Brief regering : Verslag Eurogroep en Ecofinraad 4 en 5 november 2024
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 2077
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2024
Bijgaand treft u het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 4 en 5 november 2024
in Brussel.
In het verslag wordt uw Kamer ook geïnformeerd over ontwikkelingen ten aanzien van
de Extraordinary Revenue Acceleration (ERA)-leningen aan Oekraïne, waarbij buitengewone inkomsten over bevroren Russische
Centrale Banktegoeden aan Oekraïne ter beschikking worden gesteld voor het terugbetalen
van EU- en G7-leningen en voor de gerelateerde rentebetalingen. Inmiddels hebben G7-partners
(de VS, het VK, Canada en Japan) aangegeven ook een bijdrage te leveren, waardoor
het EU-aandeel in de lening naar verwachting verlaagd wordt naar 18,1 mld. euro in
plaats van de eerder veronderstelde 35 mld. euro. De Nederlandse garantie uit hoofde
van het Eigenmiddelenbesluit zal zodoende naar verwachting ook dalen. De budgettaire
verwerking daarvan zal plaatsvinden bij het eerstvolgende begrotingsmoment.
Tot slot doe ik verslag van de ontwikkelingen inzake de digitale euro, conform de
eerdere toezegging hierover aan de Tweede Kamer.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Verslag Eurogroep en Ecofinraad 4 en 5 november 2024
Eurogroep in reguliere samenstelling
Macro-economische ontwikkelingen en beleidscoördinatie in de eurozone, inclusief een
debrief van internationale vergaderingen
De Eurogroep wisselde van gedachten over de macro-economische ontwikkelingen in de
eurozone en ontving een terugkoppeling van de internationale vergaderingen. De Europese
Commissie (de Commissie) uitte zorgen over toenemende fragmentatie van de wereldeconomie.
Vooral voor een open economie als die van de EU is dat kwetsbaar. Positief is dat
er afgelopen periode 1,5 miljoen banen zijn gecreëerd in de EU en de werkloosheid
niet eerder zo laag was. De ECB lichtte toe dat er sprake is van voorzichtige groei,
met 0,4% in het afgelopen kwartaal. Er zijn neerwaartse risico’s voor de economische
groei, waaronder door het verhogen van invoertarieven. De groeiverwachting is 1,3%
voor 2025 en 1,5% voor 2026. De inflatie beweegt zich in de goede richting. De beleidsrente
staat nu op 3,25% (van een piek van 4%).
Eurogroep in bankenunie-samenstelling
Update over de bankenunie
De voorzitter van het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme (Single Supervisory Mechanism, SSM) en de voorzitter van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (SRB) namen deel
aan de Eurogroep voor een gedachtewisseling. De voorzitter van het SSM schetste de
ontwikkeling van het toezichtsmechanisme en gaf een toelichting bij de uitdagingen
waar de Europese bankensector voor staat.1 De voorzitter van de SRB gaf een update over de werkzaamheden van de SRB, waaronder
de resolutieplanning en de opbouw van het gemeenschappelijk afwikkelfonds (Single Resolution Fund, SRF).2
De voorzitter van het SSM benadrukte in haar toelichting de rol van het SSM in het
waarborgen van de stabiliteit van de Europese banken. Het SSM heeft sinds de oprichting,
in november precies tien jaar geleden, bijgedragen aan een uniform en effectief toezicht,
wat heeft geleid tot een sterke verbetering van de weerbaarheid van Europese banken.
Belangrijke indicatoren zoals de Common Equity Tier 1-ratio zijn aanzienlijk verbeterd en niet-presterende leningen zijn gedaald. Momenteel
is een belangrijke uitdaging voor banken om zich aan te passen aan nieuwe risico's,
zoals cyberdreigingen, geopolitieke spanningen en klimaatverandering. De ECB voert
aanpassingen aan het toezichtsraamwerk door om deze risico's beter te beheersen. De
voorzitter van het SSM pleitte verder voor het afronden van de bankenunie door een
Europese depositogarantie en het verbeteren van resolutiemechanismen om de financiële
stabiliteit te waarborgen. Tot slot benadrukte de voorzitter dat een sterke en goed
gereguleerde bankensector cruciaal is voor economische groei en innovatie, en dat
het handhaven van robuuste toezichtsmaatregelen essentieel is voor het voorkomen van
toekomstige financiële crises.
De voorzitter van de SRB lichtte toe dat alle significante instellingen hun doel voor
het Minimum Requirement for Own Funds and Eligible Liabilities (MREL) hebben behaald. Dit zijn de bankenbuffers die nodig zijn om een bank in problemen
te kunnen afwikkelen. Grote banken hebben aanzienlijke stappen gezet in het verbeteren
van hun afwikkelbaarheid. De SRB heeft een strategische visie voor 2028 gepresenteerd,
gericht op het vereenvoudigen van resolutieplannen en het uitvoeren van diepgaandere
tests van banken. De lopende herziening van het crisismanagement- en depositogarantieraamwerk
(Crisis manangement and deposit insurance, CMDI) kan de mogelijkheden voor crisisbeheersing verbeteren en uitbreiden. Het Single Resolution Fund (SRF) is gevuld tot het doelniveau. Dit fonds kan cruciale ondersteuning bieden tijdens
resolutie van banken, maar er blijft behoefte aan extra liquiditeitsbronnen om te
zorgen voor adequate middelen in tijden van nood.
In de discussie riepen enkele lidstaten op tot vervolgmaking van de bankenunie. Een
lidstaat onderstreepte het belang van gelijk speelveld in de implementatie van de
Bazel-vereisten. De voorzitter benadrukte de noodzaak tot het ratificeren van het
aangepaste ESM-verdrag en het afronden van het CMDI-pakket.
Eurogroep in inclusieve samenstelling
Concurrentievermogen in de eurozone: afronding van de werkstroom
In de Eurogroep is gesproken over de afronding van de verschillende Eurogroep-discussies
over concurrentievermogen en nam een verklaring aan over dit onderwerp.3 De Commissie gaf aan de verklaring te kunnen steunen en productiviteitsgroei als
een leidend thema te zien, waarbij onderzoek en innovatie moeten worden versterkt.
Polen gaf aan (als aanstaand voorzitter van de Raad) het onderwerp concurrentievermogen
tijdens hun voorzitterschap op de agenda te zullen houden. In de discussie benadrukten
meerdere lidstaten het belang van private financiering en het belang van het verlagen
van administratieve lasten. Andere lidstaten stelden dat ook de discussie over publieke
financiering gevoerd zou moeten worden. Nederland vroeg aandacht voor nationale hervormingen
en onderstreepte het belang van versterking van de kapitaalmarktunie.
Kapitaalmarktunie – bespreking nationale initiatieven en best practices om kapitaalmarkten
te verdiepen
De Eurogroep in inclusieve samenstelling sprak over de kapitaalmarktunie, zoals is
opgenomen in de high-level roadmap van de Eurogroep-voorzitter met betrekking tot opvolging van de verklaring van de Eurogroep
over dit onderwerp. De voorzitter van het Financiële Dienstencomité gaf een presentatie
over de werkstroom gericht op nationale initiatieven om kapitaalmarkten te verdiepen.4 Dit comité heeft een document opgesteld met een overzicht van de inbreng van de lidstaten
over onder meer uitdagingen, kansen en beleidsopties op het gebied van duurzame financiering,
mkb-verslaggevingstandaarden, eigen vermogen financiering en consolidatie, en beleggen,
pensioenen en financiële geletterdheid.5 In de discussie noemde Nederland haar prioriteiten, waaronder het centraliseren van
kapitaalmarkttoezicht, harmonisatie van insolventierecht en verslaggevingstandaarden
voor het mkb, en de verdere nationale ontwikkeling van tweede pijler-pensioensystemen.
Daarbij gaf Nederland ook aan open te staan voor kopgroepen van ambitieuze, gelijkgestemde
lidstaten om initiatieven binnen de kapitaalmarktunie verder te brengen.
In de Eurogroep is overeenstemming bereikt over een werkwijze van monitoring van voortgang
bij de versterking van de kapitaalmarktunie.6 Vanaf oktober 2025 zal er jaarlijks in de Eurogroep in inclusieve samenstelling worden
stilgestaan bij de prestaties van de Europese kapitaalmarkten en voortgang van de
implementatie van maatregelen op nationaal en EU-niveau. Input en data zullen door
lidstaten en de Commissie op basis van bestaande processen en beschikbaarheid aangeleverd
worden. Het aanstaande Pools voorzitterschap gaf aan verdieping van de kapitaalmarktunie
hoog op de agenda te willen houden.
Ecofinraad
Ecofinraadontbijt: Fiscale aspecten van het Draghi-rapport
De Ecofinraad besprak tijdens een ontbijtsessie de fiscale aspecten van het Draghi-rapport.
De bespreking was bedoeld als gedachtewisseling. Lidstaten raakten in hun interventie
aan meerdere aspecten van Europees belastingbeleid. Zo spraken meerdere lidstaten
steun uit voor de ambitie om de administratieve lasten van fiscale regelgeving te
verminderen en de wet- en regelgeving op te schonen (ook wel «decluttering» genoemd). Daarnaast benadrukten sommige lidstaten dat de behaalde resultaten van de
anti-belastingontwijkingsagenda niet uit het oog verloren mogen worden. Andere lidstaten
vonden het van belang dat fiscale instrumenten ook groene doelstellingen ondersteunen.
Sommige lidstaten wezen daarbij op de implicaties van het Draghi-rapport met betrekking
tot de belasting van luchtvaart en maritiem transport, waarbij zij waarschuwden voor
negatieve gevolgen voor de concurrentiekracht. Verder pleitten lidstaten voor verder
werk aan de herziening van de Energiebelastingrichtlijn (ETD).
De Commissie benadrukte dat invoering van gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming
(QMV) op belastinggebied kan leiden tot snellere en betere besluitvorming. Meerdere
lidstaten hebben aangegeven op het gebied van fiscaliteit de besluitvorming op basis
van unanimiteit te willen behouden.
Verschillende lidstaten vroegen om meer duidelijkheid over de staatssteunregels voor
fiscale stimulering van doelstellingen zoals onderzoek en ontwikkeling (R&D) en innovatie,
zoals genoemd in het Draghi-rapport. Sommige lidstaten wezen daarbij op het belang
voor de EU om na te denken over de belasting van de digitale sector. Een lidstaat
onderstreepte de noodzaak van verder werk aan de belasting van tabak.
Btw-regels voor het digitale tijdperk
De Raad stemde in met het voorstel betreffende btw-regels voor het digitale tijdperk.
Het voorstel bestaat uit drie onderdelen: (1) nieuwe regelgeving voor digitale rapportageverplichtingen
en e-facturatie, (2) een platformfictie voor kortlopende accommodatieverhuur- en personenvervoerdiensten,
en (3) uitbreiding van de enkele btw-registratie (one-stop-shop). Het voorzitterschap lichtte toe dat het proces voor consultatie van Europees Parlement
nu zal worden gestart. Een lidstaat wees op een verklaring waarin zij aangeeft een
derogatie te zullen aanvragen om de platformfictie voor kortlopende accommodatieverhuur-
en personenvervoerdiensten eerder dan juli 2028 te kunnen toepassen. De kabinetsinzet
is beschreven in de geannoteerde agenda voor deze Ecofinraad.7
Stand van zaken implementatie regelgeving financiële diensten
Het voorzitterschap presenteerde de stand van zaken van wetgevingsvoorstellen op het
gebied van financiële diensten.8 De Ministers werden geïnformeerd over de stand van zaken van de implementatie van
EU-wetgeving op het gebied van financiële diensten. Als punt zonder discussie heeft
de Raad twee wetsvoorstellen aangenomen: de wijziging van de Solvency II-richtlijn,
het prudentieel kader voor verzekeraars binnen de EU-regelgeving, en de invoering
van nieuwe regels voor het herstel en de afwikkeling van verzekeraars (IRRD).
Economisch herstel in Europa: herstel- en veerkrachtfaciliteit – stand van zaken
De Ecofinraad sprak over de voortgang van de uitvoering van de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit
(HVF). De Commissie lichtte toe dat tot op heden 70 betalingsverzoeken zijn ingediend
en meer dan € 268 miljard is uitbetaald. De Commissie spoorde lidstaten aan om oog
te houden voor een tijdige implementatie van de plannen, en deze volledig ten uitvoering
te brengen voor afloop van de HVF aan het einde van 2026.
De Raad stemde verder in met de aanpassingen van de uitvoeringsbesluiten ter goedkeuring
van de herstel- en veerkrachtplannen (HVP) van Tsjechië en Nederland. Een toelichting
bij de aanpassing van deze uitvoeringsbesluiten is te vinden in de geannoteerde agenda
van deze Ecofinraad.9
Economische en financiële impact van de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne
De Ecofinraad besprak de stand van zaken van de opvolging van het politieke G7-akkoord
om USD 50 mld. aan leningen te verschaffen aan Oekraïne, waarbij de buitengewone inkomsten
over bevroren Russische Centrale Banktegoeden aan Oekraïne ter beschikking gesteld
worden voor het terugbetalen van de EU- en G7-leningen en voor rentebetalingen.
De Commissie lichtte toe dat Oekraïne voor de zwaarste winter staat sinds het begin
van de oorlog, met een financieringsgat van 41,5 miljard USD. Dat is 15,6 miljard
hoger dan eerder voorspeld. Inmiddels hebben G7-partners (de VS, het VK, Canada en
Japan) aangegeven ook een bijdrage te leveren. Daardoor wordt het EU-aandeel in de
lening naar verwachting verlaagd naar 18,1 mld. euro in plaats van de eerder veronderstelde
35 mld. euro. De Nederlandse garantie uit hoofde van het Eigenmiddelenbesluit zal
zodoende naar verwachting ook dalen. De budgettaire verwerking daarvan zal plaatsvinden
bij het eerstvolgende begrotingsmoment. Op 28 oktober trad het leningmechanisme voor
Oekraïne in werking en de EU werkt nu aan het afronden van de overige elementen, waaronder
het tekenen van een Memorandum van Overeenstemming (MoU) met Oekraïne. De Commissie
wil de leenovereenkomst eind november met Oekraïne tekenen.
De Commissie lichtte verder toe dat de Russische economie gematigde groei vertoont,
maar kampt met aanhoudende inflatie (ruim 13% in oktober) en druk op de overheidsfinanciën,
mede door sancties. De beleidscentrale van de centrale bank is verhoogd naar 21%.
Rusland besteedt ongeveer 8% van het bbp aan de oorlog.
Lidstaten uitten brede steun voor het akkoord dat is overeengekomen in G7-verband.
Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, riepen daarbij op om het sanctieregime snel
te verlengen en sterker in te zetten op de mobilisatie van Russische bevroren activa,
met nadruk op het uitbreiden van sancties naar de energie- en nucleaire sector en
het voorkomen van sanctieomzeiling. Nederland noemde daarbij dat zij Oekraïne politiek,
militair, financieel en moreel actief en onverminderd zal blijven steunen in tijd
van oorlog, herstel en wederopbouw, zolang als dat nodig is. Er werd door meerdere
lidstaten aangedrongen op een snelle afronding van het MoU en op aanvullende sanctiepakketten
tegen Rusland. Lidstaten benadrukten verder het belang van solidariteit en deling
van de lasten.
Het jaarverslag van het Europees Begrotingscomité
In de Ecofinraad heeft Niels Thygesen, de voorzitter van het Europees Begrotingscomité
(European Fiscal Board, EFB), het jaarverslag 2024 van de EFB toegelicht.10 De Commissie gaf aan zich grotendeels te kunnen vinden in de conclusies van het jaarverslag.
De Europese Centrale Bank (ECB) benadrukte het belang van goede implementatie van
de buitensporigtekortprocedures in het kader van de Europese begrotingsregels.
Raadsconclusies over EU-statistieken
De Raad heeft conclusies goedgekeurd11 over de voortgang die is geboekt met betrekking tot de statistische prioriteiten
van de EU, en heeft tegelijkertijd richtlijnen gegeven voor verder werk. Als hamerpunt
heeft de Raad ook een verordening aangenomen die tot doel heeft de ontwikkeling, productie
en verspreiding van Europese statistieken verder te verbeteren.
Terugkoppeling van de G20-bijeenkomst voor Ministers van Financiën op 23-24 oktober
2024
De Voorzitter en de Commissie hebben de Ministers geïnformeerd over de belangrijkste
resultaten van de vergadering van de G20-Ministers van Financiën en centrale bankgouverneurs,
die plaatsvond op 23-24 oktober 2024 in Washington. De Commissie benadrukte dat de
steun voor Oekraïne nog steeds breed wordt gedragen. Er werden zorgen geuit over de
wereldwijde economische situatie, de hoge schuldenniveaus en, met name in Europa,
de lage economische groei.
Bij de G20-vergadering is overeenstemming bereikt over de G20 Roadmap towards Bigger, Better and More Effective Multilateral Development Banks (MDBs), die wordt beschouwd als een van de belangrijkste uitkomsten van het Braziliaans
voorzitterschap van het Finance track. Er wordt al jaren gewerkt aan de versterking
van de multilaterale ontwikkelingsbanken, om deze beter in staat te stellen om mondiale
uitdagingen (zoals pandemierisico’s, fragiliteit en klimaatverandering) te adresseren.
Nederland steunt dit initiatief, dat o.a. tot balansoptimalisatie en operationele
hervormingen heeft geleid. De implementatie van deze roadmap, die de vervolgstappen in dit traject uitstippelt, zal nauwlettend worden gevolgd.
Daarnaast bekrachtigde de G20 de Note on the Lessons Learned from the First Cases Under the Common Framework, het gemeenschappelijke raamwerk voor de behandeling van schulden. Met betrekking
tot het IMF, werd de succesvolle herziening van de Poverty Reduction and Growth Trust (PRGT) verwelkomd. Er wordt bij het IMF verder gewerkt aan de herziening van quota,
waarbij het aankomende Poolse EU-voorzitterschap een belangrijke rol kan spelen in
het faciliteren van gesprekken over de positie van de EU-lidstaten. Er waren geen
interventies van lidstaten tijdens de bijeenkomst.
Ministeriële Bijeenkomst van de Europese Vrijhandelsassociatie
Op 9 november vond de jaarlijkse bijeenkomst plaats met de Ministers van Financiën
van de Europese Vrijhandelsassociatie (European Free Trade Association, EFTA). Bij deze bespreking waren de Ministers van Financiën van Noorwegen, Liechtenstein,
IJsland en Zwitserland uitgenodigd om in gesprek te gaan met de Ministers van Financiën
van de Europese Unie. De bijeenkomst vindt buiten de agenda’s van de Eurogroep en
Ecofinraad plaats.
De bijeenkomst behandelde belangrijke economische uitdagingen binnen zowel de EU en
EFTA-staten, met een focus op concurrentievermogen, arbeidsmarkten, vergrijzing, en
demografische trends. De Commissie lichtte toe dat de EU een bescheiden economische
groei met sterkere arbeidsmarkten doormaakt, terwijl inflatie daalt en geopolitieke
spanningen en klimaatverandering onzekerheid blijven veroorzaken. Demografie speelt
een cruciale rol: zonder migratie zou de arbeidsmarkt in de EU met 60 miljoen mensen
krimpen, wat leidt tot een daling van het potentiële bbp. Vergrijzing is een breed
ondervonden probleem, met name Oost- en Zuid-Europa. Innovatie, productiviteitsgroei
en de juiste vaardigheden zijn nodig om deze demografische verschuivingen op te vangen.
In de discussie benadrukten meerdere EFTA-landen het belang van een marktgebaseerde
economie, allocatieve efficiëntie, en het verbeteren van randvoorwaarden voor economische
groei. Verder werd de noodzaak voor stabiel begrotingsbeleid en het stimuleren van
private investeringen onderstreept. De landen pleitten voor beleidsmaatregelen die
lange loopbanen en levenslang leren bevorderen, evenals het gebruik van technologie
en robots in de publieke en private sector. Defensie-uitgaven en een robuuste begroting
worden gezien als noodzakelijke elementen in een veilige en welvarende toekomst.
Overig
Ontwikkelingen digitale euro
De digitale euro is niet besproken tijdens de Eurogroep en Ecofinraad van 4 en 5 november.
Op ambtelijk niveau gaan de raadsonderhandelingen ondertussen wel door. In september
en oktober is gesproken over diverse onderwerpen, waaronder het kostenmodel (regulering
van bepaalde vergoedingen). In november vindt een werkgroep plaats over aanhoudingslimieten
(het maximale aantal digitale euro’s dat gebruikers zouden kunnen aanhouden). Onder
het Hongaarse voorzitterschap zal niet worden ingezet op een Raadsakkoord. Op basis
van de missiebrief gericht aan de beoogd eurocommissaris voor Economie en Productiviteit,
Implementatie en Simplificatie Valdis Dombrovskis12, is de verwachting dat de nieuwe Europese Commissie snelle voortgang wil bereiken
op het digitale euro project. Nederland heeft in Europa steeds het belang van een
zorgvuldig wetgevingsproces benadrukt en zal dat blijven doen. Daarbij moet voldoende
aandacht worden besteed aan de belangrijke randvoorwaarden voor een digitale euro,
waaronder privacy-waarborgen en toegevoegde waarde, en voldoende betrokkenheid van
de private sector, die een belangrijke rol zal spelen in de mogelijke infrastructuur
voor een digitale euro.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën