Brief regering : Verslag Raad Algemene Zaken 19 november 2024
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2980
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2024
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken d.d. 19 november.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
VERSLAG RAAD ALGEMENE ZAKEN 19 november 2024
Op 19 november jl. vond de Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats in Brussel. De Raad sprak
over de voorbereidingen voor de Europese Raad (ER) van 19 december a.s., over een
aantal landenhoofdstukken uit het rechtsstaatrapport 2024 van de Commissie en over
de stand van zaken van de Artikel 7-procedure Hongarije. Verder vond er een lunch
plaats over de rol van cohesiebeleid bij het versterken van Europees concurrentievermogen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft mij vervangen voor
de rechtsstaatdialoog over Nederland. Ik was verhinderd vanwege de begrotingsbehandeling
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in de Tweede Kamer.
Werkontbijt antisemitisme
Voor aanvang van de Raad organiseerde ik, samen met de Franse Minister voor Europese
Zaken, een informeel werkontbijt over antisemitisme. Eurocommissaris Věra Jourová
en EU-coördinator antisemitisme Katherina von Schnurbein namen ook deel. Mw. Simone
Rodan-Benzaquen (Directeur American Jewish Committee Europe) en Dr. Hugo Micheron
(Princeton University), gaven briefings over hun onderzoek naar het toenemend antisemitisme
in Europa en riepen op tot urgente actie.
Alle deelnemers spraken zorg uit over het toenemende antisemitisme in Europa en onderstreepten
het urgente belang van geïntensiveerde en gecoördineerde inspanningen op Europees
niveau om antisemitisme effectiever te kunnen bestrijden. Dat vergt naast effectieve
strafrechtelijke aanpak ook meer aandacht voor onderwijs en voor de rol van sociale
media platforms (o.a. TikTok) en buitenlandse actoren die antisemitisme onder jongeren
weten aan te wakkeren. De Europese Digital Services Act zou volgens sommige sprekers beter gebruikt moeten worden om online en offline haat
en discriminatie tegen te gaan. In de discussie werd benadrukt dat antisemitisme niet
alleen op nationaal niveau kan worden bestreden maar dat de EU een gezamenlijk actieplan
nodig heeft.
Ik riep op tot meer concrete Europese actie en wees op de eerste Europese conferentie
eerder dit jaar over de strafrechtelijke aanpak van antisemitisme, met openbaar aanklagers
uit vijftien Europese landen. Deze conferentie zal in de eerste helft van 2025 in
Nederland een vervolg krijgen, waarvoor meer landen zullen worden uitgenodigd. Nederland
wees ook op de nieuwe nationale strategie om antisemitisme te bestrijden en Joods
leven te versterken. Nederland wees ook op het werk van UNESCO, OVSE en de Raad van
Europa bij bestrijding van antisemitisme.
Bijeenkomst democratische veerkracht
Op initiatief van Duitsland vond een ministeriële bijeenkomst plaats over democratische
veerkracht, in het bijzijn van Eurocommissaris Věra Jourová. Het doel van de bijeenkomst
was om de stand van zaken op te maken na de aanname van Raadsconclusies over democratische
veerkracht in mei 2024. Daarnaast bespraken we gezamenlijke operationele stappen om
democratische veerkracht te vergroten. De Europese Commissie constateerde een toename
in pogingen tot interferentie. Deze interferentie vond plaats in de vorm van cyberaanvallen
en desinformatie, in aanloop naar de verkiezingen van het Europees Parlement in juni jl.,
maar bijvoorbeeld ook tijdens rampen zoals de recente overstromingen, waar pogingen
worden ondernomen het publiek op het verkeerde been te zetten. Dit vraagt om rapid alert response. De Raad concludeerde dat er met prioriteit moet worden gewerkt aan het Defense of
Democracy Package en het Democracy Shield zoals aangekondigd door Commissievoorzitter
Von der Leyen. Het moet daarbij zoeken naar consistentie en coherentie in instrumenten.
Daarnaast speelt de actieve handhaving van bestaande instrumenten, zoals de Digital
Service Act, een belangrijke rol. De aanwezigen spraken zich eveneens uit voor actieve
assistentie van landen in de nabije omgeving, zoals Moldavië, bij de bestrijding van
desinformatie, het doorgaan met uitwisselen van best practices en strategische communicatie vanuit een gezamenlijk narratief.
Voorbereiding Europese Raad
De Raad Algemene Zaken stond stil bij de agenda van de Europese Raad (ER) die op 19 december
zal plaatsvinden en waar Oekraïne, het Midden-Oosten, de «EU in de wereld», Weerbaarheid,
paraatheid, crisispreventie en crisisrespons, Migratie en het Uitbreidingspakket op
de voorlopige agenda staan. Ten aanzien van de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne
benadrukten lidstaten het belang van onverminderde steun aan Oekraïne en de noodzaak
om snel voortgang te maken op sanctiemaatregelen om de druk op Rusland hoog te houden.
Nederland steunt Oekraïne onverminderd–politiek, militair, financieel en moreel–zolang
als het nodig is. Ten aanzien van migratie heeft Nederland het belang van brede partnerschappen
en innovatieve oplossingen onderstreept. Bij het agendapunt «EU in de wereld» hadden
lidstaten aandacht voor de betrekkingen met de Verenigde Staten. Ten aanzien van EU-uitbreiding
intervenieerde een aantal lidstaten met een oproep tot positieve en ambitieuze conclusies.
Nederland verwees naar de bespreking van het uitbreidingspakket op de Raad Algemene
Zaken op 17 december. De ER zal verder spreken over de actuele situatie in het Midden-Oosten.
Nederland blijft inzetten op de-escalatie in de regio (met name Iran en Israël) en
een staakt-het-vuren in Gaza en Libanon.
Landenspecifieke rechtsstaatdialogen
Tijdens de Raad vond, sinds de start in 2020, voor de tiende keer de landenspecifieke
rechtsstaatdialoog plaats op basis van de landenhoofdstukken uit het Commissie rechtsstaatrapport.1 Deze keer stonden de landenhoofdstukken van Nederland, Malta, Oostenrijk en Polen
op de agenda. Zoals gebruikelijk leidde de Commissie de afzonderlijke dialogen in
met een korte samenvatting van haar bevindingen. De betreffende lidstaat gaf daarna
een korte presentatie van de staat van de rechtsstaat in het eigen land, waarna een
ronde van vragen en antwoorden volgde. Naast de lidstaten die op de agenda stonden,
namen eenentwintig lidstaten actief deel aan de discussie waarin ook goede praktijken
werden gedeeld.
België intervenieerde namens de Benelux bij de besprekingen van Malta en Polen. Tijdens
de bespreking van het landenhoofdstuk over Malta sprak de Benelux waardering uit voor
de ingezette verbetering van de efficiëntie van het justitiële systeem en het verkorten
van de lengte van de procedures. Aan Malta is gevraagd hoe het opvolging gaat geven
aan de aanbevelingen van het comité van media-experts van juli 2023 om het medialandschap
en de veiligheid van journalisten te verbeteren. Ook is Malta bevraagd op de zorgen
rondom de onafhankelijkheid van gespecialiseerde tribunalen, de waarborgen rondom
rechterlijke onafhankelijkheid en de toewijzing van zaken. De Benelux complimenteerde
Polen met de stappen die het heeft gezet om de rechtsstaat te herstellen op basis
van het daartoe opgestelde actieplan en de samenwerking daarop met de Venetië Commissie.
Aan Polen is de vraag gesteld hoe het voornemens is om te gaan met rechters die sinds
2018 zijn benoemd op voordracht van de gepolitiseerde Poolse Raad voor de Rechtspraak.
Nederland sprak zich voorafgaand aan de presentatie over de Nederlandse rechtsstaat
uit over de recente geweldsincidenten in Amsterdam en veroordeelde in dat verband
antisemitisme ten sterkste. Vervolgens benadrukte Nederland het belang van het instrument
van de rechtsstaatdialoog en gaf een nadere toelichting bij drie van de onderwerpen
uit het Nederlandse landenhoofdstuk uit het rechtsstaatrapport van de Commissie: het
rapport van de Staatscommissie rechtsstaat van juni jl., de personeelstekorten en
de uitdagende werkomstandigheden in het justitiële stelsel en de versterking van het
bestuur van de publieke media en handhaving van journalistieke normen. Nederland noemde
daarbij het PersVeilig-initiatief als voorbeeld van een best practice. Nederland toonde ook zelfreflectie over wat de afgelopen jaren met betrekking tot
de rechtsstaat niet goed is gegaan en lichtte een aantal stappen toe die worden genomen
om de Nederlandse rechtsstaat te versterken, zoals met het voorbereiden van invoering
van constitutionele toetsing en het voornemen tot oprichting van een Constitutioneel
Hof. Nederland benadrukte dat het werk nog niet af is en de rechtsstaat een voortdurende
investering vergt. Een aantal lidstaten vroeg Nederland om nadere toelichting, onder
andere op de weerbaarheid van het justitiële stelsel, de bescherming van journalisten
en het delen van best practices.
Artikel 7-procedure Hongarije (stand van zaken)
De Raad sprak over de rechtsstaat in Hongarije in het kader van de Artikel 7 procedure.
De Commissie gaf een toelichting op de ontwikkelingen sinds de laatste hoorzitting
van 25 juni 2024. De Commissie wees er onder meer op dat Hongarije verschillende uitspraken
van het Hof van Justitie nog steeds niet heeft geïmplementeerd, zoals op het terrein
van EU-asielwetgeving. Ook benoemde de Commissie de lopende Hofzaak over de lhbtiq+
wetgeving, waarover op diezelfde dag als de Raad Algemene Zaken een mondelinge hoorzitting
bij het EU Hof van Justitie plaatsvond. Daarnaast besprak de Commissie de Soevereiniteitswet
op grond waarvan een soevereiniteitsbureau met brede onderzoeksbevoegdheden in het
leven is geroepen die de rechten van groepen en personen, waaronder journalisten,
op een disproportionele wijze aantast. De Commissie wees verder op de problematische
continuering van de geldende noodtoestand in Hongarije. Deze ontwikkelingen tonen
volgens de Commissie aan dat de ernstige zorgen over de rechtsstaat in Hongarije nog
altijd gegrond zijn. Tot slot riep de Commissie in herinnering dat Hongarije nog altijd
geen toegang heeft tot EUR 19,2 miljard aan EU-gelden vanwege de rechtsstaatproblemen
in het land.
Twaalf lidstaten namen actief deel aan de discussie over Hongarije. Verschillende
lidstaten onderstreepten de door de Commissie genoemde zorgen. België intervenieerde
namens de Benelux en merkte op dat het de voorkeur zou hebben gehad als een andere
lidstaat de bespreking tijdens deze Raad had voorgezeten. De Benelux sprak steun uit
voor de Commissie voor het starten van een inbreukprocedure vanwege de invoering van
een Soevereiniteitswet die de ruimte voor het maatschappelijk middenveld verder bedreigt.
Ook zijn zorgen uitgesproken over het gebrek aan vrijheid en pluralisme van de media,
evenals over de anti-lhbtiq+ wetgeving. De Benelux verzocht om regelmatige agendering
van de Artikel 7 procedure tegen Hongarije totdat alle zorgen geadresseerd zijn. Hongarije
gaf in reactie op de interventies een uitgebreide toelichting op de recent genomen
maatregelen om aan de zorgen van de Commissie tegemoet te komen. Hongarije kondigde
aan in de komende weken de Commissie hiervan schriftelijk in kennis te zullen stellen
met het bewijs dat het land niet langer aan de voorwaarden voldoet voor oplegging
van maatregelen onder de MFK-rechtsstaatverordening. Na afloop van de bespreking concludeerde
het voorzitterschap dat de Raad zich over de artikel 7 procedure tegen Hongarije zal
blijven buigen.
Cohesielunch
De Raad voerde een lunchdebat over de rol van cohesiebeleid bij het versterken van
Europees concurrentievermogen. Het kabinet onderstreepte het belang van innovatie
binnen cohesiebeleid om convergentie tussen de Europese regio’s en het concurrentievermogen
van de EU te bevorderen. Nederland benadrukte dat het geen voorstander is van het
aangaan van gemeenschappelijke schuld voor nieuwe Europese instrumenten.
Indieners
-
Indiener
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken