Brief regering : Voortgang notificatie bijmengverplichting groen gas
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 1433 BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2024
Het kabinet heeft op 8 mei 2024 het wetsvoorstel bijmengverplichting bij de Europese
Commissie (hierna: Commissie) genotificeerd vanwege in het wetsvoorstel opgenomen
technische voorschriften. Middels deze brief informeert het kabinet de Kamer over
de voortgang op dit onderwerp.
Op 12 augustus 2024 heeft de Commissie op deze notificatie gereageerd middels een
uitvoerig gemotiveerde mening (hierna: UGM)1. De UGM richt zich op de voorwaarde dat enkel groen gas dat is geproduceerd met een
productie-installatie die zich in Nederland bevindt, kan meetellen in de bijmengverplichting2. Deze eis wordt door de Commissie in de UGM beschouwd als een niet-gerechtvaardigde
inbreuk op het vrije verkeer van goederen, zoals dat geldt op grond van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie.
De onderbouwing van het kabinet was dat een dergelijke beperking tot in Nederland
geproduceerd groen gas te rechtvaardigen is met het oog op dwingende redenen van algemeen
belang, waaronder de noodzaak voor iedere lidstaat tot een energietransitie. Tegelijkertijd
blijkt op basis van het eerste ambtelijke contact met de diensten van de Commissie
dat de Commissie in haar oordeelsvorming niet ontvankelijk is voor deze onderbouwing.
Het kabinet kiest er daarom voor om samen met de Commissie te zoeken naar een wederzijds
acceptabel alternatief.
Alternatief wetsvoorstel
Het kabinet zet naar aanleiding van de UGM in op een aangepast conceptwetsvoorstel,
waarbij al het groene gas dat in Nederland in het gasnet wordt ingevoed kan meetellen
onder de bijmengverplichting. Naast groen gas dat in Nederland wordt geproduceerd
en ingevoed is het dan ook mogelijk om groen gas in fysiek gescheiden stromen (als
bio-LNG of bio-CNG) te importeren en in het Nederlandse gasnet te voeden via daartoe
geschikte installaties. Deze fysieke importstromen kunnen, in tegenstelling tot het
gemengde gas dat via het gasnet van het buitenland naar Nederland stroomt, worden
meegeteld in de energie- en emissieregistraties3. Op deze manier wordt gewaarborgd dat al het gas onder de bijmengverplichting meetelt
voor de doelen onder de Klimaatwet en de Nederlandse bindende bijdrage aan de doelen
in Europa, zoals in de Renewable Energy Directive (RED), of de Effort Sharing Regulation
(ESR). Met dit aangepaste wetsvoorstel beoogt het kabinet bij te dragen aan de opbouw
van een Europese interne markt voor groen gas, ten eerste omdat er de mogelijkheid
ontstaat voor buitenlands groen gas om bij te dragen en ten tweede omdat überhaupt
de overstap wordt gemaakt van een nationale subsidie naar een vraaginstrument dat
op termijn flexibiliteit biedt voor een grotere rol voor buitenlands groen gas.
Deze beoogde aanpassing kan tot gevolg hebben dat er minder groen gas productie plaatsvindt
op Nederlands grondgebied omdat een gedeelte van de verplichting ingevuld wordt met
buitenlands groen gas dat fysiek naar Nederland wordt getransporteerd. Aangezien de
prikkel voor nationale opschaling met dit voorstel nog steeds hoog zal zijn, draagt
het wetsvoorstel onverminderd bij aan een meer autonome, robuuste, stabiele en duurzame
energievoorziening in Nederland. Het voordeel van het toestaan van deze vorm van import
is daarnaast dat het kan zorgen voor meer aanbod en concurrentie, en daardoor voor
lagere prijzen en dus een minder grote impact van de bijmengverplichting op consumenten.
Planning en proces bijmengverplichting
Momenteel vindt ambtelijk dialoog plaats met de diensten van de Europese Commissie
over bovengenoemde aangepaste voorstel in voorbereiding op een formele reactie op
de UGM. De Kamer zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2025 nader geïnformeerd
worden over de uitkomst hiervan en over het verdere traject inzake de aanpassing van
het wetsvoorstel. Na goedkeuring door de Europese Commissie zal de Raad van State
haar advisering op het wetsvoorstel kunnen afronden. Parallel loopt er nog een discussie
over de reikwijdte van de bijmengverplichting groen gas4. Als beide punten zijn afgerond dan kan het wetsvoorstel worden aangeboden aan de
Kamer.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.T.M. Hermans
Indieners
-
Indiener
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei