Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de brief gemeente Utrecht inzake Tracébesluit A27/A12
36 600 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2025
Nr. 22
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 november 2024
Inleiding
Op het verzoek van 22 november 2024 van de vaste commissie voor Infrastructuur en
Waterstaat1 ontvangt u hierbij een inhoudelijke reactie op de brief van het college van burgemeester
en Wethouders van de gemeente Utrecht aan de gemeenteraad van Utrecht over het Tracébesluit
A27/A12 Ring Utrecht van 20 november 2024.
De teleurstelling bij de regio over het afwijzen van hun alternatief is begrijpelijk.
De inhoud laat echter geen andere keuze. Hierbij ontvangt u een toelichting waarom
dit alternatief niet kan worden uitgevoerd.
De Ring Utrecht is van groot belang voor doorgaand en voor bestemmingsverkeer (draaischijf
Nederland). Op zowel de A27 als de A12 passeren gemiddeld op een doordeweekse dag
ongeveer 220.000 voertuigen. Het verkeer komt uit diverse richtingen samen. De hoeveelheid
verkeer neemt ook op de langere termijn verder toe. Daardoor zal de vertraging door
files naar verwachting ongeveer verdrievoudigen en verslechtert de verkeersveiligheid.
In de regio Utrecht is er bovendien een grote woningbouwopgave.
In 2016 is het Tracébesluit A27/A12 Ring Utrecht vastgesteld. Hieraan voorafgaand
heeft een alternatievenafweging plaatsgevonden. Daarbij zijn ook alternatieven onderzocht
waarbij de bak niet wordt verbreed. Deze voldeden niet aan de doelstellingen voor
verkeersveiligheid en doorstroming. Hier zijn vele debatten met de Tweede Kamer over
geweest. Een Kamermeerderheid heeft zich voor het plan voor de verbreding uitgesproken.
De totstandkoming van het voorkeursalternatief en het trechteringsproces zijn ook
gedocumenteerd en voorgelegd aan onder meer de commissie Schoof en de Commissie m.e.r.
en toegestuurd aan de Tweede Kamer2.
Beoordeling regio- alternatief
Ik realiseer mij dat Utrechters zeer verknocht zijn aan Amelisweerd. Mede om deze
reden heeft de regio eind vorig jaar een alternatief voor de aanpak van de Ring Utrecht
gepresenteerd, waarbij de bak bij Amelisweerd niet wordt verbreed. Het vorig jaar
door de regio gepresenteerde alternatief is getoetst. Op basis hiervan hebben gesprekken
met de regio plaatsgevonden en is het resultaat van de toets ook bestuurlijk met de
regio besproken. De Kamer heeft de toets van het alternatief ontvangen3.
Zoals eerder aangegeven aan de Kamer zijn het Alternatief, en eerdere onderzochte
varianten, niet gelijkwaardig aan het Tracébesluit. Het door de regio gepresenteerde
alternatief is onvoldoende verkeersveilig, draagt niet voldoende bij aan het bereikbaarheidsprobleem
en voldoet niet aan de eisen voor het ontwerp voor snelwegen. Gezien de in de eerdere
brief en het bevindingenrapport genoemde punten acht ik een positieve besluitvorming
over het regio- alternatief niet haalbaar. Ook zou het leiden tot vertraging, zonder
voldoende zicht op een reële oplossing en daarmee tot een risico voor andere besluitvormingstrajecten.
Onder andere ook over woningbouw in Utrecht. In de eerdere alternatievenafweging is
een variant met 12 rijstroken binnen de bak, zoals opgenomen in het Alternatief van
de regio, al meermaals uitgebreid onderzocht. Steeds is vastgesteld dat deze varianten
niet verkeersveilig zijn4. Daarom wordt aan het Tracébesluit vastgehouden. Omdat het alternatief niet veilig
realiseerbaar is wil ik het alternatief ook niet uitvoeren.
Onderstaand ga ik in op de belangrijkste punten van de gemeente.
Alternatief niet verkeersveilig
De gemeente geeft aan dat het regioalternatief ongeveer even verkeersveilig is als
het Tracébesluit. Het alternatief ontwerp is voor verkeersveiligheid niet gelijkwaardig
ten opzichte van het Tracébesluit. Het ontwerp voldoet op belangrijke onderdelen niet
aan de richtlijnen voor een verkeersveilig ontwerp en de Europese Overeenkomst inzake
internationale hoofdverkeerswegen5. Ook niet bij de door de regio voorgestelde snelheid van 80 km/uur. In het alternatief
wordt het ontweven van verkeer losgelaten (belangrijk voor verkeersveiligheid en doorstroming).
De rijstroken zouden met het alternatief te krap worden6. In combinatie met de vele wisselingen van (vracht)verkeer uit verschillende richtingen
over zes rijstroken op een te kort wegvak maakt dat het verkeer niet verkeersveilig
kan worden afgewikkeld. In het alternatief zijn vluchtstroken opgenomen, maar deze
vluchtstroken zijn te smal om uit te kunnen stappen en te vluchten bij calamiteiten.
Verschillende bochten in het alternatief zijn te scherp met een te sterke helling.
Het Bevindingenrapport geeft aan dat een snelheidsverlaging naar 80 km/uur in combinatie
met een weefvak leidt tot een negatief effect op de verkeersveiligheid. Het geheel
is voor de weggebruiker onoverzichtelijk en niet veilig. De verkeersveiligheidsanalyse
in het regio- voorstel is methodisch gezien niet op een juiste manier uitgevoerd7. In het proces rond het huidige Tracébesluit zijn ook alternatieven onderzocht binnen
de bak, waarbij de maximumsnelheid wordt verlaagd. Deze alternatieven zijn afgevallen
omdat ze onvoldoende basis bieden voor een verkeersveilig ontwerp. Bij het regioalternatief
is dit ook de conclusie.
Bereikbaarheid en doorstroming
In het regio- alternatief wordt ingezet op reductie van automobiliteit. Daarbij is
vanuit de regio aangegeven dat de daarvoor voorgestelde maatregelen onlosmakelijk
onderdeel uitmaken van het alternatief. Onder andere wordt daarvoor uitgaan van de
invoering van Betalen Naar Gebruik (kilometerheffing). Dit past niet binnen de bestaande
met de Kamer afgestemde uitvoeringskaders (de door de Kamer aangenomen motie Van Kent
dat geen vorm van rekeningrijden moet worden ingevoerd8). Ook is een variant gepresenteerd zonder Betalen Naar Gebruik. Hierbij zijn de effecten
in reductie van autoverkeer door de genomen maatregelen echter sterker dan op basis
van eerdere studies aannemelijk wordt geacht.
Vertraging oplossen problematiek/impact woningbouw
Het Tracébesluit A27/A12 Ring Utrecht is het uitgangspunt voor alle actuele (woningbouw)
plannen. De gemeente geeft aan dat het regio- voorstel sneller zou zijn te realiseren.
Het regio- voorstel wijkt dusdanig af dat dit naar verwachting een nieuw voorkeursbesluit
en een nieuw Tracébesluit vergt. Het is de verwachting dat het 5–7 jaar zal duren
om het regio- alternatief uit te werken. Potentieel kan dit gevolgen hebben voor de
woningbouw. Het ontwerp wijkt teveel af om binnen de lopende procedure van het Tracébesluit
te kunnen worden opgenomen als wijziging. Reeds vastgestelde en nieuwe (woningbouw)plannen
in en rond Utrecht gaan uit van realisatie van het Tracébesluit. Bij het starten van
een nieuwe procedure voor een alternatief ontbreekt de verkeerskundige en juridische
onderbouwing (het huidige Tracébesluit) voor deze plannen en projecten. De bereikbaarheidsopgave
voor de plannen wordt groter. Nieuwe uitgangspunten onder de Omgevingswet leiden naar
verwachting tot minder of lagere geluidschermen dan in het Tracébesluit9.
Natuur en Landschap
In het Tracébesluit zoals het nu bij de rechter ligt, wordt een strook bomen gekapt
en de natuur uitgebreid. In het alternatief wordt deze strook niet gekapt. Weliswaar
moet voor het Tracebesluit een strook bomen worden gekapt. Daar staat tegenover dat
de weg in het Tracébesluit deels een groene overkapping krijgt. De natuur die verdwijnt
wordt meer dan gecompenseerd. Het eindplaatje is daarmee groener dan het nu is en
dat vind ik van groot belang.
Ten slotte
Het Tracébesluit ligt nu bij de rechter. Het is nu eerst aan de rechter om tot een
oordeel te komen. Dit is van belang om op korte termijn duidelijkheid te krijgen over
de aanpak van de Ring Utrecht. Vertraging vind ik ongewenst. Daarom wordt aan het
Tracébesluit vastgehouden. Omdat het alternatief niet veilig realiseerbaar is wil
ik het alternatief ook niet uitvoeren.
Graag blijf ik met de regio in gesprek over de brief over het Tracébesluit en de brede
mobiliteitsopgave in de regio Utrecht.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat