Brief regering : Voortgang verkenning aanvullende maatregelen WOZ
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 919
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 december 2024
In de Kamerbrief van 11 december 2023 heeft mijn ambtsvoorganger, dhr. Van Rij, uw
Kamer geïnformeerd over de voortgang van de verkenning van (aanvullende) maatregelen
ter verbetering van het proces van de waardering van met name woningen op grond van
de Wet waardering onroerende zaken (hierna: «het WOZ-proces»). Hierbij informeer ik
uw Kamer over de voortgang en het vervolgproces per openstaande maatregel.
Inleiding
Mijn ambtsvoorganger heeft u in diverse brieven (30 september 20221, 23 maart 20232) geïnformeerd over mogelijke verbeterpunten in het WOZ-proces.
In de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm («Wet herwaardering pkv
WOZ en bpm»), die per 1 januari 2024 in werking is getreden, zijn reeds drie maatregelen
ter verbetering van het WOZ-proces uitgewerkt, al dan niet in aangepaste vorm.3
Naast de maatregelen die zijn uitgewerkt in de Wet herwaardering pkv WOZ en bpm wordt,
zoals volgt uit beide genoemde brieven, voor de WOZ nog een aantal aanvullende maatregelen
verkend en uitgewerkt. In deze brief geef ik u de huidige stand van zaken van de verkenning
en uitwerking van de volgende nog openstaande maatregelen:
a. een gemoderniseerd taxatieverslag;
b. een verplicht informeel traject; en
c. een separate taxatiekamer voor WOZ-zaken bij de rechterlijke macht.
Stand van zaken per maatregel
Maatregel a – een gemoderniseerd taxatieverslag woningen
In de Kamerbrief van 30 september 2022 heeft mijn ambtsvoorganger aangegeven dat de
Waarderingskamer met onder meer gemeenten heeft gewerkt aan een modernisering van
het door gemeenten te gebruiken taxatieverslag voor woningen. Het doel daarvan is
om te komen tot een gemoderniseerd model taxatieverslag om belanghebbende meer inzicht
te geven in de onderbouwing van de WOZ-waarde en – in het verlengde daarvan – om de
acceptatiegraad van de WOZ-waarde door belanghebbenden te verhogen. Het Ministerie
van Financiën heeft de gewenste invulling van het gemoderniseerde taxatieverslag ambtelijk
afgestemd met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten en de Waarderingskamer. Ook zijn diverse gemeentelijke uitvoeringsorganisaties
geconsulteerd.
Op dit moment ben ik regelgeving aan het voorbereiden om de modernisering van het
taxatieverslag vast te leggen. Het is mijn voornemen om de concept-wijzigingsregeling
in het eerste kwartaal van 2025 aan te bieden voor internetconsultatie. Het is mijn
streven om de wijziging te publiceren en inwerking te laten treden zodat de wijzigingen
van toepassing zijn vanaf de WOZ-beschikkingsronde in 2026 en gemeenten voldoende
tijd hebben de wijzigingen te implementeren.
Maatregel b – een verplicht informeel traject in de WOZ
In de Kamerbrief van 11 december 2023 heeft mijn ambtsvoorganger aangekondigd dat
een verplicht informeel traject in de WOZ uitgewerkt zal worden in de vorm van een
«voormelding». Dit betekent een verplicht contactmoment tussen gemeenten en woningeigenaren
vóórdat de WOZ-waarde vastgesteld wordt. De voormelding ziet op de waarderelevante
objectgegevens die gebruikt worden voor de bepaling van de WOZ-waarde. Het doel van
dit contactmoment is om burgers mee te nemen in de totstandkoming van de WOZ-waarde,
en hen de mogelijkheid te geven om eventuele fouten in de administratie van gemeenten
vroegtijdig en laagdrempelig te laten corrigeren.
Bij de uitwerking van deze regelgeving blijf ik in contact met stakeholders, waaronder
de Landelijke Vereniging Lokale Belastingen («LVLB»), over het project «Check uw woning».
Met dit project ontwikkelt de LVLB een praktische invulling van een contactmoment
tussen gemeenten en woningeigenaren over de waarderelevante objectkenmerken van de
woning voordat de WOZ-waarde wordt vastgesteld. Op dit moment zijn de eerste pilots
gestart. Ik steun dit initiatief vanuit de LVLB en ben voornemens om hier bij de uitwerking
van de regelgeving ruimte voor te laten. Ik monitor de ontwikkelingen in dit project
door maandelijkse gesprekken met de LVLB op ambtelijk niveau.
Zowel maatregel a als maatregel b wordt opgenomen in de Uitvoeringsregeling instructie
waardebepaling Wet waardering onroerende zaken (UR instructie waardebepaling Wet WOZ).
Om die reden worden deze maatregelen gezamenlijk uitgewerkt in één wijzigingsregeling.
De concept-regeling tot wijziging van de UR instructie waardebepaling Wet WOZ zal
naar verwachting in het eerste kwartaal van 2025 worden aangeboden voor internetconsultatie.
Maatregel c – een separate taxatiekamer voor WOZ-zaken bij de rechterlijke macht
In aanvulling op de maatregelen die zijn uitgewerkt in de genoemde Kamerbrieven heeft
mijn ambtsvoorganger voorgesteld de mogelijkheid tot het instellen van een separate
taxatiekamer voor de rechtspraak te verkennen.4 Het is nu nog te vroeg om de effecten van de Wet herwaardering pkv WOZ en bpm te
zien, waardoor de noodzaak voor het instellen van een taxatiekamer momenteel niet
vaststaat. Om die reden zie ik op dit moment geen reden om een separate taxatiekamer
voor WOZ-zaken bij de rechterlijke macht verder te verkennen of uit te werken.
De Staatssecretaris van Financiën,
T. van Oostenbruggen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën