Brief regering : Kamerbrief Emancipatie
30 420 Emancipatiebeleid
Nr. 414
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 november 2024
In Nederland moet je jezelf kunnen zijn, verliefd kunnen worden op wie je wilt en
je kunnen ontwikkelen tot wie je wilt zijn. Daar staan wij als land wereldwijd om
bekend. Die vrijheid lijkt echter af te nemen, want in de praktijk voelt lang niet
iedereen zich hier vrij en veilig genoeg voor. Vanuit de samenleving bereiken mij
regelmatig verhalen van mannen die niet meer hand in hand op straat durven lopen.
Jongeren die zich niet vrij voelen om uit de kast te komen. Onveilige situaties op
school. Mensen die uit angst voor de reacties van binnen én buiten hun eigen gemeenschap
niet meer zichtbaar zichzelf durven zijn. Vrouwen die bepaalde plaatsen vermijden
omdat ze er geïntimideerd worden. En op de werkvloer is het helaas nog steeds geen
vanzelfsprekendheid dat mannen en vrouwen bij gelijk presteren gelijk worden behandeld.
Dit is niet ons Nederland. Gelijke behandeling, gelijke kansen en veiligheid van iedereen
staan in ons land niet ter discussie. Daar trekken we samen een duidelijke grens.
Wie je ook bent en op wie je ook verliefd wordt: je mag er zijn, je mag je eigen keuzes
maken en je staat niet alleen. En daar waar sprake is van onveilige situaties of discriminatie,
pakken wij dat aan.
In deze brief informeer ik uw Kamer over de prioriteiten en uitgangspunten van het
emancipatiebeleid.
1. Het doel van emancipatie
Emancipatie gaat over toegroeien naar een samenleving waar personen of groepen vrij
en zelfstandig kunnen leven en waarbij eenieder ruimte heeft om eigen keuzes te maken.
Een grote meerderheid van de Nederlandse bevolking wil dat mensen zichzelf kunnen
zijn en gelijk behandeld worden, ongeacht hun achtergrond, geslacht of seksuele gerichtheid.
Als kabinet blijven we ons hiervoor inzetten. De cijfers laten zien dat onze inspanning
nodig blijft. Zo hebben vrouwen bijvoorbeeld nog altijd geen gelijke kansen op de
arbeidsmarkt. De acceptatie van lhbtiq+ personen onder jongeren lijkt achteruit te
gaan en veel lhbtiq+ personen voelen zich onveilig.1 In Nederland krijgen lhbtiq+ personen regelmatig te maken met verschillende vormen
van fysiek of verbaal geweld.2
Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen heeft ooit seksueel grensoverschrijdend
gedrag meegemaakt.3 Vrouwen zijn vijf keer vaker dan mannen slachtoffer van fysiek seksueel geweld in
de leeftijd van 18 tot 24 jaar.4 Bij bijna 80% van de moorden op vrouwen (femicide) worden deze gepleegd door (ex-)partners
of familieleden.5
Dat moet beter. In de rechtsstaat Nederland is gelijke behandeling verankerd in onze
Grondwet en verschillende mensenrechtenverdragen. De opdracht van emancipatie past
daarmee in de taak van de overheid om gelijkheid te bevorderen en deze verdragen na
te leven en te versterken, zodat iedereen op een volwaardige, gelijke en veilige manier
kan deelnemen aan onze samenleving.
2. Prioriteiten
Het kabinet kiest in het verlengde van het Hoofdlijnenakkoord (bijlage bij Kamerstuk
36 471, nr. 37) en het Regeerprogramma (bijlage bij Kamerstuk 36 471, nr. 96) voor twee prioriteiten in het emancipatiebeleid: i)
iedereen moet veilig kunnen zijn, en ii)
iedereen moet volwaardig kunnen meedoen.
i. Iedereen moet veilig kunnen zijn
Iedereen in Nederland heeft het recht om overal veilig te zijn: op straat, op de werkvloer,
op school, in de privésfeer, in het uitgaansleven, in de sport, en online. Er is geen
plaats voor geweld en discriminatie. Bescherming tegen discriminatie is verankerd
in Artikel 1 van de Grondwet en in de Algemene Wet Gelijke Behandeling.
Daarom neemt het kabinet extra maatregelen om geweld tegen lhbtiq+ personen tegen
te gaan. Dit najaar geef ik samen met mijn collega van JenV vorm aan het vervolg van
het Actieplan Veiligheid lhbti 2019–2022. Daarnaast worden maatregelen genomen om
kwetsbare jongeren te beschermen die worden gedwongen hun seksuele gerichtheid te
onderdrukken. Ook investeert dit kabinet in de bestendiging van de aanpak door de
politie van alle vormen van discriminatie en racisme, door het Expertisecentrum Aanpak
Discriminatie Politie (ECAD-P) structureel te financieren en het programma «Politie
voor Iedereen» voort te zetten. Daarbinnen speelt het Netwerk Divers Vakmanschap een
grote rol, met onder andere «Roze in Blauw». Daarnaast is de veiligheid van lhbtiq+
asielzoekers in de asielopvang een aandachtspunt.
De oorzaken van de ervaren daling van acceptatie van lhbtiq+ personen en van geweld
tegen lhbtiq+ personen zijn complex. Religieuze en culturele factoren, leeftijd, geslacht,
opleidingsniveau en sociaaleconomische status spelen een rol bij de houding tegenover
lhbtiq+ personen. Een negatieve houding tegenover lhbtiq+ personen is echter nog niet
hetzelfde als overgaan tot geweld. In recent onderzoek komt het WODC6 op basis van strafdossiers tot vier daderprofielen van geweldsplegers, waarin motieven
en aanleidingen voor geweld worden gestructureerd: «afkeer van lhbtiq+»,«schelden
als reflex», «groepsagressie» en «grappen ten koste van». Daders zijn bijna allen
man, vaak minderjarig of jongvolwassen waarvan een deel bij de ouders woont, en hebben
vaak strafrechtelijke antecedenten. Daarbij geeft een klein deel van de daders expliciet
aan een religie te belijden. Volgens de onderzoekers is de mate waarin religie een
rol speelt bij lhbtiq+-gerelateerd geweld echter moeilijk te duiden. Om beter inzicht
te krijgen in deze complexiteit laat ik, mede zoals toegezegd in de schriftelijke
vragen van het lid Becker (VVD)7 en verzocht in de motie Eerdmans8, verder onderzoek doen naar de oorzaken van de dalende acceptatie van lhbtiq+ personen
onder jongeren, met daarin aandacht voor de rol van conservatieve denkbeelden en sociale
media. De resultaten verwacht ik voor de zomer van 2025 met uw Kamer te delen.
Samen met mijn collega-bewindspersonen zet ik mij in voor de bestrijding van geweld
tegen vrouwen, huiselijk geweld, femicide en schadelijke praktijken, zoals eergerelateerd
geweld, huwelijksdwang en vrouwelijke genitale verminking.
Veel van de in 2023 gemelde zaken van eergerelateerd geweld in Nederland vonden plaats
in een Syrische, Turkse of Marokkaanse gemeenschap.9 En het risico op genitale verminking is groter onder tweede generatie meisjes afkomstig
uit Somalië, Egypte, Ethiopië, Sierra Leone en Guinee.10 Eergerelateerd geweld en genitale verminking zijn verwerpelijke culturele praktijken
en hebben niets te maken met de vrijheid van godsdienst. Dergelijke praktijken worden
door het kabinet hard bestreden.
Voor het voorkomen en aanpakken van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel
geweld voer ik samen met de bewindslieden van SZW, VWS en JenV het Nationaal Actieprogramma
Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld uit. Dit programma loopt
tot eind 2026. Regeringscommissaris Mariëtte Hamer blijft ook tot dat moment in functie.
In het onderwijs is de veiligheid van leerlingen en studenten een voorwaarde om überhaupt
tot leren te kunnen komen en zich optimaal te kunnen ontplooien. Ongeacht wie je bent,
waar je wortels liggen, van wie je houdt en of je man of vrouw bent of je geen van
beiden voelt. Het is onacceptabel dat dit niet voor alle leerlingen en studenten vanzelfsprekend
is. Pesten, discrimineren en (seksueel) grensoverschrijdend gedrag komen helaas nog
veel te vaak voor. Het bevorderen van sociale veiligheid in het onderwijs is één van
mijn speerpunten. Met het Wetsvoorstel «Vrij en veilig onderwijs» komt er een meldplicht
voor ernstige incidenten en een verplichte aanstelling van vertrouwenspersonen in
het funderend onderwijs. In dit wetsvoorstel wordt ook de bestaande meldplicht voor
zedenmisdrijven uitgebreid van minderjarigen naar alle leerlingen en studenten, en
naar seksuele intimidatie. Mbo-, hbo- en wo-instellingen krijgen een zorgplicht voor
sociale veiligheid. Daarnaast is het belangrijk dat kinderen al vanaf een jonge leeftijd
leren hoe je respectvol met elkaar omgaat en hoe je wensen en grenzen kunt aangeven.
Het bieden van neutrale en leeftijdsadequate relationele en seksuele vorming draagt
eraan bij dat kinderen respectvol leren omgaan met elkaar, ook in het vervolgonderwijs
en hun verdere leven.
ii. Iedereen moet volwaardig kunnen meedoen
Iedereen in Nederland heeft het recht om in vrijheid eigen keuzes te maken, en volwaardig
mee te doen in de samenleving. Vrouwen zijn de afgelopen decennia steeds vaker economische
zelfstandig geworden. De arbeidsparticipatie van vrouwen is gestegen, en er zijn steeds
meer vrouwen in topfuncties. Maar van gelijkheid van vrouwen op de arbeidsmarkt is
nog lang geen sprake. Zowel voor de individuele ontplooiingskansen als voor de samenleving
valt hier nog veel te winnen. Zorg voor kinderen, mantelzorg, en vrijwilligerswerk
zijn van grote waarde. Dit alles kan leiden tot een bewuste keuze om minder te werken,
al dan niet tijdelijk. Het staat eenieder vrij om daarin een eigen afweging te maken.
Er zijn echter nog altijd verwachtingen en stereotiepe rolpatronen die het vanzelfsprekend
maken dat vrouwen degenen zijn die in deeltijd werken en meer zorgtaken op zich nemen.
Dit kan een belemmering zijn voor bestaanszekerheid en economische zelfstandigheid
van vrouwen. Al in de schoolloopbanen van jongens en meisjes bestaan grote verschillen;
zij kiezen relatief vaak typische «mannen- en vrouwenopleidingen en beroepen».11 Dit kan leiden tot belemmeringen in het maken van eigen keuzes en daarmee tot onderbenutting
van wat kinderen en jongeren in hun mars hebben. Omwille van vrije keuze en omwille
van de tekorten op de arbeidsmarkt willen we die stereotypen doorbreken. Daarom versterken
en herwaarderen we het praktijkgericht onderwijs met een nadruk op techniek en technologie.
Daarnaast sluit dit kabinet een pact in het mbo om studenten op te leiden voor strategische
tekortsectoren, waarbij bijzondere aandacht is voor vrouwen in de technieksector.
Ook willen we meer mannen voor de klas door de pabo voor hen aantrekkelijker te maken.
Het kabinet vindt dat meer werken ook meer moet lonen. Wij stimuleren dit bijvoorbeeld
door pilot met een voltijds- en meerurenbonus in het onderwijs. Het Groeifondsproject
Meer Uren Werkt! richt zich op het wegnemen van praktische belemmeringen om meer uren werken mogelijk
te maken. Om de ongelijke verdeling van arbeid en zorg te verbeteren zet het kabinet
in op de stelselherziening van de kinderopvang en de vereenvoudiging van het verlofstelsel.
Daarnaast hebben werkende vrouwen niet altijd gelijke kansen. Gemiddeld verdienen
vrouwen nog steeds minder per uur dan mannen. Zelfs bij gelijke taken en prestaties
komt dat voor. Het kabinet implementeert daarom de EU Richtlijn Loontransparantie.
Deze richtlijn bevat transparantieverplichtingen voor werkgevers, waardoor werkgevers
en werknemers hierin meer inzicht kunnen krijgen en loonverschillen worden tegengegaan.
Ook de participatie van vrouwen in topposities blijft nog achter. Wij houden de positie
van vrouwen in topposities nauwkeurig in de gaten en evalueren de Wet «Evenwichtiger
verhouding tussen mannen en vrouwen in bestuur en raad van commissarissen» vijf jaar
na de inwerkingtreding daarvan.12
Vooral vrouwen met weinig opleiding, sommige groepen vrouwen met een migratieachtergrond
en alleenstaande moeders bevinden zich vaak in een kwetsbare economische positie.
In sommige monoculturele hechte of gesloten gemeenschappen vinden vormen van onvrijheid
plaats die onacceptabel zijn, ook los van fysiek geweld zoals beschreven in de vorige
paragraaf. Dit kabinet staat voor de vrijheid van godsdienst, maar ziet ook de noodzaak
meisjes en vrouwen te beschermen tegen de dwang die soms kan uitgaan van religieuze
voorschriften. Deze leggen vrouwen en meisjes vaak meer beperkingen op dan mannen
en jongens. Bijvoorbeeld over of ze alleen uit mogen gaan, over wat zij niet of juist
wel moeten dragen, of seks voor het huwelijk geoorloofd is, of ze mogen werken en
of ze zelf mogen beslissen over hun geld. Afwijken van de culturele of religieuze
norm zet het recht op zelfbeschikking van het individu hierbij onder druk. Daarom
zet het kabinet bijvoorbeeld in op een verandering «van binnenuit» met mensen die
zelf onderdeel zijn van zulke gemeenschappen. Ook wordt ingezet op het bevorderen
van financiële zelfredzaamheid van vrouwen, die zich in deze gemeenschappen vaak in
een afhankelijkheidssituatie bevinden.13 De inzet op zelfbeschikking en het tegengaan van schadelijke praktijken is onderdeel
van de bredere actieagenda integratie, waarover de Kamer volgend jaar uitgebreider
geïnformeerd wordt.14 In die actieagenda laat het kabinet zien dat het voor een vrij en veilig Nederland
is waar je mag zijn wie je bent, mag houden van wie je wilt en waar wordt onderschreven
dat mannen en vrouwen gelijke rechten hebben.
3. Vooruitblik
Als Staatssecretaris voor Emancipatie en coördinerend bewindspersoon zal ik namens
het kabinet voor de zomer van 2025 een Emancipatienota met uw Kamer delen. In deze
nota zal ik samen met collega-bewindspersonen de concrete doelen en maatregelen op
het gebied van emancipatie voor de huidige kabinetsperiode uitwerken. Vanzelfsprekend
heb ik daarbij oog voor de situatie in Europees en Caribisch Nederland en ga ik in
gesprek met maatschappelijke organisaties.
Tot slot geef ik u graag een overzicht van wat uw Kamer de komende maanden, tot aan
de Emancipatienota, zal ontvangen:
• Tweede Voortgangsrapportage van het Nationaal Actieprogramma Aanpak Seksueel grensoverschrijdend
gedrag en seksueel geweld;
• Mid-term review Strategische Partnerschappen 2022–2027.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap