Brief regering : Appreciatie van de amendementen ingediend tijdens de begrotingsbehandeling Klimaat en Groene Groei
36 600 XXIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (XXIII) voor het jaar 2025
Nr. 62
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2024
In de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei is een
vijftal amendementen ingediend om middelen van de begroting van het Klimaatfonds (Kamerstuk
36 600 XXII, nrs. 53, 54, 58 en 59) en van de begroting van KGG (Kamerstuk 36 600 XXII, nr. 60) over te hevelen naar de begroting van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening. In deze brief wordt u de appreciaties voorgelegd.
Amendement van het lid Beckerman (Kamerstuk 36 600 XXII, nr. 53) verzoekt in artikel 2 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit van de
departementale begrotingsstaat het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag te verhogen
met € 70.000 (€ 1.000). Het amendement beoogt een meerjarige financiering in te stellen
voor FIX-brigades in iedere Nederlandse gemeente gedurende de komende vijf jaar.
Dit amendement wordt onraden.
De dekking wordt ontraden vanwege de overlap met lopend en gepland beleid. Fixbrigades
doen goed werk in slecht gerenoveerde woningen: ze geven advies, brengen kleine energiebesparende
maatregelen aan en pakken ook andere klussen op. Op dit moment worden deze vooral
gefinancierd uit de landelijke specifieke uitkering Aanpak Energiearmoede. Tot en
met 2025 hebben gemeenten hier gemiddeld genomen nog voldoende middelen voor en een
extra claim voor 2025 is niet nodig. We zien echter bij gemeenten de behoefte aan
structureel beleid. Voor 2026 en daarna moet nog besluitvorming plaatsvinden. Hiervoor
zou een integrale behandeling wenselijk zijn, waarbij andere coach-, klus-, en fixteams
en Energieloketten samenwerken bij voorkeur vanuit één loket. Daarom wordt op dit
moment uitgewerkt hoe we vorm geven aan de verplichting van een one stop shop vanuit de Europese richtlijn Energy Performance of Building Directive IV (EPBD).
Hierin zullen bestaande initiatieven waaronder energiecoaches en -fixers samenwerken
met o.a. energieloketten onder de paraplu van een integraal ondersteuningsloket: het
Energiehuis. Zo wordt opgedane ervaring en bestaande kennis gebruikt en gebundeld
en worden deze partijen in staat gesteld te doen waar ze goed in zijn: mensen ondersteunen
die dat nodig hebben. Ook is het dan voor de huiseigenaren duidelijk waar ze naartoe
moeten voor ondersteuning.
De dekking wordt daarnaast vanuit de Klimaatfondsbegroting ontraden.
De middelen voor kernenergie zijn nodig om de kabinetsdoelen voor kernenergie te halen
en de energiedoelen binnen bereik te houden. Het realiseren van 4 kerncentrales is
een opgave uit het Hoofdlijnenakkoord.
Met minder middelen zijn de kabinetsdoelen voor kernenergie onhaalbaar en raken ook
de energiedoelen verder buiten bereik. Kernenergie vraagt hoge investeringen vooraf.
Amendement van het lid Beckerman (Kamerstuk 36 600 XXII, nr. 54) verzoekt in artikel 2 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit van de
departementale begrotingsstaat het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag te verhogen
met € 300.000 (x € 1.000). Het amendement beoogt 300 miljoen euro vrij te maken voor
het versneld verduurzamen van woningen met energielabel E, F of G, met een bijzondere
focus op huurders die te maken hebben met energiearmoede.
Dit amendement wordt ontraden.
Het kabinet zet in op een betaalbare energierekening. Energiebesparing via isolatie
en duurzame installaties is daarvoor een heel belangrijke basis. Dit amendement beoogt
het versneld verduurzamen van woningen met energielabel E, F of G met een bijzondere
focus op huurders die te maken hebben met energiearmoede. Afspraken met woningcorporaties
zorgen ervoor dat uiterlijk in 2028 alle EFG-woningen aangepakt worden. De woningcorporaties
zijn hiermee goed op weg. Met woningcorporaties worden de Nationale Prestatieafspraken
op het moment herijkt, waarbij het uitfaseren van EFG-labels onverminderd voortgezet
wordt.
Verder werken we voor de gehele huursector de maatregel uit het regeerprogramma uit
om per 2029 de EFG labels van alle huurwoningen uit te faseren. In 2022 en 2023 is
550 miljoen euro uitgetrokken voor de aanpak van energiearmoede en hiermee zijn in
(ongeveer) alle gemeenten kleinere energiebesparende maatregelen genomen met direct
effect op de energierekening. Deze gelden komen bovenop overige verduurzamingsinstrumenten
zoals het Nationaal Isolatieprogramma (NIP), het Warmtefonds en subsidies zoals de
SVVE, de SVOH en de ISDE. Hierbij is veel aandacht voor verbetering van de slechtste
energielabels van met name mensen met lagere inkomens. De uitvoering van het NIP,
met daarin de nadruk op verduurzamen van woningen met slechte labels, is in volle
gang.
Daarnaast wordt dekking vanuit de Klimaatfondsbegroting ontraden. Zie daartoe bovenstaande
redenering bij het amendement lid Beckerman (Kamerstuk 36 600 XXII, nr. 53).
Amendement van het leden Kröger en Mohandis (Kamerstuk 36 600 XXII, nr. 62) verzoekt in artikel 2 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit worden
het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 57.000 (x € 1.000).
Met dit amendement beoogt de indiener om sportverenigingen toegang te geven tot de
DUMAVA gelden. Indiener kiest via deze weg in plaats van het verhogen van de BOSA
omdat indiener met dit amendement specifiek geld wil vrijmaken voor verduurzaming
van sportverenigingen.
Dit amendement wordt ontraden.
Geoormerkt geld in de DUMAVA is onwenselijk, omdat dit de kans vergroot op restbudgetten.
Dit is geen efficiënte manier om een regeling uit te voeren. Daarnaast creëert het
een rechtsongelijkheid richting andere aanvragers van de DUMAVA, zoals buurthuizen,
scholen, gehandicaptenzorg, etc.
Daarnaast wordt dekking vanuit de Klimaatfondsbegroting ontraden. Zie daartoe bovenstaande
redenering bij het amendement lid Beckerman (Kamerstukken II, 36 600, nr. 53).
Amendement van het lid Kröger (Kamerstuk 36 600 XXII, nr. 59) verzoekt in artikel 2 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit van de
departementale begrotingsstaat het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag te verhogen
met € 300.000 (x € 1.000).
Dit amendement wordt ontraden.
Dit kabinet zet reeds in op de isolatieaanpak. Dit kabinet is voorstander van het
investeren in de lokale aanpak van het Nationaal Isolatieprogramma (NIP). Het levert
CO2 besparing en een lagere energierekening op bij huishoudens. Gemeenten geven via de
lokale aanpak van het NIP woningeigenaren die dit het hardste nodig hebben extra ondersteuning,
van advies en begeleiding tot totaalontzorging en extra subsidies bovenop de landelijk
beschikbare subsidies.
Met de huidige middelen in de lokale aanpak worden reeds 750.000 woningeigenaren en
bewoners van VvE’s met minimaal één isolatiemaatregel geholpen. Hiervoor is al circa
1,6 miljard euro beschikbaar, waarvan het laatste deel volgend jaar aan gemeenten
wordt verstrekt. Gemeenten hebben tot en met 2030 om de middelen te besteden en de
woningen te isoleren.
Gemeenten worden reeds aangemoedigd om te beginnen met de isolatieaanpak in de wijken
waar energiearmoede het meeste voorkomt en collectieve aanpakken te ontwikkelen. Hierbij
kunnen ook aanpakken voor gebouwen met dezelfde kenmerken worden ontwikkeld, in een
contingentenaanpak.
Daarnaast wordt dekking vanuit de Klimaatfondsbegroting ontraden. Zie daartoe bovenstaande
redenering bij het amendement lid Beckerman (Kamerstukken II, 36 600, nr. 53).
Amendement van de leden Rooderkerk en Postma (Kamerstuk 36 600 XXII, nr. 60) verzoekt in artikel 2 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit van de
departementale begrotingsstaat het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag te verhogen
met € 10.000 (x € 1.000). Met deze middelen kunnen lokale samenwerkingen worden opgezet
tussen gemeenten, buurtverenigingen, werkbedrijven en welzijnsorganisaties. Dit draagt
bij aan een effectieve aanpak van energiearmoede door middel van coaching en fixing.
De hulp wordt gratis aangeboden aan gemeenten en richt zich specifiek op huishoudens
met een hoge energiearmoede.
Dit amendement is oordeel Kamer.
Het amendement draagt bij aan bestaande beleidsdoelen. Het kabinet ziet de grote waarde
die lokaal gewortelde energiehulporganisaties hebben gebracht in de afgelopen jaren
en met name in de crisistijd. Ook wordt geconstateerd dat organisaties die van onderop
zijn ontstaan de uitdaging hebben om grotere projecten uit te voeren voor gemeenten
omdat ze moeite hebben om bijvoorbeeld aan aanbestedingsvoorwaarden te voldoen. Als
dit amendement wordt aangenomen zal het ministerie in gesprek met de sector zoeken
naar hoe deze middelen het beste ingezet kunnen worden om lokale initiatieven zo goed
mogelijk te ondersteunen.
In de Kamerbrief vanuit de Minister van Klimaat en Groene Groei wordt de onderbouwing
voor de appreciatie van de tegenhanger (amendement Kamerstuk 36 600 XIII, nr. 58) nader toegelicht.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening