Brief regering : Appreciatie van de motie van de leden Bamenga en Teunissen over in de Mijnbouwwet vastleggen dat er geen winningsvergunningen en winningsplannen meer worden afgegeven of goedgekeurd voor gaswinning in de provincie Groningen (Kamerstuk 33529-1254) en de motie van de leden Beckerman en Bushoff over een verbod op het bouwen van munitiedepots in het mijnbouwschadegebied (Kamerstuk 33529-1249)
33 529 Gaswinning
Nr. 1258
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 september 2024
Tijdens het debat over de Staat van Groningen van 12 september jl. zijn twee moties
ingediend over het stoppen van gaswinning uit kleine velden in Groningen. De eerste
motie is ingediend door het lid Beckerman c.s.1 In deze motie wordt de regering verzocht de gaswinning uit kleine velden in Groningen
versneld af te bouwen, geen nieuwe vergunningen voor gaswinning uit kleine velden
in Groningen te verlenen en dit op te nemen in de Mijnbouwwet. Het lid Beckerman c.s.
verwijst daarbij naar de woorden «Geen Gronings gas meer» in het Hoofdlijnenakkoord.
Tevens wordt in de motie de regering verzocht om de aanvraag van de NAM voor gaswinning
onder Warffum per direct af te wijzen. De tweede motie is van de leden Bamenga en
Teunissen2. In deze motie wordt de regering verzocht om in de Mijnbouwwet vast te leggen dat
er geen nieuwe winningsvergunningen en winningsplannen meer afgegeven of goedgekeurd
kunnen worden voor gaswinning in de provincie Groningen. Met deze brief licht ik toe
waarom ik beide moties moet ontraden.
Sinds 19 april 2024 is gaswinning uit het Groningenveld bij wet verboden. In het Hoofdlijnenakkoord
staat: «Geen Gronings gas meer». Daarmee wordt bedoeld dat het Groningenveld, in lijn
met de wet, dicht blijft en hier geen gas meer uit gewonnen wordt. Dit is in het regeerprogramma
opnieuw bekrachtigd: «Er wordt geen gas meer gewonnen uit het Groningenveld». Hoewel
gaswinning uit kleine velden en de mogelijke gevolgen daarvan van een totaal andere
omvang zijn dan bij het Groningenveld, begrijp ik dat hierover zorgen leven bij inwoners uit de regio en de
Kamer. Tegelijkertijd kan ik de gaswinning uit kleine velden in Groningen niet direct
afbouwen en kan ik aanvragen, zoals bij Warffum, niet zomaar afwijzen. Dit heeft twee
belangrijke redenen.
Ten eerste speelt aardgas nog een belangrijke rol in de transitie naar een duurzaam
energiesysteem. Op dit moment wordt ruim een derde van het primair energieverbruik
van Nederland nog ingevuld door aardgas. Dit gas is nodig voor huishoudens om te koken,
douchen en huizen in de winter te verwarmen. Ook de Nederlandse industrie kan nog
niet zonder. Er is op dit moment nog niet voldoende duurzame energie beschikbaar om
helemaal te stoppen met het gebruik van aardgas. Doordat de gaswinning uit het Groningenveld
eerst is afgebouwd en nu is beëindigd, vervullen de kleine velden een steeds belangrijkere
rol in het kader van gasleveringszekerheid. Stoppen met gaswinning uit kleine velden
vergroot de Nederlandse afhankelijkheid van de import van gas van buiten Europa. Ook
is de CO2-uitstoot van de winning en transport van gas dat wordt gewonnen uit Nederlandse kleine
velden vele malen lager dan de uitstoot van geïmporteerd aardgas. Tot slot, kan de
infrastructuur voor gaswinning in de toekomst mogelijk hergebruikt worden voor opwek
of opslag van duurzame energie. Indien de gaswinning versneld wordt beëindigd dient
de infrastructuur opgeruimd te worden en is dan niet meer beschikbaar voor ander gebruik.
Bij een afbouw van gaswinning uit kleine velden op land moeten deze aspecten zorgvuldig
in ogenschouw worden genomen.
Ten tweede geldt voor veel gebieden op land dat er al opsporings- en winningsvergunningen
zijn afgegeven. Gaswinningsbedrijven kunnen binnen deze vergunningen winningsplannen
indienen. De Mijnbouwwet vormt het wettelijk kader voor het beoordelen van deze winningsplannen.
Dit geldt ook voor de actualisatie van het winningsplan bij Warffum. In de Mijnbouwwet
is geborgd dat gaswinning alleen mag plaatsvinden als dit veilig en verantwoord is
voor mens en milieu. Gaswinning uit kleine velden op land kan alleen op grond van
de weigeringsgronden in de Mijnbouwwet worden afgewezen. Als deze weigeringsgronden
niet van toepassing zijn en de gaswinning dus veilig en verantwoord kan plaatsvinden,
kan ik instemming met ingediende winningsplannen niet weigeren. Als ik – in lijn met
de moties – per direct geen nieuwe instemmingen met winningsplannen zou afgeven en
dit zou vastleggen in de Mijnbouwwet dan voldoe ik niet aan de vereisten uit het artikel
1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag voor Rechten van de Mens dat onder
meer gaat over het eigendomsrecht van een rechtspersoon en zou dat leiden tot onrechtmatige
besluiten. Als gaswinningsbedrijven vervolgens naar de rechter stappen, zal een rechter
mij opdragen om alsnog een rechtmatig besluit te nemen. Het bewust nemen van onrechtmatige
besluiten past wat mij betreft niet binnen de afspraken in het Hoofdlijnenakkoord
en het Regeerprogramma over betrouwbaar bestuur en het waarborgen van de democratische
rechtsstaat.
Ik zeg de Kamer toe dat ik rond Warffum en andere kleine velden een zorgvuldig proces
doorloop waarbij ik advies inwin bij verschillende partijen zoals SodM en de Mijnraad
en ook dat ik in gesprek ga met inwoners voordat ik een besluit neem. Gaswinning is
en blijft alleen mogelijk indien dit veilig en verantwoord is.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.T.M. Hermans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei