Brief regering : Voorhang wijziging Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies in verband met verlenging subsidiemodule Borgstelling MKB- landbouwkredieten
36 600 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2025
36 600
XIII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII)
voor het jaar 2025
Nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 23 september 2024.
De wens om over de voorgenomen voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling
nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig
leden van de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 23 oktober 2024.
De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden
gedaan dan 24 oktober 2024 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de
in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 september 2024
Hierbij bied ik u de ontwerpregeling tot wijziging van de Regeling nationale EZK-
en LNV-subsidies in verband met de verlenging van de subsidiemodule Borgstelling MKB-landbouwkredieten
(BL) aan, alsmede het Toetsingskader Risicoregelingen, dat voor dit verlengingsbesluit
door de ministerraad is vastgesteld.
In de Comptabiliteitswet 2016 is bepaald dat subsidieregelingen een vervaltermijn
van maximaal vijf jaar bevatten. De subsidiemodule Borgstelling MKB-landbouwkredieten
van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies heeft een vervaldatum van 31 december
2024. Om hieronder vermelde redenen ben ik voornemens de vervaldatum van deze subsidiemodule
te verlengen met een jaar, tot 31 december 2025.
De subsidiemodule Borgstelling MKB-landbouwkredieten, die is opgenomen in titel 2.5
van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies, ondersteunt investeringskredieten
van banken aan MKB-landbouwondernemers indien op basis van hun bedrijfs- of ondernemingsplan economische continuïteit
verwacht wordt, maar de onderneming de bank onvoldoende zekerheden kan bieden voor
kredietverlening volgens de normale bancaire praktijk. Met een borgstelling van de
Staat der Nederlanden worden zulke kredieten wel mogelijk; daarmee wordt welvaartsverlies
voorkomen en komt investeren in verduurzaming van de agrarische productie eerder binnen
het bereik van MKB-landbouwondernemers.
Momenteel wordt de doeltreffendheid en doelmatigheid van de subsidiemodule geëvalueerd.
De resultaten hiervan zullen in het najaar aan uw Kamer worden aangeboden. Het Eindrapport
van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Bedrijfsfinanciering, «Kies voor Baten»
is eerder aan uw Kamer gestuurd (Kamerstuk 32 637, nr. 646), waarin onder andere is voorgesteld om het publiek instrumentarium voor de agrarische
sector vergelijkbaar te maken met het reguliere instrumentarium. De inhoudelijke kabinetsreactie
op het rapport zal dit najaar aan uw Kamer worden aangeboden.
Het verlengen van de BL door middel van een ministeriële (wijzigings)regeling vraagt
zorgvuldige procedures, met besluitvorming in de ministerraad en op grond van artikel
4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016 moet het ontwerp van deze wijzigingsregeling
worden «voorgehangen» bij de Tweede Kamer voor de duur van 30 dagen. Doordat de evaluatie
van de BL pas in het najaar van 2024 aan uw Kamer kan worden aangeboden en vervolgens
worden behandeld, kan het besluitvormingsproces over de gebruikelijke verlenging met
vijf jaar met aansluitend de juridische en financiele uitwerking ervan niet vóór 31 december
2024 worden afgerond. Dit zou betekenen dat ondernemingen in de land- en tuinbouwsector
vanaf 1 januari 2025 geen gebruik kunnen maken van de BL, waardoor goede investeringsplannen
van bedrijven met continuïteitsperspectief, die alleen door een zekerhedentekort niet
gefinancierd kunnen worden, geen doorgang kunnen vinden. Dit acht het kabinet onwenselijk.
Daarom heeft het kabinet besloten om de vervaldatum van deze subsidiemodule te verlengen
tot en met 31 december 2025.
Eerder op 1 juli 2023 is deze subsidiemodule verruimd met een tijdelijke borgstellingsmogelijkheid
voor glastuinbouwbedrijven in verband met de hoge gasprijzen als gevolg van de Russische
agressie tegen Oekraïne. De Commissie heeft deze verruimde subsidiemodule beoordeeld
in het licht van het Tijdelijk crisiskader voor staatssteunmaatregelen ter ondersteuning
van de economie na de Russische agressie tegen Oekraïne (PbEU 2022, C 426), sectie
2.2. Onder dit steunkader moest de steun uiterlijk op 31 december 2023 worden toegekend.
Deze tijdelijke borgstellingsmogelijkheid kan dan ook niet meer worden opengesteld
na 31 december 2023. Mede omdat dit staatsteunkader niet langer van toepassing is
wordt met deze wijzigingsregeling ook deze tijdelijke borgstellingsmogelijkheid uit
de regeling verwijderd, vooruitlopend op wijzigingen die na de evaluatie zullen worden
doorgevoerd.
Ook is deze subsidiemodule verruimd met een tijdelijke borgstelling vanwege de uitbraak
van het coronavirus en een borgstelling voor vermogensverstrekkende kredieten (VVK),
maar deze onderdelen zijn sinds respectievelijk 1 juli 2022 en 1 januari 2023 niet
meer opengesteld en worden ook niet meer opengesteld. De coronamodule behoorde tot
het tijdelijke overheidsinstrumentarium vanwege de inmiddels voorbije coronacrisis.
De VVK-module is na de evaluatie waarover uw Kamer is geïnformeerd (Kamerstuk 30 252, nr. 166) beëindigd. Beide modules komen daarom met deze verlengingsregeling te vervallen.
Conform het Garantiekader (Kamerstuk 33 750, nr. 13) stuur ik u hierbij tevens het Toetsingskader Risicoregelingen zoals dat door de
ministerraad op 6 september 2024 is vastgesteld ten behoeve van deze verlengingsregeling.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
(artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet) en biedt uw Kamer de mogelijkheid
zich uit te spreken over de ontwerpregeling voordat deze zal worden vastgesteld.
De regeling wordt niet eerder vastgesteld dan 30 dagen na verzending van deze brief.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur