Brief regering : Kabinetsreactie Policy Brief van het Clingendael Institute ‘Too late to act? Europe’s quest for cloud sovereignty
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 1220
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN DE
MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 september 2024
Op 23 april 2024 heeft het kabinet de policy brief «Too late to act? Europe’s quest
for cloud sovereignty» van het Clingendael Institute ontvangen en aan uw Kamer gezonden.1
De oproep van het Instituut Clingendael (hierna: Clingendael) luidt dat het voor de
digitale veiligheid van Europa van essentieel belang is dat risicovolle strategische
afhankelijkheden afgebouwd worden, onder andere door het versterken van de Europese
concurrentiekracht. Ook is het onbetwist dat de huidige markt voor clouddiensten niet
goed functioneert en wordt gedomineerd door grote niet-Europese aanbieders van clouddiensten.
Zoals ook Clingendael in haar policy brief beschrijft, is het kabinet op de hoogte
van het groeiende belang van public clouddiensten. De Rijksoverheid wordt de vraag
voorgelegd om het gewenste niveau van cloudsoevereiniteit te bepalen. Het is van belang
dat de overheid eigenaarschap van gegevens en controle over systemen houdt. Of en
wanneer hierbij public clouddiensten van buiten Nederland of de Europese Unie gebruikt
kunnen worden, zal zorgvuldig afgewogen worden. Voor de Rijksoverheid gebeurt dit
op grond van het Rijksbreed cloudbeleid 2022, dat momenteel ook geëvalueerd wordt.
Gedurende de procedurevergadering van de vaste commissie voor Digitale Zaken van 13 maart
2024 heeft de commissie verzocht om de Clingendael policy brief aan de Kamer aan te
bieden, voorzien van een kabinetsreactie.
Met deze kabinetsreactie wordt tevens voldaan aan de toezegging gedaan tijdens het
Commissiedebat over digitale infrastructuur en economie van 25 april 2024 om het idee
van de «Bijenkorf-cloud» nader te onderzoeken.2
Voortbouwend op deze brief alsmede de binnenkort volgende kamerbrieven over de evaluatie
van het Rijksbreed cloudbeleid en de quickscan die op basis van de SIDN casus is uitgevoerd,
zal het kabinet in zijn reactie op de initiatiefnota «Wolken aan de horizon» later
dit jaar met een geïntegreerde aanpak van de problematiek rondom cloud komen.
Public cloud
Clingendael beschrijft in de policy brief allereerst de doorbraak van public clouddiensten
in de bredere economie. Het gebruik van clouddiensten brengt organisaties vele voordelen,
met name op het vlak van efficiëntie en gebruiksgemak. Cloud is daarmee een belangrijke
bouwsteen van onze digitale economie en samenleving geworden en onmisbaar bij de digitale
transitie die we doormaken. Tegelijkertijd schetst Clingendael ook uitdagingen bij
het gebruik van clouddiensten. Concreet beschrijven de onderzoekers de noodzaak voor
afnemers om bij het gebruik van public clouddiensten een balans te vinden tussen efficiëntie,
kosten en soevereiniteit, om optimaal van de voordelen van public clouddiensten gebruik
te kunnen maken. Gebruikers moeten zich hierbij bewust zijn van de technische, organisatorische
en juridische uitdagingen die komen kijken bij de migratie van ICT-diensten naar een
public cloudomgeving. Clingendael benadrukt dat, meer nog dan andersoortige organisaties,
overheden zich bij de overgang naar (public) cloud van de uitdagingen en risico’s
voor publieke belangen bewust moeten zijn.
Definitie Public cloud:
In het Rijksbreed Cloudbeleid 2022 wordt de in de sector gangbare terminologie gehanteerd
uit de NIST Definition of Cloud Computing. De NIST is de National Institute for Standards and Technology uit de Verenigde Staten. In dit technologiedomein heeft «public» een andere betekenis
dan bijvoorbeeld «publiek» en «privaat» (bijvoorbeeld over instellingen) in Nederlands
recht. Een «publieke» of «public» cloud is een clouddienst bij een dienstverlener
waar zowel de hardware als de software met andere organisaties wordt gedeeld, en waarin
je (afhankelijk van de behoefte) een stukje capaciteit en verwerking krijgt toebedeeld
door de dienstverlener. De verwerkingen worden van elkaar gescheiden door logische
beveiligingsmaatregelen.
Logische beveiligingsmaatregelen omvatten het geheel van richtlijnen, procedures,
en beheersingsprocessen en faciliteiten die noodzakelijk zijn voor het verschaffen
van toegang tot informatiesystemen, besturingssystemen, netwerken, mobiele apparaten
en telewerken van een organisatie.
Perspectief huidig kabinet op cloud
De bevindingen van Clingendael in dit hoofdstuk zijn grotendeels in lijn met eerder
getrokken conclusies in onder andere de Staat van de Digitale Infrastructuur.3 We hebben reeds geconstateerd dat een groeiend aantal Nederlandse consumenten en
bedrijven gebruik maakt van clouddiensten.4 Voor ons economisch verdienvermogen en onze brede welvaart is dit een positieve zaak.
De voordelen van het gebruik van public clouddiensten zijn namelijk legio. Organisaties
kunnen door makkelijk schaalbare, on-demand clouddiensten leunen op relatief hoogwaardige, veilige en continue ICT-dienstverlening
voor hun bedrijfsvoering.
De migratie naar cloud brengt echter ook uitdagingen met zich mee voor gebruikers.
Zoals de onderzoekers schetsen, acht het kabinet het inderdaad van belang dat organisaties
bewust afwegen welke infrastructuur, data en applicaties ze in eigen beheer willen
houden (on-premise) en welke veilig naar public of private clouddiensten gemigreerd
kunnen worden. Daarnaast is het van belang dat gebruikers zelf afwegen welke clouddienstaanbieders
ze willen gebruiken, hoeveel diensten ze willen afnemen en wat dit betekent voor hun
toekomstige ICT-dienstverlening. Dit is niet alleen van belang voor overheden, maar
juist ook voor andere afnemers zoals bedrijven, onderwijsinstellingen en consumenten.
Voor de Rijksoverheid dienen deze afwegingen plaats te vinden conform het Rijksbreed
cloudbeleid 2022.
Dat hier tegenwoordig steeds meer aandacht aan wordt besteed is meer dan terecht.
Clingendael benoemt de noodzaak om bij het gebruik van public clouddiensten een balans
tussen efficiëntie en soevereiniteit te vinden. Dit sluit aan op de beleidsdoelen
in de Agenda Digitale Open Strategische Autonomie (DOSA), die Clingendael zelf ook
aanhaalt.5
Deze balans is dus ook van belang, maar tegelijkertijd wordt er niet altijd bewust
en zorgvuldig een afweging gemaakt door afnemers. Zo constateert de ACM-marktstudie
naar clouddiensten6 dat veel afnemers wel diensten bij verschillende cloudaanbieders afnemen (multi-cloud),
maar dat dit zich veelal beperkt tot diensten die niet noodzakelijk met elkaar gekoppeld
hoeven te worden. De ACM moedigt gebruikers van clouddiensten aan zich bewust te zijn
van de aan afname van clouddiensten gerelateerde padafhankelijkheid7 en daarom een afweging te maken tussen de meerwaarde van een specifieke clouddienst
en de mate van vendor lock-in.
Ook spelen overwegingen op het gebied van DOSA voor gebruikers niet altijd voldoende
een rol bij de keuze voor een specifieke clouddienst, aangezien vooral overwegingen
rondom kosten, gebruiksgemak en efficiëntie de overhand hebben. Hierdoor ontstaat
al gauw een voorkeur voor één van de grote niet-Europese aanbieders van clouddiensten.
Dergelijke aanbieders hoeven op de lange termijn niet altijd de beste (makkelijkste
of goedkoopste) optie te zijn voor een individuele gebruiker, o.a. vanwege de genoemde
padafhankelijkheid en lock-in effecten. Het is daarom van belang dat afnemers van
public clouddiensten scherp blijven op de keuzes die ze maken en de effecten daarvan,
zoals ook in de policy brief goed wordt beschreven.
De (centrale en decentrale) overheid kent bij de overgang naar public clouddiensten
aanvullende unieke afwegingen die meegenomen dienen te worden. Naast het feit dat
de overheid graag haar digitale dienstverlening richting de burger continu wil verbeteren,
zijn er ook bijzondere aandachtsgebieden. Risico’s voor de nationale veiligheid dienen
hierbij meegenomen te worden. Ook dient daarbij in ogenschouw genomen te worden dat
diverse landen wet- en regelgeving kennen met extraterritoriale werking die medewerking
aan veiligheidsdiensten verplicht, zoals de CLOUD act in de VS8, wat in bepaalde gevallen mogelijk kan leiden tot ongewenste toegang tot Nederlandse
gegevens.
Voor de meeste gevoelige informatie van de overheid, waaronder staatsgeheime informatie
en informatie waarbij rekening moet worden gehouden met inbreuken door statelijke
actoren, is daarom een standaard uitgangspunt geformuleerd in het Rijksbreed Cloudbeleid:
staatsgeheime informatie mag niet worden opgeslagen of verwerkt in de public cloud.
Voor Departementaal Vertrouwelijk gerubriceerde informatie dient op case-by-case basis
een risicoafweging te worden gemaakt, op basis waarvan de departementaal verantwoordelijk
Minister kan besluiten gebruik van public clouddiensten toe te staan. Buiten de Rijksdienst
is er wel sprake van (sectorale) wet- en regelgeving op het gebied van informatiebeveiliging,
maar is er geen centraal verplichtend kader omtrent het gebruik van clouddiensten.
Organisaties zijn zelf verantwoordelijk voor hun keuzes omtrent het gebruik van public
clouddiensten, zolang zij maar voldoen aan de wettelijke kaders zoals bijvoorbeeld
de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), Wet beveiliging netwerk- en Informatiesystemen
(Wbni) en overige wet- en regelgeving.
Bijzondere aandacht daarbij dient gegeven te worden aan het classificeren van data.
Uiteindelijk bepaalt, zoals ook Clingendael stelt, de classificering van de data welke
technische oplossing gekozen kan en mag worden. Voor de Rijksoverheid bepaalt uiteindelijk
de rubricering van de informatie in wat voor systemen de informatie verwerkt mag worden.
Ook is in het cloudbeleid extra aandacht gegeven aan en zijn waarborgen opgenomen
voor privacygevoelige informatie en de basisregistraties van de overheid.9 Indien er het risico is op de dreiging van statelijke actoren, moet er voortijdig
dreigings- en beveiligingsadvies ingewonnen worden vanuit de Algemene Inlichtingen-
en Veiligheidsdienst (AIVD) en/of de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
(MIVD).
Clingendael benoemt ook het concept van community clouds, een hybride vorm van cloud
computing tussen public en private clouds in, die vaak sectoraal gericht zijn. Het
kabinet ziet community clouds als een geschikt model om schaalgrootte te creëren voor
semi-publieke en nutsvoorzienende sectoren, waarvan de dienstverlening vanwege bijvoorbeeld
grootschalige verwerking van privacygevoelige informatie of kritieke maatschappelijke
dienstverlening een grotere mate van soevereiniteit vragen dan reguliere kantoorautomatisering.
Geopolitieke aspecten
In het hoofdstuk «(Geo)Politicisation of cloud services» van de policy brief beschrijft
Clingendael de toenemende politisering van het debat over clouddiensten en de bestaande
beleidsinzet hierop. De drie grootste Amerikaanse cloudaanbieders hebben een gezamenlijk
marktaandeel van zeventig procent, terwijl de grootste Europese aanbieders gezamenlijk
niet meer dan vijftien procent van de opbrengsten in de markt voor clouddiensten genereren.
Op basis van deze marktverhoudingen en de technische obstakels om over te stappen
naar andere aanbieders, concludeert Clingendael dat er risicovolle afhankelijkheden
bestaan van een beperkt aantal Amerikaanse cloudaanbieders.
De dominantie van Amerikaanse cloudaanbieders in Europa vormt niet enkel economisch
een afhankelijkheid, maar heeft ook impact heeft op onze digitale open strategische
autonomie. Het ontwikkelen van een volwaardig Europees cloudaanbod is daarom noodzaak,
volgens Clingendael.
Clingendael beziet drie lagen van cloud soevereiniteit, van zwaar naar minder zwaar
bezien zijn dit:
1. Cloud soevereiniteit als onderdeel van de nationale veiligheid;
2. Cloud soevereiniteit als datasoevereiniteit; en
3. Cloud soevereiniteit als voldoen aan wet- en regelgeving.
Wordt cloud soevereiniteit bezien als het voldoen aan wet- en regelgeving, houdt dit
in feite niets anders in dan dat cloud overeenkomsten onder de jurisdictie vallen
van een Europese lidstaat en daarmee tevens voldoen aan Europese wet- en regelgeving.
Cloudsoevereiniteit als datasoevereiniteit moet hier gelezen worden als datalokalisatie
– gegevens dienen binnen EU-grondgebied opgeslagen te zijn.
Een ingewikkeldere situatie doet zich voor bij cloud soevereiniteit als onderdeel
van de nationale veiligheid. Hierbij worden immers ook eisen gesteld aan de herkomst
van de clouddienstverlener. Om aan een dergelijk niveau te voldoen is een goed functionerende
Nederlandse en Europese cloudmarkt onontbeerlijk.
Clingendael betoogt dat de EU en haar lidstaten op zoek moeten naar manieren om deze
afhankelijkheden te beheersen en verkleinen. Daarvoor moet een antwoord gevonden worden
op twee vragen:
• (Hoe) kunnen Europese cloudaanbieders de benodigde schaal, breedte van dienstverlening
en relevantie realiseren om de digitale economische veiligheid van de EU te verzekeren?
• Of – gezien het aanzienlijke verschil tussen Europese en Amerikaanse cloudaanbieders
– kan Europa nog altijd betrouwbare Europese cloud omgevingen ontwikkelen met voldoende
en veilige mogelijkheden om de meest gevoelige gegevens van Europese overheden te
hosten en verwerken?
Clingendael signaleert dat recent diverse ontwikkelingen en initiatieven in Europa
(en specifiek Nederland) van de grond zijn gekomen om invulling te geven aan bovenstaande
vragen. Ze delen het bestaand beleid op in twee soorten: initiatieven om Europese
consumenten en cloudaanbieders te beschermen en initiatieven om eigen Europees cloudaanbod
te stimuleren.
Clingendael merkt op dat in aanvulling op de bestaande initiatieven het inzetten van
publieke aanbesteding als mechanisme om Europese cloudaanbieders te stimuleren verder
verkend zou kunnen worden. In de Verenigde Staten is overheidsinkoop bij lokale cloudaanbieders
een belangrijke aanzet geweest voor het realiseren van een dominant Amerikaanse cloudaanbod.
Perspectief kabinet op geopolitisering clouddiensten
De bevindingen over afhankelijkheden van een beperkt aantal dominante, vooral Amerikaanse
partijen in de cloudmarkt staan niet op zichzelf, maar sluiten aan bij de bevindingen
van diverse eerdere gepubliceerde analyses over de cloudmarkt. Zo zet de eerder genoemde
cloudmarktstudie van de ACM uit 2022 de economische en technische afhankelijkheden
in de sector gedetailleerd uiteen. Ook verschillende andere recente publicaties maken
de afhankelijkheden, risico’s en kwetsbaarheden op de cloudmarkt helder inzichtelijk.10
Op dit moment heeft het Ministerie van Economische Zaken een onderzoek uitgezet dat
nader inzicht zal bieden in (de verschillen tussen) het Nederlandse en Europese cloudaanbod
enerzijds en dat van de grote Amerikaanse cloudaanbieders anderzijds. Ook zal het
mogelijk handelingsperspectief verkennen voor het dichten van mogelijke verschillen
tussen lokaal en Amerikaans cloudaanbod11.
De analyse van de geopolitieke aspecten van clouddiensten volgt dezelfde lijn als
door het kabinet uiteengezet in de agenda DOSA: de cloud is niet alleen een economische
afhankelijkheid, maar ook van invloed op de digitale open strategische autonomie van
Europa. Cloud is daarom opgenomen als één van de beleidsprioriteiten in de agenda
DOSA.
De door Clingendael voorgestelde onderverdeling van cloudsoevereiniteit is helder
en onderschrijft het belang van diverse niveaus van cloudsoevereiniteit, afhankelijk
van het bedrijfsproces waarbij men gebruik wil gaan maken van de cloud. Na de zomer
zal hiervoor een nadere uitwerking worden opgenomen in de voortgangrapportage Strategie
Digitale Economie. Deze aspecten worden tevens meegenomen in de evaluatie van het
Rijksbreed cloudbeleid.
Als gevolg van de potentiële extraterritoriale werking van Amerikaanse wetgeving kunnen
Amerikaanse cloudaanbieders in specifieke situaties ertoe gedwongen worden gegevens
van cloudgebruikers over te dragen aan Amerikaanse inlichtingendiensten. Op verzoek
van het NCSC heeft Greenberg Traurig onderzoek gedaan naar onder andere de kans dat
gegevens van Europese burgers op basis van de CLOUD-act verstrekt zullen worden aan
de Amerikaanse overheid. Op basis van de daaromtrent beschikbare informatie is geconcludeerd
dat deze kans laag is.12 AWS publiceert bijvoorbeeld sinds 2020 twee keer per jaar over informatieverzoeken
van de Amerikaanse overheid.13 Daaruit komt het beeld naar voren dat er in die periode geen verzoeken zijn geweest
die hebben geleid tot ontsluiting naar de Amerikaans overheid van data die is opgeslagen
buiten de Verenigde Staten.14 De inzagemogelijkheid van een clouddienst kan worden geblokkeerd door bestanden te
versleutelen voordat zij in de cloud worden opgeslagen. Hierbij kan alleen de gebruiker
de bestanden ontcijferen en de clouddienst niet. Het versleutelen van bestanden blokkeert
echter ook nuttige cloudfuncties zoals indexering of gezamenlijk editen door een groep.
Een dergelijke wijze van versleuteling wordt echter nog niet door alle cloudleveranciers
aangeboden.
Het is belangrijk hieraan toe te voegen dat, ongeacht de herkomst van de clouddienstverlener,
het voor gebruikers van cloud van belang blijft om van een diversiteit aan clouddienstverleners
gebruik te maken. Stapelingsrisico’s door te veel afhankelijk te zijn van één dienstverlener
kunnen de soevereiniteit en continuïteit schaden. Ook dient voorkomen te worden dat
er een ongewenste geografische afhankelijkheid van enkel niet-Europese dienstverleners
ontstaat. Mede hierom is in het Rijksbreed cloudbeleid 2022 de noodzaak opgenomen
om contractuele afspraken te maken over een exit-strategie.
Daarom heeft het kabinet zich met diverse beleidsinitiatieven in Nederland en Europa
ingezet voor een goedwerkende cloudmarkt met aanbod van Europese spelers als alternatieve
optie naast de Amerikaanse cloudaanbieders, die aansluit bij de behoeften van de markt,
zoals een «alles in één oplossing». Het gros van deze inzet voor de markt wordt door
Clingendael samengevat in haar policy brief. De beleidsinzet delen we als kabinet
in langs drie pijlers, die ten dele ook aansluit bij de categorisering die Clingendael
maakt. Deze pijlers zijn:
− Protect: Met wet- en regelgeving gebruikers beschermen en marktpartijen een eerlijk
speelveld bieden.
− Promote: Innovatie en de toetreding van nieuwe cloudaanbieders stimuleren. Door samen
te werken en te clusteren met overheidspartijen in binnen- en buitenland is het ook
mogelijk om sterker te staan en Europese aanbieders te stimuleren.
− Partner: Regelmatige samenwerking en contact met marktpartijen en expertise & best
practices uitwisselen met andere overheden, zowel binnen de EU als daarbuiten.
De volgende acties maken deel uit van de bestaande beleidsinzet:
• EU Cybersecurity Scheme for Cloud Services (EUCS)
• Network and Information Systems Directive revised (NIS2)
• EU Cloud Rulebook
• Guidance on public procurement
• Rijksbreed cloudbeleid
• Gaia-X
• Important Projects of Common European Interest Cloud Infrastructure and Services (IPCEI
CIS)
• Dataverordening
• Digitalemarktenverordening
• European Open Science Cloud
• Alliance for Industrial Data, Edge and Cloud
Over de voortgang op deze beleidsinitiatieven bent u op verschillende momenten separaat
geïnformeerd middels verschillende Kamerbrieven. In het najaar zal in het kader van
de voortgangsrapportage Strategie Digitale Economie ook bij de verschillende acties
en aspecten rond cloud worden stilgestaan, ook zal meer uitleg hierover terugkomen
in de kabinetsreactie op de initiatiefnota «Wolken aan de horizon».
Aanvullende acties
In aanvulling op de bestaande initiatieven, suggereert Clingendael om Rijksinkoop
van clouddiensten in te zetten om Nederlandse of Europese cloudaanbieders te stimuleren.
Het is immers van belang om, náást de aanbodkant, ook de vraagkant van de cloudmarkt
te stimuleren. Bij inkoop hanteert het kabinet een landenneutraal beleid. Het uitsluiten
van aanbieders uit Europese lidstaten of landen die lid zijn van de Government Procurement
Agreement (GPA) is in beginsel niet toegestaan.
Wel kunnen er in voorkomende gevallen redenen zijn om landen uit te sluiten. Hierbij
moet men onder meer denken aan risico’s voor de nationale veiligheid. Die moeten blijken
uit bijvoorbeeld de quickscan en risicoanalyse nationale veiligheid.15 Tevens onderzoekt het kabinet in het kader van de evaluatie van het Rijksbreed cloudbeleid
de mogelijkheden om autonomie c.q. afhankelijkheid mee te nemen bij cloudinkooptrajecten.
Daarnaast wordt ingezet op het versterken van concurrentiekracht van het Europees
aanbod, kennisontwikkeling en de arbeidsmarkt.
De AIVD participeert vanuit zijn veiligheidsbevorderende taak in werkgroepen waarin
(publieke) cloudbeveiligingsnormen voor gerubriceerde informatie van de EU en NAVO
worden uitgewerkt. Op deze wijze vindt kennisuitwisseling en afstemming met onze partners
en bondgenoten plaats. Naast protect-waarde biedt deze afstemming ook promote-waarde,
omdat gelijkgeschakeld beveiligingsbeleid tussen landen schaalgrootte biedt die het
voor cloudaanbieders aantrekkelijk maakt dienstverlening met hogere beveiligingsniveaus
te ontwikkelen en aan te bieden.
Naast het inzetten van Rijksinkoop oppert Clingendael het idee om tot een zogeheten
«Bijenkorf cloud» te komen. Hierover zegt Clingendael het volgende «Een aantrekkelijke
Europese propositie vereist een «Alles in-1 pakket» – met onder meer opslag, databases,
veiligheid en software ontwikkelings-instrumenten – als alternatief op bestaande Amerikaanse
proposities. Alleen door samen te werken kunnen Nederlandse en andere Europese cloudbedrijven
komen tot zo’n Europese «Bijenkorf Cloud Megascaler».»16 Dit voorstel sluit aan bij lopende beleidsinitiatieven om een goed functionerende
markt te creëren door middel van een ecosysteem waarin verschillende Europese dienstenaanbieders
op een federatieve wijze samenwerken om tot een vraaggestuurd aanbod te komen, zonder
dat er daarbij ongezonde machtsposities binnen de markt ontstaan. Hierbij is het zoals
Clingendael benoemt wenselijk dat het gebruiksgemak voor afnemers van clouddiensten
centraal staat en dus vraag en aanbod goed op elkaar aansluiten, waarmee Europese
partijen een aantrekkelijkere keuze worden.
Naast bovengenoemde beleidsinzet zijn mogelijk aanvullende acties wenselijk. De Tweede
Kamerleden Kathmann en Six Dijkstra hebben hier al een aanzet voor gedaan in de intiatiefnota
«Wolken aan de horizon». Het kabinet zal een voorstel voor een geïntegreerde aanpak
ten aanzien van het thema cloud als reactie op deze initiatiefnota in het najaar naar
uw Kamer sturen. Deze brief kan als bouwsteen worden beschouwd voor deze geïntegreerde
aanpak.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F. Zsolt Szabó
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
D.S. Beljaarts
Indieners
-
Indiener
F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Medeindiener
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken