Brief regering : Reactie op de aangeboden petitie m.b.t. 3-puntenplan voor de biologische sierteelt in Nederland
29 842 Biologische Landbouw
Nr. 45
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 september 2024
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft op 18 juni 2024
de petitie «Eerlijke kansen, perspectief en lef voor een schoner en gezond Nederland»
van de Biologische Sierteelt Nederland in ontvangst genomen.
De vereniging Biologische Sierteelt Nederland is op 5 maart 2024 opgericht. Het heeft
ongeveer 55 leden in biologische snijbloemen, bloemenpluktuinen, vaste planten-, bloembollen-
en kamerplantenteelt. De leden zijn Skal gecertificeerd. De vereniging wil bijdragen
aan schoon drinkwater, een gezonde bodem en aan een gezonde leefomgeving. Hiertoe
is een 3-punten plan uitgewerkt in de petitie. Hierin wordt de overheid verzocht om
1) alle certificeringskosten voor alle biologische (sier-)telers te compenseren; 2) het
biologisch keurmerk te belonen met onder andere lagere waterschapsheffingen, en 3) meer
biologisch in te kopen.
Op 28 juni 2024 heeft de commissie gevraagd om een reactie op deze petitie. Hierbij
ontvangt u mijn reactie.
Allereerst wil ik mijn respect uitspreken voor de biologische sierteeltsector. De
telers laten zien dat een verdienmodel zonder het gebruik van kunstmest en synthetische
gewasbeschermingsmiddelen mogelijk is. Dat vergt vakmanschap en doorzettingsvermogen.
Daarnaast dragen de bedrijven hun steentje bij aan het vitaal houden van het platteland.
Ik heb kennisgenomen van de petitie en heb waardering voor dit initiatief om Nederland
nog mooier en schoner te maken. De petitie bevat echter een aantal verzoeken dat niet
past bij het kabinetsbeleid of de juridische kaders. Zo wordt gevraagd om álle certificeringskosten
voor de siertelers te compenseren. Dit is niet in lijn met het de uitgangspunten van
het rapport «Maat houden» uit 20141. Dit gaat ervan uit dat in principe alle kosten van certificering, toezicht en handhaving
doorberekend worden aan partijen die «in substantiële mate profijt» hebben. Uitzondering
hierop is mogelijk als er bijvoorbeeld sprake is van buitenproportionele lasten. Om
die reden heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in 2023 besloten
dat kleine primaire producenten en verwerkende bedrijven met een jaaromzet kleiner
dan € 50.000 en 100% bio met ingang van 2024 de jaar- en certificeringsbijdragen niet
hoeven te betalen (Kamerstuk 30 252, nr. 148). Daar kunnen ook kleine biologische siertelers profijt van hebben. Deze ondernemers
moeten nog wel zelf de inspectiekosten betalen. Dat is passend volgens het «vervuiler
betaalt principe» uit voornoemde rapport «Maat houden». Wanneer er geen afwijkingen
worden geconstateerd, zijn de kosten voor de ondernemer laag.
Daarnaast wordt gevraagd om houders van het biologisch keurmerk te belonen voor het
niet gebruiken van synthetische gewasbeschermingsmiddelen met lagere waterschapsheffingen.
Een dergelijke maatregel kan aangemerkt worden als steun. Deze zou kunnen worden toegestaan
als verder wordt gegaan dan de wettelijke vereisten. Daarvan is hier geen sprake.
Daarnaast dient opgemerkt te worden boeren en tuinders over het algemeen een watersysteemheffing
per (ongebouwde) hectare betalen. Deze is bedoeld voor peilbeheer en heeft geen relatie
met waterkwaliteit of reiniging.
Voorts bevat het plan een verzoek om rentekorting bij groenfinanciering bij bestaande
bancaire hypotheken. Momenteel kunnen bedrijven die steun zoeken via de regeling Groenprojecten
bij de bank of beleggingsinstelling een groenverklaring aanvragen. Met deze verklaring
krijgt de ondernemer een lening tegen een lagere rente dan de rente op de markt2. Van deze regeling wordt al gebruik gemaakt door boeren en tuinders die willen omschakelen
naar biologisch. Voor andere financieringsmogelijkheden of vragen over omschakeling
verwijs ik naar de website «wegwijzer voor biologisch ondernemen»3 van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
De vereniging merkt op dat in de praktijk het essentiële verschil tussen het biologische
en andere keurmerken onvoldoende wordt gezien. Gevraagd wordt om dit verschil met
andere keurmerken zichtbaar te maken. Graag verwijs ik hiervoor naar de EU Green claims
richtlijn, waarover op dit moment nog onderhandeld wordt door de wetgevers in de EU.
Deze verplicht ondernemingen om hun milieuclaims te onderbouwen aan de hand van duidelijke
criteria en de laatste stand van de wetenschap. Het publiceren van informatie over
de verschillen tussen het publieke biologische en andere private keurmerk is in principe
geen overheidstaak.
Als derde en laatste punt wordt in het kader van het stimuleren van de afzetmarkt
verwezen naar het inkoopbeleid van de overheid. Wanneer de overheidsorganisaties een
(iets) groter aandeel biologisch plantgoed, biologische bloembollen en bloemboeketten
inkopen, biedt dit al kansen voor de sector. In 2021 is reeds verkend wat de mogelijkheden
hiervoor waren, in navolging van de motie Tjeerd de Groot en Boswijk (Kamerstuk 27 858, nr. 540) over de inkoop van biologische bloembollen en perkgoed door de overheid. Toentertijd
was het nog ingewikkeld, onder andere vanwege de beschikbaarheid van de juiste hoeveelheden
van biologische bollen en perkgoed op de juiste tijdstippen. Biologische bollentelers
hebben ten minste twee jaar nodig om de gevraagde partijen te produceren. Dit past
veelal niet in de planning van de gemeentelijk groenvoorziening. Vraag en aanbod komen
daardoor nog moeizaam bij elkaar. Het areaal biologische bollenteelt is vrij beperkt
en redelijk stabiel, dat geldt ook voor het aantal telers. De omschakeling naar biologische
bollenteelt is niet eenvoudig en zal naar verwachting niet op korte termijn leiden
tot een groter areaal. Er is wel interesse bij gemeenten en provincies om meer biologische
bollen en perkgoed af te nemen (Kamerstuk 29 842, nr. 42).
Mogelijk is daar met de oprichting van de vereniging en groei van de sector een nieuwe
situatie ontstaan. Daarom ben ik bereid om te verkennen wat mogelijkheden zijn om
een groter aandeel biologisch plantgoed en biologische bloemboeketten in te kopen
binnen de overheid.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur