Brief regering : Voortgang snel internet, uitvoering van de gewijzigde motie van het lid Amhaouch c.s. over een convenant over het aansluiten van de 19.000 resterende adressen op snel vast internet (Kamerstuk 36410-XIII-77) en Centraal Informatiepunt Mobiele Bereikbaarheid 112
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
29 517
Veiligheidsregio’s
Nr. 1224
BRIEF VAN DE ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 oktober 2024
Hierbij informeer ik uw Kamer over de voortgang van de beschikbaarheid van snel vast
internet in (Europees)1 Nederland, zoals toegezegd in de beantwoording op de vragen uit de schriftelijke
overleggen van 28 september 20232 en 24 januari 20243 van respectievelijk de vaste commissies voor Economische Zaken en Klimaat en Digitale
Zaken. Ook informeer ik uw Kamer over de uitvoering van de motie-Amhaouch cs.4 over het sluiten van een convenant om de resterende 19.000 adressen in de buitengebieden
van snel vast internet te voorzien. Deze motie is op 17 oktober 2023 tijdens de behandeling
van het EZK begrotingsdebat ingediend. Ten slotte informeer ik uw Kamer over de voortgang
van het Centraal Informatiepunt Mobiele Bereikbaarheid 112, zoals toegezegd in een
eerdere kamerbrief.5
Ik ga in deze brief eerst kort in op de Nederlandse connectiviteitsambities en het
belang van goede connectiviteit. Vervolgens beschrijf ik de huidige en verwachte beschikbaarheid
van snel vast internet in Nederland en de mogelijkheden die er zijn om alle Nederlandse
huishoudens van snel internet te voorzien. Verder ga ik in op de uitvoering van de
motie-Amhaouch cs. Ten slotte ga ik in op de voortgang van het Centraal Informatiepunt
Mobiele Bereikbaarheid 112.
Belang hoogwaardige connectiviteit voor economie en maatschappij
Zoals toegelicht in de Staat van de Digitale Infrastructuur, is de beschikbaarheid
van hoogwaardige digitale connectiviteit één van de fundamenten om de maatschappelijke
en economische kansen van digitalisering ten volle te kunnen benutten.6 Daarom heeft het kabinet het belang van het behouden en verstevigen van een hoogwaardige
digitale infrastructuur opgenomen in het regeerprogramma.7 In lijn met de eerdere ambitie uit het Actieplan Digitale Connectiviteit8, was als doel gesteld dat alle Nederlandse huishoudens in 2023 zouden kunnen beschikken
over een snelle vaste internetverbinding van ten minste 100 Megabit per seconde (Mbps).
Op de langere termijn – ruim voor 2030 – moet die snelheid zijn opgehoogd naar ten
minste 1 Gigabit per seconde (Gbps)9, zoals opgenomen in de Strategie Digitale Economie en in lijn met de Europese Digital
Decade doelstelling.10
Nederland steevast in top van EU-landen met hoge beschikbaarheid snel vast internet
De beschikbaarheid van (super)snelle vaste internetverbindingen is zeer hoog in Nederland.
Nederland staat hiermee continu in de top van landen in de EU met een hoge beschikbaarheid
van snel vast internet.11 Eind 2023 beschikt 99,4% van de Nederlandse huishoudens over een vaste verbinding
van ten minste 100 Mbps en 98,8% over een verbinding van 1 Gbps. Onderstaande grafiek
maakt inzichtelijk hoe de beschikbaarheid van snel vast internet zich in de afgelopen
vijf jaar heeft ontwikkeld.
Figuur 1: Voortgang landelijke beschikbaarheid 100 Mbps en 1 Gbps (vanaf 2020)
In eerste instantie is het aan de markt om alle huishoudens te voorzien van snelle
vaste internetverbindingen. De markt investeert volop in de aanleg hiervan, wat blijkt
uit het recordaantal woningen dat in 2023 van glasvezel is voorzien12 en waarbij de geboden snelheden over glasvezel fors zijn toegenomen.13 Ondanks deze marktontwikkelingen en hoge beschikbaarheid van snelle vaste internetverbindingen
blijft de ontsluiting van een deel van de huishoudens (in het buitengebied) onzeker.
De eerdere kabinetsambitie dat alle huishoudens eind 2023 zouden kunnen beschikken
over een vaste aansluiting van ten minste 100 Mbps is dan ook (nog) niet verwezenlijkt.
De meest recente cijfers laten zien dat circa 27.500 huishoudens in het buitengebied
nog niet kunnen beschikken over een aansluiting van ten minste 100 Mbps. De meerderheid
hiervan (ca. 80%) blijft zelfs steken op een verbinding van nog geen 30 Mbps, wat
ertoe leidt dat die groep huishoudens niet moeiteloos gebruik kan maken van alle online
digitale diensten waarvoor de snelheid (en stabiliteit) van de verbinding belangrijk
zijn en die in onze digitaliserende samenleving steeds meer gemeengoed zijn geworden.14
Onderstaande figuur toont de voortgang van de beschikbaarheid van snel vast internet
in de buitengebieden van provincies over de afgelopen jaren. Deze is ook in het afgelopen
jaar toegenomen, met de grootste toename in de provincie Fryslân.15 Verder blijkt dat de beschikbaarheid in Zeeland en Groningen vooralsnog achterblijft
in de ontwikkeling.16 In de bijlage bij deze brief is tevens een kaart opgenomen met de ligging van de
27.500 buitengebiedadressen.17 Ook is de online interactieve breedbandkaart geactualiseerd.18
Figuur 2: Voortgang snel internet (≥100 Mbps) in buitengebied per provincie
De markt voorziet het merendeel van Nederland van snel vast internet, maar niet iedereen
Hoewel de aanleg van nieuwe glasvezelaansluitingen zich in de afgelopen jaren voornamelijk
heeft verplaatst van het buitengebied naar de nog onverglaasde steden en dorpen, worden
er nog steeds adressen in het buitengebied op glasvezel aangesloten. Zo zijn er bijvoorbeeld
nog partijen actief in onder meer de buitengebieden van de provincies Groningen, Fryslân
en Zeeland. Om inzichtelijk te krijgen welke van de 27.500 nog resterende buitengebiedadressen
alsnog door de markt van glasvezel worden voorzien, heb ik de marktpartijen gevraagd
naar hun uitrolplannen voor die adressen in de komende jaren.
Op basis van de prognoses van marktpartijen is de verwachting dat zo’n 15.500 van
de 27.500 nog resterende adressen t/m 2028 alsnog door de markt van glasvezel worden
voorzien. Hierbij moet echter wel de kanttekening worden gemaakt dat partijen alsnog
kunnen besluiten deze (deels) niet aan te sluiten. Bijvoorbeeld omdat realisatiekosten
onverwachts veel hoger uitvallen, of omdat op basis van een vraagbundeling onder bewoners
van nog onontsloten adressen er onvoldoende belangstelling blijkt voor glasvezel.
Afhankelijk van de doorgang van plannen, is het de verwachting dat eind 2028 zo’n
12.000 adressen in buitengebieden overblijven die niet door de markt worden voorzien
van een snelle vaste internetverbinding. Vergeleken met de eerdere analyse van Dialogic19, is deze verwachte restopgave aanmerkelijk kleiner dan de 19.000 adressen die het
onderzoeksbureau destijds had becijferd.20
De 12.000 te resteren buitengebiedadressen die nu bekend zijn, liggen verspreid over
heel Nederland en beschikken voor de meerderheid (~80%) over een vaste internetverbinding
van minder dan 30 Mbps.21 Het gaat daarbij zowel om individuele als om (kleine) clusters van woonadressen die
niet zijn meegenomen bij de (geplande) verglazing van het gebied door de betreffende
aanbieder(s). Redenen daarvoor zijn divers, bijvoorbeeld omdat de aanleg naar die
specifieke adressen (vermoedelijk) te kostbaar was of is22 of omdat er ten tijde van de aanleg geen behoefte bestond onder de adresbewoners
om op glasvezel aangesloten te worden.23
Draadloze oplossingen bieden soelaas voor de (nog) onontsloten huishoudens
De adressen in het buitengebied die (nog) niet kunnen beschikken over een (super)snelle
vaste internetverbinding, kunnen terugvallen op beschikbare draadloze alternatieven.24 In het bijzonder specifieke internet-voor-thuis-oplossingen van mobiele aanbieders
Odido25 en KPN26 en de satellietoplossing van Starlink27, kunnen verbetering brengen voor de adressen die zijn aangewezen op een internetkabel
van nog geen 30 Mbps. Met name de nieuwe landelijke vast-draadloze oplossing van Odido
kan, gelet op de hoge(re) snelheden, soelaas bieden voor naar verwachting de meerderheid
van de 15.500 adressen in het buitengebied, zolang deze adressen nog niet zijn voorzien
van glasvezel. Verder kan het een goed alternatief zijn voor naar verwachting het
merendeel van de 12.000 te resteren buitengebiedadressen, zeker als met de doorontwikkeling
van deze dienst, de beschikbaarheid en snelheid in de komende jaren verder zullen
toenemen.
5G voor thuis internetoplossing
In het najaar van 2024 maakt Odido een nieuw landelijk consumenten internetproduct
voor thuis beschikbaar dat gebruik maakt van zijn snelle 5G netwerk via de 3,5 GHz
band. De set-up van deze oplossing is vergelijkbaar met bestaande consumentenproducten,
maar in plaats van dat de randapparatuur (modem) bij de eindgebruiker verbonden is
via de vaste internetkabel in het huis, maakt deze verbinding met het 5G netwerk van
Odido. Via het 5G netwerk is het volgens Odido mogelijk om internetsnelheden aan klanten
te leveren tot 300 Mbps.
Vergeleken met hoogwaardige bekabelde oplossingen28 zijn de genoemde draadloze alternatieven wel minder toekomstvast, waarbij te behalen
snelheden per eindgebruiker kunnen fluctueren en periodieke herinvesteringen nodig
zijn om de geboden snelheden aan te laten sluiten bij de kwaliteitsbehoefte vanuit
de eindgebruikers.29 Tegelijkertijd zijn deze oplossingen, net als bekabelde oplossingen, onderhavig aan
technologische vernieuwingen waardoor er in de toekomst waarschijnlijk hogere snelheden
aan eindgebruikers geboden kunnen worden. Voor nu dragen deze oplossingen, en met
name de nieuwe vast-draadloze oplossing van Odido, bij aan het verbeteren van de internetsituatie
voor de buitengebiedadressen zonder snelle vaste aansluiting.
Bedienen van de restadressen in het buitengebied via toekomstvaste bekabelde oplossing
vergt staatssteun
In eerdere brieven is toegelicht dat voor het bedienen van de restadressen in het
buitengebied via een toekomstvaste bekabelde oplossing, overheidsinterventie naar
verwachting onvermijdelijk is.30 De verglazing van de overblijvende buitengebiedadressen zal doorgaans specifiek maatwerk
behoeven, waardoor er aanvullende financiële middelen nodig zijn om deze dure aanleg
via de markt te bekostigen. De financiering van deze onrendabele top is mogelijk via
staatssteun. Dialogic becijferde eerder dat het benodigde steunbedrag minimaal € 160
miljoen bedraagt bij een restopgave van 19.000 adressen.31,
32 In hun optimistische scenario, waarbij de restopgave daalt naar 12.800 adressen (wat
dicht in de buurt komt van de bijgestelde prognose van 12.000 adressen) reduceert
dit minimale steunbedrag tot € 50 miljoen. Echter, een nieuwe kostenanalyse is nodig
om het steunbedrag te berekenen op basis van de bijgestelde prognose van 12.000 adressen.33
Provinciale steunregelingen Fryslân en Groningen
In de provincies Fryslân en Groningen liepen in de afgelopen jaren provinciale steunregelingen
om de aanleg van (super)snel internet in het buitengebied te (helpen) financieren.
De provincie Fryslân werkt nog aan een oplossing voor de nog resterende onrendabele
adressen in de gemeente Súdwest-Fryslân.³⁴ In de provincie Groningen wordt onderzocht
of en in welke vorm de provincie financiering beschikbaar stelt om de (buitengebied)adressen
zonder snel internet alsnog ontsloten te krijgen.³⁵ Verder merk ik op dat in de kabinetsreactie
(Kamerstuk I 35 561, nr. A, brief van 25 april 2023) op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie Aardgaswinning
Groningen «Groningers boven gas» is opgenomen dat de resterende 5.000 adressen in
de provincie Groningen die nog niet zijn aangesloten op snel internet zo snel mogelijk
deze mogelijkheid krijgen, en wanneer dat niet door de markt gebeurt, het Rijk hier
een rol in zal nemen. Ik ben en blijf met de provincie in gesprek over deze ontwikkelingen.
Gelet op de vele andere uitdagingen waar Nederland voor staat, de aanzienlijk gunstigere
prognose voor verdere glasvezel uitrol door marktpartijen en de goede draadloze alternatieven
die beschikbaar zijn heb ik besloten geen (steun)middelen beschikbaar te maken. In
2027/2028 zal ik de balans opnieuw opmaken door na te gaan in hoeverre de afgegeven
prognose voor de verglazing van het buitengebied door marktpartijen is gerealiseerd,
en hoe met de doorontwikkeling van de oplossingen de beschikbaarheid en kwaliteit
van draadloze alternatieven voor de restadressen in het buitengebied zich heeft ontwikkeld.34,
35
Geen draagvlak voor sluiten convenant zonder financiële steun
Over de uitvoering van de motie-Amhaouch cs. tot het sluiten van een convenant, heb
ik gesproken met marktpartijen en medeoverheden. Beide ondersteunen het belang van
het verbeteren van de internetsituatie voor de huishoudens zonder snelle vaste verbinding,
maar hebben aangegeven dat het Rijk nu aan zet is om tot een structurele oplossing
te komen. Met name marktpartijen hebben zich kritisch getoond om zich te verbinden
aan een convenant, zolang er geen (rijks)middelen beschikbaar komen om de 12.000 te
resteren buitengebiedadressen van glasvezel te voorzien. Dit laat overigens onverlet
dat ze zich wel zullen blijven inspannen om zoveel mogelijk van de geplande adressen
alsnog op glasvezel aan te sluiten, en de restgroep waar mogelijk en naar behoeven
van een draadloze oplossing zullen voorzien. Ik juich dit zeer toe.
Ik blijf de beschikbaarheid van snel internet nauwlettend volgen, onder meer via het
periodiek delen van de lijst met de nog onontsloten buitengebiedadressen met de markt
en via gesprekken over hun inspanningen om de nog resterende huishoudens van snel
(vast) internet te voorzien. Ook blijf ik medeoverheden ondersteunen met kennisuitwisseling
en expertise. In het tweede kwartaal van 2025 zal ik uw Kamer op basis van de volgende
actualisatie van de breedbandkaart opnieuw informeren over de voortgang.
Voortgang van het Centraal Informatiepunt Mobiele Bereikbaarheid 112
Ter uitvoering van de motie van de leden Van Dijk en Rajkowski36, en zoals aangekondigd in de kamerbrief van 12 juli 2023, heeft de Rijksinspectie
Digitale Infrastructuur (RDI) per 2024 een Centraal Informatiepunt Mobiele Bereikbaarheid
112 ingericht.37,
38 Vanaf januari 2024 is het Centraal Informatiepunt Mobiele Bereikbaarheid 112 bereikbaar
via de website van de RDI.39 Via die website wordt informatie verstrekt over mobiele bereikbaarheid 112. Het dient
ook als meldpunt voor ervaren problemen met de mobiele bereikbaarheid van 112. Gedane
meldingen worden door het informatiepunt opgevolgd en gedeeld met betrokkenen partijen,
zoals mobiele netwerkaanbieders, gemeenten, de Landelijke Meldkamer Samenwerking en
toestelfabrikanten. De bevindingen van deze partijen worden, voor zover beschikbaar,
teruggekoppeld aan de melders en andere betrokkenen.
Het Centraal Informatiepunt Mobiele Bereikbaarheid 112 heeft de afgelopen maanden
via verschillende kanalen actief gecommuniceerd over de inrichting en het bestaan
van het Centraal Informatiepunt Mobiele Bereikbaarheid 112 om er zo bekendheid aan
te geven. Er zijn sindsdien 27 reacties ontvangen, variërend van vragen en opmerkingen
tot meldingen over de mobiele bereikbaarheid van 112. Het informatiepunt heeft de
ontvangen reacties geanalyseerd om vast te stellen of er daadwerkelijk sprake was
van problemen met de mobiele bereikbaarheid van 112 en wat de mogelijke oorzaken daarvan
waren. In slechts 7 van die gevallen bleek de kwaliteit van het gebruikte mobiele
netwerk onvoldoende om een goede verbinding met 112 te krijgen. Deze problemen kunnen
mede zijn versterkt door bijzondere omstandigheden, zoals tijdelijke drukte op de
locatie of demping van het signaal door gebouwen of andere obstakels. Voor deze 7
gevallen heeft het informatiepunt vastgesteld dat de partijen die voor een verbetering
kunnen zorgen daar reeds aan werken, waarbij zij vaak de stappen volgen zoals beschreven
in de Handreiking Mobiele Bereikbaarheid voor Gemeenten.40 Ik wil daarbij nogmaals benadrukken dat de netwerkdekking in Nederland tot de absolute
wereldtop behoort, dat deze verder wordt verbeterd door de dekkings- en snelheidsverplichting
die in 2020 is opgelegd en voor 112-oproepen nog hoger ligt dan voor reguliere oproepen,
maar dat 100% mobiele netwerkdekking desalniettemin niet mogelijk is.41
Ondanks het lage aantal meldingen en de beperkte rol die de (kwaliteit van) mobiele
netwerkdekking daarin speelt ben ik van plan om de financiering van het Centraal Informatiepunt
Mobiele Bereikbaarheid 112 in 2025 voort te zetten met minimale inspanning. Over de
invulling in 2025 ben ik in overleg met de RDI. Ik vind het belangrijk om mensen een
plek te bieden waar ze informatie kunnen vinden over mobiele bereikbaarheid van 112
en waar ze terecht kunnen met meldingen over problemen met die bereikbaarheid. Die
meldingen kunnen waardevolle inzichten opleveren voor onder meer mobiele netwerkaanbieders,
gemeenten, toestelfabrikanten, beleidsmakers en toezichthouders. Op basis van deze
signalen kunnen deze partijen beoordelen of er (aanvullende) maatregelen nodig zijn.
De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken