Brief regering : Reactie op verzoek commissie om nadere informatie over de voorgenomen wijziging van de Zaaizaad- en Plantgoedwet 2005
36 410 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2024
Nr. 103
                   BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 september 2024
Per brief van 26 juni 2024 (kenmerk: 2024Z11444) heeft de Vaste Commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN)
                  mij vragen gesteld omtrent mijn voorgenomen wijziging van de Zaaizaad- en Plantgoedwet
                  2005 (hierna: Zpw). Deze Commissie vraagt wat de aanleiding van de wijziging is, wat
                  de implicaties zijn en wat het tijdpad van de wijziging is. Hieronder ga ik in op
                  deze drie vragen.
               
Aanleiding
In de aan uw Kamer gestuurde jaarplanning 2024 voor beleidsbrieven en te wijzigen
                     wetgeving van LVVN (Kamerstuk 36 410 XIV, nr. 92) is opgenomen dat de Zpw wordt aangepast voor wat betreft de gevolgen van de vernietiging
                     van een kwekersrecht. De aanleiding van de wijziging is de uitspraak van het Hof van
                     Den Haag van 3 oktober 2023.1
In de Zpw is bepaald dat, indien een kwekersrecht ten onrechte is verleend, de vernietiging
                     van dat recht geen terugwerkende kracht heeft. Dit is in strijd met hetgeen is bepaald
                     op grond van het UPOV-verdrag2 dat Nederland heeft ondertekend. Daarom heeft het Hof Den Haag in de bij hem voorliggende
                     casus terugwerkende kracht verleend aan de vernietiging.
                  
Het is nodig om de Zpw in lijn te brengen met het UPOV-verdrag en de rechtspraak van
                  het Hof Den Haag. Daarom bereid ik een wijziging van de Zpw voor. De Nederlandse wetgeving
                  blijkt op dit punt geen goede uitvoering te geven aan het UPOV-verdrag. Ook wijkt
                  het Nederlandse kwekersrecht hiermee af van het Europese kwekersrecht. Ik ben daarom
                  voornemens dit te herstellen
               
Implicaties
De voorgenomen wijziging zal in de praktijk geen implicaties hebben, nu de rechtspraak
                  het UPOV-verdrag volgt in plaats van de tekst van de Zpw. Niettemin is het zaak dat
                  de Zpw in overeenstemming te brengen met het UPOV-verdrag.
               
Tijdpad
Aan uw Kamer is medegedeeld dat een voorstel voor wijziging reeds dit najaar kon worden
                  aangeboden. Tijdens de eerste voorbereidende werkzaamheden zijn echter enkele andere
                  procesrechtelijke verbeterpunten rond het kwekersrecht geïdentificeerd. Ik zal het
                  voorstel daarom nog niet dit najaar kunnen aanbieden. Wel zal ik uw Kamer dit najaar
                  per brief informeren over de inhoud van de voorgenomen wetswijziging en het bijbehorende
                  tijdpad.
               
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur