Brief regering : Afsluitbeleid kleinverbruikers drinkwater
27 625 Waterbeleid
24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting
Nr. 673 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE STAATSSECRETARIS VAN
SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 augustus 2024
Hierbij ontvangt u het rapport «Bescherming kinderen tegen afsluiting van drinkwater
en energie» opgesteld door Regioplan en een gezamenlijke reactie op het onderzoek.
Deze brief schetst ook welke aanpassingen in het beleid voor de toegang tot drinkwater
zullen worden gemaakt om de moties van de leden Kat1 en Synhaeve2 uit te voeren en in lijn te brengen met de uitspraak van de rechter over het afsluitbeleid3, 4.
Moties Kat en Synhaeve
Het onderzoek naar de vraag of en wat er nodig is om kinderen beter te beschermen
tegen de afsluiting van drinkwater en energie is een toezegging van de toenmalige
Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen. Gezamenlijk met de toenmalige
Minister van Infrastructuur en Waterstaat is dit onderzoek uitgezet en uitgevoerd.
In lijn met de motie-Kat is de optie voor een drinkwaterfonds expliciet in dit onderzoek
meegenomen.
Armoede en schulden kunnen het betalen van de drinkwaterrekening en daarmee de toegang
tot drinkwater belemmeren. Het kabinet streeft er naar om de (kinder-)armoedecijfers
niet uit te laten komen boven het referentiejaar 20245. De Kamer heeft specifiek voor drinkwater extra aandacht gevraagd via moties. De
motie van het lid Kat verzoekt in gesprek te treden met belanghebbenden met als doel
ervoor te zorgen dat huishoudens in Nederland niet meer worden afgesloten van drinkwater
vanwege betalingsproblemen en de motie van het lid Synhaeve verzoekt ervoor te zorgen
dat het moeilijker wordt om huishoudens af te sluiten van drinkwater door de voorwaarden
voor het afsluiten aan te scherpen. Op 28 maart heeft de Kamer al een brief ontvangen
over de uitvoering van motie-Synhaeve6. Met de brief die de Kamer nu ontvangt worden beide moties afgedaan.
Uitkomsten Rapport «Bescherming kinderen tegen afsluiting van drinkwater en energie»
Er zijn in Nederland ongeveer 8,5 miljoen drinkwateraansluitingen. Het onderzoek schat
het jaarlijkse aantal afsluitingen van drinkwater op 1.300 in 2023, waarbij verwacht
wordt dat het overgrote deel voortkomt uit wanbetaling. Drinkwaterbedrijven hebben
geen zicht op de samenstelling van de aangesloten huishoudens en weten dus niet of
daar kinderen toe behoren.
Door middel van interviews met belanghebbenden en experts zijn de mogelijkheden tot
verbetering van de bescherming van kinderen tegen de afsluiting van drinkwater in
kaart gebracht. Regioplan doet de volgende aanbevelingen:
1. De gemeenten hebben toegang tot de Basisregistratie Personen (BRP) en zouden in het
prioriteringsproces van vroegsignalering voorrang kunnen geven aan huishoudens met
kinderen.
2. Gemeenten kunnen vaker gebruik maken van een schuldenbewind om mensen te beschermen
tegen verdere financiële problemen.
3. Harmoniseer de signalen die drinkwaterbedrijven en gemeenten uitwisselen: een minimaal
bedrag en een minimaal aantal maanden betalingsachterstanden voor een vroegsignaal,
informatie over de aanwezigheid van kinderen en verplicht drinkwaterbedrijven om een
afsluitsignaal te sturen voordat zij tot afsluiting overgaan.
4. Optimaliseer de afsluitregeling drinkwater naar voorbeeld van de afsluitregeling energie.
5. Overweeg kinderen op te nemen onder de definitie van kwetsbare afnemers in de afsluitregeling
voor drinkwater.
Beleidsreactie
Om opvolging te geven aan de uitspraak van de rechter, de moties en de aanbevelingen
van het onderzoek van Regioplan worden twee sporen gevolgd: het eerste spoor is het
verbeteren van het sociaal incassoproces en het tweede spoor is het verbeteren van
de afsluitregeling drinkwater.
1. Verbeteren sociaal incassoproces
De afgelopen jaren is er binnen de drinkwatersector toenemende aandacht gekomen voor
de problematiek van wanbetaling en de impact daarvan op huishoudens. Om deze reden
zijn enkele drinkwaterbedrijven begonnen met het herzien en verbeteren van hun incassoprocedures,
waarbij een nadrukkelijke focus ligt op sociaal incasseren. Vanuit de drinkwatersector
is het initiatief ontstaan om hierover sectorbrede afspraken te maken en alle drinkwaterbedrijven
mee te krijgen. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is bereid
een faciliterende rol te spelen bij dit proces. Hierdoor worden huishoudens met schulden
eerder bereikt en wordt voorkomen dat schulden zich ontwikkelen tot problematische
schulden. Het doel van de verbetering is dat er meer haalbare betalingsregelingen
met huishoudens met betalingsachterstanden worden afgesloten waardoor afsluiting van
drinkwater wordt voorkomen. Het voorstel voor sector-brede afspraken zal in september
worden besproken door de Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin).
Specifiek voor vroegsignalering wordt een verbeterplan gepresenteerd, eind 2024. De
ambities rond vroegsignalering worden beschreven in de kabinetsreactie op het rapport
van de Nationale ombudsman «Hoe eerder, hoe beter»7. Het ombudsmanrapport benadrukt het belang van vroegtijdige interventies om betalingsproblemen
te voorkomen, wat relevant is voor het beschermen van huishoudens tegen bijvoorbeeld
afsluiting van drinkwater. Door vroegtijdig op te treden kunnen instanties voorkomen
dat huishoudens zonder toegang tot veilig drinkwater komen te zitten, wat kan helpen
om de gezondheid en welzijn van burgers te waarborgen. In samenspraak met Divosa,
de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), de branchevereniging voor schuldhulpverlening
NVVK, vastelastenpartners – waaronder de drinkwaterbedrijven – en betrokken ministeries
wordt naar verwachting door SZW in het laatste kwartaal van 2024 een verbeterplan
gepresenteerd langs zes stappen in de vroegsignalering: 1) sociale incasso, 2) voorwaarden
aanlevering signalen, 3) ontvangen en oppakken signalen, 4) bereik van en contact
met de inwoner, 5) hulpacceptatie en doorverwijzing en 6) terugkoppeling resultaat
van signalen.
De aanpassingen die IenW en drinkwaterbedrijven van plan zijn door te voeren, dienen
ook als inbreng voor dit verbeterplan.
De aanbeveling van Regioplan over het inzetten van schuldenbewind is een vergaande
maatregel die gemeenten na goede afweging in kunnen zetten indien eerder en bij voorkeur
herhaald hulpaanbod niet tot een oplossing heeft geleid. Dit is geen onderdeel van
het incassobeleid van drinkwaterbedrijven en de afsluitregeling.
2. Verbeteren regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van drinkwater
Op 19 maart 2024 oordeelde de rechter in een arrest dat de Nederlandse Staat en twee
drinkwaterbedrijven onrechtmatig handelen door niet al het redelijkerwijs mogelijke
te doen om te voorkomen dat minderjarige kinderen in een situatie terechtkomen waarin
zij niet voldoende toegang hebben tot drinkwater. Het arrest vroeg om actie op twee
gebieden: drinkwaterbedrijven moeten direct een einde maken aan de onrechtmatige situatie
en de Staat moet het afsluitbeleid verbeteren.
Op 15 april zijn Kamervragen naar aanleiding van het arrest over het afsluitbeleid
beantwoord8. Zoals gemeld in die antwoorden is naar aanleiding van de uitspraak van de rechter
door de toenmalige Minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) een brief aan
alle drinkwaterbedrijven gestuurd waarin zij worden gevraagd hoe zij de mogelijke
onrechtmatige situaties zo snel mogelijk opheffen en nieuwe situaties voorkomen. Dit
betekent enerzijds dat de bestaande afsluitingen opnieuw bekeken en ongedaan moeten
worden gemaakt indien er op het adres kinderen wonen, dan wel dat in elk geval hoeveelheden
drinkwater moeten worden verstrekt die beantwoorden aan de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO) zoals die in het arrest worden aangehaald.
Drinkwaterbedrijven moeten daarnaast zorgen dat hun interne beleid met betrekking
tot afsluiting wordt verbeterd zodat het belang van kinderen voldoende wordt meegenomen.
De drinkwaterbedrijven Dunea en PWN (medegedaagden in de gerechtelijke procedure)
hebben toegezegd huishoudens per direct niet meer af te sluiten wegens wanbetaling,
totdat de incassotrajecten en de drinkwaterregeling zijn aangepast in lijn met de
uitspraak van het gerechtshof. Alle drinkwaterbedrijven hebben aangegeven dit beleid
– voor zover het bij die bedrijven nog aan de orde zou zijn – te volgen.
De huidige afsluitregeling drinkwater beperkt drinkwaterbedrijven in hun afsluitbeleid,
zo mag bijvoorbeeld een kwetsbare consument niet worden afgesloten9. Nu de rechter heeft geoordeeld dat de Staat meer moet doen om te voorkomen dat minderjarige
kinderen in een situatie terechtkomen waarin zij niet voldoende toegang hebben tot
drinkwater, zal IenW de afsluitregeling hierop aanpassen zoals ook aangegeven in de
beantwoording van de eerder aangehaald Kamervragen op 15 april. Daarbij gaan ook bekeken
worden of er naast kinderen nog andere groepen zijn die beter beschermd moeten worden
en op welke wijze dit het beste kan gebeuren in de afsluitregeling. Tegelijkertijd
schuilt in het verbreden van het afsluitverbod van drinkwaterbedrijven richting afnemers
het risico dat de betalingsmoraal in de toekomst daalt.
IenW start een werkgroep met belanghebbenden met als doel de afsluitregeling kleinverbruik
drinkwater aan te passen in lijn met het arrest zodat het belang van kinderen beter
wordt geborgd. Aanbevelingen 4 en 5 zullen worden uitgewerkt en verwerkt in een voorstel
tot wijziging van de regeling. Het streven is om begin volgend jaar te kunnen starten
met de consultatie van de wijziging.
In het kader van de afsluitregeling worden gesprekken gevoerd met gemeenten over de
mogelijkheid om vanuit de basisregistratie te bepalen of er in huishoudens met betalingsachterstanden
kinderen ingeschreven staan. En ook over wat er nodig is om die informatie te kunnen
en mogen delen met het betreffende drinkwaterbedrijf. Gemeenten kunnen in het BRP
zien of er een minderjarig kind staat ingeschreven, maar die handeling is nu nog handmatig.
Voor het terugkoppelen van deze informatie aan een drinkwaterbedrijf, is bovendien
een grondslag nodig in de afsluitregeling. Hierbij is het belangrijk om ook in overweging
te nemen dat deze handmatige check een extra taak betekent voor de gemeenten die nu
ook al zwaar belast worden. Maar op deze manier kunnen zowel de drinkwaterbedrijven
als gemeenten prioriteit geven aan deze huishoudens in de vroegsignalering en voorafgaand
aan (mogelijke) afsluiting.
Ten aanzien van de oprichting van een drinkwaterfonds geeft het onderzoek geen duidelijk
advies. Er zijn te veel voor- en nadelen waardoor de onderzoeksbureau slechts enkele
contouren en veel aandachtspunten schetsen. Alleen een drinkwaterfonds lost volgens
het rapport de onderliggende problematiek niet op. Als huishoudens met kinderen niet
meer worden afgesloten bij wanbetaling, dan leidt dit in eerste instantie tot een
verlies bij het drinkwaterbedrijf. Vooralsnog lijkt het erop dat dit slechts om enkele
honderden huishoudens per jaar zal gaan en over beperkte bedragen. Socialiseren van
deze verliezen in de drinkwatertarieven van afnemers zal dan tot een zeer beperkte
tariefverhoging leiden en vanuit dat perspectief is het oprichten van een drinkwaterfonds
een erg complexe en dure oplossing. Daarom verdient het de voorkeur om in te zetten
op de aanpassingen van het afsluitbeleid en te monitoren in hoeverre dit leidt tot
een aangepaste betalingsmoraal en een afname in inkomsten voor drinkwaterbedrijven.
In het najaar wordt u nader geïnformeerd over de voortgang.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel
Indieners
-
Indiener
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Medeindiener
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid