Brief regering : Voortgang stelselvernieuwing rechtsbijstand
31 753 Rechtsbijstand
Nr. 288
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 juni 2024
Inleiding
Iedereen in Nederland moet een (juridisch) probleem of geschil eenvoudig, duurzaam
en passend kunnen oplossen. Een goede toegang tot het recht is daarom noodzakelijk.
Toegang tot het recht, waaronder toegang tot de rechter, is een belangrijke voorwaarde
voor een goed functionerende rechtsstaat. Het waarborgen en versterken van de toegang
tot het recht versterkt niet alleen het rechtssysteem, maar draagt ook bij aan het
vertrouwen van de burger in de overheid.
Over de aanpak van de versterking van de toegang tot het recht en de diverse maatregelen
die ik in dit kader heb getroffen, heb ik uw Kamer bij separate brieven geïnformeerd.1 Als onderdeel van deze aanpak zorgde ik onder meer voor aanvullende financiering
voor de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken (vanaf 2023) en voor
herstelrecht (vanaf 2024). Daarnaast zet ik in op een betere informatievoorziening,
het structureel maken van de startbijdrage voor mediation bij een verwijzing vanuit
de rechtspraak en het voortzetten van de vernieuwing van het stelsel van gesubsidieerde
rechtsbijstand.
Ook de maatregelen ter vernieuwing van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand
dragen bij aan de versterking van de toegang tot het recht.
Het daadwerkelijk hulp willen bieden aan mensen, in het bijzonder aan hen die kwetsbaar
zijn, is voor mij steeds een belangrijke drijfveer geweest. Rechtzoekenden ondervonden
serieuze problemen bij hun zoektocht naar adequate hulp en bijstand, terwijl de dienstverleners
die hen wilden bijstaan tegen hun eigen grenzen aanliepen. Het is van belang om bij
de vernieuwing van het stelsel goed te luisteren: luisteren naar de noden van de mensen
met (juridische) problemen en naar de zorgen van de professionals uit het rechtsbijstandsveld.
Deze geluiden in combinatie met de – soms harde – cijfers die op tafel liggen moeten
telkens de basis vormen voor verdere besluitvorming. Dat vraagt om scherpe keuzes
over welke maatregelen de eindstreep van de stelselvernieuwing halen. Een belangrijk
tussenresultaat is dat de vergoeding voor sociaal advocaten, mediators en bijzondere
curatoren werkzaam in het stelsel zijn verbeterd en mensen bellen tegenwoordig gratis
met het Juridisch Loket.
In bijlage 1 bij deze brief treft u de voortgang van het afgelopen halfjaar aan. Daarin
is telkens nadrukkelijk de link gelegd tussen de (sub)doelen van de stelselvernieuwing
en de maatregelen die hieraan bijdragen.
In deze brief licht ik enkele mijlpalen van het afgelopen halfjaar toe en geef ik
u de stand van zaken ten aanzien van de uitvoering van een tweetal moties. Daarnaast
informeer ik u over recente ontwikkelingen uit het rechtsbijstandsveld bij het Juridisch
Loket, de Raad voor Rechtsbijstand en het Kenniscentrum Stelsel Gesubsidieerde Rechtsbijstand
en werp ik een blik vooruit naar de maatregelen die in het komend half jaar verder
gebracht zullen worden.
Belangrijkste mijlpalen in het afgelopen half jaar
Verlenging jonge-aanwasregeling (versterking sociale advocatuur)
In april 2023 heb ik uw Kamer een plan van aanpak gestuurd met verschillende oplossingsrichtingen
om de sociale advocatuur duurzaam te versterken. Dit plan bestaat uit het stimuleren
van nieuwe aanwas en tegelijkertijd het behouden en versterken van de sociale advocatuur.
Om de instroom van advocaat-stagiaires in het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand
te stimuleren, is in 2021 de subsidieregeling beroepsopleiding sociaal advocaten in
het leven geroepen.
Het opleiden van een advocaat-stagiair is voor veel sociaal advocaten financieel moeilijk
op te brengen. Door middel van de subsidieregeling kunnen sociaal advocaten per subsidieregeling
circa 175 advocaat-stagiaires in dienst nemen voor wie de beroepsopleiding met deze
subsidie kan worden bekostigd. Hierdoor wordt het voor sociaal advocaten aantrekkelijker
om advocaat-stagiaires aan te nemen, waarmee de regeling bijdraagt aan de versterking
van de sociale advocatuur.
In totaal is tot nu toe voor circa 525 advocaat-stagiaires gebruik gemaakt van de
subsidieregelingen. Ik heb besloten de subsidieregeling opnieuw te verlengen, waardoor
de kosten van de beroepsopleiding wederom voor circa 175 advocaat-stagiairs worden
gedekt. Deze regeling werkt terug tot en met 1 mei 2024.
Dit jaar worden de initiële effecten van de subsidieregeling door het Kenniscentrum
Stelsel Gesubsidieerde Rechtsbijstand geëvalueerd. Een analyse van recente cijfers
van het Kenniscentrum over afname van het aantal sociaal advocaten zal hiervan deel
uitmaken.2 De uitkomsten van deze evaluatie, die eind 2024 worden verwacht, worden meegenomen
in de besluitvorming ten aanzien van de voortzetting van deze subsidieregeling.
Landelijke regeling rechtsbijstand bij wijkrechtspraak
Bij wijkrechtspraak is bij de behandeling van de zaak extra tijd en aandacht voor
het vinden van oplossingen voor de verschillende problemen die spelen in iemands leven.
Het kan gaan om strafbare feiten, maar ook om schulden, schoolverzuim, verslaving
of andere problemen. Advocaten verrichten in deze zaken extra werkzaamheden. In eerdere
voortgangsrapportages kondigde ik aan dat er een landelijke regeling voor rechtsbijstand
bij wijkrechtspraak zou komen, waarin een toeslag voor de extra werkzaamheden wordt
geregeld. Het verheugt me u te kunnen berichten dat deze regeling in de afgelopen
periode in nauw overleg met de Raad voor Rechtsbijstand, de Raad voor de rechtspraak,
de Nederlandse orde van advocaten (NOvA) en het programma Preventie met Gezag van
het Ministerie van Justitie en Veiligheid is uitgewerkt. De landelijke regeling is
inmiddels met terugwerkende kracht per 1 januari 2024 in werking getreden.
Beleidsreactie WODC-rapport alternatieve bedrijfsstructuren
Bij brief van 24 oktober 2023 heb ik uw Kamer het WODC-onderzoeksrapport getiteld
«Alternatieve bedrijfsstructuren voor advocaten – Over de advocatuur als maatschappelijke
onderneming» (hierna: «het onderzoeksrapport») toegezonden, onder de toezegging dat
ik vóór het zomerreces 2024 met een inhoudelijke reactie op het rapport zou komen.3 Hieronder treft u deze aan.
Voor het rapport hebben de onderzoekers aan de hand van een rechtsvergelijking met
België, Frankrijk, Duitsland en Engeland in kaart gebracht waar voor Nederland kansen
en knelpunten liggen op het gebied van alternatieve bedrijfsstructuren voor advocaten.
De rechtsvergelijking geeft een inkijk in de werking van alternatieve bedrijfsstructuren
in het buitenland. Het rapport sluit af met een vijftal aanbevelingen over mogelijkheden
voor regulering van alternatieve bedrijfsstructuren voor advocaten in Nederland.
Deze aanbevelingen zijn in een expertsessie besproken met de NOvA, het Verbond van
Verzekeraars, BrandMR en een vertegenwoordiging vanuit de wetenschap, waarbij tevens
is gekeken naar de toepasbaarheid in de praktijk. Geconstateerd werd dat het rapport
nog geen volledig zicht geeft op hoe het een en ander op het gebied van alternatieve
bedrijfsstructuren momenteel in Nederland is geregeld en hoe de verschillende aanwezige
vormen daarvan werken. Dat inzicht is nodig om te kunnen bepalen of, en zo ja, welke
verruimingen van de mogelijkheden voor alternatieve bedrijfsstructuren in Nederland
wenselijk, passend en effectief zouden zijn. Om die reden heb ik besloten een aanvraag
tot vervolgonderzoek bij het WODC in te dienen. De precieze onderzoeksvraag stem ik
af met de betrokken partijen uit het veld. In de volgende voortgangsrapportage rechtsbijstand
informeer ik uw Kamer over de stand van zaken van het vervolgonderzoek.
Motie Temmink-Van Nispen inzake voorschotregeling sociaal advocaten
In de motie van de leden Temmink en Van Nispen is de regering verzocht om de voorschotregeling
zoals die voorheen van kracht was, opnieuw in te voeren.4 Sociaal advocaten konden met een beroep op deze regeling per kwartaal een voorschot
op de vergoedingen ontvangen. In de tiende voortgangsrapportage heb ik aangegeven
dat ik, samen met de Raad voor Rechtsbijstand en de NOvA, onderzoek of en hoe de voorschotregeling
een nieuwe impuls kan krijgen.
In de afgelopen periode heeft de NOvA met een enquête de precieze behoeften van sociaal
advocaten geïnventariseerd. De komende tijd zullen in samenwerking met de Raad en
de NOvA de resultaten worden geëvalueerd en zal bekeken worden hoe we kunnen voorzien
in deze behoeften. In de volgende voortgangsrapportage wordt u over de voortgang geïnformeerd.
Motie Sneller inzake kwetsbare gebieden/Huizen van het Recht
In de motie Sneller is de regering verzocht in kaart te brengen welke initiatieven
lopen in de zestien kwetsbare gebieden – inmiddels zijn het 20 focusgebieden – van
het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) en de verdere doorontwikkeling
daarvan te bezien op versterking en samenhang conform de doelen van de Huizen van
het Recht.5
Uit een uitvraag onder de betreffende gemeenten blijkt dat in de focusgebieden van
het NPLV reeds veel voorzieningen aanwezig zijn zoals het Juridisch Loket, sociaal
raadsliedenwerk, rechtswinkels en initiatieven vanuit het sociaal domein zoals buurtteams,
formulierenhulp, brede inloopspreekuren, schuldhulpdienstverlening, Informatiepunten
Digitale Overheid, taalpunten en dergelijke, om inwoners zo goed en zo vroeg mogelijk
te bereiken en te ondersteunen. Die vroegtijdigheid blijft een uitdaging. Mensen blijken
zich toch nog vaak pas te melden als problemen zich opstapelen of verergeren. Ook
blijkt uit de uitvraag dat de onderlinge samenwerking en de onderlinge doorverwijzing
beter kan. Daar wordt door de betrokken voorzieningen veel op ingezet, maar dat blijft
continue aandacht vragen.
Verschillende eerstelijnsorganisaties geven aan niet zozeer behoefte te hebben aan
nieuwe initiatieven, soms wel aan versterking van de huidige inzet (van bijvoorbeeld
sociaal raadslieden). Op een aantal plekken wordt nog wel onderzocht of wijkrechtspraak
een plek zou kunnen krijgen in het focusgebied.
Er zijn daarmee verschillende aanknopingspunten voor verbetering, vooral als het gaat
om het vergroten van de bekendheid en het verbeteren van de samenwerking.
In het kader van de versterking van de toegang tot het recht gaat het Programma Stelselvernieuwing
Rechtsbijstand samen met NPLV onderzoeken welke stappen we zouden kunnen zetten die
leiden tot een verbetering op bovengenoemde punten.
Puntentoekenning advocaten in complexe klokkenluiderszaken (toezegging)
Vanaf 1 februari 2024 kunnen klokkenluiders die door het Huis voor Klokkenluiders
zijn doorverwezen naar de Raad voor Rechtsbijstand kosteloze juridische ondersteuning
krijgen van een advocaat of mediator. Dit is geregeld in de Subsidieregeling rechtsbijstand
en mediation Wet bescherming klokkenluiders. In het commissiedebat van 14 september
2023 heb ik toegezegd u nader te informeren over de puntentoekenning voor advocaten
en de mogelijkheden voor het leveren van maatwerk bij complexe klokkenluiderszaken.
Met de volgende toelichting doe ik die toezegging gestand.
Onder de Subsidieregeling rechtsbijstand en mediation Wet bescherming klokkenluiders
ontvangt een advocaat voortaan een totale vergoeding van 22 punten voor rechtsbijstand.
Deze puntentoekenning is gebaseerd op de hoogste relevante reguliere toevoeging op
het gebied van arbeidsrecht (arbeidsrecht – overige geschillen, 20 punten), en een
extra vergoeding vanwege de complexiteit in klokkenluiderszaken (2 punten).
Aangezien er voldoende gekwalificeerde advocaten beschikbaar zijn om alle (potentiële)
klokkenluiders bij te staan, kan de indruk bestaan dat de eerdere puntentoekenning
geen nadelige invloed heeft gehad op de beschikbaarheid van kwalitatieve rechtsbijstandsverleners.
De praktijk zal uitwijzen wat de omvang van de klokkenluiderszaken is en of het aantal
punten dat onder de regeling wordt toegekend toereikend is. Daarom wordt de regeling
gemonitord door het Kenniscentrum Stelsel Gesubsidieerde Rechtsbijstand. Als de monitoring
aantoont dat de toegekende vergoeding substantieel afwijkt van de daadwerkelijke tijdsbesteding
van advocaten en mediators, zal er in overleg met het Ministerie van BZK en de Raad
worden bepaald welke passende maatregelen dan nodig zijn.
Ontwikkelingen in het rechtsbijstandsveld
Ontwikkelingen bij het Juridisch Loket
Het Juridisch Loket voorziet mensen met juridische (hulp)vragen van betrouwbare en
onafhankelijke informatie, adviezen en ondersteuning. Rechtzoekenden weten het gratis
telefoonnummer en de inloopspreekuren van het Juridisch Loket in toenemende mate te
vinden. Zo is er sprake van een forse toename van het aantal mensen dat gebruik maakt
van het gratis telefoonnummer, maar ook van een toename van 25% van het aantal mensen
dat zonder afspraak langskomt op één van de 30 vestigingen en 24 servicepunten van
het Juridisch loket.6
Op dit moment wordt hard gewerkt aan een eerstelijnsvoorziening in Caribisch Nederland.
Het is van belang dat de inwoners van Bonaire, Saba en Sint Eustatius op korte termijn
toegang tot rechtshulp krijgen. Op de beoogde locaties kunnen mensen op termijn niet
alleen terecht voor vragen en problemen op juridisch gebied, maar ook wanneer zij
discriminatie ervaren.
Ook in Europees Nederland blijft het Juridisch Loket zich ontwikkelen. Zo kreeg de
organisatie een regionale structuur en ruimere openingstijden. Er wordt een nieuwe
huisvestingsstrategie ontwikkeld waarbij gekeken wordt waar het Juridisch Loket (tegen
vergelijkbare kosten) gevestigd moet zijn zodat voor de meeste mensen de reisafstand
acceptabel is. Bij de ontwikkeling van de huisvestingsstrategie wordt per regio bezien
of voor iedereen toegang tot juridische hulp voldoende nabij is. Verder wordt een
nieuw dienstverleningsconcept uitgewerkt, waardoor meer ondersteuning gegeven kan
worden aan rechtzoekenden met een beperkt doenvermogen, bijvoorbeeld door rechtzoekenden
te helpen met het schrijven van een brief of door te bemiddelen met instanties. Daarnaast
investeert het Juridisch Loket in de ontwikkeling en versterking van diverse samenwerkingsverbanden,
zoals met het UWV, de Belastingdienst, gemeenten, sociaal raadslieden en rechtbanken.
Om arbeidsmigranten uit EU-landen beter te kunnen bedienen, verkent het Juridisch
Loket vanuit de praktijk hoe de dienstverlening meer op maat gemaakt kan worden voor
deze doelgroep. Op een aantal locaties zijn juristen aangenomen bijvoorbeeld met een
Oost-Europese achtergrond en er wordt samen met lokale partijen ingezet op informatie
over rechten en plichten van arbeidsmigranten (in diverse talen) en het oplossen van
problemen. De dienstverlening op maat wordt sinds medio mei op een aantal plekken
aangeboden.
Rechtzoekenden kunnen op de website van het Juridisch Loket terecht voor informatie,
tips en voorbeeldbrieven. Daar wordt goed gebruik van gemaakt: in de eerste vier maanden
van 2024 zijn bijna 200.000 voorbeeldbrieven geopend. Ook is de chatbot JuLo op de
website van het Juridisch Loket recent uitgebreid met het onderwerp huurverhoging.
Vanuit het adagium «voorkomen is beter dan genezen» werkt het Juridisch Loket toe
naar het systematisch ophalen en duiden van signalen uit hun uitvoeringspraktijk.
Door gebruik te maken van (geanonimiseerde) data wordt in kaart gebracht welke (toepassing
van) wet- en regelgeving in de praktijk problemen veroorzaakt. Het Juridisch Loket
gaat deze signalen vervolgens neerleggen bij de betreffende uitvoeringsorganisaties,
bedrijven, verantwoordelijke ministeries of toezichthouders.
Ontwikkelingen bij de Raad voor Rechtsbijstand
De Raad voor Rechtsbijstand voert het mensgericht werken steeds verder door in zijn
beoordeling van de aanvragen voor gesubsidieerde rechtsbijstand.
Regels en kaders zijn nodig, maar als ze in de praktijk niet uitpakken zoals ze bedoeld
zijn, vraagt dit om een mensgerichte aanpak om te voorkomen dat rechtzoekenden in
schrijnende situaties verstoken blijven van goede rechtsbijstand, terwijl deze wel
nodig is. De Raad maakt waar mogelijk gebruik van zijn discretionaire bevoegdheid
en zoekt maximaal zijn beoordelingsruimte op door veel meer te kijken naar de persoonlijke
situatie en de individuele hulpvraag van de rechtzoekende. De Raad is ook bezig zijn
Kenniswijzer te herzien om deze meer ondersteunend aan het mensgericht werken te laten
zijn. Recent is in de Kenniswijzer bij de werkinstructies een banner geplaatst waar
mogelijk gebruik gemaakt kan worden van een discretionaire bevoegdheid, om dit extra
onder de aandacht van de advocaat of mediator te brengen. Daarnaast besteedde de Raad
hier aandacht aan in de nieuwsbrief, zodat rechtsbijstandsverleners weten dat het
beleid gewijzigd is.
Het huidige applicatielandschap waarmee de Raad uitvoering geeft aan de Wrb is sterk
verouderd en aan vervanging toe. De Raad past daarom in de komende jaren zijn ICT-systemen
aan. Deze wijziging moet de mogelijkheid geven het werk op een meer hedendaagse manier
uit te voeren. Het programma «Vervanging applicatielandschap Wrb» voorziet in een
nieuw systeem waarmee de continuïteit weer kan worden gegarandeerd. Bij brief van
3 juni jongstleden heb ik uw Kamer geïnformeerd over het BIT-advies van het adviescollege
ICT-toetsing hierover.7 Het vernieuwde applicatielandschap zal beter bijdragen aan de dienstverleningsstandaarden
en voldoet aan wijzigingen in wet- en regelgeving. Het programma is gestart in 2023
en zal naar verwachting in 2026 klaar zijn. Voor de uitvoering hiervan is € 21,4 miljoen
beschikbaar gesteld.8
De Raad wil de burger meer regie geven op de keuze voor dienstverlening en verkent
de mogelijkheden om, naast een advocaten- en mediatorportaal, ook een burgerportaal
te ontwikkelen. Hierin kan de rechtzoekende van begin tot eind inzicht houden in zijn
gegevens, kosten en vervolgstappen. Nadat de hulpvraag van de rechtzoekende door een
goede diagnose in beeld gebracht is, koppelt de Raad, in het geval de rechtzoekende
nog geen advocaat of mediator heeft, de rechtzoekende aan de best passende en beschikbare
advocaat of mediator (matching).
In de bijzondere regelingen die de Raad uitvoert, waaronder een regeling voor kosteloze
rechtsbijstand voor gedupeerde ouders van de kinderopvangtoeslagaffaire, de Regeling
Mijnbouwschade en de regeling voor Klokkenluiders loopt de Raad al vooruit op deze
manier van werken. De Raad koppelt de rechtzoekende die van deze regeling gebruik
maakt aan de best passende advocaat of mediator van keuze. Ook heeft de Raad in deze
regelingen een feedbackloop ingericht die er straks voor alle aanvragen komt.
Vooruitblik tweede helft 2024
Rapport commissie Van der Meer II
Rechtsbijstandsverleners werkzaam in het stelsel verdienen een adequate vergoeding
voor het belangrijke werk dat zij doen. In de afgelopen periode heb ik de nodige initiatieven
genomen om de vergoedingen te verbeteren. Zo zijn per 1 januari 2022 de vergoedingen
verbeterd conform scenario 1 van het rapport van de commissie-Van der Meer (2017).
Daarnaast zijn per 1 juli 2023 de vergoedingen voor vervolgverhoren in het strafrecht
en voor reiskosten verruimd. Ook is er eind 2023 een eenmalige compensatie van € 26 miljoen
in totaal uitgekeerd aan rechtsbijstandverleners in het stelsel. Daarnaast heb ik
begin dit jaar een nieuwe herijkingscommissie ingesteld.9 Deze commissie zal een advies uitbrengen over de vraag of de vergoedingen in het
stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand nog aansluiten bij de gemiddelde tijdsbesteding
van rechtsbijstandverleners. Het onderzoek van de commissie is op dit moment in volle
gang. Het eindrapport van de commissie wordt eind dit jaar verwacht.
Opvolging pilots rechtsbijstand
De stelselvernieuwing bevindt zich in de fase van implementatie en borging. Een overkoepelende,
wetenschappelijke analyse van het WODC naar werkzame elementen uit de diverse afgeronde
pilots bevindt zich in de afrondende fase. Het eindrapport wordt in de zomer van 2024
verwacht.
Parallel hieraan wordt gewerkt aan een implementatieplan waarmee de opbrengsten uit
de pilotfase kunnen worden geïmplementeerd en geborgd binnen het stelsel van gesubsidieerde
rechtsbijstand. De rode draden en belangrijkste werkzame elementen uit de diverse
pilotevaluaties vormen hiervoor de basis.
Ook in deze fase van de stelselvernieuwing is er sprake van nauwe samenwerking met
en betrokkenheid van de bij het stelsel betrokken partijen.
Daarnaast heb ik uw Kamer in de tiende voortgangsrapportage geïnformeerd over mijn
voornemen om het samenspel tussen organisaties en domeinen in een specifieke regio
in de praktijk nader uit te werken. Inmiddels zijn hiertoe gesprekken gestart in de
regio Noord/Midden-Limburg. In deze regio zal toegewerkt worden naar een gecoördineerd
dienstverleningsaanbod, waarbij Juridisch Loket, Divosa, de gemeenten, sociaal raadslieden
en andere maatschappelijke organisaties samenwerken om mensen met juridische hulpvragen
beter te bereiken en te helpen. In de volgende voortgangsrapportage informeer ik u
nader over de ontwikkelingen en inzichten die hieruit voortvloeien.
Onderzoek middeninkomens
In de tiende voortgangsrapportage heb ik toegezegd nader onderzoek te verrichten naar
de groep rechtzoekenden die niet onder de Wrb valt, maar die mogelijk ook niet de
financiële middelen heeft om alle kosten van rechtsbijstand van een advocaat of andere
juridische professional te betalen wanneer zij geconfronteerd wordt met een juridisch
probleem.
Om zicht te krijgen op de aard en omvang van dit probleem, heeft het Kenniscentrum
Stelsel Gesubsidieerde Rechtsbijstand een onderzoek uitgezet bij het Centraal Bureau
voor de Statistiek. Het CBS heeft recentelijk cijfers opgeleverd die een dieper inzicht
bieden in de financiële positie van deze groep rechtzoekenden gedurende een periode
van vijf jaar (2017–2021). Op basis van deze cijfers heeft het Kenniscentrum een rapport
opgesteld om de kwetsbaarheid van rechtzoekenden met een lager middeninkomen in beeld
te brengen.10 De tweede fase van het onderzoek, die in de zomer van 2024 start, zal zich richten
op een nadere analyse van de kenmerken van deze groep rechtzoekenden. De derde en
laatste fase van het onderzoek richt zich op de routes die deze mensen volgen als
ze een juridisch probleem hebben en de betaalbaarheid van rechtsbijstand voor deze
groep. Het doel is om een grondig inzicht te verkrijgen in de obstakels die deze kwetsbare
groep met een lager middeninkomen ervaart in de toegang tot het recht en vast te stellen
welke maatregelen nodig zijn om hen beter te ondersteunen. In de volgende voortgangsrapportage
zal ik uw Kamer informeren over de voortgang van de volgende fases van dit onderzoek.
Slotwoord
Als Minister voor Rechtsbescherming heb ik diverse maatregelen genomen om de toegang
tot het recht voor alle burgers in Nederland te versterken. Toegang tot het recht
gaat hierbij niet alleen over de gang naar de rechter, maar ook over de plek waar
je begrijpelijke informatie over (wettelijke) regels kunt vinden. Of waar je voor
toegankelijk advies en ondersteuning terechtkunt bij het oplossen van een juridisch
probleem. De vernieuwing van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand maakt hier
een belangrijk onderdeel van uit.
En tegelijkertijd geldt dat een stelsel voor gesubsidieerde rechtsbijstand natuurlijk
nooit echt af is. Ook na de afronding van het Programma is het van belang dat we blijven
inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen en zorgen dat de toegang tot het recht
voor alle burgers in Nederland, in het bijzonder voor hen die het meest kwetsbaar
zijn, gewaarborgd blijft. En dat wij daarmee blijvend investeren in een goed functionerend
stelsel voor gesubsidieerde rechtsbijstand, dat voorziet in een laagdrempelige en
effectieve toegang tot het recht, met een brede informatievoorziening voor iedereen.
Met recht voor iedereen.
De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind
Indieners
-
Indiener
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming