Brief regering : Energietransitie binnenvaart
31 409 Zee- en binnenvaart
32 813
Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
31 239
Stimulering duurzame energieproductie
Nr. 465
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 september 2024
Op 25 januari 2024 heeft uw Kamer de Verzamelbrief Maritieme Zaken1 ontvangen. In deze brief heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd u nader te informeren
over de vervolgstappen met betrekking tot het emissielabel binnenvaart in samenhang
met de implementatie van de herziene richtlijn hernieuwbare energie (RED-III) en de
opt-in onder het Europese emissiehandelssysteem ETS2 (ETS2 opt-in).
Context
In zijn brief2 van 17 juni 2024 «Voortgang duurzaam vervoer en toelichting voorjaarsbesluitvorming
2024» heeft mijn ambtsvoorganger reeds toegelicht dat het kabinet heeft besloten om
bij de nationale implementatie van de RED-III brandstofleveranciers aan de binnenvaartsector
een CO2-ketenemissiereductieverplichting op te leggen en tot implementatie van de opt-in
voor ETS23, onder andere voor de binnenvaartsector. Hiermee wordt ingezet op een duurzame en
concurrerende binnenvaart in de toekomst. Deze maatregelen zullen het gebruik van
hernieuwbare energie in de binnenvaart stimuleren. De Kamer is separaat geïnformeerd
over de voortgang van de RED-III4 en de implementatie van de ETS2 opt-in5. In deze brief licht ik toe op welke wijze ik de ondernemers in de binnenvaart ga
ondersteunen bij de energietransitie en doe ik de toezegging gestand om u te informeren
over de vervolgstappen met betrekking tot het emissielabel binnenvaart.
Ondersteuning Energietransitie Binnenvaart
In de Voorjaarsnota voor 20246 is € 240 miljoen aan Klimaatfondsondersteuning toegezegd voor de verduurzaming van
de binnenvaart. In het Definitieve Meerjarenprogramma Klimaatfonds 2025 is, na het
doorvoeren van de bezuiniging op waterstof in het Klimaatfonds uit het hoofdlijnenakkoord,
van de resterende € 227,6 miljoen nu € 194,1 miljoen toegekend en € 33,5 miljoen nog
onder voorwaarden gereserveerd.
Met behulp van deze middelen kunnen ondernemers in de binnenvaart, vooruitlopend op
de voorziene invoering van ETS2 opt-in in 2027, alvast investeren in verduurzamingsmaatregelen
in de vroege opschalingsfase. Dat is nodig omdat er nog een onrendabele top op deze
investeringen rust. Het overgrote deel van de middelen gaat naar een subsidieregeling
met een looptijd van 2025–2030 voor scheepseigenaren. In het kader hiervan zullen
ondernemers subsidie kunnen aanvragen voor met name investeringen in emissieloze aandrijflijnen.
Tevens wordt geld vrijgemaakt voor een programma-aanpak «Energietransitie Binnenvaart».
De Programma-aanpak Energietransitie Binnenvaart» heeft tot doel om samen met relevante
stakeholders kennis te delen over technische en economische mogelijkheden voor innovatie
en verduurzaming. Ook zorgt de programma aanpak voor het activeren van sectorpartijen
en ondersteuning bij het vormen van consortia. Daarnaast kunnen als onderdeel van
de programma aanpak, afspraken worden gemaakt over het wegnemen van knelpunten. Dit
kan bijvoorbeeld betrekking hebben op randvoorwaardelijke investeringen in infrastructuur
voor hernieuwbare vormen van energie, zoals groene waterstof.
Emissielabel binnenvaart
Met de Kamerbrief klimaat- en energiemaatregelen Voorjaarsnota 2024 is aangekondigd
dat het kabinet heeft besloten om de maatregel voor een nationaal verplicht emissielabel
en labelniveau, niet op te leggen aan de binnenvaartsector. In plaats daarvan zet
Nederland zich in voor een internationaal geharmoniseerde meet methodiek voor het
emissielabel, in de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR). Verder kiest het Kabinet
ervoor om het gebruik van hernieuwbare energie in de binnenvaart op gang te brengen
door bij de implementatie van de RED-III ook brandstofleveranciers aan de binnenvaartsector
te verplichten om CO2-ketenemissies te reduceren.7 Voor een overzicht van relevante recente ontwikkelingen ten aanzien van het emissielabel
en in aanloop naar dit besluit verwijs ik naar Bijlage 1.
IenW ziet de meerwaarde van een emissielabel voor de binnenvaart, omdat daarmee objectieve
informatie beschikbaar komt over de emissies van binnenvaartschepen en de daarmee
vervoerde ladingen. In de eerste plaats informatie voor de scheepseigenaren zelf,
maar ook voor andere stakeholders zoals overheden, havens, vervoerders/verladers en
financiële dienstverleners. Een internationaal geharmoniseerd emissielabel kan een
gewenst instrument zijn in het licht van Europese emissierapportageverplichtingen,
zoals de verplichtingen uit de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD),
de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) en de duurzaamheidscriteria
uit de EU Taxonomy. IenW zal onderzoek laten uitvoeren naar de vereisten voor de methodologie
van het emissielabel, rekening houdend met de verplichtingen in de CSRD en CSDDD en
de duurzaamheidscriteria uit de EU Taxonomy. In aanloop naar een internationaal geharmoniseerd
emissielabelsysteem moedigt IenW stakeholders in de sector aan om gebruik te maken
van het huidige vrijwillige emissielabel en daarmee vergelijkbare initiatieven.
In de CCR zet Nederland zich in voor een geharmoniseerde methodologie t.b.v. het meten
en berekenen van emissies van binnenschepen en het vaststellen van emissieklassen.
Het is de bedoeling dat deze methodologie als basis dient voor de ontwikkeling van
een standaard van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart
(CESNI). Deze taak is opgenomen in het CESNI werkprogramma voor 2022–2024.
De ontwikkeling van een emissielabel is één van de acties in de CCR-routekaart voor
de vermindering van de emissies van de binnenvaart. Verder vermeldt het NAIADES III-actieplan8 van de Europese Commissie dat het overeenkomen van een energie-indexmethodologie
een eerste stap is voor de monitoring en rapportage van de broeikasgasintensiteit
van binnenvaartschepen. In deze context loopt er een Europees onderzoeksproject, Platina4Action9, dat onder andere onderzoekt hoe een internationaal emissielabelsysteem kan worden
vormgegeven. IenW is vanuit zijn rol in de adviesraad bij dit project betrokken.
Nederland speelt een proactieve rol in dit internationale traject, mede gezien het
grote aandeel van de Nederlandse vloot in de Europese binnenvaart. Hierbij moet bij
de uitwerking van de methodiek ook rekening gehouden worden met de administratieve
lasten en uitvoeringskosten voor de binnenvaart.
Stakeholders die vanuit de Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens betrokken waren
bij de ontwikkeling van het nationale huidige vrijwillige emissielabelsysteem, zijn
inmiddels geïnformeerd over de ontwikkelingen met betrekking tot het emissielabel.
Uiteraard blijft IenW de mogelijkheid bieden om zienswijzen mee te geven t.b.v. de
hierboven geschetste vervolgstappen.
Tot slot
Samen met de binnenvaartsector werk ik de komende maanden aan de inrichting van een
Programma-aanpak Energietransitie Binnenvaart, zoals hierboven omschreven, en zal
ik de uitgangspunten van de hierboven genoemde subsidieregeling opstellen. Over de
voortgang van de maatregelen gericht op de energietransitie in de binnenvaart zal
ik uw Kamer jaarlijks informeren.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
Bijlage 1: recente ontwikkelingen emissielabel
Om het kabinetsbesluit bij de Voorjaarsnota 2024 beter te kunnen duiden, is het van
meerwaarde om de historische achtergrond en relevante ontwikkelingen in de afgelopen
periode met betrekking tot het emissielabel puntsgewijs samen te vatten.
• In 2019 is in de Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens10 afgesproken dat IenW en het EICB een labelsysteem voor binnenvaartschepen zouden
uitwerken. Het beoogde doel hierbij was om de emissieprestatie van het schip te duiden
en invulling te geven aan het erkennen van aangepaste motoren die voldoen aan de CCR
II en Stage V emissienorm.
• In 2021 is in opdracht van IenW een vrijwillig emissielabelsysteem voor de binnenvaart
gelanceerd en in operatie genomen. Emissielabels worden uitgegeven door Stichting
Afvalstoffen & Vaardocumenten Binnenvaart (SAB). In datzelfde jaar is tevens een traject
ingezet met relevante stakeholders om te komen tot een convenant voor het gebruik
van het vrijwillige emissielabelsysteem.
• Op 26-04-2023 is met de Voorjaarsbesluitvorming 202311 bekendgemaakt dat het Kabinet inzet op verduurzaming van de binnenvaart door de introductie
van een verplicht emissielabel en beprijzing van brandstoffen via het ETS2. In de
Kamerbrief12 over voortgang duurzaam vervoer en toelichting aanvullende klimaatmaatregelen mobiliteitssector,
is een maatregel opgenomen die een wettelijke basis behelsde voor het emissielabel
op nationaal niveau, en die stapsgewijs van binnenvaartschepen een specifiek label
zou gaan vereisen. In het kader van de introductie van dit nationaal verplichte label
moest nog een impact assessment plaatsvinden.
• Op 19-10-2023 is tijdens de vergadering13 van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart (CESNI)
een nieuwe taak toegevoegd aan het werkprogramma 2022–2024 van CESNI. Deze taak betreft
de ontwikkeling van een standaard voor een internationale methodologie voor het meten
en berekenen van de emissies van binnenschepen en het vaststellen van emissieklassen.
Deze standaard is bedoeld om de milieuprestaties van een schip tot uitdrukking te
brengen (wat de uitstoot van broeikasgassen en luchtverontreinigende stoffen betreft)
en op deze wijze de vergroening van de vloot te bevorderen.
• Op 24-11-2023 is met de Actieagenda toekomst binnenvaart14 benadrukt dat het van meerwaarde is om het label vooruitlopend op verplichtstelling
al zo breed mogelijk toe te passen. Hierbij is aangegeven dat er ingezet wordt op
de totstandkoming van een convenant met belanghebbende partijen bij het label.
• Eind 2023 is bovengenoemd impact assessment15 afgerond. Uit dit onderzoek en daaropvolgend juridische beraadslaging zijn juridische
bezwaren naar voren gekomen voor een verplicht emissielabelsysteem en een verplicht
labelniveau. Op 25-01-2024 is met de Verzamelbrief Maritieme Zaken16 de Tweede Kamer geïnformeerd over de onderzoeksresultaten.
• Op 15-04-2024 is met de Voorjaarsnota 202417 afgezien van de maatregel voor een unilaterale verplichting van gemiddeld emissielabel B in 2030. De maatregel
is juridisch niet uitvoerbaar. Als alternatief heeft het kabinet ervoor gekozen de
broeikasgas emissies in de binnenvaart te normeren middels een sectorspecifieke verplichting
in het kader van de Nederlandse RED-III implementatie. Hiermee worden brandstofleveranciers
aan de binnenvaart verplicht om 14,5% CO2-reductie in de keten te bewerkstelligen per 2030.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat