Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de notitie 'Verdroging en drinkwateronttrekking zijn belangrijke obstakels voor natuurherstel' van SLN
33 576 Natuurbeleid
Nr. 400
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 november 2024
Op 6 september 2024 heeft de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid
en Natuur verzocht een reactie te geven op de notitie «Verdroging en drinkwateronttrekking
zijn belangrijke obstakels voor natuurherstel» van stichting Samenleving, Landbouw
en Natuur (kenmerk 2024Z12237/2024D31512). Hierbij voldoe ik aan dit verzoek.
De notitie stelt dat verdroging, veroorzaakt door drinkwateronttrekking, een grotere
bedreiging vormt voor natuurherstel dan stikstofdepositie. Er wordt gesteld dat de
grondwaterstand aanzienlijk daalt door de grootschalige onttrekking van grondwater,
wat leidt tot droogteschade, verzuring van de bodem door calciumonttrekking en verstoring
van het stikstofafbraakproces (denitrificatie). SLN pleit voor heroverweging van drinkwaterwinning
in natuurgebieden en benadrukt dat effectieve natuurherstelmaatregelen zich vooral
moeten richten op het tegengaan van verdroging in plaats van enkel stikstofreductie.
Verdroging is inderdaad een belangrijke drukfactor voor de natuur. De waterhuishouding
in een gebied bepaalt de beschikbaarheid van water in de bodem en speelt een cruciale
rol in het behoud van ecosystemen.
In de herstelstrategieën voor beschermde natuur1 wordt onderkend dat niet alleen stikstof maar ook verdroging kan leiden tot onder
andere verzuring en verruiging van de vegetatie. Mede daarom worden vernattingsmaatregelen
ingezet om gebieden met een overbelasting door stikstof te verbeteren. Door een andere
drukfactor (met vergelijkbaar effect) aan te pakken, kan de natuurkwaliteit verbeteren,
ook al is het stikstofprobleem nog niet opgelost.
Tegelijk is duidelijk dat stikstof een belangrijke drukfactor is. Zie bijvoorbeeld
publicaties van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)2 en van Wageningen University & Research (WUR)3, 4. Met name in van nature droge natuur (zoals de habitattypen, Grijze duinen, Droge
heiden en Oude eikenbossen) kan verdroging niet de belangrijkste drukfactor zijn.
Ik wil daarom voor mijn beleid naar alle drukfactoren kijken.
Per gebied verschilt de invloed van elk van deze, en andere, factoren. De Natuurdoelanalyses
laten zien wat de huidige toestand is van elk Natura 2000-gebied en of er extra maatregelen
nodig zijn om natuur te behouden en waar nodig te verbeteren5. Drukfactoren die in een Natura 2000-gebied tot verslechtering leiden worden dus
in deze analyses geïdentificeerd. Deze drukfactoren dienen aangepakt te worden door
middel van maatregelen die beschreven worden in het Natura 2000-beheerplan. Een beheerplan
heeft een geldigheidsduur van 6 jaar en kan eenmalig met nog 6 jaar worden verlengd.
Eenieder die het oneens is met de voorgenomen natuurherstelmaatregelen in het beheerplan
kan een zienswijze indienen tijdens de terinzagelegging. De ingediende zienswijzen
worden beoordeeld en het plan wordt hier al dan niet op aangepast.
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur