Brief regering : Voortgangsbrief moties en toezeggingen Belastingdienst
31 066 Belastingdienst
Nr. 1432
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 oktober 2024
Met deze brief informeer ik u over de voortgang op enkele moties, toezeggingen en
actuele onderwerpen met betrekking tot de Belastingdienst. Zoals gebruikelijk zal
ik uw Kamer voorafgaand aan elk commissiedebat Belastingdienst een stand-van-zakenbrief
toezenden. Met de stand-van-zakenbrieven wordt u geïnformeerd over de voortgang van
een aantal lopende moties, toezeggingen en andere actuele onderwerpen.
De laatste stand-van-zakenbrief Belastingdienst heeft uw Kamer ontvangen op 7 februari
jl.1 zodat deze besproken kon worden in het commissiedebat Belastingdienst van 15 februari
jl. (Kamerstuk 31 066, nr. 1373) Er is op dit moment nog geen Commissiedebat Belastingdienst ingepland. Ik zal uw
Kamer daarom in december nader informeren over de stand van zaken van verschillende
moties, toezeggingen en actuele onderwerpen.
Met deze voortgangsbrief informeer ik uw Kamer, vooruitlopend op deze stand-van-zakenbrief,
over een aantal toezeggingen en actuele onderwerpen die niet kunnen wachten tot december.
Daarnaast informeer ik uw Kamer in deze voortgangsbrief over een aantal moties die
zijn afgedaan.
In deze brief zal ik het onderwerp «Maatregelen capaciteitstekort invordering- en
bezwaarproces» uitlichten. De andere onderwerpen kunt u vinden in de bijlage. De moties,
toezeggingen en onderwerpen in de bijlage zijn onderverdeeld in de volgende categorieën:
I) Voor burgers en bedrijven, II) Herstel, III) Overig.
Maatregelen capaciteitstekort invordering- en bezwaarproces
Mijn voorganger informeerde u reeds meermaals over het capaciteitstekort en de toename
van de werkzaamheden bij de inning van belasting- en toeslagschulden door de Belastingdienst.
2 Ook de Algemene Rekenkamer besteedde hier aandacht aan in onder andere het Verantwoordingsrapport
2023. Hierbij informeer ik u, mede namens de Staatssecretaris van Financiën- Toeslagen
en Douane-, opnieuw over het capaciteitstekort en de toegenomen werkvoorraad, maar
wil ik u ook perspectief bieden.
De werkvoorraad is gestegen door een aantal specifieke oorzaken. Daarnaast is er sprake
van een krappe arbeidsmarkt. Het capaciteitstekort, als gevolg hiervan, raakt de afhandeling
van bezwaarschriften en uitvoering van de dwanginvordering van toeslag- en belastingschulden.
Bepaalde geprioriteerde werkzaamheden worden ondanks het tekort onverminderd uitgevoerd,
bijvoorbeeld werkzaamheden voor de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT).
Met deze brief wil ik u ook informeren over de tijdelijke maatregelen die ik heb genomen
om de gevolgen van het capaciteitsprobleem zo veel mogelijk buiten burgers en bedrijven
te houden.
Unieke situatie
Het capaciteitstekort is het logische gevolg van een aantal, reeds met u gedeelde,
oorzaken.
• een volumegroei van het aantal belastingschuldigen en toeslaggerechtigden;
• de herstart van de invordering van belasting- en toeslagschulden na corona, die in
2022 gefaseerd is opgestart nadat de invordering mede op verzoek van de Kamer vanaf
2020 heeft stilgelegen;
• extra werkzaamheden als gevolg van de coronaschulden (afwikkeling van de coronabetalingsregeling
voor ondernemers);
• herstelwerkzaamheden (zoals herstelproject Invorderingsrente).
Tegelijkertijd is er sprake van een krappe arbeidsmarkt, kost het tijd om medewerkers
op te leiden voor (specialistische) inningswerkzaamheden en is er een grote door-
en uitstroom van medewerkers bij de Belastingdienst. Hierdoor is het niet eenvoudig
om het capaciteitstekort op te vangen door het werven van extra fte. De Belastingdienst
heeft daarom reeds een aantal maatregelen genomen en neemt verdere maatregelen, die
onder meer toezien op de personele capaciteit, het efficiënter werken en het incidenteel
wegwerken van hoge werkvoorraden bij de behandeling van bezwaarschriften tegen invorderingskosten.
Vergroting personele capaciteit
De Belastingdienst vergroot de personele capaciteit door:
• Maximaal in te zetten op het werven van intern personeel. Ondanks de natuurlijke uitstroom,
is de capaciteit in de keten Inning en Betalingsverkeer (I&B) met 300 fte toegenomen
t.o.v. 2023. Deze medewerkers kunnen na hun opleiding aan de slag. Per 1 juli 2024
zijn al 100 fte van deze instroom ingezet in het inningsproces. Vanaf 1 september
jl. zijn er van deze zelfde instroom 40 fte extra inzetbaar vanuit de opleiding.
• De tijdelijke inzet van medewerkers van marktpartijen. Deze externe inzet wordt gecombineerd
met interne medewerkers in de vorm van een taskforce en zullen werkzaam zijn voor
de Belastingdienst. Zij zullen zich primair richten op de werkzaamheden binnen de
afhandeling van de coronabetalingsregeling. De effectiviteit van de inzet wordt voor
eventuele opschaling voor het oppakken van andere werkvoorraden geëvalueerd. Als deze
inzet positief wordt beoordeeld, kan mogelijk uitbreiding plaatsvinden.
Efficiënter werken
Daarnaast zal de Belastingdienst de efficiëntie verhogen door de optimalisatie van
een aantal processen. Het volledig doorvoeren van deze maatregelen is wel sterk afhankelijk
van de ruimte en (her)prioritering in het IV-portfolio van de Belastingdienst en betreffen:
• Betere informatievoorziening op de website van de Belastingdienst, waar op een duidelijke
manier uitleg wordt gegeven over het maken van bezwaar. Hierbij probeert de Belastingdienst
inzicht te geven wanneer het bezwaar mogelijk als terecht wordt beschouwd en hoe een
bezwaar moet worden ingediend (met informatie over onderbouwing en stukken). De kansrijke
bezwaren worden op deze wijze beter onderbouwd waardoor sneller rechtszekerheid kan
worden geboden. De bezwaren die met inachtneming van deze uitleg worden ingediend,
zijn beter van kwaliteit en kunnen daardoor mogelijk sneller afgehandeld worden;
• Het verbeteren van de uitleg over de kosten en rente in de betalingsherinnering en
aanmaning. Hierdoor is het voor burgers en ondernemers begrijpelijker op welke wijze
de openstaande schuld is opgebouwd. Dit voorkomt verrassingen en mogelijk (ongegronde)
bezwaren;
• Uitbreiding van de kosteloze betalingsherinnering. Deze maatregel komt voort uit de
herijking van de invorderingsstrategie van de Belastingdienst en beoogt het aantal
gevallen waarbij een invorderingsproces moet worden opgestart te verminderen;
• Optimaliseren en digitaliseren van de aanvraagmogelijkheden van betalingsregelingen
en de verklaringen betalingsgedrag; dit bespaart de Belastingdienst werk en vereenvoudigt
de aanvraag voor ondernemers.
• De inzet van procesoptimalisatie, Robotic Process Automation (RPA), waardoor geautomatiseerd
ontvangstbevestigingen kunnen worden verzonden.
Eenmalige maatregelen
De hiervoor genoemde maatregelen leiden naar verwachting op de korte en middellange
termijn tot een betere balans tussen het werkaanbod en de capaciteit van de Belastingdienst.
Helaas zouden burgers en bedrijven nog steeds last ondervinden van het tijdelijke
tekort. Daarom heeft de Belastingdienst de volgende twee eenmalige maatregelen genomen:
• Bij vermindering van bepaalde aanslagen zijn de in rekening gebrachte en door de burger
betaalde kosten en/of invorderingsrente niet evenredig verlaagd. Bij de herstelactie
hiervoor is een tijdelijke doelmatigheidsgrens van € 100 ingesteld. Dit houdt in dat
bij de gevallen waarbij ambtshalve te herstellen bedragen maximaal € 100 zijn en waarbij
vanwege de complexiteit eigenlijk een handmatige beoordeling noodzakelijk is, niet
wordt onderzocht in welke mate de kosten verminderd zouden moeten worden, maar dat
het volledige bedrag aan kosten wordt uitbetaald.
• De Belastingdienst kampt met een aanzienlijke werkvoorraad met bezwaren tegen de invorderingskosten.
Deze bezwaren worden generiek gehonoreerd, in het voordeel van de burger, zonder een
inhoudelijke beoordeling. Het gaat hierbij om circa 11.500 bezwaarschriften waarvan
circa 1.500 betrekking hebben op Toeslagen. Dit betekent dat invorderingskosten in
deze gevallen worden teruggedraaid en eventuele proceskosten worden vergoed. De oorspronkelijke
vordering blijft bestaan en wordt geïnd.
Het generiek honoreren van bezwaarschriften houdt een ongelijke behandeling in van
deze burgers met een belasting- en of toeslagschuld ten opzichte van hen die geen
bezwaarschrift hebben ingediend tegen invorderingskosten of wier bezwaarschrift wel
binnen twaalf weken is afgedaan. Desondanks acht ik deze maatregel onvermijdelijk
om meer capaciteit beschikbaar te maken voor de inning van schulden. Deze capaciteit
kan vervolgens daadwerkelijk besteed worden aan actuele werkzaamheden, in plaats van
aan het wegwerken van oude voorraden. Met deze éénmalige maatregel weten belastingschuldigen
en burgers met een toeslagschuld op korte termijn de uitkomst van hun bezwaarschrift
en voorkomt de Belastingdienst ook ingebrekestellingen vanwege niet-tijdig beslissen
(en de mogelijkheid van een dwangsom). Deze maatregelen kosten € 3 tot € 11 miljoen.
Deze kosten worden gedekt binnen artikel 1 van de Financiënbegroting. De kosten die
hiervoor worden gemaakt voorkomen toekomstige knelpunten in de uitvoering.
Zo weten belastingschuldigen en burgers met een toeslagschuld in het vervolg eerder
waar zij aan toe zijn doordat er tijdig op hun bezwaarschrift beslist wordt en zij
actief aangespoord worden om aan hun betalingsverplichtingen te voldoen.
Ik zal uw Kamer periodiek, met de stand-van-zakenbrieven Belastingdienst, informeren
over de invordering.
In bijlage 1 van deze brief wordt u geïnformeerd over dertien moties, toezeggingen
en actuele onderwerpen.
De Staatssecretaris van Financiën,
F.L. Idsinga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.L. Idsinga, staatssecretaris van Financiën