Brief regering : Voortgang van de uitvoering van de gewijzigde motie van de leden Kröger en Thijssen over er naar streven dat per 2025 alle openbare verlichting en verlichting van Rijksgebouwen bestaat uit ledverlichting (Kamerstuk 36410-XIII-78) (herdruk)
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 1410 HERDRUK1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 september 2024
Met deze brief informeer ik u over de voortgang van de uitvoering van de gewijzigde
motie van de leden Kröger en Thijssen inzake het verzoek aan de regering er naar te
laten streven dat per 2025 alle openbare verlichting en alle verlichting van Rijksgebouwen
bestaat uit ledverlichting. Het Rijk is aan het werk om alle openbare verlichting
en alle verlichting van Rijksgebouwen zo snel mogelijk te voorzien van ledverlichting.
Hierbij moet wel rekening houden met de technische, economische en circulaire haalbaarheid.
Het is helaas praktisch gezien niet haalbaar om dit voor 2025 voor alle Rijksgebouwen
en alle openbare verlichting geregeld te hebben. Het streven is dat we dit voor nagenoeg
alle gebouwen, openbare ruimtes en wegen in 2028 kunnen realiseren2. Middels deze brief wordt een stand van zaken geschetst ten aanzien van deze motie.
Deze brief wordt mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister
van Klimaat en Groene Groei verstuurd.
Aanleiding
De urgentie om duurzamer, slimmer en efficiënter om te gaan met energie is hoger dan
ooit. Netcongestie, gestegen energiekosten, het gebrek aan capaciteit en schaarse
materialen maken dat energie besparen een van de grootste prioriteiten is voor zowel
de infrastructuur als de vastgoed opgave. Vanuit de voorbeeldrol van de Rijksoverheid
jaagt het Rijk de markt aan om bedrijven en particulieren te stimuleren over te gaan
op duurzamere, slimmere en efficiëntere technieken en producten.
Stand van zaken
In de reactie is, net als bij de motie, onderscheid gemaakt tussen openbare verlichting
en de Rijksgebouwen. De voortgang van ledverlichting is getoetst bij het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De voortgang van ledverlichting bij de
Rijksgebouwen is getoetst bij Defensie, Rijksvastgoedbedrijf en Rijkswaterstaat.
Openbare verlichting
Provinciale wegen
Via het IPO en de VNG is vanuit de verschillende provincies data aangeleverd over
wat de vordering is met het vervangen van de openbare verlichting voor ledverlichting.
In onderstaand schema is de voortgang te zien m.b.t. de provinciale wegen. Hierbij
is een percentage opgenomen voor zover bekend.
Provincie
Voortgang
Zeeland
83,4% ledarmaturen1 in 2024, uiterlijk 2029 alle openbare verlichting vervangen door ledverlichting.
Limburg
Ca. 95% ledarmaturen begin 2024, uiterlijk eind 2028 alle openbare verlichting vervangen
voor ledverlichting.
Friesland
Percentage onbekend, uiterlijk begin 2025 alle openbare verlichting vervangen door
ledverlichting.
Noord-Holland
Ca. 50% ledarmaturen begin 2024, uiterlijk eind 2026 alle openbare verlichting vervangen
door ledverlichting.
Noord-Brabant
Onbekend, uiterlijk eind 2032 alle openbare verlichting vervangen door ledverlichting.
Overijssel
Onbekend
Gelderland
Onbekend
Zuid-Holland
Onbekend
Flevoland
Onbekend
Drenthe
Onbekend
Groningen
Onbekend
Utrecht
Onbekend
X Noot
1
Een ledarmatuur is niet alleen het licht zelf, maar ook de behuizing en aansluiting.
Hoofdwegennet
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft de afgelopen jaren stappen gezet
om de verlichting van het hoofdwegennet te verduurzamen. Eind 2024 is ca. 45% van
de lichtmasten op het hoofdwegennet van ledverlichting voorzien. Zo vervangt Rijkswaterstaat
momenteel in Noord-Holland 12.000 conventionele verlichting door ledverlichting. In
2030 zal minimaal 70% van het hoofdwegennet over ledverlichting beschikken. Voor het
vervangen van de openbare verlichting wordt aangesloten bij de natuurlijke vervangingsmomenten,
waarbij altijd ledverlichting wordt toegepast. Dit is vastgelegd in het basiskwaliteitsniveau
(BKN) van de RWS netwerken3. Door de natuurlijke vervangingsmomenten te benutten, voorkomt het Ministerie van
IenW kapitaalvernietiging en houdt het rekening met de uitgangspunten van circulaire
economie.
Gemeentewegen
Door de VNG zijn alle gemeenten benaderd om te kijken hoe het staat met de ledverlichting
van hun openbare straatverlichting. Inmiddels hebben 42 gemeenten gereageerd en aangegeven
dat zij allemaal met led bij openbare verlichting bezig zijn en vaak al alles hebben
voorzien van ledverlichting. De indruk is dat gemeenten hiermee actief aan de slag
te zijn. De VNG overweegt nog of ze samen met BNG en marktpartijen de gemeenten gaan
informeren met aanvullende informatie over het nut om over te gaan op ledverlichting,
gunstige financieringsconstructies en inhoudelijke kennis over het omschakelen naar
ledverlichting.
Rijksgebouwen
Wettelijk kader (algemeen)
Ledverlichting valt onder de energiebesparingsplicht waar het Ministerie van Klimaat
en Groene Groei verantwoordelijk voor is. De energiebesparingsplicht verplicht bedrijven
en instellingen (dus ook het Rijk) om alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd
van 5 jaar of minder uit te voeren. De energiebesparingsplicht geldt voor locaties
van bedrijven en instellingen die per jaar vanaf 50.000 kWh elektriciteit of 25.000
m3 aardgas(equivalent) gebruiken. Deze bedrijven moeten elke vier jaar rapporteren over
hun maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar. Overheidsgebouwen vallen meestal
onder de energiebesparingsplicht. Ledverlichting verdient zich vaak binnen 5 jaar
terug en valt dus voor deze gebouwen onder de plicht.
Rijksvastgoedbedrijf
In de meeste Rijkskantoren wordt op dit moment de verlichting geregeld via ledverlichting.
Het Rijksvastgoedbedrijf is dan ook blij met de aandacht voor ledverlichting binnen
de bestaande wettelijke kaders. Deze motie wordt dan ook gezien als aanmoediging om
de huidige wetgeving, een combinatie van nieuwbouweisen en erkende maatregelen uit
de energiebesparingsplicht, uit te voeren. De bestaande wetgeving vereist namelijk
al ledverlichting indien zicht dit dus terugverdiend binnen 5 jaar. Ook zet het Rijksvastgoedbedrijf
vanuit de portefeuilleaanpak4, 5 in om uiterlijk eind 2026 te voldoen aan de energielabel-C-verplichting voor kantoren
en de energiebesparingsplicht. Dit is dus ruimschoots binnen de voorgestelde realisatie
termijn van 2028.
Defensie
Een andere grote vastgoedeigenaar binnen het Rijk is het Ministerie van Defensie.
Over het verduurzamen en energiezuiniger maken van het vastgoed, de processen en de
faciliteiten wordt elke vier jaar gerapporteerd. In 2019 had deze rapportage in het
kader van de informatieplicht betrekking op 1.700 van de ongeveer 10.000 gebouwen
van Defensie. Eind 2023 was de scope uitgebreid naar 3.314 gebouwen, verdeeld over
127 defensielocaties. Op dit moment voldoet een groot deel van het Defensievastgoed
niet aan de wettelijke kaders op het gebied van verduurzaming. Defensie is hiertoe
met een inhaalslag bezig. Uw Kamer is op 30 mei jl. hierover geinformeerd.6
De inhaalslag behelst ook het aanbrengen van ledverlichting op de bovengenoemde 127 defensielocaties.
Op andere defensielocaties wordt ook, daar waar mogelijk, ledverlichting aangebracht
als onderdeel van het Strategisch Vastgoedplan 2022 en de Routekaart 2.07.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening