Brief regering : Implementatie van het EU Migratiepact
32 317 JBZ-Raad
Nr. 908
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ASIEL EN MIGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 december 2024
In deze brief informeer ik u over de invoering van het Europese asiel- en migratiepact
in het Nederlandse asiel- en opvangstelsel. Het op 6 december jl. aan de Europese
Commissie gestuurde nationale implementatieplan is als bijlage bij deze brief gevoegd.
Hiermee geef ik uitvoering aan enkele moties1 van uw Kamer, passages uit het regeerprogramma, toezeggingen van mijn ambtsvoorganger
en mijn eigen toezegging aan uw Kamer van 9 oktober jl.2
Het Europese asiel- en migratiepact
De asiel- en opvangsystemen van Nederland en vele andere EU-lidstaten staan al geruime
tijd onder grote druk. Lidstaten aan de EU-buitengrenzen hebben te maken met substantiële
aantallen aankomende migranten en asielzoekers. De bestemmingslanden, waaronder Nederland,
zien zich op hun beurt geconfronteerd met ongecontroleerd doorgereisde migranten,
de zogenoemde «secundaire migratie». Het lukt vaak niet om vast te stellen welke lidstaat
verantwoordelijk is volgens de Dublinregels, omdat een deel van deze vreemdelingen
niet geregistreerd wordt in het land waar zij de Europese Unie inreizen.
Een beter functionerend Europees asielsysteem is essentieel voor meer grip op migratie
aan de EU-buitengrenzen en meer grip op secundaire migratie tussen de lidstaten. De
urgentie tot een herziening van de huidige praktijk wordt binnen de Europese Unie
breed gedeeld en heeft geleid tot een nieuw gemeenschappelijk Europees asielstelsel
(GEAS), ook wel bekend als het Europees asiel- en migratiepact. Doelstelling van het
Pact is het versterken van de Europese buitengrenzen door de invoering van een screening
van vreemdelingen en een versnelde grensprocedure voor vreemdelingen die waarschijnlijk
niet in aanmerking komen voor asielbescherming, die een veiligheidsrisico vormen of
de bevoegde autoriteiten misleiden opdat zij sneller kunnen worden teruggestuurd zonder
dat zij het grondgebied van de Europese Unie hoeven te betreden. Voor asielzoekers
van wie de asielaanvraag in de asielgrensprocedure is afgewezen geldt onmiddellijk
een terugkeergrensprocedure. Een tweede doelstelling van het pact is de invoering
van effectievere asielprocedures met kortere behandeltermijnen en strengere regels
voor volgende asielverzoeken en het tegengaan van misbruik. De nieuwe strengere regels
gaan tezamen met enkele nieuwe waarborgen voor de asielzoeker, in het bijzonder het
recht op gratis juridisch advies gedurende de gehele asielprocedure, en bijzondere
aandacht voor kwetsbare groepen. In de derde plaats beoogt het pact meer solidariteit
tussen de lidstaten. Het ingestelde solidariteitsmechanisme moet gaan regelen dat
lidstaten waarvan is vastgesteld dat zij onder migratiedruk staan of hier risico op
lopen worden bijgestaan door de andere lidstaten.
Het Europese asiel- en migratiepact bestaat uit één richtlijn en negen verordeningen.
Deze worden van toepassing per 12 juni 2026.3 Over de nieuwe Europese asielwetgeving is vier jaar onderhandeld door 27 lidstaten
en het Europees Parlement. Het resultaat van een langdurig en gecompliceerd onderhandelingsproces
bevat onontkoombaar compromissen. Over het verloop van de onderhandelingen is uitvoerig
verslag gedaan in eerdere Kamerbrieven. Deze onderhandelingen waren ook regelmatig
onderwerp van gesprek in de Tweede Kamer.
Het is van belang te benadrukken dat de nieuwe migratieregels van de EU alleen geloofwaardig
kunnen zijn als alle EU-lidstaten deze goed uitvoeren. Een goede en tijdige implementatie
door alle EU-landen is essentieel voor het beperken van de instroom in Nederland.
Nationale invoering van het asiel- en migratiepact
In het, als bijlage gevoegde, nationale implementatieplan is voor zover nu mogelijk
naast de juridische impact, ook de financiële impact en de impact op de uitvoerende
diensten van de wetgeving van het Europese asiel- en migratiepact in kaart gebracht.
Het plan is hoofdzakelijk een feitelijk overzicht van alle activiteiten, verantwoordelijkheden
en data die relevant zijn voor een goede implementatie van het pact in het Nederlandse
asiel- en opvangstelsel. De financiële bijlage bevat enkel de kosten die op dit moment
al in kaart gebracht zijn. Eventuele kosten voor besluitvorming die in 2025 nog volgt,
zijn hierin nog niet opgenomen. Met het in kaart brengen van de (financiële) gevolgen
wordt duidelijk gemaakt wat de nationale inzet is en welke bijdrage gevraagd wordt
vanuit de Europese fondsen. Met dit implementatieprogramma wordt niet vooruitgelopen
op integrale besluitvorming binnen het kabinet.
Aanvullend op de in het implementatieplan opgenomen informatie, wil ik uw Kamer nog
het volgende meedelen.
Dat het pact vooral uit verordeningen bestaat in plaats van richtlijnen, leidt ertoe
dat er maar beperkt ruimte is om nationaal zelf iets (afwijkends) te regelen. Daar
waar de verordeningen nog wel ruimte laten voor nationale keuzes, of met het oog op
nadere invulling van de regels, kiest het kabinet voor een stringente interpretatie
van de Unie-regels. Zoals opgenomen in het regeerprogramma is het richtpunt van het
kabinet dat Nederland structureel zal behoren tot de categorie lidstaten met de strengste
toelatingsregels in de EU, en worden de asielprocedures verkort en versoberd tot het
Europese minimum.
Met de invoering van het asiel- en migratiepact schrappen we onverplichte nationale
procedurestappen in de asielprocedure. Zo wordt het nu verplichte aanmeldgehoor geschrapt.
In de praktijk is gebleken dat de daarbij verkregen informatie vaak niet noodzakelijk
is voor het nemen van het besluit op de asielaanvraag. Het afschaffen van deze verplichting
betekent dat de IND meer flexibiliteit en maatwerk kan toepassen en meer zaken kan
beslissen op grond van één gehoor. Ook de rust- en voorbereidingstermijn wordt afgeschaft,
wat de doorlooptijd van een procedure verkort. Uiteraard zal ook in de nieuwe opzet
rekening worden gehouden met medische en psychische problematiek bij asielzoekers.
Als laatste vervalt het onderscheid tussen de algemene en verlengde asielprocedure.
De Procedureverordening introduceert een verplichte versnelde- en niet versnelde procedure,
inclusief nieuwe termijnen voor de behandeling. Het onverkort vasthouden aan de huidige
inrichting van de algemene asielprocedure met verplichte procesdagen kan vanwege een
gebrek aan flexibiliteit in de weg staan aan een voortvarende behandeling van aanvragen
in de nieuwe opzet. Met de introductie van de versnelde- en niet versnelde procedure
vervalt ook het huidige sporenbeleid van de IND. De intentie is om een aantal COA-locaties
in te richten speciaal voor personen die in aanmerking komen voor de versnelde procedure,
conform de Uitvoeringsagenda Flexibilisering Asielketen.
Op een aantal onderwerpen volgt nog besluitvorming in de eerste helft van 2025, waaronder
de inrichting van het monitoringsmechanisme ten aanzien van de screenings- en asielgrensprocedure,
de inrichting van juridische counseling in de asielprocedure en de in het regeerprogramma
opgenomen maatregel van het zoveel mogelijk beperken van rechtsbijstand in de asielprocedure.
Hierover informeer ik uw Kamer op een later moment.
Tot slot
Om ervoor te zorgen dat Nederland op 12 juni 2026 volledig klaar is voor de uitvoering
van de nieuwe EU-verordeningen en -richtlijn, zullen alle betrokken ketenpartners,
stakeholders en het Ministerie van Asiel en Migratie de komende periode veel stappen
moeten zetten om de nieuwe EU-wetgeving daadwerkelijk tot uitvoering te brengen. De
impact op de uitvoering is groot en de tijdslijnen erg kort. We staan voor een complexe
klus, maar ik zal er alles aan doen om de genoemde voorstellen te realiseren. Ik sta
hierbij in nauw contact met ook andere Europese lidstaten, om gezamenlijk de implementatie
te laten slagen.
Parallel aan de operationele implementatie wordt ook gewerkt aan een wetsvoorstel
ter invoering van de negen verordeningen en de richtlijn. Consultatie van dit wetsvoorstel
is voorzien voor december 2024. Indiening van dit wetsvoorstel bij de Tweede Kamer
na advisering door de Raad van State is voorzien in de eerste helft van 2025.
De Minister van Asiel en Migratie, M.H.M. Faber – Van de Klashorst
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.