Brief regering : Toelichting dekking wetsvoorstel gastouderopvang n.a.v. de eerste termijn wetsbehandeling
36 513 Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met verbetermaatregelen van de gastouderopvang
Nr. 13
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 september 2024
Hierbij zend ik u zoals toegezegd de toelichting op de dekking van het wetsvoorstel
verbetermaatregelen gastouderopvang. Dit is naar aanleiding van vragen van het lid
Maatoug (GroenLinks-PvdA) tijdens de eerste termijn van de wetsbehandeling op 11 september
jl.
Het wetsvoorstel vraagt van sommige gastouders en gastouderbureaus extra stappen voor
een goede kwaliteit. Het ligt voor de hand dat de gastouders en gastouderbureaus de
investeringen die nodig zijn voor de verbetermaatregelen doorberekenen in het tarief
dat ouders betalen voor gastouderopvang. Zij bepalen zelf de hoogte van hun eigen
tarieven. Het kabinet komt ouders tegemoet in de kostenstijging die het wetsvoorstel
met zich meebrengt door de maximumuurprijs voor de gastouderopvang per 2025 met 21
cent te verhogen. Dit komt bovenop de indexering van 68 cent in 2024 en 36 cent in
2025. Naast de verhoging van de maximumuurprijs, brengt dit wetsvoorstel uitvoeringskosten
met zich mee. Als gevolg van de nieuwe maatregelen zijn er meerkosten voor toezicht
en handhaving.
In paragraaf 1 licht ik de verhoging van de maximumuurprijs met 21 cent toe en de
dekking hiervan in de Voorjaarsnota van 2023. In paragraaf 2 licht ik de uitvoeringskosten
toe en de dekking hiervan in de Voorjaarsnota van 2024.
In paragraaf 3 heb ik een totaaloverzicht opgenomen van de mutaties in de maximumuurprijs
voor de gastouderopvang van de periode 2022 tot en met 2025.
1. Financering van verbetermaatregelen voor gastouders en gastouderbureaus (Voorjaarsnota
2023)
Het kabinet vindt degelijke overheidsfinanciën van belang, om geen schulden door te
schuiven naar volgende generaties. Voor iedere nieuwe maatregel kijkt het kabinet
op welke wijze die gefinancierd kan worden. In de Voorjaarsnota 2023 is de dekking
van de verhoging vanaf 2025 van de maximumuurprijs met 21 cent voor gastouderopvang
geregeld. De maximumuurprijzen van alle opvangsoorten zijn in 2024 met 2 cent minder
geïndexeerd om enkele beleidsmaatregelen, waaronder de verhoging van de maximumuurprijs
voor gastouderopvang voor dit wetsvoorstel, te bekostigen. Door de 2 cent verlaging
zijn er structureel vanaf 2028 in totaal 0,9 miljoen euro per jaar hogere opbrengsten
dan kosten.
Deze zijn ingezet binnen het SZW-beleidsterrein. Zie voor de volledigheid onderstaand
het volledige kinderopvangpakket dat onderdeel was van de voorjaarsnota 2023.
Voorjaarsnota 2023 kinderopvang (in miljoenen euro’s)
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Nr.
Maatregelen
1
Verbetertraject gastouderopvang
0
1,2
14,9
15,7
16,1
16,3
2
Zwangerschapsverlof voor doelgroepers
0
1,2
1,3
1,3
1,3
1,4
3
Aanpassing doelmatigheidsgrenzen
9,9
3,4
3,4
3
3,2
3,4
4
Subsidieregeling zij-instroom «afstand tot de arbeidsmarkt»
1
2,5
2,5
0
0
0
Dekking
1
Maximum uurprijzen 2 cent minder indexeren per 2024
– 0,9
– 19,5
– 18
– 20,9
– 21,8
– 22
De maximumuurprijzen zijn vastgesteld in het Besluit Kinderopvangtoeslag. In het Besluit
Kinderopvangtoeslag 2024, dat bij uw Kamer is voorgehangen, is zowel de reguliere
indexatie als de verlaging met 2 cent als gevolg van de in de tabel genoemde beleidsmaatregelen
verwerkt.
Totstandkoming van het benodigde bedrag
Bij nieuwe wetgeving maakt het kabinet een inschatting (raming) van de mogelijke extra
kosten die deze nieuwe wet met zich meebrengt. De kosten van het wetsvoorstel gastouderopvang
zijn op € 16,3 miljoen geraamd. Dit omvat ten eerste de extra kosten die gastouders
en gastouderbureaus maken als gevolg van deze maatregelen. Ten tweede is er rekening
mee gehouden dat dit wetsvoorstel samen zou vallen met de invoering van het nieuwe
financieringsstelsel. Beide componenten licht ik hieronder nader toe.
Bij de raming is gekeken naar de op dat moment voorliggende verbetervoorstellen en
naar het gemiddelde uurtarief van een gastouder. De extra verwachte kosten door de
maatregelen kwamen uit op € 13 miljoen. Gedurende het wetgevingstraject zijn de maatregelen
samen met de sector verder uitgewerkt. Deze aanpassingen hebben geleid tot een lagere
inschatting van de kosten voor gastouders en gastouderbureaus (namelijk € 11,7 miljoen
structureel en € 4,5 miljoen incidenteel). Het verschil in structurele kosten zit
er bijvoorbeeld in dat we initieel van 5 uur coaching en 5 uur permanente educatie
uitgingen en dit uiteindelijk respectievelijk 3 en 7 uur is geworden. Met incidentele
kosten is bij de initiële raming geen rekening gehouden. Het gaat dan bijvoorbeeld
om het opstellen van het pedagogisch werkplan. Dit kost eenmalig tijd en de jaren
daarna minder, omdat het alleen herzien hoeft te worden. We verhogen de maximumuurprijs
alleen structureel. Om de gastouders tegemoet te komen in de incidentele kosten, is
de verlaagde raming van de structurele kosten niet doorgerekend en gaan we nog steeds
uit van de structurele kosten van € 13 miljoen.
Bij de ramingen is ook rekening gehouden met de invoering van het nieuwe financieringsstelsel
met een inkomensonafhankelijke vergoeding van 96%. Deze zou samenvallen met de beoogde
inwerkingtreding van dit wetsvoorstel. Door de verhoging van het vergoedingspercentage
(het zogenaamde ingroeipad) stijgt de vraag naar alle soorten opvang, wat leidt tot
extra uitgaven aan gastouderopvang.
Dit gaat niet om extra kosten die gastouders maken, maar om extra kosten die de overheid
maakt als gevolg van de toename van het gebruik van gastouderopvang. Dit effect is
ook meegenomen in de raming met een bedrag van € 3,3 miljoen.
2. Financiering extra middelen voor toezicht en handhaving gastouderopvang (Voorjaarsnota
2024)
Niet alleen gastouders en gastouderbureaus maken meer kosten als gevolg van de maatregelen
in het wetsvoorstel. Het toezicht en de handhaving op deze nieuwe kwaliteitseisen
kosten extra tijd en daarmee geld van gemeenten en GGD’en. GGD GHOR Nederland en de
VNG hebben op verzoek van het Ministerie van SZW een inschatting gemaakt van deze
kosten. In deze inschatting bedragen de meerkosten structureel € 1,7 miljoen en incidenteel
€ 1,5 miljoen. VNG en GGD GHOR Nederland hebben deze inschatting gemaakt op basis
van het wetsvoorstel en een voorlopig beeld van het ontwerpbesluit en de ministeriële
regeling. Deze kosten zijn niet bij Voorjaarsnota 2023 maar bij Voorjaarsnota van
2024 gedekt, omdat we toen pas de omvang van de kosten goed in beeld hadden.
Zoals met u gedeeld in de Voorjaarsnota 2024 en de voorhang van het Besluit Kinderopvangtoeslag
2025 wordt de maximumuurprijs met 4 cent minder geïndexeerd per 2025 om de toegankelijkheid
en kwaliteit van de kinderopvang te verhogen. We vergroten de toegankelijkheid door
recht op kinderopvangtoeslag voor alle vormen van promovendi en het verhogen van het
budget voor gezinnen die geen recht op kinderopvangtoeslag hebben en die vanwege sociaal/medische
problematiek ook niet in staat zijn de zorg voor hun kinderen volledig te dragen.
En we investeren in toezicht en handhaving op een aantal aangepaste kwaliteitseisen.
In de onderstaande tabel ziet u het volledige kinderopvangpakket dat onderdeel was
van de Voorjaarsnota 2024. Een klein deel van de (incidentele) intensiveringen is
gedekt uit niet-uitgeputte middelen binnen de bestaande budgetten. De uitvoeringskosten
voor dit wetsvoorstel zijn een relatief klein onderdeel van de wijziging in de maximumuurprijs.
Gemeenten ontvangen deze extra middelen via het Gemeentefonds.
Nr.
Voorjaarsnota 2024 kinderopvang (in miljoenen euro’s)
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Maatregelen
1
Verhoging budget SMI-regeling
5,4
5,4
5,4
5,5
10,0
10,0
2
Wet kinderopvang BES
4,1
5,0
6,5
7,5
7,3
8,2
3
KOT voor beurspromovendi
4,0
4,1
4,3
4,4
4,4
4
Registratie- en meldplicht
3,9
2,4
2,4
2,4
2,4
5
Toezicht en handhaving gastouderopvang
2,3
2,1
2,2
1,7
1,7
1,7
6
Toezicht en handhaving overige kwaliteitsmaatregelen
1,1
1,8
7
Reservering kinderopvang onvoorzien
1,5
1,3
1,8
1,4
1,8
0,9
Dekking
1
Maximum uurprijzen 4 cent minder indexeren
– 0,9
– 11,0
– 13,8
– 21,7
– 23,7
– 24,8
– 24,8
2
Reservering Caribisch Nederland
– 2,5
– 2,5
– 2,5
– 2,5
– 2,5
– 2,5
3
Diversen niet-uitgeputte budgetten
– 0,2
– 0,9
– 0,3
– 0,3
– 0,3
– 0,3
– 0,3
3. Ontwikkeling maximumuurprijzen gastouderopvang
In onderstaande tabel is het totale effect van bovenstaande dekking, de reguliere
indexatie en extra investeringen in de maximumuurprijs gastouderopvang weergegeven.1
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben en zet het debat graag voort in
de tweede termijn.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.N.J. Nobel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid