Brief regering : Stand van zaken geothermie (aardwarmte)
31 239 Stimulering duurzame energieproductie
Nr. 400
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2024
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft verzocht om een stand van
zaken update ten aanzien van geothermie. Sinds de laatste stand van zaken die mijn
voorganger op 16 juni 2023 aan uw Kamer stuurde1, heeft een aantal ontwikkelingen plaatsgevonden. In deze brief informeer ik u over
de inwerkingtreding van de gewijzigde Mijnbouwwet voor geothermie, de doelstelling
2030, het onderzoek van de ondergrond (SCAN) en het beleid rondom seismiciteit.
Mijnbouwwet
Zoals aangekondigd in de Kamerbrief van juni 2023, is op 1 juli 2023 de wijziging
van de Mijnbouwwet voor aardwarmte in werking getreden. Met deze wetswijziging sluit
de vergunningensystematiek beter aan bij de ontwikkeling van geothermieprojecten.
Inmiddels zijn ook de eerste vergunningen onder deze nieuwe wet verleend. EBN is verplicht
deelnemer geworden in nieuwe geothermieprojecten. Dit zal zowel de financiële haalbaarheid
als de kennisontwikkeling binnen de sector ondersteunen.
Daarnaast is het ook mogelijk voor EBN om op vrijwillige basis deel te nemen aan (bestaande)
geothermieprojecten. Sinds de inwerkingtreding van de wijziging van de Mijnbouwwet
is tot nu toe één keer instemming verleend aan een vrijwillige deelname van EBN in
een bestaand geothermieproject. Inmiddels neemt EBN deel aan vier geothermieprojecten.
Doelstelling 2030
De doelstelling om in 2030 15 PJ aan warmte (energie) op te wekken met geothermie
blijft vooralsnog ongewijzigd. In 2022 produceerde de geothermiesector 6,8 PJ2. Recente cijfers van brancheorganisatie Geothermie Nederland geven aan dat de geproduceerde
warmte uit geothermie in 2023 vrijwel ongewijzigd was ten opzichte van 2022. Daarnaast
is in de brief van oktober 2023 aan de Tweede Kamer over de Stand van zaken SDE++3, 4 opgenomen dat er slechts zeven aanvragen in 2023 zijn ingediend voor Stimulering
Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++) voor diepe geothermie, elk met
een beperkte omvang aan warmteopwekking. Wel zijn er nog tien SDE++ aanvragen uit
voorgaande SDE++ rondes die zijn toegekend. Deze projecten moeten nog worden gerealiseerd.
Om dichter bij de doelstelling van 2030 te komen heeft mijn voorganger in 2022 een
aanjaagteam en taskforce opricht5. Doel is het wegnemen van barrières die de versnelling van de ontwikkeling van geothermie
in de weg staan. Het aanjaagteam heeft de voornaamste barrières in beeld gebracht.
Deze barrières zijn onder andere gericht op het gebrek aan kennis van de ondergrond
in sommige delen van ons land, de onzekerheid rondom warmtenetten, stijgende kosten,
de behoefte aan de ondersteuning van voorbeeldprojecten en het opzetten van duidelijke
beleidskaders rondom de vergunningenprocedure. Een aantal van deze onderwerpen worden
toegelicht in de Kamerbrief die ik u op korte termijn stuur over de randvoorwaarden
voor warmtenetten. De overige onderwerpen komen aan bod in deze brief.
Om de doelstelling van 15 PJ te halen, moet kort gezegd meer gebeuren. Het vergt een
actieve stimulans om de realisatie van geothermiebronnen van de grond te krijgen.
Het is belangrijk voor de klimaatdoelstelling om extra aandacht te geven aan projecten
die in kunnen voeden op een bestaand warmtenet met voldoende vraag. De realisatie
van geothermieprojecten wordt niet alleen gestimuleerd, er wordt ook lering getrokken
uit de praktijk. Gezien de nog beperkte ontwikkelingen in de gebouwde omgeving valt
daar veel winst te behalen.
Onderzoek
In sommige delen van het land is nog weinig bekend over de (diepe) ondergrond. Om
de mogelijkheden voor de ontwikkeling van geothermieprojecten in kaart te brengen,
is onderzoek nodig om te bepalen of de ondergrond geschikt is om warmte uit de bodem
te halen. De Seismische Campagne Aardwarmte Nederland (SCAN) is gericht op het vergaren
van meer inzicht in de ondergrond in regio’s waar de huidige kennis en data beperkt
zijn en het publiekelijk beschikbaar stellen van die data.
In de eerste fase van het SCAN programma is de ondergrondstructuur in kaart gebracht.
Hierbij is gebruik gemaakt van nieuw seismisch onderzoek (het in kaart brengen van
de ondergrond met behulp van geluidsgolven) en het opnieuw bewerken van bestaande
seismische data. Door deze onzekerheid in de ondergrond te reduceren is een belangrijke
stap gezet in het ontsluiten van data-arme gebieden. Daarbij gaat het met name om
delen van Nederland waar nooit mijnbouw heeft plaatsgevonden, maar waar in de buurt
grote steden met veel woningen zijn. Het gaat dan om onder andere de regio’s Noord-Brabant,
Arnhem-Nijmegen, Amsterdam – Almere – Utrecht.
In aanvulling op de seismische onderzoeken vinden nu, gefinancierd door het Ministerie
van Klimaat en Groene Groei en uitgevoerd door EBN, diepboringen plaats om de eigenschappen
van de ondergrond op kansrijke locaties verder in beeld te brengen. Inmiddels is de
eerste boring (Amstelland-1) afgerond en heeft EBN een mijnbouwvergunning gekregen
voor de tweede boring, ditmaal bij Oss. Omdat het oorspronkelijke SCAN-programma gericht
is op regionale data-acquisitie (SCAN 1 t/m 3), is ook een vervolg van SCAN nodig
waar verder ingezoomd wordt en op lokaal niveau data-acquisitie kan plaats vinden,
het zogenaamde SCAN 4. Geschikte locaties voor lokale data-acquisitie worden nu onderzocht.
Al deze data wordt openbaar beschikbaar en biedt operators de kans projecten te definiëren
met een hogere kans op succes.
Ook wordt gekeken naar de mogelijkheid voor data-acquisitie voor de Pilot Geothermie
Limburg. Daarmee worden de mogelijkheden voor geothermie in Limburg onderzocht. Er
zijn al meerdere locaties onderzocht voor deze pilot, maar deze zijn afgevallen omdat
er geen stikstofvergunning afgegeven kon worden. Het vinden van een geschikte locatie
blijft hierdoor moeilijk. Toch is mogelijk een oplossing gevonden in een bestaande
geothermieput. Op dit moment is het nog niet mogelijk om metingen uit te voeren in
deze put. Ik houd de situatie in de gaten en als deze wijzigt kan de pilot plaatsvinden.
Schadeafhandeling – schadeprotocol
In de Kamerbrief van 16 juni 2023 werd benoemd dat er gesprekken lopen over schadeafhandeling
bij geothermie. Hoewel met de kennis van nu gesteld kan worden dat de kans op schade
bij geothermie gering is, is het belangrijk dat zowel de afhandeling als de vergoeding
van eventuele schade goed geregeld zijn. Met betrekking tot de schadeafhandeling bij
geothermie wil ik dit op de kortst mogelijke termijn onderbrengen bij de Commissie
Mijnbouwschade. Met betrekking tot de schadebetaling werkt de brancheorganisatie Geothermie
Nederland aan een model voor een onderling schadefonds. Hierbij wil ik benadrukken
dat schade altijd vergoed dient te worden en dat bij de vergunningaanvraag getoetst
wordt of de aanvrager hiertoe in staat is. Zonder een onderling schadefonds kan de
aanvrager dit ook aantonen met een verzekering of eigen vermogen.
Traffic Light System
Geothermie moet even veilig zijn als andere activiteiten in de diepe ondergrond en
er moet hetzelfde veiligheidsrisicoprofiel worden toegepast. In de Mijnbouwregeling
is dan ook opgenomen dat bij elke aanvraag voor een startvergunning een seismisch
risicobeheersplan (hierna: SRB) ingediend moet worden, waarin de wijze van handelen
bij het optreden van eventuele bodemtrilling wordt beschreven en welke drempelwaarden
worden gehanteerd. Dit SRB bestaat uit een traffic light system (TLS) dat kaders biedt
voor wanneer en hoe te handelen in het geval van een bodemtrilling, en een communicatieplan
dat specificeert wie op welk moment op de hoogte gesteld wordt van een trilling die
heeft plaatsgevonden. Het TLS is op 18 juli 2024 gepubliceerd. Hierin staan maatregelen
omschreven voor het geval er onverhoopt trillingen plaatsvinden in de ondergrond.
De intentie is om het TLS als industriestandaard toe te passen.
Tot slot
De in deze brief genoemde ontwikkelingen en maatregelen dragen bij aan het versnellen
van geothermie. Met de sectorspecifieke wijziging van de Mijnbouwwet is een stap vooruit
gezet in het realisatie van meer geothermie. Maar het is daarmee nog niet vanzelfsprekend
dat de doelstelling van 15 PJ in 2030 uit geothermie gehaald zal worden. De sector,
de operators en het Rijk dienen zich gezamenlijk te blijven inzetten voor deze opgave.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei