Brief regering : Verwerkingscapaciteit kritieke grondstoffen
32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid
Nr. 325
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2024
Zoals uit het regeerprogramma blijkt, hecht het kabinet aan het veilig stellen van
                     de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen en het verminderen van de risicovolle
                     strategische afhankelijkheden van landen buiten de Europese Unie. De sterke afhankelijkheid
                     van andere landen voor kritieke grondstoffen maakt ons immers kwetsbaar.
                  
Eén van de manieren om die afhankelijkheid te verminderen is door in te zetten op
                     het vergroten van de capaciteit voor verwerking van strategische en kritieke grondstoffen.
                     Volgens de doelstellingen van de Europese Critical Raw Materials Act (CRMA) moet in 2030 ten minste 40% van het jaarlijkse EU-verbruik van strategische
                     grondstoffen1 in de Unie zelf worden verwerkt. Dit is met inbegrip van de capaciteit voor alle
                     tussenstappen van de verwerking zoals het verrijken, scheiden, smelten en raffineren.
                  
Met deze brief informeer ik uw Kamer over een TNO-onderzoek naar de mogelijkheden
                     om kritieke grondstoffen in Nederland te verwerken en over de inzet van het kabinet
                     om verwerkingscapaciteit van kritieke grondstoffen in Nederland te realiseren. Dit
                     biedt ook kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven. Ik geef hiermee ook invulling
                     aan de motie van de leden Erkens (VVD) en Boucke (D66)2 ten aanzien van een plan van aanpak om de verwerking van grondstoffen die cruciaal
                     zijn voor de energietransitie naar Nederland te halen.
                  
Appreciatie rapport TNO: Verwerking van kritieke grondstoffen in Nederland
Het onderzoeksrapport van TNO is meegestuurd met deze brief en biedt overwegingen
                     en randvoorwaarden ten behoeve van het opstellen van een plan van aanpak gericht op
                     het ontwikkelen van de verwerkingsindustrie in Nederland.
                  
Ik verwelkom de in het rapport vervatte aanbevelingen over de wijze waarop Nederland
                     aantrekkelijk kan worden voor investeerders in de metaalverwerkende industrie voor
                     kritieke grondstoffen in een wereldwijd speelveld. Uit het rapport komt het beeld
                     naar voren van een verwerkingsindustrie in Nederland, maar ook in de rest van Europa,
                     die het de afgelopen decennia moeilijk heeft gehad. Dit komt onder andere door de
                     concurrentie uit China en de hoge energiekosten in de EU, met als gevolg dat deze
                     industrietak een flinke krimp heeft ondergaan.
                  
Volgens de onderzoekers heeft deze ontwikkeling ertoe geleid dat het integrale industriële
                  ecosysteem in veel sectoren verzwakt is geraakt, terwijl voor het ontwikkelen en succesvol
                  exploiteren van verwerkingsfaciliteiten een dergelijk industrieel ecosysteem vereist
                  is. Het rapport concludeert dat dit met name ook geldt voor sectoren en sleuteltechnologieën
                  die de EU als strategisch heeft bestempeld. Bijvoorbeeld ICT en technologieën voor
                  hernieuwbare energie, zoals EV-batterijen.
               
Nu de focus van het Europese en Nederlandse beleid onder toenemende geopolitieke druk
                     meer gelegd wordt op economische veiligheid en strategische autonomie, moet dit leiden
                     tot overwegingen die bijdragen aan investeringen in delen van de waardeketen die tot
                     voor kort als niet-rendabel werden beschouwd. Om beleid te ontwerpen dat Nederland
                     aantrekkelijk maakt voor investeerders in de verwerkingsindustrie adviseren de onderzoekers
                     om de volgende aspecten te adresseren:
                  
• toegang tot voldoende financiering om verwerkingsfaciliteiten te kunnen financieren;
• het veiligstellen van afnameverplichtingen op lange termijn van verwerkte kritieke
                           grondstoffen;
                        
• het veiligstellen van grondstoffen onder lange-termijnleveringscontracten;
• een duidelijke en consistente (beleids)omgeving;
• toegang tot en kwaliteit van infrastructuur en ruimte;
• beschikbaarheid van geschoolde arbeidskrachten;
Bovenstaande aspecten zijn uitgebreid toegelicht in het rapport en neem ik mee bij
                  het opzetten van een plan van aanpak dat in het derde kwartaal van volgend jaar gedeeld
                  zal worden.
               
Wat gaan we doen?
Zoals de studie aantoont is de Europese metaalverwerkende industrie, die zorg zou
                  kunnen dragen voor verwerking van kritieke grondstoffen, flink gekrompen in Nederland
                  en de EU. Zonder gericht overheidsbeleid en onder de bestaande internationale marktomstandigheden
                  zal deze trend zich doorzetten en op den duur zelfs verdwijnen. Dit wordt ook genoemd
                  in het rapport van Mario Draghi «The Future of European Competitiveness»3
                     .
               
Uitgangspunten overheidsbeleid
We hebben te maken met een veranderend internationaal speelveld, waar in toenemende
                     mate ingezet wordt op het strategisch belang van het innemen van posities in brede
                     delen van waardeketens (van extractie via verwerking naar halffabricaten tot finale
                     producten). Het verminderen van risicovolle strategische afhankelijkheden vraagt om
                     een actiever overheidsbeleid dat o.a. inzet op het creëren van eigen verwerkingscapaciteit.
                     Bij het maken van beleid zal het uitgangspunt niet alleen de toegevoegde waarde op
                     basis van marktprijzen zijn, maar ook de strategische betekenis van de verwerkingsindustrie.
                     Namelijk het versterken van de economische veiligheid en het verminderen van afhankelijkheden.
                     Gecombineerd met de inzet op verduurzaming en circulariteit zal dit moeten resulteren
                     in een toekomstbestendige sector.
                  
De benodigde acties om het investeringsklimaat voor de verwerkende industrie voor
                     kritieke grondstoffen te verbeteren vereisen vaak een lange adem, tegelijk is ook
                     nodig te bezien wat op kortere termijn al een verschil kan maken. Hieronder schets
                     ik mijn aanpak op de korte en langere termijn.
                  
Korte termijn
Voor de korte termijn zet ik in op het nog meer stimuleren van strategische projecten
                     in het kader van de nationale grondstoffenstrategie (NGS) en de CRMA, dat wil zeggen;
                  
1. In het kader van de Critical Raw Materials Act wordt in 2025 een centraal contactpunt
                           opgericht, dat informatie verstrekt over vergunningverlening en financieringsmogelijkheden
                           en als centraal aanspreekpunt dient voor potentiële investeerders in strategische
                           projecten.
                        
2. Mijn ministerie zal daarnaast een werkgroep voor strategische projecten opzetten.
                           Hierin zullen de belangrijkste publieke financiers en betrokken departementen bij
                           elkaar worden gebracht. Het doel is om voor Nederlandse projecten te bepalen in welke
                           mate deze met bestaand overheidsinstrumentarium ondersteund kunnen worden. Dit zijn
                           projecten die gericht zijn op de verwerking van kritieke grondstoffen die zich aandienen
                           onder de Critical Raw Materials Act, via de Speciaal Vertegenwoordiger Grondstoffenstrategie, of anderszins.
                        
3. Ook lacunes in het overheidsinstrumentarium om dergelijke projecten actief te kunnen
                           ondersteunen kunnen vervolgens worden geïdentificeerd, en ingebracht in de actie-agenda
                           voor de langere termijn.
                        
4. De Speciaal Vertegenwoordiger Grondstoffenstrategie, de heer Allard Castelein, adviseert,
                           op basis van zijn contacten met de industrie, over concrete maatregelen die nodig
                           zijn om strategische projecten op het gebied van verwerking van kritieke grondstoffen
                           in Nederland van de grond te krijgen.
                        
5. Ik zal ook nadrukkelijk aandacht besteden aan de samenwerking en afstemming met landen
                           om ons heen, omdat de industriële clusters zich niet beperken tot de landsgrenzen.
                           Dat maakt dat we in Europees verband moeten kijken naar het opbouwen van betrouwbare
                           waardeketens door middel van strategische projecten.
                        
Lange termijn
Parallel aan de geschetste inzet voor de korte termijn zet ik voor de langere termijn
                     in op het structureel verbeteren en creëren van de condities binnen de EU en nationaal
                     waaronder bedrijven bereid zijn te investeren in de verwerkingsindustrie voor kritieke
                     grondstoffen in Nederland. Dit moet ertoe leiden dat het Europese industriële ecosysteem
                     versterkt wordt met metaal- en mineraalverwerking in Nederland en de rest van de EU.
                  
In het rapport is de benodigde inzet op een overzichtelijke wijze gepresenteerd in
                     de vorm van een zestal aanbevelingen die gericht zijn op het optimaal inzetten van
                     schaarse capaciteit, middelen en infrastructuur. Deze zes aanbevelingen omvatten ook
                     competenties die bij verschillende ministeries en andere instanties belegd zijn. Aan
                     een aantal van de aanbevelingen wordt ook al gewerkt onder andere beleidsprogramma’s,
                     weliswaar niet met de specifieke insteek van het stimuleren van een verwerkingsindustrie
                     voor kritieke grondstoffen. Wat betreft de aanbeveling om de beschikbaarheid van technisch
                     geschoold personeel te vergroten is het goed om te weten dat mijn ministerie, samen
                     met de Ministeries van OCW en SZW en FME en Metaalunie, het «actieplan groene en digitale
                     banen» uitvoert. Hiermee moet het aantal mensen die technische beroepen uitoefenen
                     substantieel toenemen. Een ander voorbeeld is de inzet die al gepleegd wordt om «toegang
                     tot en kwaliteit van infrastructuur en ruimte» te verbeteren; Op dit moment laat het
                     Ministerie van KGG onderzoek uitvoeren naar de ruimtebehoefte voor de industrie waarbij
                     expliciet aandacht wordt besteed aan thema’s als strategische autonomie, grondstoffentransitie
                     en circulaire economie.
                  
Mijn ministerie zal de komende periode met alle partijen in gesprek gaan die een rol
                     hebben in het ten uitvoer brengen van één of meerdere van de genoemde aanbevelingen.
                     Samen met alle betrokken partijen zal een actie-agenda uitgewerkt worden die in het
                     derde kwartaal van volgend jaar gedeeld zal worden.
                  
Dit moet ertoe leiden dat op een gestructureerde wijze de activiteiten in kaart gebracht
                     worden die mogelijk zijn om een impactvolle inzet te plegen. Het uiteindelijke doel
                     is erop gericht om op een goede en efficiënte manier Nederland aantrekkelijker te
                     maken als potentiële vestigingsplaats voor de verwerkingsindustrie van kritieke grondstoffen,
                     in samenhang met reeds lopende beleidstrajecten.
                  
Tot slot
Uit de studie blijkt dat China de afgelopen decennia met zeer gericht beleid zijn
                     positie als wereldleider in het delven en verwerken van kritieke grondstoffen gestaag
                     heeft opgebouwd, waardoor bijna alle landen wat dit betreft van China afhankelijk
                     zijn. Bovendien heeft de Chinese overheid miljarden euro’s aan financiële ondersteuning
                     gegeven om deze positie op te bouwen.
                  
De verwachting is dat het Nederland en de EU nog flink wat jaren zal kosten om een
                     substantiële eigen positie in de waardeketen van kritieke grondstoffen op te bouwen
                     en de afhankelijkheid van China te verminderen.
                  
Ondanks de grote opgave waarvoor we staan ben ik positief over de toekomst. Nederland
                     beschikt immers over een aantal sterktes die bij kunnen dragen aan een gunstiger vestigingsklimaat
                     voor de verwerkingsindustrie in Nederland of in de landen om ons heen. Chemische en
                     procestechnologie, machinebouw, logistiek en voorraadbeheer, een krachtige infrastructuur
                     rond inzameling, beheer en verwerking van afvalstromen en goed ontwikkelde R&D -infrastructuur
                     zijn sterktes die voor ondernemers kansen bieden en aanleiding kunnen zijn om te investeren
                     in de Nederlandse metaalverwerking of aan verwerking gelieerde activiteiten.
                  
De Minister van Economische Zaken,
                  D.S. Beljaarts
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
