de middelen
en omstandigheden die het mogelijk maken om suïcides te plegen. Denk dan aan gebouwveiligheid,
verkrijgbaarheid en veilig omgaan met dodelijke middelen en de risico’s van sociale
media. In het kader van die laatste is dit jaar de #Chatsafe campagne gestart, die
handvatten voor jongeren biedt om veilig online te communiceren over suïcidaliteit.
7. Opzet van een landelijk lerend systeem
De verhalen van nabestaanden vormen een belangrijk onderdeel in het onderzoek naar
suïcidepreventie. Er is gestart met een onderzoeksmethode «psychosociale autopsie»,
waarbij nabestaanden een vragenlijst kunnen invullen over doorslaggevende factoren
in de zelfdoding van hun dierbare. Tevens worden nabestaanden van recente suïcides
geïnterviewd. Met de informatie die hieruit beschikbaar komt, kan de preventie van
zelfdoding worden verbeterd.
Zoals ik al in de aanleiding aangaf, wordt extra ingezet op de risicogroep jongvolwassenen
(20–30 jaar). Dit vanwege het feit dat suïcide doodsoorzaak nummer één is onder deze
doelgroep. In maart 2024 is dan ook een project gestart waarmee wordt ingezet op het
bereiken van jongvolwassenen en hun omgeving. De ontwikkeling die we hebben gezien
is dat er 90 organisaties zijn die inzetten op acties rondom jongvolwassenen. Het
project zet verder in op het herhalen van de campagne 1KZ1EJ3 voor jongvolwassenen.
Ook worden trainingen georganiseerd en aangeboden voor mensen in de omgeving van jongvolwassenen.
Deze staan voor najaar 2024 en eerste kwartaal 2025 gepland. Zo blijft er ook in 2025
extra aandacht voor deze risicogroep.
Vierde Landelijke Agenda
Zoals hierboven is aangegeven, loopt de huidige agenda tot en met 2025. Om vanaf 2026
te komen tot een breed gedragen volgende landelijke agenda is de Stichting in september
2024 gestart met gesprekken met sleutelorganisaties en stakeholders. De Stichting
haalt door middel van interviews, toekomstsessies en een breed uitgezette vragenlijst
ideeën op. In 2026 moet de volgende Landelijke Agenda starten.
Wet Integrale suïcide preventie
Met deze brief markeer ik ook een nieuwe fase in het landelijke beleid voor suïcidepreventie:
er is een wettelijke basis om integrale suïcidepreventie op landelijk en lokaal niveau
te ontwikkelen. Om de wet uit te kunnen voeren zijn structurele middelen gevonden
om op die manier samen te werken aan de ambitie «minder suïcides in Nederland».
Op 26 juni 2024 is de wet Integrale suïcidepreventie gepubliceerd in het Staatsblad.2 De wet treedt naar verwachting op 1 juli 2025 in werking.
Onderstaand wordt u meegenomen in de acties die nodig zijn voor de inwerkingtreding.
Ik doe dit langs de in de wet opgenomen elementen.
1. Landelijk beleid
Suïcidepreventie is niet alleen een verantwoordelijkheid van het VWS-domein, maar
ook van andere domeinen. Ik denk dan aan de agrarische sector, het spoor en ook de
overheid als werkgever van haar ministeries en (geüniformeerde) diensten. Dit integrale
denken wordt door de wet ondersteund en de uitwerking gaat een plek krijgen in de
volgende landelijke nota gezondheidsbeleid (hierna: landelijke nota). Ik zie het als
mijn taak om met mijn collega’s in het kabinet samen te werken en daarover afspraken
te maken. Daarnaast wordt in de komende maanden op basis van een nog vorm te geven
implementatieplan toegewerkt naar een gedragen inwerkingtreding van de wet.
2. Lokaal beleid
Uit de landelijke nota vloeit voort dat gemeenten ook integrale suïcidepreventie moeten
gaan vormgeven. Voor hen is dit een nieuwe taakopdracht. Zij geven dit vorm via de
eigen gemeentelijke nota gezondheidsbeleid.
Voor deze nieuwe taak is € 10 miljoen per jaar structureel beschikbaar. Ik ben met
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG) en het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties in gesprek over de manier waarop dit budget aan gemeenten
wordt uitgekeerd.
Daarnaast voert de VNG momenteel een impactanalyse uit die inzicht moet geven in de
uitvoerbaarheid en de impact van de gewijzigde regelgeving op de gemeentelijke organisaties.
De impactanalyse gaat aanbevelingen geven voor een succesvolle implementatie van de
gewijzigde regelgeving bij gemeenten. De VNG heeft laten weten haar advies eind 2024
vast te stellen en aan mij toe te sturen. Een inhoudelijke reactie op dit advies ontvangt
u in het eerste kwartaal 2025.
3. Hulplijn
In de wet wordt het bestaan van een gratis 24-uurs-hulplijn vastgelegd. Er is al een
hulplijn die door de Stichting wordt uitgevoerd. Dit blijft vooralsnog ongewijzigd.
Het is al mogelijk om deze hulplijn gratis te bellen via nummer 0800-0113. Daarnaast
moet ook het nummer 113 voor iedereen gratis te bellen zijn. Daartoe wordt door het
kabinet ingezet op het juridisch vastleggen van een retailtarief (het tarief dat een
beller betaalt aan zijn provider) van 0 (nul) voor oproepen naar het nummer 113. Hiertoe
zal het nummerplan worden gewijzigd, welk besluit eerder met uw Kamer is gedeeld3. Uw Kamer wordt geïnformeerd zodra de regelgeving (nummerplan) is gewijzigd.
4. Lagere regelgeving
De wet vereist dat bij algemene maatregel van bestuur (hierna: AMvB) regels worden
gesteld omtrent het landelijke integrale suïcidepreventiebeleid, waaronder regels
over de inhoud en de wijze van totstandkoming. In de AMvB worden de landelijke agenda
suïcidepreventie, de communicatiestrategie en het onderzoeksprogramma uitgewerkt.
Het proces om tot een AMvB te komen is in gang gezet en voor het einde van het jaar
start de internetconsultatie. Hierna wordt de AMvB – conform eerder gedane toezegging
– met uw Kamer gedeeld en voor advies voorgelegd aan de Afdeling advisering van de
Raad van State. Voor de AMvB is jaarlijks € 6 miljoen beschikbaar. Vanuit dit budget
dienen de landelijke agenda, het onderzoeksprogramma en de communicatiestrategie te
worden gefinancierd. Ik heb de volgende verdeling voor ogen:
– Landelijke agenda en communicatiestrategie: € 5 miljoen
– Onderzoeksprogramma: € 1 miljoen
Onderzoeksprogramma
In de AMvB is het ontwikkelen van een onderzoeksprogramma één van de uit te werken
instrumenten. Dit onderdeel van de wet sluit aan bij het gestarte ZonMw programma
suïcidepreventie 2023–2025. Doel van dit programma is het aantal suïcidepogingen en
suïcides in Nederland terug te dringen door het stimuleren van implementatieonderzoek,
de ontwikkeling van kennisnetwerken suïcidepreventie ggz en suïcidepreventie in het
maatschappelijk domein. Afgelopen juli is één project gehonoreerd dat zich richt op
suïcidepreventie in het maatschappelijk domein. Dit najaar is de subsidieoproep voor
een kennisnetwerk gericht op suïcidepreventie in de zorg opnieuw opengesteld.
Tot slot
In de Wet integrale suïcidepreventie is opgenomen dat ik mij jaarlijks, samen met
de betrokken ministeries, over de voortgang van integrale suïcidepreventie aan uw
Kamer verantwoord. De onderdelen uit de wet – waar onder de landelijke nota – zullen
daarin leidend zijn. Ik zeg uw Kamer toe dat ik u deze rapportage voor het einde van
elk jaar toestuur.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V.P.G. Karremans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport