Brief regering : Reactie op de motie van het lid Vermeer over bij alle Provinciale Staten inventariseren of zij voldoende zeggenschap hebben over de besteding van natuurgelden (Kamerstuk 36600-B-19) en motie van het lid Vermeer over een jaarlijks overzicht per provincie van de voorgenomen en lopende natuurprojecten, inclusief de geplande en daadwerkelijke uitgaven per project (Kamerstuk 36600-B-20)
33 576 Natuurbeleid
Nr. 399
                   BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 november 2024
In het tweeminutendebat Financiën decentrale overheden op 6 november 2024 is mij verzocht
                  om een oordeel over twee moties van het lid Vermeer (BBB) die betrekking hebben op
                  het natuurbeleid. Via deze brief voldoe ik aan dit verzoek.
               
De motie met het nummer 36 600-B, nr. 19 verzoekt de regering in overleg te treden met de provinciale staten van alle provincies
                  om te inventariseren of zij van mening zijn dat zij voldoende zeggenschap hebben over
                  de besteding van natuurgelden, en waar nodig te onderzoeken of en hoe hun invloed
                  kan worden versterkt en de Kamer hierover voor het voorjaarsreces te informeren.
               
Ik geef deze motie het «oordeel Kamer» met de volgende interpretatie. De middelen
                  ten behoeve van de uitvoering van het gedecentraliseerde natuurbeleid zijn via de
                  algemene uitkering van het Provinciefonds structureel naar de provincies gedecentraliseerd.
                  Over de besteding van deze middelen leggen de provincies verantwoording af aan provinciale
                  staten. Ik zal de colleges van gedeputeerde staten op de hoogte stellen van het signaal
                  van deze motie en hen vragen hierover met provinciale staten in gesprek te gaan.
               
De motie met het nummer 36 600-B, nr. 20 verzoekt de regering jaarlijks een overzicht te geven van voorgenomen en lopende
                  natuurprojecten inclusief de geplande en daadwerkelijke uitgaven per project, per
                  provincie.
               
Ik geef deze motie het «oordeel Kamer» met de volgende interpretatie. Zoals hierboven
                  toegelicht, heb ik zelf geen inzicht in en kan niet sturen op de geplande en daadwerkelijke
                  uitgaven van provincies in het kader van het gedecentraliseerde natuurbeleid. Wel
                  wil ik de colleges van gedeputeerde staten op de hoogte stellen van het informatieverzoek
                  van uw Kamer dat in de motie wordt gedaan.
               
Overigens ontvangt uw Kamer wel jaarlijks de gezamenlijke Voortgangsrapportage Natuur
                  van Rijk en provincies. Daarin staat inhoudelijke voortgangsinformatie over de resultaten
                  van het natuurbeleid. De meest recente Voortgangsrapportage Natuur ontving uw Kamer
                  in december 2023 (Kamerstuk 33 576, nr. 362).
               
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur