Brief regering : Geannoteerde Agenda Raad Buitenlandse Zaken 14 oktober 2024
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2937
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 oktober 2024
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 oktober
2024 aan.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 14 oktober 2024
Op 14 oktober a.s. vindt de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) plaats in Luxemburg. De
Raad zal spreken over de Russische agressie tegen Oekraïne en de situatie in het Midden-Oosten.
Onder lopende zaken staan de Hoorn van Afrika, Georgië en Moldavië op de agenda. Er
zal een werklunch plaatsvinden met de Minister van Buitenlandse Zaken van het Verenigd
Koninkrijk (VK) over de EU-VK relatie. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens
aan deze RBZ deel te nemen.
In deze geannoteerde agenda is ook een verslag opgenomen van de informele bijeenkomst
van EU-ministers van Buitenlandse Zaken op 23 september tijdens de High Level week van de Verenigde Naties (VN), en een verslag van een ingelaste virtuele informele
Raad over de situatie in Libanon op maandag 30 september 2024. Tevens wordt uw Kamer
geïnformeerd over de actuele stand van de in Nederland bevroren private financiële
tegoeden in het kader van de sancties tegen Rusland en de verlenging van de Nederlandse
bijdrage aan operatie Poseidon Archer (OPA).
Russische agressie tegen Oekraïne
De Raad zal spreken over de voortdurende Russische agressieoorlog tegen Oekraïne en
de verschillende sporen van EU-steun. Naar verwachting zal de Raad stilstaan bij de
militaire steun aan Oekraïne, de kritieke situatie van de Oekraïense energie-infrastructuur
in het licht van de aankomende winter en de dialoog met derde landen in de opvolging
van de Zwitserse vredestop van juni jl. Ook zal de Raad spreken over de opvolging
van het politieke G7-akkoord om USD 50 mld. aan leningen te verschaffen aan Oekraïne
voor het eind van 2024, waarbij de buitengewone inkomsten over bevroren Russische
Centrale Banktegoeden aan Oekraïne ter beschikking gesteld worden voor het terugbetalen
van de EU- en G7-leningen en voor rentebetalingen. De Commissie deelde op 20 september
jl. voorstellen om in dit kader tot EUR 35 mld. aan leningen beschikbaar te stellen
aan Oekraïne.
De inzet van het kabinet blijft gericht op onverminderde steun aan Oekraïne. Europese
steun is existentieel voor Oekraïne. Anderzijds pleit het kabinet ook voor hooghouden
van de druk op Rusland om de agressieoorlog te beëindigen. Het kabinet zal tijdens
de Raad oproepen om de militaire steun zowel door iedere EU-lidstaat zelf, als via
de EU voort te zetten en te intensiveren. Hierbij zal het kabinet het belang van een
zo snel mogelijk akkoord over de implementatie van de verschillende Raadsbesluiten
onder de Europese Vredesfaciliteit (EPF) benadrukken. Het kabinet steunt een zo spoedig
mogelijke opvolging van het G7-akkoord om de bevroren Russische Centrale Banktegoeden
te gebruiken ten behoeve van EUR 45 mld. aan leningen voor Oekraïne. Het kabinet verwelkomt
het Commissievoorstel van 20 september jl. om tot EUR 35 mld. aan EU-leningen te verstrekken.
Uw Kamer wordt hier langs gebruikelijke weg over geïnformeerd. Daarnaast zal het kabinet
oproepen tot snelle voortgang ten aanzien van een vijftiende sanctiepakket. Wat het
kabinet betreft staan hierbij maatregelen die het Russische verdienvermogen op mondiale
energie- en grondstoffenmarkten raken centraal, onder andere door versterkte handhaving
van het olieprijsplafond. Ook blijft Nederland zich inzetten voor sterke steun op
het gebied van accountability voor Oekraïne, in lijn met de onverminderde inzet op het Restoring Justice for Ukraine-spoor van Zelensky’s Vredesformule. Het kabinet zal in dit kader de derde ronde van
consultaties over de claimcommissie onder de aandacht brengen die in november in Den
Haag plaatsvindt. Het kabinet deelt de zorgen van de Commissie over de instabiele
staat van de kritieke energie-infrastructuur en heeft daarom in september middelen
toegezegd ten behoeve van kritiek herstel en wederopbouw, waarvan voor een groot deel
aan energiesteun.
Situatie Midden-Oosten
De Raad zal spreken over de situatie in het Midden-Oosten. Naar verwachting zal er
onder meer worden gesproken over het gewapend conflict tussen Hezbollah en Israël
en de grootschalige aanval van Iran op Israël van 1 oktober jl. Daarnaast zal de Raad
naar verwachting spreken over additionele steun aan de Palestijnse Autoriteit. De
laatste tranche van de noodsteun van EUR 400 mln. zal eind deze maand worden overgemaakt
aan de Palestijnse Autoriteit. De Raad zal tevens bespreken hoe de Palestijnse Autoriteit
ook op lange termijn ondersteund kan worden. De ontwikkelingen in het Midden-Oosten
volgen elkaar in rap tempo op, om deze reden kan onderstaande informatie achterhaald
zijn bij aanvang van de Raad Buitenlandse Zaken.
Voor het kabinet blijft een diplomatieke oplossing de beste weg naar stabiliteit in
de regio en veiligheid voor Israël, Libanon en andere landen in het Midden-Oosten.
Nederland steunt de initiatieven van Frankrijk en de Verenigde Staten voor een diplomatieke
oplossing tussen Israël en Hezbollah, langs de lijn van Verenigde Naties Veiligheidsraad
resoluties 1701 en 1559. Het kabinet blijft tevens oproepen tot de-escalatie en een
staakt-het-vuren, en het belang van naleving van het humanitair oorlogsrecht door
alle partijen.
Op 1 oktober jl. vond een grootschalige aanval van Iran met ballistische raketten
op Israël plaats. Het kabinet veroordeelt deze aanval ten zeerste. De Minister van
Buitenlandse Zaken heeft dit ook telefonisch aan de Iraanse Minister van Buitenlandse
Zaken overgebracht. Het kabinet volgt de situatie nauwgezet en staat in voortdurend
contact met landen in de regio. Het kabinet blijft oproepen tot de-escalatie. Een
voortdurend Israëlisch grondoffensief in Libanon draagt in deze context niet bij aan
dit doel. In de context van regionale escalatie is het belangrijk dat de internationale
gemeenschap daadkrachtig en effectief kan reageren. Eenheid binnen de EU is hierbij
gewenst. Nederland zal dit binnen de EU onderstrepen.
Daarnaast blijft het kabinet aandacht vragen voor de situatie in de Palestijnse Gebieden
en oproepen tot de implementatie van VNVR-resolutie 2735, die moet leiden tot een
onmiddellijk staakt-het-vuren, het vrijlaten van de Israëlische gegijzelden, toename
van humanitaire hulp en een duurzaam bestand in Gaza. Het kabinet acht steun aan de
Palestijnse Autoriteit van belang gezien de fragiele financiële situatie, alsmede
voor de stabiliteit op de Westelijke Jordaanoever. Ook wordt verder ingezet op sancties
tegen gewelddadige kolonisten. Indachtig de herdenking van 7 oktober 2023 blijft Nederland
in Europees verband additionele sancties tegen Hamas en de Palestinian Islamic Jihad (PIJ) onderzoeken.
Lunch met Britse Minister van Buitenlandse Zaken
De Raad zal gedurende de lunch spreken met de Minister van Buitenlandse Zaken van
het VK, David Lammy. In de huidige geopolitieke context zijn de EU en het VK belangrijke
gelijkgezinde partners. Het VK is een van de meest actieve landen in het leveren van
(militaire) steun aan Oekraïne. Coördinatie vindt onder andere plaats via de NAVO
en G7. De Britse regering heeft de wens geuit om met de EU een «security pact» te sluiten in het kader van de bredere «reset» van de relatie tussen het VK en de EU. Hiervoor heeft het VK nog geen formeel voorstel
gedaan aan de EU. Zodra een voorstel is ontvangen, zal de EU werken aan een eensgezinde
positie. Het ligt wat het kabinet betreft voor de hand om hier met een positieve grondhouding
naar te kijken, gezien het geopolitieke belang van samenwerking met het VK in EU-verband.
Naar verwachting zal tijdens de lunch worden stilgestaan bij geopolitieke ontwikkelingen,
waaronder de situatie in het Midden-Oosten en de Russische invasie in Oekraïne. Voor
Nederland is het belangrijk om gezamenlijk op te trekken in de steun aan Oekraïne
en de druk hoog te houden op Rusland, onder meer via sancties, om de agressieoorlog
te beëindigen. Ook is samenwerking met gelijkgezinde partners zoals het VK is belangrijk
in het kader van de situatie in het Midden-Oosten.
Lopende zaken
Hoorn van Afrika
Naar verwachting zal ten aanzien van de Hoorn van Afrika worden gesproken over het
realiseren van spoedige besluitvorming over voortzetting van financiering onder de
Europese Vredesfaciliteit (EPF) voor een veiligheidsmissie in Somalië. De huidige
African Union Transition Mission in Somalia (ATMIS) loopt op 31 december 2024 af. Omdat Somalische strijdkrachten nog niet klaar
zijn om de veiligheidsverantwoordelijkheid over te nemen ligt er een plan klaar voor
een nieuwe missie die vanaf 1 januari 2025 van start moet gaan (AUSSOM). De EU is
sinds 2007 hoofddonor van deze missie in Somalië.
Moldavië
De Raad zal stilstaan bij de presidentiële verkiezingen die op 20 oktober a.s. plaatsvinden,
alsmede het referendum over het verankeren van EU-integratie in de Moldavische Grondwet.
Naar verwachting zal het derde pakket aan listingsvoorstellen onder het EU-Moldavië sanctieregime, ingediend door Roemenië, ook worden
behandeld. Nederland heeft de listingsvoorstellen gesteund en kan hiermee instemmen.
In aanloop naar de verkiezingen heeft Moldavië te kampen met externe beïnvloedingspogingen.
Het kabinet zet zich in en spreekt zich uit voor eerlijke en vrije verkiezingen. De
Minister van Buitenlandse zaken was aanwezig bij de bijeenkomst van het Moldova Partnership Platform in Chişinǎu op 17 september jl. Het kabinet streeft naar aanname van een nieuw sanctiepakket
onder het EU-Moldavië sanctieregime.
Georgië
De Raad zal spreken over de politieke ontwikkelingen in Georgië. Naar verwachting
zal de Raad ingaan op de parlementsverkiezingen van 26 oktober a.s. en de recente
aanname van de anti-lhbtqia+-wetgeving door het Georgisch parlement. Nederland heeft
grote zorgen over deze wetsaanname, die onderdeel is van een bredere negatieve ontwikkeling
op het terrein van rechtsstatelijkheid. Daarnaast benadrukt het kabinet dat met de
huidige politieke koers van Georgië voortgang op het EU-toetredingstraject van Georgië
onmogelijk is. Tijdens de Europese Raad van juni jl. werd reeds geconstateerd dat
de acties van de Georgische regering hebben geleid tot het de facto stopzetten van
het toetredingstraject. Het kabinet acht het van belang dat dit signaal ook duidelijk
aan de Georgische autoriteiten en bevolking wordt gecommuniceerd.
Verslag informele bijeenkomst EU-ministers van Buitenlandse Zaken in New York
De EU-ministers van Buitenlandse Zaken kwamen op maandag 23 september informeel bijeen
tijdens de Verenigde Naties (VN) High Level week in New York. Tijdens deze informele bijeenkomst werd gesproken over de Russische
agressie tegen Oekraïne en de situatie in het Midden-Oosten. De bijeenkomst stond
in het teken van het afstemmen van gezamenlijke EU-boodschappen tijdens de High Level week. De nieuwe Minister van Buitenlandse Zaken van Oekraïne, Andrii Sybhia, nam voor
het eerst deel aan een bijeenkomst met de EU-ministers van Buitenlandse Zaken. Sybhia
benadrukte dat Oekraïne aan de vooravond stond van een belangrijke week. Lidstaten
benadrukten het belang van gezamenlijke EU-boodschappen en benoemden het belang van
het versterken van relaties met landen in de Global South. Tijdens de informele bijeenkomst werd ook gesproken over de situatie in het Midden-Oosten.
De lidstaten uitten grote zorgen over de escalerende situatie in Libanon.
Verslag informele Raad situatie Libanon
Op 30 september jl. vond een extra ingelaste informele Raad via videoverbinding plaats
over de escalerende situatie in Libanon. De Raad was eensgezind over de EU-inzet voor
een onmiddellijk staakt-het-vuren en een diplomatieke oplossing langs de lijnen van
Verenigde Naties Veiligheidsraad resolutie 1701. Ook benadrukte de Raad dat regionale
escalatie moet worden voorkomen.
Actuele status bevroren private financiële tegoeden
Verder informeert het kabinet uw Kamer over de actuele stand van de in Nederland bevroren
private financiële tegoeden in het kader van de sancties tegen Rusland. Dit betreft
niet de geïmmobiliseerde tegoeden van de Russische centrale bank waarvoor de Commissie
op 20 september jl. een voorstel heeft gepresenteerd om de toekomstige buitengewone
inkomsten hierover te gebruiken voor Oekraïne waarover u op korte termijn separaat
een kabinetsappreciatie ontvangt, maar de in Nederland bevroren private tegoeden van
gesanctioneerde personen en entiteiten. Op peildatum 1 juli 2024 was het totaal van
de private bevroren tegoeden in Nederland EUR 97,2 mln.
Dit bedrag is significant lager dan de in januari aan uw Kamer gemelde EUR 660 mln.
door het verlenen van ontheffingen voor openstaande betalingen en het op afstand zetten
van gesanctioneerde eigenaren door firewallconstructies. Het nieuwe bedrag volgt uit een nieuwe meldplicht die is geïntroduceerd
in het tiende Europese sanctiepakket tegen Rusland en op basis waarvan financiële
instellingen uiterlijk 1 juli 2024 moesten rapporteren. Financiële instellingen hebben
daarop gerapporteerd wat ze op het moment van het indienen van de melding nog hadden
bevroren. Financiële instellingen hebben onder de huidige regelgeving geen verplichting
om te melden als een tegoed wordt vrijgegeven, alleen als het wordt bevroren, waardoor
de daling van het bedrag niet eerder inzichtelijk was. In enkele gevallen is een vrijgave
vrijwillig door financiële instellingen gemeld en was het mogelijk om vrijgegeven
tegoeden al eerder te verwerken. Doordat dit uitzonderingen waren, bestond de EUR
660 mln. uit vrijwel alle tegoeden die sinds de inval van Rusland in Oekraïne ooit
zijn bevroren.
Zoals eerder gemeld in de Kamerbrief stand van zaken Sanctienaleving en Handhaving
kan de hoogte van het daadwerkelijke, actuele bedrag aan bevroren tegoeden fluctueren
doordat er nieuwe tegoeden worden bevroren of doordat reeds bevroren tegoeden worden
vrijgegeven.1 Het vrijgeven van een tegoed kan meerdere redenen hebben en verklaart ook het lagere
bedrag. Zo kan het zijn dat tegoeden niet langer bevroren behoeven te worden omdat
een onderneming formeel op afstand wordt gezet van een gesanctioneerde eigenaar via
een zogeheten firewallconstructie.2 Een dergelijke wijziging in de zeggenschapsstructuur heeft als doel dat een onderneming
haar activiteiten weer kan starten en gesanctioneerde eigenaren niet meer bij de bezittingen
van het bedrijf kunnen. Daarmee kunnen ook de bevroren tegoeden worden vrijgegeven.
Een andere reden voor het vrijgeven van tegoeden is dat bij specifieke omstandigheden
op basis van de mogelijkheden in de Europese sanctieregelgeving een ontheffing kan
worden verleend voor de vrijgave van de tegoeden, bijvoorbeeld voor openstaande betalingen
in verband met verplichtingen die zijn aangegaan voorafgaand aan de sanctionering.
De oorspronkelijke gesanctioneerde eigenaren/ (rechts)personen kunnen in geen van
deze situaties beschikken over deze tegoeden. In de bijlage bij deze brief gaat het
kabinet verder in op individuele gevallen van tegoeden die zijn vrijgegeven. In Nederland
is de Minister van Economische Zaken verantwoordelijk voor de beoordeling van de sanctiestatus
van een niet-beursgenoteerde onderneming, bijvoorbeeld of de eigenaarsstructuur van
een bepaalde onderneming wel of niet gesanctioneerd is. Deze beoordeling wordt gedaan
door Bureau Toetsing Investeringen van het Ministerie van Economische Zaken.
Het kabinet werkt momenteel aan een voorstel voor een gemoderniseerde Sanctiewet via
het wetsvoorstel internationale sanctiemaatregelen, onder coördinatie van de Minister
van Buitenlandse Zaken. In het wetsvoorstel internationale sanctiemaatregelen komt
een verplichting voor financiële instellingen om een melding te doen als een bevroren
tegoed wordt vrijgegeven. Op basis hiervan is het in de toekomst mogelijk om een actueel
beeld te hebben van de bevroren tegoeden.
Nederlandse bijdrage aan operatie Poseidon Archer
Zoals vermeld in de Geannoteerde Agenda van de bijeenkomst van de NAVO-ministers van
Defensie van 30 mei jl.3 draagt Nederland bij aan operatie Poseidon Archer (OPA) met niet-operationele militaire steun van één stafofficier tot en met uiterlijk
9 oktober aanstaande. Nederland verlengt deze niet-operationele militaire steun aan
OPA met drie maanden tot uiterlijk 9 januari 2025, onder de voorwaarde dat de operatie
aan de in de eerdere Kamerbrief van 12 januari jl.4 benoemde rechtsbasis en voorwaarden blijft voldoen. Hoewel de Houthi’s doorgaan met
het aanvallen van de internationale scheepvaart in de Rode Zee, levert deze operatie
volgens het kabinet een waardevolle bijdrage aan het verminderen van de militaire
capaciteiten van de Houthi’s. Ook streeft de operatie ernaar de Houthi’s te ontmoedigen
van verdere escalatie en geeft deze een noodzakelijk signaal af dat het hinderen van
vrije doorvaart niet zonder gevolgen is. Daarnaast levert Nederland met deelname aan
deze coalitie een waardevolle bijdrage aan bondgenootschappelijke en in het bijzonder
trans-Atlantische solidariteit. Tot slot geeft de bijdrage bijzondere toegang tot
waardevolle inlichtingen en informatie ten aanzien van de operaties in het Rode Zeegebied
en breder in de regio.
Indieners
-
Indiener
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.