Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de positie van vrouwen in Afghanistan
32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid
Nr. 400
BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSHULP EN VAN BUITENLANDSE
ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 november 2024
Naar aanleiding van het verzoek van de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingshulp sturen wij u deze brief over de positie van vrouwen in Afghanistan,
in aanvulling op de eerdere brief over de stand van zaken van de Nederlandse inzet
in Afghanistan (Kamerstuk 36 180, nr. 103). De Nederlandse inzet op de ondersteuning van vrouwenrechten in Afghanistan verloopt
zowel door middel van nood- en ontwikkelingshulp als diplomatieke inzet. In deze brief
gaan wij eerst kort in op de huidige situatie van vrouwen in Afghanistan. Vervolgens
lichten we toe wat Nederland doet om het onderwerp op de agenda te houden en Afghaanse
vrouwen te ondersteunen.
Positie van vrouwen en meisjes in Afghanistan
Sinds de machtsovername van de Taliban in augustus 2021 heeft het regime ten aanzien
van de rechten van vrouwen en meisjes in Afghanistan meer dan 100 decreten uitgevaardigd
waarmee de situatie van Afghaanse vrouwen en meisjes systematisch worden ingeperkt.1 Zo mogen ze geen middelbaar of universitair onderwijs meer volgen, niet meer naar
openbare parken en zich niet op televisie vertonen. De recent aangekondigde wet over
«deugden en ondeugden» onderstreept de verdere grove ondermijning door de Taliban
van vrouwen- en meisjesrechten in Afghanistan. In juni 2023 verklaarden VN-experts
dat nergens anders ter wereld zulke wijdverbreide, systematische schendingen van de
rechten van vrouwen en meisjes plaatsvinden als in Afghanistan.2 De situatie van Afghaanse vrouwen en meisjes is schrijnend, en daarom blijven vrouwenrechten
structureel onderdeel van de Nederlandse beleidsinzet in Afghanistan.
Nederlandse diplomatieke inzet
Nederland erkent de Taliban niet als legitieme vertegenwoordiging van de Afghaanse
bevolking. Zolang de Taliban doorgaan met het systematisch, op grote schaal en op
grove wijze schenden van de rechten van vrouwen en meisjes, is normalisatie van de
betrekkingen niet aan de orde. Desalniettemin onderhoudt Nederland operationele contacten
met de de facto autoriteiten in Kaboel om de Nederlandse belangen te behartigen. In deze beperkte
contacten worden de schendingen van de rechten van vrouwen en meisjes structureel
opgebracht. Nederland blijft in internationaal verband en multilaterale fora inzetten
op het waarborgen van mensenrechten in Afghanistan, in het bijzonder vrouwen- en meisjesrechten.
Hieronder vindt u enkele voorbeelden van de Nederlandse inzet op dit gebied.
Verenigde Naties
Tijdens de ministeriële week van de 79e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft Nederland opnieuw
samen met andere landen aandacht gevraagd voor de situatie van Afghaanse vrouwen.
Zo heeft de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp gesproken tijdens
een side-event over de inclusie van vrouwen in de toekomst van Afghanistan, waar ook
de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties Guterres bij aanwezig was. Hier heeft
Minister Klever het belang van het steunen van door vrouwen geleide organisaties in
Afghanistan benoemd, conform de toezegging van de Minister van Buitenlandse Zaken
op 12 september jl. tijdens het Commissiedebat AVVN (Kamerstuk 26 150, nr. 221).
Nederland heeft samen met Duitsland, Canada en Australië de staat Afghanistan aansprakelijk
gesteld voor systematische en grove schendingen van het Vrouwenverdrag (Verdrag inzake
de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen – CEDAW), in het bijzonder
ten aanzien van het recht op onderwijs. Het doel van deze aansprakelijkstelling is
om Afghanistan, en daarmee het Taliban-regime, ter verantwoording te roepen voor zijn
beleid, naleving door Afghanistan van zijn internationale verplichtingen te waarborgen,
toekomstige schendingen te voorkomen en een duidelijk signaal af te geven dat de rechten
van vrouwen en meisjes gerespecteerd moeten worden. Hiermee geeft het kabinet mede
uitvoering aan de motie Dobbe (Kamerstuk 32 735, nr. 388) om extra maatregelen te treffen voor vrouwenrechten en het om werk van vrouwelijke
mensenrechtenactivisten te beschermen en te ondersteunen. De Minister van Buitenlandse
Zaken noemde dit initiatief ook als voorbeeld van de Nederlandse inzet op rekenschap
tijdens zijn interventie bij de VN-Veiligheidsraad.
Bij de VN Mensenrechtenraad in Genève staat Afghanistan regelmatig op de agenda. Tijdens
de 57e mensenrechtenraad in september en oktober jl. is het mandaat van de Speciaal Rapporteur
voor de mensenrechten in Afghanistan – onder andere door inzet van Nederland – met
een jaar verlengd en versterkt. Ook is hem gevraagd om een rapport over de recent
aangekondigde wet over «deugden en ondeugden», en over toegang tot rechtshulp voor
Afghaanse vrouwen en meisjes. Op deze manier geeft de internationale gemeenschap het
belangrijke signaal dat ze de situatie van Afghaanse vrouwen nauwlettend blijven volgen.
EU-mensenrechtensanctieregime
Mede onder aanvoering van Nederland zijn individuele Taliban-leden in 2023 op de EU-mensenrechtensanctielijst
geplaatst voor ernstige en grootschalige schendingen van vrouwenrechten. Zo staan
onder andere de waarnemend Ministers van Hoger Onderwijs, Onderwijs, en de Bevordering
van Deugd en Preventie van Zedeloosheid op deze sanctielijst. Het kabinet onderzoekt
tevens de mogelijkheden voor aanvullende mensenrechtensancties. Sancties bestaan uit
een tegoedenbevriezing, transactieverboden en voor individuen ook uit inreisverboden.
Nederlandse steun voor en door Afghaanse vrouwen
Zoals beschreven in de Kamerbrief «Stand van zaken inzet Afghanistan» van 1 juli jl.
(Kamerstuk 36 180, nr. 103) is de context waarin Nederlandse steun aan de Afghaanse bevolking plaatsvindt complex.
Specifiek als het gaat om hulp aan vrouwen en door vrouwen, heeft de Taliban verschillende
beperkingen opgelegd waardoor dit niet makkelijk is. Zo verbood de Taliban vrouwen
in december 2022 om te werken voor internationale ngo’s en in april 2023 voor het
werken voor de Verenigde Naties. In oktober 2023 kondigde de Taliban aan dat vrouwen
niet langer de positie van directeur bij ngo’s mochten bekleden. Dit maakt inzet van
ngo’s en VN-organisaties in Afghanistan niet makkelijk, zeker omdat donoren en uitvoeringspartners
blijven vasthouden aan het principe «voor vrouwen, door vrouwen». In de praktijk blijkt
veel wel mogelijk en is er enige bewegingsruimte om positieve uitkomsten te realiseren
en buiten de beperkingen om te werken. Er bestaan grote verschillen per provincie
en tussen lokale autoriteiten in de mate waarin het conservatieve beleid, dat vanuit
Kandahar wordt opgelegd, wordt uitgevoerd en partners weten lokaal uitzonderingen
uit te onderhandelen met de autoriteiten ter plaatse.
De Nederlandse inzet op basisnoden en steun aan partnerorganisaties in Afghanistan
blijft plaatsvinden op basis van strikte voorwaarden: steun mag niet (direct of indirect)
via de Taliban worden verstrekt; er mag geen inhoudelijke bemoeienis van de Taliban
plaatsvinden m.b.t. beleid, uitvoering en management; en gelijke toegang tot hulp
dient zeker gesteld te zijn voor vrouwen en meisjes. Humanitaire hulp dient altijd
te worden geleverd volgens het humanitaire imperatief. Dat betekent ook hier dat hulp
gegeven wordt zonder inmenging door de Taliban en met gelijke toegang voor vrouwen
en meisjes.
Voorbeelden van ondersteuning Afghaanse vrouwen
Nederland ondersteunt o.a. Afghaanse vrouwen en meisjes door het lenigen van basisnoden
en ondersteuning van partnerorganisaties. Dit wordt gedaan via het Afghanistan Resilience Trust Fund (ARTF) van de Wereldbank, de Asian Development Bank, de EU en een aantal partnerorganisaties. Ondanks de beperkingen van de Taliban, worden
resultaten behaald ter bevordering van de positie van vrouwen en meisjes.
Zo heeft het ARTF ca. 60.000 vrouwen geholpen aan een baan, zijn meer dan 2.000 vrouwen
(43% van in totaal 4.600 personen) getraind om aan de slag te gaan bij een ngo en
zijn ruim 6 miljoen vrouwen gevaccineerd tegen tetanus. Via de EU wordt eveneens ondersteuning
geboden voor het bevorderen van economische kansen, met name voor vrouwen en kwetsbare
groepen. Deze ondersteuning wordt versterkt door middel van diverse initiatieven,
zoals verbeterde toegang tot markten en microfinanciering. Het Asian Development Fund heeft 833.000 vrouwen van voedselhulp en levensonderhoud voorzien. Ook kregen 3,2
miljoen vrouwen toegang tot basisgezondheidszorg en essentiële ziekenhuisdiensten.
Naast de steun aan basisnoden heeft Nederland samen met partners gezocht naar creatieve
manieren om Afghaanse vrouwen en meisjes toch onderwijs te kunnen bieden, zo steunt
Nederland bijvoorbeeld beurzen voor Afghaanse vrouwen in het buitenland en onderwijs
op afstand.
Ook Nederlandse (humanitaire) hulporganisaties in Afghanistan zetten zich ervoor in
dat noodhulp voor vrouwen en door vrouwen gegeven kon blijven worden, ondanks de beperkingen.
In de hulpverlening is uiteraard oog voor hulp aan vrouwen en kinderen, evenals aan
gemarginaliseerde groepen. Sommige hulporganisaties werken bijvoorbeeld samen met
vrouwelijke vrijwilligers om ervoor te zorgen dat ook gezinnen met een vrouw aan het
hoofd worden bereikt. Ook zijn bijvoorbeeld de VN, de Internationale Rode Kruis/Rode
Halve Maan-beweging en de Dutch Relief Alliance in staat geweest om, mede met financiering van Nederland, bij te dragen aan gezondheidszorg
(waaronder medische noodzorg, postnatale gezondheidszorg en mentale en psychosociale
steun), voedselhulp voor vrouwen in door geweld geteisterde gebieden en water en sanitaire
voorzieningen voor vrouwen.
Op het gebied van ontmijning is mede dankzij de steun van Nederland in 2023 bijna
vier miljoen vierkante meter in Afghanistan ontmijnd. Ook vrouwen en kinderen ontvingen
slachtofferhulp en kregen risicovoorlichting over de gevaren van landmijnen.
Sinds een aantal jaar steunt Nederland de International Organisation for Migration (IOM) via het Cooperation on Migration and Partnerships to Achieve Sustainable Solutions programma (COMPASS) voor de opvang en bescherming van ongedocumenteerde Afghaanse migranten
die zijn teruggekeerd uit Iran en Pakistan. Hierbij screent IOM aan de grens de meest
kwetsbare gevallen, zoals alleenstaande vrouwen, kinderen, ernstige medische gevallen
of personen met een handicap (EUR 4,8 mln. voor de periode 2024–2027). Zo biedt IOM
aan deze meest kwetsbare individuen ondersteuning bij het opsporen en herenigen van
families en transport naar herkomstgebied. Ook geeft IOM directe assistentie en bescherming,
o.a. hygiëne kits, onderdak en voedsel. In het licht van de toenemende uitzettingen
vanuit deze landen overweegt het kabinet om deze steun te verhogen.
Nederland financiert verder programma’s in Pakistan waarin Afghanen (o.a. vrouwen
en meisjes) deelnemen aan vak- en vaardigheidstrainingen die aansluiten op de arbeidsmarkt
in Pakistan, maar ook op de arbeidsmarkt in Afghanistan met het oog op mogelijke toekomstige
vrijwillig terugkeer. Het kabinet overweegt ook deze steun te verhogen.
Daarnaast blijft Nederland ook mogelijkheden zoeken om mensenrechtenorganisaties blijvend
te ondersteunen in Afghanistan. Zo ondersteunt Nederland op het gebied van vrouwenrechten
verschillende projecten, zoals een project dat zich richt op vrouwelijke journalisten
en radioprogrammering voor vrouwen en de monitoring en de documentatie van mensenrechtenschendingen,
waaronder schendingen van vrouwenrechten in Afghanistan.
Tot slot
De situatie van Afghaanse vrouwen en meisjes blijft diep bedroevend. U kunt er daarom
van op aan dat vrouwenrechten en het ondersteunen van Afghaanse vrouwen structureel
onderdeel blijven van de Nederlandse inzet in Afghanistan. Zij verdienen onze niet
aflatende aandacht en steun.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, R.J. Klever
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp -
Mede ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken