Brief regering : Toezegging aanpak gratis betalingsherinnering commissiedebat Armoede- en Schuldenbeleid
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 915
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 november 2024
Tijdens het commissiedebat Armoede- en Schuldenbeleid op 17 oktober 2024 heeft het
Kamerlid De Jong (PVV) gevraagd naar de planning van de invoering van de gratis betalingsherinnering.
Deze betalingsherinnering is aangekondigd in het regeerprogramma en geeft de mogelijkheid
aan het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) een herinnering te versturen voordat
ophogingen in rekening worden gebracht. De Staatssecretaris Rechtsbescherming heeft
de vaste Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid toegezegd nog voor de begrotingsbehandeling
van het Ministerie van Justitie en Veiligheid met nadere informatie te komen over
de aanpak van de gratis betalingsherinnering. Met deze brief doe wij deze toezegging
gestand.
In deze brief gaan wij in op nut en noodzaak van een gratis betalingsherinnering en
staan wij stil bij de stappen die we de komende tijd samen met het CJIB gaan zetten
om tot invoering van een dergelijke brief te komen.
De gratis betalingsherinnering
Onder een gratis betalingsherinnering (hierna: «betalingsherinnering») wordt de eerste
herinnering om een geldschuld te betalen verstaan. Bij deze herinnering worden geen
extra kosten bij mensen in rekening gebracht.
Zoals in het Regeerprogramma is opgenomen, is voor dit kabinet het uitgangspunt dat
de overheid meer ruimte en vertrouwen geeft aan burgers, professionals en ondernemers.
Direct contact en een rechtvaardige, menselijke overheid moeten voorop staan in de
dienstverlening van diezelfde overheid. Deze dienstverlening is de afgelopen jaren
een belangrijk thema geworden. Ook bij het CJIB staat hoogwaardige en persoonsgerichte
dienstverlening centraal bij het uitvoeren van zijn taken, waaronder het innen van
geldelijke sancties.
Een groot deel van de uitvoeringsorganisaties verstuurt al een betalingsherinnering.
Wij vinden het van belang dat het CJIB dit ook gaat doen.
Hoewel verhogingen kunnen worden voorkomen door op tijd te betalen of een betalingsregeling
te treffen, begrijpen wij dat mensen door verschillende omstandigheden soms niet tijdig
betalen en dat de wettelijk bepaalde ophogingen dan fors kunnen zijn. Wij zien invoering
van de betalingsherinnering als een belangrijke aanvulling op de dienstverlening van
het CJIB en de al bestaande mogelijkheden in het kader van maatschappelijk verantwoorde
invordering. Het ontbreken van een betalingsherinnering knelt ook voor mensen met
schulden. Een betalingsherinnering kan een extra kans zijn om op tijd in actie te
komen en contact op te nemen met het CJIB voor het treffen van een betalingsregeling.
In het regeerprogramma is daarom aangekondigd dat het CJIB in staat zal worden gesteld
een betalingsherinnering te sturen voordat ophogingen in rekening worden gebracht.
Op deze manier worden mensen niet direct met extra kosten geconfronteerd als zij een
keer vergeten tijdig te betalen en wordt de kans op tijdige betaling mogelijk vergroot.
Het gaat om een betalingsherinnering voor zowel Wahv-boetes als strafrechtelijke geldelijke
sancties, zoals een geldboete of schadevergoedingsmaatregel.1
Stappenplan invoering
Voor onder andere de betalingsherinnering is in het regeerprogramma 19 miljoen euro
gereserveerd uit de envelop «Groepen in de knel», waarvoor in totaal structureel 75
miljoen euro beschikbaar is gesteld.2 In 2026 is 10 miljoen euro gereserveerd voor ons ministerie voor de betalingsherinnering
en de mogelijkheid om ophogingen bij Wahv-boetes in gevallen van aantoonbare overmacht
kwijt te kunnen schelden. Vanaf 2027 is dat structureel 19 miljoen euro per jaar.
Deze middelen zullen naast het bekostigen van uitvoeringskosten bij het CJIB worden
gebruikt voor het opvangen van verminderde ontvangsten. Een deel van de mensen die
nu een eerste verhoging opgelegd krijgt en alsnog de geldelijke sanctie en verhoging
betalen, zal na ontvangst van een betalingsherinnering namelijk wel betalen.
De komende tijd werken wij samen met het CJIB de betalingsherinnering uit voor zowel
Wahv-boetes als strafrechtelijke geldelijke sancties en de kosten daarvan. Voor het
moment van verzending van de betalingsherinnering zijn twee verschillende opties mogelijk:
een herinnering voorafgaand aan het verlopen van de betaaltermijn of een herinnering na afloop van de van de betalingstermijn. Deze laatste optie vereist waarschijnlijk een wetswijziging.
Daarnaast zal de betaaltermijn worden bepaald die bij de betalingsherinnering wordt
gegeven voordat – bij gebreke van betaling – alsnog een ophoging in rekening wordt
gebracht. Het CJIB zal daarnaast de nodige aanpassingen in de ICT en de bedrijfsvoering
voorbereiden. Ook zal het CJIB klantonderzoek uitvoeren om te testen of de tekst van
de betalingsherinnering voldoende aanzet tot de gewenste actie – tijdig betalen –
en dus ophoging voorkomt. De dienstverlening van het CJIB moet immers aansluiten bij
wat mensen en bedrijven nodig hebben om hun Wahv-boetes en strafrechtelijke geldelijke
sancties te betalen. Heldere en toegankelijke informatie staat daarbij voorop.
Doordat de benodigde financiële dekking pas beschikbaar komt vanaf 2026 is het niet
mogelijk eerder dan dat jaar te beginnen met het versturen van een betalingsherinnering.
Verminderde ontvangsten zullen op de eigen begroting van ons ministerie moeten worden
opgevangen als eerder dan 2026 wordt gestart met de betalingsherinnering. Daarvoor
is geen financiële ruimte.
Wij zullen uw Kamer in het eerste kwartaal van 2025 informeren over de nadere uitwerking
en invoering van de betalingsherinnering voor het CJIB.
Tot slot
In de brief de wij in het eerste kwartaal van volgend jaar zullen sturen komen wij
ook terug op de uitwerking van de mogelijkheid voor het CJIB om de ophogingen bij
Wahv-boetes kwijt te kunnen schelden indien sprake is van aantoonbare overmacht. Wij
zetten ons ervoor in om hiermee al eerder, in juni 2025, te starten.
Daarnaast zullen wij in deze brief terugkomen op de motie Palmen.3 In het regeerprogramma is geen geld beschikbaar gesteld voor verlaging van de ophogingenpercentages
bij Wahv-boetes. Naar aanleiding van de motie Palmen hebben wij het CJIB gevraagd
scenario’s voor verlaging van de ophogingenpercentages uit te werken.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
T.H.D. Struycken
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
I. Coenradie
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid