Brief regering : Regeldruk bij vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen
29 515 Aanpak regeldruk en administratieve lasten
Nr. 494 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VAN JUSTITIE
EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 november 2024
Op 19 juni 2023 hebben onze ambtsvoorgangers het eindrapport Onderzoek regeldruk bij vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingenaan uw Kamer aangeboden1. Daarnaast hebben ambtsvoorgangers van de Staatssecretaris van Langdurige en Maatschappelijke
Zorg (LMZ) in de brief van 6 juli 2023 over de aanpak Sociale Basis, inclusief Mantelzorgagenda2 toegezegd om een concrete aanpak omtrent regeldruk bij vrijwilligersorganisaties
en filantropische instellingen uit te werken. Met deze brief geven wij invulling aan
deze toezegging. Ook wordt invulling gegeven aan het verzoek van uw Kamer om voor
het wetgevingsoverleg Sport (d.d. 2 december 2024) de aanpak regeldruk te doen toekomen.3 Wij sturen deze brief mede namens de Minister van Financiën en de Staatssecretaris
Fiscaliteit en Belastingdienst.
Vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen zijn van essentieel belang
voor de samenleving. Vrijwillige inzet is van belang voor een sterke sociale basis
en zorgt er bijvoorbeeld voor dat mensen een plek hebben om te participeren en ergens
bij te horen. Filantropie creëert ruimte voor burgers om een steentje bij te dragen
aan de maatschappij. Dit versterkt de banden tussen mensen en gemeenschappen en bevordert
de sociale cohesie. Vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen moeten
hierbij voldoen aan eisen die worden gesteld door de wetgever. Zij hebben te maken
met wet- en regelgeving die belangrijk is voor bijvoorbeeld het beschermen van de
privacy, het waarborgen van de veiligheid en het voorkomen dat rechtspersonen worden
misbruikt voor criminele doeleinden zoals witwassen en fraude.
Het is van belang dat deze verplichtingen proportioneel zijn en dat vrijwilligersorganisaties
en filantropische instellingen hun kerntaken kunnen blijven uitvoeren. We zetten met
de in deze brief en de uitgewerkte aanpak stappen om de ervaren regeldruk voor vrijwilligersorganisaties
en filantropische instellingen te verminderen. Daarbij benutten we de aanbevelingen
uit het onderzoek regeldruk bij vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen
en gesprekken met organisaties zoals Goede Doelen Nederland, VNG, Fondsen in Nederland
(FIN), Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO), Nederlands Olympisch Comité
en de Nederlandse Sport Federatie (NOC*NSF), de Vereniging Nederlandse Organisaties
Vrijwilligerswerk (NOV), CBF Toezichthouder op goed doen, Voedselbanken Nederland
en andere relevante betrokkenen.
Samen met de eerdergenoemde organisaties staan we een duurzame aanpak voor om de ervaren
regeldruk te verlichten. Wij volgen daarbij de drie actielijnen uit het onderzoek:
1) Voorkomen nieuwe regeldruk door wet- en regelgeving, 2) Verminderen van de huidige
regeldruk en 3) Ondersteunen van de sector bij het voldoen aan wettelijke verplichtingen.
Aanpak regeldruk vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen
1. Voorkomen van nieuwe regeldruk door nieuwe wet- en regelgeving
Wij zetten ons in om nieuwe regeldruk onder vrijwilligersorganisaties en filantropische
instellingen zoveel mogelijk te voorkómen. Nieuwe wettelijke verplichtingen kunnen
bij vrijwilligers- en filantropische organisaties leiden tot meer ervaren regeldruk.
Een politieke en maatschappelijke tendens is om maatschappelijke problemen te beantwoorden
met wet- en regelgeving. Het is daarbij van belang om de maatschappelijke baten van
een verplichting en de maatschappelijke kosten (in dit geval de ervaren regeldruk)
tegen elkaar af te wegen.4 Dit doen we op de volgende wijze:
• De regeldruktoets; In het Handboek Meting Regeldrukkosten wordt voortaan expliciet aandacht besteed
aan de mate van regeldruk voor vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen.
Het Handboek bevat de regels die Rijksbreed worden toegepast om de mogelijke regeldruk
die voortvloeit uit nieuw op te stellen wet- en regelgeving voor de beoogde doelgroepen
in kaart te brengen. Tot voor kort waren in het Handboek alleen burgers, bedrijven
en professionals opgenomen. Impliciet moest hierbij al rekening worden gehouden met
de georganiseerde burgers zoals vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen.
In het Handboek worden deze organisaties nu expliciet benoemd.
• Het Beleidskompas; Zodra gewerkt wordt aan een maatschappelijke opgave, herziening van bestaand beleid
of een nieuw beleidsdossier, wordt ter ondersteuning gebruik gemaakt van het Beleidskompas.5 Het Beleidskompas is sinds vorig jaar de centrale werkwijze voor het maken van beleid
bij de Rijksoverheid. Binnen deze nieuwe werkwijze wordt specifiek aandacht gevraagd
voor onder andere het maatschappelijk middenveld.
• Internetconsultatie: We doen tevens een beroep op de vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen
om inbreng bij voorgestelde wet- en regelgeving. Via internetconsultatie.nl kan iedereen
suggesties doen voor verbetering van wet- en regelgeving die in voorbereiding is.
Dit vergroot de betrokkenheid van burgers, vrijwilligersorganisaties, filantropische
instellingen en andere betrokkenen bij totstandkoming van wet- en regelgeving. Juist
als onverhoopt de belangen van organisaties onvoldoende zijn meegenomen is dit de
manier om dit onder de aandacht te brengen van het verantwoordelijke ministerie.
Ook uw Kamer heeft als wetgever een rol in het steeds kritisch afwegen of nieuwe regeldruk
proportioneel is ten opzichte van de beoogde doelen van wet- en regelgeving.
2. Verminderen huidige regeldruk
Naast het voorkomen van nieuwe regeldruk, is het ook van belang om de huidige regeldruk
die vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen ervaren te verminderen.
Dit betekent niet dat we bestaande wet- en regelgeving in twijfel trekken. Wettelijke
verplichtingen dragen bij aan verschillende maatschappelijk doelen, zoals het beschermen
van privacy, het waarborgen van veiligheid en het voorkomen van het gebruik van rechtspersonen
voor criminele doeleinden zoals witwassen en fraude. We erkennen dat het verminderen
of afschaffen ervan complex en uitdagend is. De ruimte hiervoor is zeer beperkt. Dit
geldt des te meer wanneer de regelgeving een doorvertaling is van Europese wetgeving.
Toch zijn we ons ervan bewust dat het voor vrijwilligersorganisaties en filantropische
instellingen vaak lastig is om aan alle verplichtingen te voldoen. Om die reden spannen
wij ons in om de toepassing van wet- en regelgeving in de uitvoering verder te vergemakkelijken
en komen wij met nadere voorstellen, zodat de regeldruk kan afnemen.
In de volgende paragraaf gaan we dieper in op de plannen om de ervaren regeldruk te
beperken:
a) Verbeteringen omtrent wettelijke verplichtingen in relatie tot regeldruk
In de afgelopen periode is wet- en regelgeving gewijzigd die ook een positief effect
heeft op de (ervaren) regeldruk voor:
• Wet arbeidsmarkt in balans (Wab). De periode om na twee jaar en drie tijdelijke arbeidscontracten
verplicht een vast arbeidscontract aan te bieden is verlengd: van twee naar drie jaar.
Dit is voordelig voor bijvoorbeeld vrijwilligersorganisaties die met amateurtrainers
of amateurscheidsrechters werken en waar een vast arbeidscontract niet haalbaar is.
• Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Om witwassen
en het financieren van terrorisme te voorkomen, geldt de verplichting om UBO’s (uiteindelijk
belanghebbenden) te registreren. Dit betreft zowel registratie bij de Kamer van Koophandel
(KVK) als specifieke verificatie door banken. De Nederlandse Vereniging van Banken
(NVB) heeft voor banken een nieuwe «standaard» opgesteld, die de verificatie van UBO’s
vergemakkelijkt in het geval van organisaties met laag of neutraal risico. Volgens
de NVB betekent dit dat de banken cliënten minder vaak hoeven te benaderen.
• Aanvraag van de Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI)-status. De ANBI-status is
voor instellingen die zich nagenoeg geheel inzet voor het algemeen belang.6 Instellingen met een ANBI komen in aanmerking voor belastingvoordelen.7 Het is sinds medio februari 2023 mogelijk om de ANBI-beschikking makkelijker digitaal
aan te vragen, wat een belangrijke vereenvoudiging in het aanvraagproces betekent.
Daarnaast is in april 2023 het online ondersteunende ANBI-loket van de Belastingdienst
live gegaan.
• Regeling Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). In de periode maart tot en met mei 2024
werd de mogelijkheid om de VOG digitaal te ontvangen gefaseerd landelijk ingevoerd.
Momenteel wordt zo’n 38% van de VOG’s digitaal afgegeven. In de periode van maart
tot en met mei 2024 waren dit ruim 200.000 VOG’s. Dit brengt voor alle betrokkenen
veel voordelen met zich mee. Zo ontvangt de aanvrager sneller de VOG, is deze gemakkelijk
digitaal beschikbaar en kan de echtheid van VOG digitaal geverifieerd worden. Het
blijft voor de aanvrager mogelijk om te kiezen voor het ontvangen van een papieren
versie van de VOG. Daarnaast wordt gewerkt aan een pilot bij een sportvereniging met
een omvangrijke groep vrijwilligers, waarin geëxperimenteerd wordt met een toegankelijke
VOG-applicatie. Dit is een certificaat op een mobiele telefoon waarmee kan worden
aangetoond dat eerder een papieren of digitale VOG is getoond en waarvan de authenticiteit
door sportverenigingen kan worden vastgesteld.
In bijlage 2 treft u een verdere toelichting over wat deze verbeteringen per wettelijke
verplichting inhouden.8
b) Aanpak top tien meest ervaren regeldruk veroorzakende wettelijke verplichtingen
De tien meest regeldruk veroorzakende verplichtingen uit het onderzoek regeldruk variëren
van Europese en landelijke regels tot lokale regels.9 De ervaren regeldruk is onder te verdelen in een aantal thema’s, zoals wet- en regelgeving,
(financiële) verantwoording, governance en toezicht. Dit betreft oplossingsrichtingen
van knelpunten waar vrijwilligers, vrijwilligersorganisaties en/of filantropische
instellingen mee te maken hebben.
Wij zetten in op een brede samenwerkingsstructuur voor de ervaren regeldruk van vrijwilligersorganisaties
en filantropische instellingen. Binnen deze structuur wordt toegewerkt naar concrete
oplossingen voor deze tien meest regeldruk veroorzakende verplichtingen, binnen de
vastgestelde wettelijke kaders. Dit kan bijvoorbeeld door ondersteuning, handreikingen
en eenvoudige communicatie over hoe kan worden voldaan aan deze wettelijke verplichtingen.
De kern van deze door de partners onderschreven samenwerkingsstructuur is om de uitvoering
rondom knellende wettelijke verplichtingen voor vrijwilligersorganisaties en filantropische
instellingen waar nog geen verbeter- of onderzoekstrajecten op lopen of waarvoor mogelijke
beleidsopties niet al zijn beschreven, te vergemakkelijken en de ervaren regeldruk
te verlichten. Ten aanzien van de wettelijke verplichtingen waar al verbeter- of onderzoekstrajecten
op lopen of beleidsopties zijn omschreven (Wwft, ANBI en vrijwilligersvergoedingen)
zal bij de vervolgstappen de kerngroep om advies worden gevraagd.
De samenwerkingsstructuur ziet er als volgt uit:
• Er wordt een kerngroep opgericht door de Ministeries VWS en JenV met daarin een groep
maatschappelijke partners. Deze kerngroep wordt ondersteund door een externe deskundige
die ervaring heeft in het verminderen van regeldruk.
• Daaromheen worden werkgroepen georganiseerd per thema. Afhankelijk van het thema worden
relevante partijen betrokken, zoals departementen, uitvoeringsorganisaties en andere
maatschappelijke actoren met ondersteuning van de externe deskundige. Hier zal ook
de VNG bij betrokken worden. Deze werkgroepen bereiden een analyse voor met mogelijke
oplossingsrichtingen.
• De bevindingen van de werkgroepen worden teruggelegd bij de kerngroep die eventueel
een besluit zal nemen over een oplossingsrichting.
In de komende maanden werken wij deze samenwerkingsstructuur verder uit. Naar verwachting
is deze in het tweede kwartaal van 2025 operationeel.
c) Lokale regelgeving
Vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen hebben ook te maken met ervaren
regeldruk voorvloeiend uit verplichtingen van andere (overheids)organisaties dan de
landelijke overheid, zoals de lokale overheid. Het verminderen van lokale regelgeving,
zoals bij het aanvragen van subsidies en vergunningen, is een verantwoordelijkheid
op gemeentelijk niveau. Elke gemeente gaat hier anders mee om en heeft daarin een
rol om te onderzoeken hoe deze regelgeving vereenvoudigd kan worden. Bijvoorbeeld
het verlenen van een subsidie op basis van een mondelinge aanvraag van een vrijwilligersorganisatie,
een vernieuwende manier met een positief effect op de administratieve lasten. Enkele
gemeenten waaronder gemeente Utrecht passen dit inmiddels toe.10, 11
Vanuit de VNG wordt er via het Platform Sociaal Domein12 en regioadviseurs aandacht besteed aan de ervaren regeldruk. Daarnaast kunnen vrijwilligersorganisaties
en filantropische instellingen gebruik maken van webinars en handreikingen van de
VNG ter ondersteuning om aan deze wettelijke verplichtingen te voldoen. Voor het verminderen
van de ervaren regeldruk op lokaal niveau blijven we in gesprek met de VNG en individuele
gemeenten. En doen we een beroep op hen hier mee aan de slag te gaan.
d) Fiche (eenvoudigere financiële en fiscale regelingen voor vrijwilligersorganisaties
en filantropische instellingen)
Uw Kamer heeft op 5 oktober 2023 de motie van het lid Inge van Dijk (CDA) aangenomen.13 Hierin wordt de regering opgeroepen om concrete voorstellen te doen om financiële
en fiscale regelingen voor vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen
aan te passen of te vereenvoudigen. De Minister van Financiën en de Staatssecretaris
van Financiën – Fiscaliteit en Belastingen geven met de uitwerking van dit fiche m.b.t.
de Wwft en het evaluatieonderzoek over het ANBI-begrip, uitvoering aan deze motie.
Het fiche is opgenomen als bijlage bij deze Kamerbrief.14
3. Ondersteunen van vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen bij het
voldoen aan wettelijke verplichtingen
Uit het onderzoeksrapport «regeldruk bij vrijwilligersorganisaties en filantropische
instellingen» blijkt dat veel ervaren regeldruk bij vrijwilligersorganisaties en filantropische
instellingen ontstaat door beperkte deskundigheid of ervaring en schaarste aan capaciteit
om de verplichtingen uit te kunnen voeren.15 Om de ervaren regeldruk te verminderen is het daarom ook van belang om de bovengenoemde
organisaties beter te ondersteunen.
Uit de gesprekken met vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen blijkt
dat er geen behoefte is aan bijvoorbeeld een platform of het inrichten van een landelijk
vrijwilligersplein gericht op concrete informatie en directe ondersteuning over wet-
en regelgeving. De reden hiervoor is dat er al voldoende online platforms zijn voor
ondersteuning bij wettelijke verplichtingen. Wel is er draagvlak voor de aanbeveling
om als overheid de verplichtingen in de uitvoering te stimuleren door verder te investeren
in het gericht ondersteunen van vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen.16 Veel vrijwilligers zijn onvoldoende geïnformeerd over de noodzaak van wet- en regelgeving.
We gaan daarom met een aantal ondersteunende acties aan de slag:
a) Algemene ondersteuning door subsidies
De afgelopen periode heeft de ambtsvoorganger van de Staatssecretaris van LMZ een
aantal acties ondernomen om betere ondersteuning te kunnen bieden aan vrijwilligersorganisaties17:
• De Vereniging Nederlandse Organisatie Vrijwilligerswerk (NOV) ontvangt sinds 2023
een hogere instellingssubsidie en een aanvullende projectsubsidie. Een deel van deze
subsidies is gericht om vrijwilligersorganisaties beter te ondersteunen bij wet- en
regelgeving.
• Er is in samenwerking met het Oranje Fonds een regeling uitgebracht waarbij individuele
vrijwilligersorganisaties een toekenning kunnen ontvangen die zij kunnen inzetten
om hun organisatie te versterken, bijvoorbeeld op het gebied van deskundigheidsbevordering
van vrijwilligers omtrent wettelijke verplichtingen.
• Het Ministerie van VWS is met de Erasmus Universiteit in gesprek over een kosteloos
trainingsprogramma dat zich richt op de professionalisering van de beroepsgroep managers
en coördinatoren van het vrijwilligerswerk. Dit kan bijdragen aan een toename van
kennis en ondersteuning bij wettelijke verplichtingen.
b) Adviseurs vrijwilligerscentrales
Gemeenten hebben vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) de verantwoordelijkheid
om vrijwilligerswerk te stimuleren en ontvangen hiervoor middelen vanuit het Gemeentefonds.
Veel gemeenten financieren hier onder andere vrijwilligerscentrales mee. Lokale vrijwilligerscentrales
kunnen vrijwilligersorganisaties ondersteunen bij het omgaan met wettelijke verplichtingen.
We willen daarom adviseurs inzetten die de context en achtergrond van het vrijwilligerswerkveld
kennen, om vrijwilligerscentrales extra te ondersteunen. Zij kunnen hen bovendien
goed over de noodzaak van deze wettelijke verplichtingen informeren en adviseren hoe
hiermee passend om te gaan. Deze kennis kunnen de vrijwilligerscentrales doorgeven
aan de vrijwilligersorganisaties vanuit het «teach the teacher» principe. Zo krijgen
de adviseurs de opdracht om met handreikingen en heldere documenten de complexiteit
en noodzaak van deze wettelijke verplichtingen uit te leggen. Ten slotte zullen zij
informatiebijeenkomsten over wettelijke verplichtingen organiseren voor vrijwilligersorganisaties.
We streven ernaar om in het eerste kwartaal van 2025 deze adviseurs in te zetten.
Tot slot
Met de in deze brief beschreven aanpak zetten we in op het verminderen van de ervaren
regeldruk. Het terugdringen van de ervaren regeldruk is een langdurig proces dat een
blijvende inzet vereist van alle betrokken partijen. Samenwerking is essentieel, omdat
dit onderwerp een brede aanpak vereist, van wet- en regelgeving op verschillende niveaus
van landelijke inzet tot lokale werkmethoden. Met deze aanpak zetten we een volgende
stap in het verminderen van de ervaren regeldruk bij vrijwilligersorganisaties en
filantropische instellingen. Het begin is gemaakt, wij benadrukken dat blijvende verantwoordelijkheid
en een actieve bijdrage van alle partijen nodig zal blijven. Daarnaast zullen we de
mogelijkheden verkennen om de maatregelen die voortvloeien uit deze aanpak te monitoren.
Tot slot zullen we in gesprek blijven met de bovengenoemde organisaties over de mogelijke
effecten van deze aanpak. Op deze manier zullen wij een actueel beeld krijgen of de
maatregelen voldoende zijn of dat aanvullende inzet nodig is.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V. Maeijer
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, T.H.D. Struycken
Bijlage 1 – Samenvatting eindrapport «onderzoek naar regeldruk bij vrijwilligersorganisaties
en filantropische instellingen»
Vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen hebben afhankelijk van de
omvang en (organisatie)activiteiten te maken met een verschillende hoeveelheid verplichtingen.
Een kleine vereniging, zonder werknemers heeft te maken met twintig tot dertig verplichtingen.
Een grote vereniging met werknemers en een veelheid aan activiteiten heeft te maken
met meer dan honderd verplichtingen. Daarbij dient onderscheid gemaakt te worden tussen
eenmalige verplichtingen (zoals het inschrijven van de organisatie bij de Kamer van
Koophandel) en structurele verplichtingen (zoals het publiceren van de ANBI-gegevens).
In het rapport komt naar voren dat de ervaren regeldruk wordt veroorzaakt door:
1) het aantal verplichtingen dat van toepassing is;
2) de complexiteit van individuele verplichtingen.
De achterliggende oorzaken waardoor vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen
hoge regeldruk ervaren zijn:
1) beperkte deskundigheid of ervaring binnen de organisatie;
2) schaarste aan capaciteit en middelen.
Het rapport beveelt aan om op drie niveaus samen met vrijwilligersorganisaties en
filantropische instellingen aan de slag te gaan om de ervaren regeldruk merkbaar te
kunnen verminderen:
1) het voorkomen van ervaren regeldruk door nieuwe verplichtingen;
2) het vereenvoudigen van een aantal huidige verplichtingen;
3) het intensiveren van de ondersteuning aan vrijwilligersorganisaties en filantropische
instellingen.
Bijlage 2 – Verbeteringen omtrent wettelijke verplichtingen
Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft): Het vaststellen
en registreren van een uiteindelijk belanghebbende (UBO) bij de Kamer van Koophandel
(KvK).
De Wwft heeft als doel om witwassen te voorkomen en geeft aan banken en andere Wwft-poortwachters
de opdracht het financieel stelsel schoon te houden. Dit betekent dat poortwachters
onder de Wwft aan cliëntenonderzoek dienen te doen en ongebruikelijke transacties
dienen te melden. Het volgens het onderzoek belemmerende karakter ten aanzien van
de Wwft is tweeledig. Stichtingen en verenigingen dienen zelf hun uiteindelijke belanghebbende
(UBO, ultimate beneficial owner) bij de Kamer van Koophandel (KVK) te registeren.
Tegelijkertijd kan het zo zijn dat de bank in het kader van het cliëntenonderzoek
informatie opvraagt aan (bestuurders van) stichtingen en verenigingen. Vrijwilligersorganisaties
ervaren daarom regeldruk bij zowel registratie bij de KVK als het aangaan van een
relatie met een bank, omdat zij zowel gegevens bij de KVK als bij de bank moeten aanleveren.
De brede aanbeveling van het onderzoeksbureau is om bepaalde groepen van de Wwft uit
te zonderen en de risicogebaseerde benadering die de Wwft vraagt beter toe te passen.
Momenteel wordt de risicogebaseerde benadering door banken nog niet altijd voldoende
toegepast, terwijl de Wwft wel ruimte biedt voor banken om dit te doen. Naar aanleiding
van het rapport «Van herstel naar Balans» van De Nederlandsche Bank (DNB) – de Wwft-toezichthouder
op banken – zijn hier stappen ingezet door de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB),
samen met de non-profit sector. Zij hebben samen een document opgesteld dat de bank
helpt om de risicogebaseerde benadering die de Wwft vraagt, beter toe te passen op
stichtingen en verenigingen.18 Momenteel zijn banken bezig met de implementatie van deze standaard. Na implementatie
wil de NVB de standaard evalueren om te kijken of de sector daadwerkelijk verbetering
merkt. Dit zal samen met de sector gebeuren.
Ten aanzien van UBO-verificatie kan nog het volgende worden opgemerkt. De NVB heeft
voor de banken een standaard opgesteld die hen moet helpen bij het verifiëren van
de UBO.19 In die standaard staat aangegeven dat de bank voor laag- en neutraal-risico instellingen
de gegevens in het UBO-register kan gebruiken, waarbij alleen een bevestiging van
de klant nodig is die aangeeft dat de gegevens juist zijn. De NVB geeft aan dat dit
kan betekenen dat de banken in het geval van een laag of neutraal risico de cliënten
minder vaak en uitgebreid onderzoek hoeven te doen naar de UBO’s. De Minister van
Financiën gaat er daarom vanuit dat dit waarschijnlijk tot een positief effect leidt
ten aanzien van de ervaren regeldruk binnen de vrijwilligerssector.
Tot slot wordt opgemerkt dat Nederland een actieve rol heeft gespeeld in de onderhandelingen
over het nieuwe Europese anti-witwaspakket. Richting het Raadsakkoord heeft het kabinet
kritisch gekeken naar de wijzigingen die eventuele gevolgen met zich meebrengen voor
de regeldruk van onder andere stichtingen en verenigingen.
Wet arbeidsmarkt in balans (Wab): Het verplicht aanbieden van een vast contract na
3 aaneengesloten jaarcontracten;
Met betrekking tot de ketenbepaling (de verplichting om na 3 tijdelijke contracten
in 3 jaar een vast contract aan te bieden als er doorgewerkt wordt) kunnen organisatie
belemmeringen ervaren als zij geen vast contract kunnen aanbieden na een periode van
drie jaar. Dat betekent dat amateurtrainers, -scheidsrechters en -spelers zes aaneengesloten
maanden geen contract mogen hebben, voordat zij weer terug kunnen keren op tijdelijke
basis. Deze verplichting is alleen van toepassing op arbeidscontracten, niet op vrijwilligerswerk.
Een vrijwilligersorganisatie kan echter een regulier werkgever zijn, waaraan wettelijke
verplichtingen verbonden zijn.
De «ketenregeling» is inmiddels uitgebreid, waardoor vrijwilligersorganisaties en
filantropische instellingen met werknemers (volgens de wet werkgevers) nu drie tijdelijke
contracten in maximaal drie jaar kunnen aangaan alvorens een contract voor onbepaalde
tijd. Dit was voorheen twee jaar. Hierdoor kunnen vrijwilligers werknemers langer
achter elkaar in dienst blijven bij hun vrijwilligersorganisatie of filantropische
instellingen dan voorheen.
Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake Rijksbelastingen: Het aanvragen van de ANBI-status
Het aanvragen van de ANBI-status blijkt met name voor kleine organisaties met enkel
vrijwilligers een oorzaak van de ervaren regeldruk te zijn. Dit komt door de hoge
tijdsbesteding en het gebrek aan voorlichting over de kosten en baten van de ANBI-status,
aldus het rapport. In de onderzoeksperiode hebben zich verschillende (positieve) ontwikkelingen
voorgedaan. Allereerst is het sinds medio februari 2023 mogelijk om de ANBI-beschikking
digitaal aan te vragen, hetgeen een belangrijke vereenvoudiging in het aanvraagproces
betekent. Daarnaast is in april het online ANBI-loket van de Belastingdienst live
gegaan. Dit loket is bedoeld voor kleine en middelgrote aanvragers van een ANBI-status
die behoefte hebben aan praktische uitleg over het opzetten van een ANBI en de eisen
die daaraan worden gesteld. Bezoekers van de website kunnen bovendien via het loket
contact opnemen met deskundigen. In het rapport wordt de aanbeveling gedaan om met
groepsbeschikkingen te werken. Door groepen op basis van bepaalde kenmerken een groepsbeschikking
ANBI te geven, zou de ervaren regeldruk moeten afnemen. Of dat wenselijk en mogelijk
is, zal worden meegenomen in de evaluatie van de ANBI-regeling.
Regeling Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG):
Vrijwilligers zijn bij veel vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen
verplicht om een VOG aan te vragen. Een VOG is een verklaring waaruit blijkt het (justitiële)
verleden van een vrijwilliger geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke
taak of functie in de samenleving. De VOG dient een papieren exemplaar te zijn, zodat
de echtheid vastgesteld kan worden. Dit kan bij vrijwilligers leiden tot administratieve
lasten. Sinds maart 2024 is het mogelijk om een VOG digitaal aan te vragen. Dit brengt
voor alle betrokkenen veel voordelen met zich mee. Zo ontvangt de aanvrager sneller
de VOG, is deze gemakkelijk digitaal beschikbaar en kan de echtheid van VOG digitaal
geverifieerd worden. Het blijft voor de aanvrager mogelijk om te kiezen voor het ontvangen
van een papieren versie van de VOG
Bijlage 3 – Tien wettelijke verplichtingen die respondenten het meest belastend ervaren
Dit gaat om de volgende wettelijke verplichtingen:
• Algemene verordening gegevensbescherming (AVG): Het voldoen aan verplichtingen onder
de AVG;
• Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft): Het vaststellen
en registreren van een uiteindelijk belanghebbende (UBO) bij KvK;
• Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR): Het (mogelijk) aanpassen van de statuten
op grond van de Wbtr;
• Wet Loonbelasting 1964: Het geven van vrijwilligersvergoedingen;
• Wet arbeidsmarkt in balans (Wab): Het verplicht aanbieden van een vast contract na
3 aaneengesloten jaarcontracten;
• Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake Rijksbelastingen: Het aanvragen van de ANBI-status;
• Alcoholwet: Het houden van toezicht op het alcohol- en rookverbod;
• Het aanvragen en verantwoorden van subsidies;
• Het organiseren van een groot evenement en lokale vergunningen die hiervoor nodig
zijn.
Bijlage 4 – Fiche
Titel maatregel: Verbetering risicogebaseerde benadering Wwft voor vrijwilligers-
en filantropische organisaties
Sector: Vrijwilligers- en filantropische organisaties
Uitgewerkt door: Ministerie van Financiën
Doel: Vermindering lasten vrijwilligers- en filantropische sector door verbetering
van de risicogebaseerde uitvoering van de Wwft.
Omschrijving maatregel
Een van de opties die het SIRA-rapport voorstelt voor het verlagen van de lasten van
vrijwilligers- en filantropische organisaties is het verbeteren van de risicogebaseerde
benadering van poortwachters van hun verplichtingen in het kader van de Wet ter voorkoming
van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft), hieronder vallen ook de verplichtingen
ten aanzien van de uiteindelijk belanghebbende(n) (UBO). De risicogebaseerde benadering
is het fundament van de aanpak van witwassen en houdt in dat poortwachters meer maatregelen
nemen in gevallen waarin de witwasrisico’s hoog zijn en minder maatregelen als de
client een laag witwasrisico met zich meebrengt. Verbetering van de risicogebaseerde
benadering moet ertoe leiden dat de lasten voor vrijwilligers- en filantropische organisaties
corresponderen met het risico dat zij hebben. Dit zou voor de organisaties die een
laag risico op witwassen en terrorismefinanciering met zich meebrengen, moeten leiden
tot een vermindering van de lasten.
Achtergrond/rationale
De Wwft vereist in het cliëntenonderzoek een risicogebaseerde benadering gebaseerd
op een individuele risicobeoordeling. Dit betekent dat een poortwachter een risico-inschatting
dient te maken bij elke client en vervolgens maatregelen moet nemen die passen bij
de risico’s van die client.
De Nederlandsche Bank (DNB), als toezichthouder van de Wwft op banken, heeft recent
vastgesteld dat de risicogebaseerde benadering van banken verbeterd kan worden (Rapport
DNB «Van herstel naar balans»1). De huidige aanpak van banken betekent soms dat vrijwilligers- en filantropische
organisaties als hoger risico gezien worden dan dat ze daadwerkelijk zijn. Dit kan
lasten met zich meebrengen waaronder veel vragen vanuit de bank (over bijvoorbeeld
herkomst vermogen) of onnodige beperking van dienstverlening.
Naar aanleiding van het rapport van DNB hebben er gesprekken, onder leiding van DNB,
tussen banken en de vrijwilligers-en filantropie sector plaatsgevonden met als doel
de toegang tot het betalingsverkeer te verbeteren. Dit heeft geleid tot een sector
standaard, die een handvat kunnen bieden voor banken om hun risicogebaseerde benadering
ten aanzien van deze sector te verbeteren.
Doeltreffendheid en doelmatigheid
Deze maatregel zal waarschijnlijk een lastenverlichting met zich meebrengen voor vrijwilligers- en filantropie organisaties met beperkte
risico’s op witwassen en financieren van terrorisme. Aangezien poortwachters bij lage
risico’s minder maatregelen hoeven te treffen, zullen deze partijen mogelijk minder
vaak bevraagd worden en minder informatie hoeven aan te leveren.
De Wwft verlangt dat banken de risicogebaseerde benadering toepassen. In het daadwerkelijk
uitvoeren van de risicogebaseerde benadering bij het cliëntenonderzoek kan de overheid
geen rol spelen, die ligt immers bij de banken. Om de risicogebaseerde benadering
goed toe te passen heeft een bank kennis nodig van diens klanten. De overheid kan
daar wel een rol in spelen. Daarnaast kunnen banken zelf hun kennis van de vrijwilligers-
en filantropische sector verbeteren.
Er hebben gesprekken tussen banken en de vrijwilligers-en filantropie sector plaatsgevonden
met als doel de risicogebaseerde aanpak van banken bij vrijwilligers- en filantropische
organisaties te verbeteren. Dit heeft inmiddels geleid tot een sectorstandaard.2 Banken zijn nu bezig met de implementatie hiervan en dit moet leiden tot minder lasten
voor vrijwilligers- en filantropische organisaties met een laag witwas- en terrorismefinancieringsrisico.
(Blijven) inzetten op deze maatregel is doelmatig. Door de risicogebaseerde benadering te verbeteren leidt dit tot minder lasten bij
vrijwilligers- en filantropische organisaties. Tevens zijn poortwachters beter in
staat om bij deze organisaties lage en hoge risico’s te onderscheiden waardoor zij
bij lagere risico’s ook minder maatregelen kunnen nemen.
De toegang tot het betalingsverkeer voor vrijwilligers- en filantropische organisaties
en de regeldruk die ervaren wordt door deze organisaties hangt niet alleen af van
de Wwft (en de capaciteit die banken inzetten op vrijwilligers- en filantropische
organisaties), maar ook van andere zaken. Banken bepalen zelf met welke klanten zij
een relatie aangaan (contractsvrijheid) en bepalen ook zelf wanneer zij bereikbaar
zijn. De vrijwilligers- en filantropische sector hebben aangegeven ook hier last van
te hebben. Verbetering van de risicogebaseerde aanpak van de Wwft vermindert dus niet
de lasten daarvan.
Gevolgen regeldruk voor burgers en bedrijven
Deze maatregel zal mogelijk een lastenverlichting met zich meebrengen voor vrijwilligers-
en filantropie organisaties met beperkte risico’s op witwassen en financieren van
terrorisme. Ook zal het een mogelijke vermindering met zich meebrengen van de lastendruk
bij poortwachters, aangezien zij geen onnodig onderzoek meer verrichten bij deze groep.
Gevolgen doenvermogen en gedragsaspecten
Als poortwachters meer kennis hebben van hun klantenbestand en welke eventuele witwas-
en terrorismefinancieringsrisico’s zij vormen, dan kunnen zij gerichter uitvragen
doen bij vrijwilligers- en filantropische organisaties en beter toelichten waarom
sommige vragen en informatie nodig is. Het doenvermogen verbetert daarmee.
Gevolgen begroting
N.v.t.
Uitvoeringsaspecten en juridische toets
Uitvoerbaarheid en invoeringstermijn:
De uitvoerbaarheid hiervan ligt bij poortwachters. Banken geven aan ook zelf graag
minder maatregelen te willen nemen bij minder risico’s.
Juridisch/fiscaal (al) toegestaan?: Ja, de Wwft biedt veel ruimte voor de risicogebaseerde aanpak en staat ook voor minder
maatregelen bij lagere witwasrisico’s.
Handhaafbaarheid: Verschillende toezichthouders houden toezicht op de Wwft. Bij banken is dit DNB,
DNB heeft aangegeven dat banken de Wwft meer risicogebaseerd dienen toe te passen
en wil dus zelf deze maatregel ook zien.
Overig
–
X Noot
1
Aanpak van witwassen moet gerichter (dnb.nl)
X Noot
2
Een meer risicogebaseerd klantonderzoek (nvb.nl)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V. Maeijer, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid