Brief regering : Stand van zaken opheffen onrechtmatigheid uitvoering exportkredietverzekering
26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Nr. 440
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 november 2024
Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en
                  Ontwikkelingshulp (BHO), over de comptabele onrechtmatigheid bij de uitvoering van
                  de exportkredietverzekering (ekv) en het onderzoek naar de opheffing daarvan.
               
Comptabele onrechtmatigheid uitvoering ekv
De uitvoering van de ekv is belegd bij Atradius Dutch State Business (ADSB). De Raad
                  van State heeft in 2007 al vastgesteld dat de aanbestedingsregels van toepassing zijn
                  en in 2023 heeft de Algemene Rekenkamer geconstateerd dat de huidige (niet-aanbestede)
                  ekv-uitvoering comptabel onrechtmatig is. De Kamer is hierover geïnformeerd per Kamerbrief
                  van 14 juni 2023.1
Mede naar aanleiding van vragen van het bedrijfsleven en ADSB heeft het Ministerie
                  van Financiën aan de Landsadvocaat gevraagd nader onderzoek te doen naar de aanbestedingsverplichting
                  en de mogelijke toepasbaarheid van uitzonderingen op deze verplichting. Het advies
                  van de Landsadvocaat treft u bijgaand aan. De Landsadvocaat concludeert dat de huidige
                  ekv-uitvoering niet valt onder één van de uitzonderingen. De Landsadvocaat bevestigt
                  daarmee dat de huidige ekv-uitvoering aanbestedingsplichtig is. Het advies van de
                  Landsadvocaat zal ook met het bedrijfsleven en ADSB worden gedeeld en toegelicht,
                  met als doel om samen toekomstgericht te werken aan een oplossing hiervan.
               
Verkenning oplossen comptabele onrechtmatigheid
Het kabinet is van mening dat de comptabele onrechtmatigheid moet worden opgelost.
                  Het in stand houden hiervan past niet bij een ordentelijk overheidsbeleid en is geen
                  duurzame situatie. Deze situatie leidt tot onzekerheid voor alle betrokken partijen.
                  Het vorige kabinet heeft daarom eerder aan uw Kamer medegedeeld dat de huidige uitvoering
                  van de ekv moet worden herzien en dat er een project is gestart om de verschillende
                  uitvoeringsopties van de ekv te verkennen.2 Deze uitvoeringsopties worden getoetst op een aantal criteria (in lijn met het beleidskompas):
                  1) rechtmatigheid, 2) doeltreffendheid, 3) doelmatigheid en 4) uitvoerbaarheid.
               
De bovenstaande verkenning wordt thans uitgevoerd. Er worden meerdere toekomstopties
                  onderzocht, variërend van een aanbesteding op de private markt tot het oprichten van
                  een staatsdeelneming. Gezien de complexiteit van de materie is een zorgvuldige analyse
                  en draagvlak onder (huidige en potentiële) gebruikers essentieel. Een besluit over
                  de toekomst van de ekv-uitvoering wordt zorgvuldig voorbereid.
               
Het kabinet wil de toekomst van de ekv-uitvoering niet alleen bezien vanuit het onrechtmatigheidsvraagstuk.
                  De verkenning biedt ook kansen om te bezien op welke wijze de ekv-dienstverlening
                  duurzaam kan blijven bijdragen aan de versterking van de internationale concurrentiepositie
                  van Nederlandse ondernemingen. Het internationale speelveld is van belang voor de
                  positie van de Nederlandse ekv-uitvoerder. Daarom heeft mijn voorganger een onafhankelijke
                  onderzoeker3 gevraagd om de verschillende uitvoeringsmodaliteiten van exportkredietverzekeraars
                  in OESO-landen in kaart te brengen. De uitkomsten van het onderzoek treft u bijgaand
                  aan. Uit dit onderzoek blijkt dat het private agent model, zoals in Nederland het geval, steeds minder voorkomt. Veel OESO-landen hebben
                  er namelijk voor gekozen om de uitvoering onder te brengen in een publieke entiteit
                  zoals een staatsdeelneming of een zelfstandig bestuursorgaan.4 De bevindingen uit het onderzoek worden in de verkenning naar een toekomstoptie meegewogen.
               
Het kabinet vindt het van belang dat de ervaringen van het bedrijfsleven en ADSB worden
                  meegewogen bij de verkenning naar een toekomstoptie voor de ekv-uitvoering. Dit is
                  belangrijk voor het maken van een weloverwogen keuze en het creëren van draagvlak.
                  Bij elke toekomstoptie geldt dat de continuïteit en kwaliteit van de ekv-dienstverlening
                  behouden moet blijven. De inzet van het kabinet is gericht op optimaal behoud van
                  kennis en expertise.
               
Tot slot
Het streven is om de verkenning naar een andere ekv-uitvoering voor de zomer van 2025
                  af te ronden. Uw Kamer zal vervolgens worden geïnformeerd over de uitkomsten.
               
Het kabinet benadrukt dat de continuïteit van de huidige dienstverlening door ADSB
                  geborgd is. De comptabele onrechtmatigheid heeft geen gevolgen voor de overeenkomsten
                  die de Staat met ADSB gesloten heeft: deze zijn juridisch bindend. De juridische verplichtingen
                  die volgen uit die overeenkomsten worden door de Staat nagekomen. Dit geldt ook voor
                  de polissen die door ADSB namens de Staat zijn of worden afgesloten.
               
De overeenkomst met ADSB wordt pas opgezegd nadat er een definitieve keuze is gemaakt
                  over de toekomst van de ekv-uitvoering. Er geldt vervolgens een contractuele opzegtermijn
                  van drie kalenderjaren. Dat betekent dat de ekv-uitvoering contractueel tenminste
                  tot en met 2028 bij ADSB is belegd.
               
De Minister van Financiën,
                  E. Heinen
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 E. Heinen, minister van Financiën
