Brief regering : Verslag High Level Conferentie Europees Sociaal Handvest Raad van Europa 4 juli 2024
20 043 Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa
Nr. 148
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 december 2024
Op 3 en 4 juli 2024 vond de High-Level Conferentie (HLC) over het Europees Sociaal
Handvest (ESH) van de Raad van Europa (RvE) plaats in Vilnius, Litouwen. In de brief
van 20 juni 2024 (Kamerstuk 20 043, nr. 145) bent u geïnformeerd over de inzet van Nederland tijdens de HLC. U ontvangt hierbij,
mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, het verslag van de conferentie.
Voorafgaand aan de HLC werd een conferentie georganiseerd over de bescherming van
sociale rechten in tijden van oorlog in Oekraïne. Oksana Zholnovych, de Oekraïense
Minister van Sociaal Beleid, erkende dat het waarborgen van een adequaat niveau van
sociale rechten een uitdaging is voor Oekraïne en benadrukte dat het de ambitie is
dit te versterken. Bij de HLC kwam deze ambitie tot uitdrukking in de ratificatie
van het collectieve klachtenprotocol van het ESH door Oekraïne. Vytautas Silinskas,
Minister van Sociale Zekerheid en Arbeid van Litouwen, benadrukte in zijn bijdrage
dat sociale rechten de basis vormen voor democratie, een belangrijk principe dat de
kracht van Europa definieert. Nederland sprak, net als veel andere landen, steun uit
voor Oekraïne, in brede zin en op sociaal terrein.
De HLC vloeide voort uit de vierde Top van staatshoofden en regeringsleiders van de
RvE die op 16 en 17 mei 2023 in Reykjavik plaatsvond. Tijdens de Reykjavik-Top werd
met het oog op sociale rechtvaardigheid volledig commitment herbevestigd aan de sociale
rechten zoals vastgelegd in het ESH. Aan de HLC namen naast de lidstaten vertegenwoordigers
van andere RvE-organen deel (zoals de Parlementaire Assemblée (PACE), het Congres
van Lokale en Regionale Overheden en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens)
en ook de Europese Commissie, ILO, VN, OESO, EU, evenals het maatschappelijk middenveld,
sociale partners, de wetenschap en (nationale) mensenrechteninstituties.
De HLC werd geopend door plaatsvervangend Secretaris-Generaal van de RvE Bjørn Berge.
In zijn openingstoespraak ging hij in op het belang van sociale rechten om een waardig
leven te kunnen leiden en volledig te kunnen deelnemen aan een democratische samenleving.
De Nederlandse inbreng bij de HLC was erop gericht het belang van sociale rechtvaardigheid
te onderstrepen, een zo hoog mogelijke ratificatiegraad van het normatieve raamwerk
van het ESH te bewerkstelligen en praktijkervaringen over de implementatie van sociale
rechten te delen. Nederland benadrukte het belang van sociale rechtvaardigheid en
sociale rechten voor samenlevingen die welzijn, inclusie en gelijke kansen willen
bieden. Daarnaast moedigde Nederland aan tot het vergroten van de ratificatiegraad
van het ESH-raamwerk: sociale rechtvaardigheid is essentieel voor democratische stabiliteit
en om de huidige transities aan te gaan, zoals (nieuwe) vormen van werk en technologische
veranderingen, en is niet mogelijk zonder rekenschap.
Tijdens de HLC vond een verdragsevenement plaats waar lidstaten instrumenten en bepalingen
konden bekrachtigen: IJsland trad als 36e lidstaat toe tot het herziene ESH, Oekraïne ratificeerde, zoals genoemd, het collectieve
klachtenprotocol en minimaal zeven andere lidstaten gingen verdere verplichtingen
aan door meer ESH-bepalingen te ratificeren. Nederland heeft bijna alle bepalingen
en instrumenten van het ESH geratificeerd en ging geen verdere verplichtingen aan.
Deze ratificaties maakten deze HLC tot een succes. Er zijn ook uitdagingen: meer dan
tien lidstaten blijven achter wat betreft ratificatie van bepalingen en zes lidstaten
hebben het herziene ESH nog altijd niet geratificeerd1. Het blijft dan ook van belang de aanmoediging om de ratificatiegraad te vergroten
voort te zetten. Nederland heeft zich hiervoor ingezet en zal dat blijven doen.
Tijdens de HLC werd een politieke verklaring (Vilnius Declaration2) vastgesteld, die niet juridisch bindend is, maar wel richtinggevend voor toekomstige
voorstellen binnen de RvE. In brede zin werd daarbij gepleit voor meer toewijding
aan sociale rechten en het verder uitwisselen van ideeën om sociale rechten te versterken.
Nederland heeft een voortrekkersrol op zich genomen om de aanpak van (seksuele) intimidatie
op de werkvloer op te nemen in de politieke verklaring. Het is de eerste keer dat
de aanpak van (seksuele) intimidatie wordt genoemd in een politieke verklaring binnen
RvE-verband over sociale rechten. Uit de politieke verklaring volgt verder dat de
lidstaten zich blijven inzetten voor mogelijke maatregelen om het ESH-systeem verder
te optimaliseren en dat ze regelmatig de noodzaak zullen onderzoeken om een HLC bijeen
te roepen om de hedendaagse uitdagingen op het gebied van sociaal beleid aan te pakken.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Y.J. van Hijum
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid