Brief regering : Uitvoeringstoets vaccinatievoorziening volwassenen
32 793 Preventief gezondheidsbeleid
Nr. 778
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 juni 2024
Uw Kamer is op 4 juli 2022 geïnformeerd over de reactie van het kabinet op twee adviezen,
die in 2021 zijn verschenen over het vaccinatiestelsel. Het ging om de verkenning
«Het vaccinatiestelsel in Nederland nader verkend» van de Raad voor Volksgezondheid
& Samenleving1 (RVS) en het rapport «Vaccinatiezorg voor medische risicogroepen: wie neemt de regie?»
van Zorginstituut Nederland (ZiNL)2.3 Naar aanleiding van hiervan ben ik tot het voornemen gekomen om een vaccinatievoorziening
voor volwassenen bij GGD’en te organiseren.4 Ik heb in de beleidsreactie op de twee bovengenoemde adviezen aangekondigd dat het
RIVM een uitvoeringstoets gaat doen, gericht op de vraag of een vaccinatievoorziening
voor volwassen bij de GGD’en haalbaar en uitvoerbaar is en hoe de vaccinatievoorziening
ingericht kan worden. Onder andere op basis van de uitvoeringstoets vindt definitieve
besluitvorming plaats over de vaccinatievoorziening voor volwassenen bij GGD’en.
De afgelopen maanden is door het RIVM – in samenwerking met GGD GHOR Nederland en
de 25 GGD’en – hard gewerkt aan de uitwerking van de uitvoeringstoets. Ik dank het
RIVM, GGD GHOR Nederland en de 25 GGD’en voor het eindresultaat. Uit de uitvoeringstoets
blijkt dat de beoogde vaccinatievoorziening voor volwassenen bij GGD’en een grote
verandering van het huidige vaccinatiestelsel is die dilemma’s met zich meebrengt.
Een aantal aandachtspunten moet nader uitgewerkt worden. Dit betekent dat ik nu geen
besluit kan nemen over het inrichten van een vaccinatievoorziening voor volwassenen
bij GGD’en. Een eventuele aanpassing van het vaccinatiestelsel is aan een volgend
kabinet.
Met deze brief reageer ik op de hoofdbevindingen uit de uitvoeringstoets van het RIVM.
Dat doe ik door de belangrijkste uitgangspunten van VWS – zoals beschreven in de beleidsreactie
op de adviezen van de RVS en ZiNL – naast de bevindingen van de uitvoeringstoets te
leggen. Voor de leesbaarheid heb ik de bevindingen onderverdeeld in: 1) organisatie
en haalbaarheid; 2) medische risicogroepen en 3) opschaalbaarheid. Op elk onderwerp
volgt de reactie van VWS en de te nemen vervolgstappen
1. Organisatie en haalbaarheid vaccinatievoorziening voor volwassenen bij GGD’en
a) Een gecommitteerde uitvoerder voor vaccinaties voor volwassenen
Met mijn voornemen om een vaccinatievoorziening bij de GGD’en te organiseren en de
uitvoering van het merendeel van de vaccinaties bij één partij te beleggen, kan –
naar verwachting – de uitvoering van de vaccinatiezorg in Nederland worden vereenvoudigd.
Gezien de bestaande taken in de uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma (hierna:
RVP), de COVID-19 vaccinatie en de rol in de infectieziektebestrijding lijken de GGD’en
een logische partij om de gecommitteerde uitvoerder voor de vaccinaties voor volwassenen
te worden.5
Uitvoeringstoets
De uitvoeringstoets laat zien dat de invoering en uitvoering van een vaccinatievoorziening
voor volwassenen bij de GGD’en mogelijk is. Het RIVM is daarin de centrale regievoerder
en de GGD’en zijn gecommitteerd uitvoerders.
Er worden drie kerntaken voor de vaccinatievoorziening bij de GGD’en voorzien:
1. Het verzorgen van eenvoudig beschikbare informatie en advies voor inwoners en professionals
in de regio.
2. Het samenbrengen van kennis en ervaring over het uitvoeren van vaccinaties in de regio.
3. De regionale coördinatie van programmatische vaccinaties voor volwassenen. De GGD’en
bieden deze vaccinaties zelf aan of werken hiervoor samen met (zelfgekozen) partijen
binnen de wettelijke regels (de mede-uitvoerder).
De uitvoeringstoets beschrijft verschillende noodzakelijke randvoorwaarden waaraan
voldaan moet worden voordat de vaccinatievoorziening voor volwassenen kan worden ingevoerd
bij GGD’en. Zoals een gefaseerde invoering van de vaccinatievoorziening, draagvlakonderzoek
bij stakeholders, aansluiten op de geldende wet- en regelgeving, één IV-landschap
voor programmatische vaccinaties en individuele vaccinaties voor medische risicogroepen,
structurele kostendekkende financiering voor alle partijen en voldoende personele
capaciteit voor alle betrokken partijen. Bij kerntaak 3 is aangegeven dat er regionaal
voor gekozen kan worden met mede-uitvoerders te werken. In de uitvoeringstoets wordt
niet uitgewerkt hoe de constructie van mede-uitvoerder praktisch vorm kan krijgen,
onder welke voorwaarden dit kan en of dit past bij de doelstelling van een eenvoudiger
vaccinatiestelsel.
Ten aanzien van het Nationaal Programma Grieppreventie en het Nationaal Programma
Pneumokokkenvaccinatie voor volwassenen – die nu door de huisartsen worden uitgevoerd
– beschrijft de uitvoeringstoets hoe deze vaccinaties op termijn een plek zouden kunnen
krijgen in de vaccinatievoorziening voor volwassenen bij GGD’en. Hierbij wordt opgemerkt
dat het een grote verandering betreft, die niet onderschat moet worden. Zorgen voor
een goede overgang kost tijd en medewerking van meerdere stakeholders. In de uitvoeringstoets
wordt gesteld dat deze vaccinatieprogramma’s alleen op een verantwoorde manier overgedragen
kunnen worden aan de GGD’en als de uitdagingen met betrekking tot bereikbaarheid en
toegankelijkheid van de vaccinatievoorziening, de selectie van medische risicogroepen
en registratie zijn opgelost.
b) Laagdrempelige toegang tot vaccinatiezorg
Om optimale gezondheidswinst door vaccinatie te behalen, is het van belang dat er
voldoende laagdrempelige toegang is tot de vaccinatie en dat er voor burgers goed
bereikbare vaccinatielocaties zijn.
Uitvoeringstoets
De uitvoeringstoets laat zien dat GGD’en in een vaccinatievoorziening meerdere vaccinaties
tegelijkertijd kunnen aanbieden met ruime openingstijden. GGD’en beschikken in mindere
mate over een fijnmazig netwerk van locaties dan bijvoorbeeld huisartsen, waar momenteel
de uitvoering van griep- en pneumokokkenvaccinatie is belegd. Ongeveer 4.600 huisartsen
bieden momenteel de griepprik aan, terwijl het aantal GGD-locaties vele malen kleiner
is. Dit betekent dat met de vaccinatievoorziening voor volwassenen bij GGD’en de afstand
tot een vaccinatievoorziening voor de burger zal toenemen als het aantal GGD-locaties
blijft zoals dat nu is. In de uitvoeringstoets wordt dit als aandachtspunt voor nadere
uitwerking genoemd. Daarnaast stelt de uitvoeringstoets dat een aantal factoren die
te maken hebben met het aanbieden van vaccinaties bij de huisarts bijdragen aan de
vaccinatiebereidheid: de vertrouwde omgeving en de nabijheid van de huisarts, het
gegeven dat het vertrouwen in de huisartsen hoog is, en de huidige werkwijze waarbij
de doelgroep een persoonlijke uitnodiging uitvangt van de huisarts. Het combineren
van vaccinaties kan ook een positieve impact hebben op de vaccinatiebereidheid.
c) Periodieke piekbelasting aankunnen
De vaccinatievoorziening bij GGD’en moet piekbelastingen van vaccinatie in bepaalde
periodes aan kunnen. Immers sommige vaccinaties zijn seizoensgebonden en dit zorgt
voor een andere dynamiek in de uitvoering dan bij vaccinaties die het gehele jaar
door gehaald kunnen worden.
Uitvoeringstoets
In de uitvoeringstoets is beschreven dat de capaciteit van de vaccinatievoorziening
bij GGD’en wanneer nodig flexibel kan op- en afschalen. Hiervoor komt een landelijk
locatienetwerk gebaseerd op een nieuw op te zetten basisinfrastructuur. Ook wordt
gesproken over een flexibele schil van medewerkers waardoor opschaling bij een piekbelasting
mogelijk is. Uit de uitvoeringstoets volgt niet wat ervoor nodig is om een flexibele
personele schil te realiseren en behouden.
d) Betaalbaarheid
Een belangrijk aspect voor VWS bij de besluitvorming over een vaccinatievoorziening
voor volwassenen bij GGD’en is de betaalbaarheid en doelmatigheid van deze stelselwijziging.
Het spreekt voor zich dat de structurele kosten voor de vaccinatievoorziening in verhouding
moeten staan tot de te verwachten gezondheidswinst die met de vaccinaties te behalen
is.
Uitvoeringstoets
In de uitvoeringstoets zijn kostencomponenten opgenomen, geen kostenramingen. Gesteld
wordt dat eerst de kaders voor de vaccinatievoorziening helder moeten zijn voordat
financiële vooruitzichten kunnen worden bepaald.
Reactie VWS op deel 1 en vervolgstappen
De uitvoeringstoets laat zien dat een aantal aandachtspunten nader moet worden uitgewerkt
voordat een besluit kan worden genomen over het inrichten van een vaccinatievoorziening
voor volwassenen bij de GGD’en. Dit betekent dat ik nu niet het besluit neem om op
korte termijn een vaccinatievoorziening in te richten. De volgende vraagstukken vragen
een nadere analyse op basis waarvan beoordeeld kan worden of het vaccinatiestelsel
eenvoudiger zal worden voor zowel de burger als voor de betrokkenen bij de vaccinatiezorg:
– Het is nog niet duidelijk of de totale kosten van het anders organiseren (inclusief
transitiekosten) zullen opwegen tegen de baten.
– Het is niet bekend of in de vaccinatievoorziening fijnmazigheid voldoende kan worden
gewaarborgd.
– Onduidelijk is hoe de selectie van medische risicogroepen op basis van de griepvaccinatie-indicatie
kan plaatsvinden in de vaccinatievoorziening.
Om deze reden neem ik nu dus niet het besluit om de griep- en pneumokokkenvaccinaties
onder te brengen in een vaccinatievoorziening voor volwassenen. Dit betekent dat voorlopig
twee uitvoerders voor volwassenvaccinaties blijven bestaan. Dit is niet in lijn met
het RVS advies, omdat het stelsel complex blijft en de toegankelijkheid voor burgers
wordt belemmerd. Tot slot blijven de te verwachten voordelen qua expertiseopbouw,
efficiency in de organisatie en aansturing en schaalvoordelen uit. Een eventuele aanpassing
van het vaccinatiestelsel is aan een volgend kabinet.
De uitvoeringstoets bevat veel informatie over hoe de vaccinatievoorziening voor volwassenen
bij GGD’en ingericht kan worden. Daarnaast beschrijft de uitvoeringstoets diverse
aandachtspunten waarover aanvullende informatie nodig is. De komende periode zal aanvullende
informatie verzameld worden om vast te stellen of de vragen die nog leven na oplevering
van de uitvoeringstoets beantwoord kunnen worden. Dit gebeurt via verschillende routes:
1. Evaluatie van het COVID-19-vaccinatieprogramma in 2023 en de uitvoering van het COVID-19-vaccinatieprogramma
in 2024. Zoals in de beleidsreactie op de RVS-verkenning d.d. 4 juli 2022 is aangegeven
zou de COVID-19-vaccinatie de eerste vaccinatie zijn die door de vaccinatievoorziening
voor volwassenen wordt uitgevoerd.
Het COVID-19-vaccinatieprogramma geeft ons waardevolle informatie over de uitvoering
door de GGD’en in de praktijk. Bijvoorbeeld ten aanzien van:
– de benodigde basiscapaciteit gedurende het jaar;
– de uitvoering van een seizoenscampagne met piekbelasting;
– de benodigde financiële middelen;
– selectie van medische risicogroepen;
– de inzet van mede-uitvoerders;
– de rolverdeling tussen RIVM, GGD’en en GGD GHOR N;.
– de doelgroep die GGD’en weten te bereiken en
– de doelmatigheid van werken van de GGD’en,
Het COVID-19-vaccinatieprogramma in 2024 zal ook inzicht geven in de vraag of de uitdagingen,
met name op het gebied van fijnmazigheid, die van belang zijn voor de griepvaccinatie,
kunnen worden opgelost. Qua karakteristieken lijkt de griepvaccinatie immers sterk
op de COVID-19-vaccinatie.
2. De uitwerking van de motie-Tielen.6 Deze motie is naar aanleiding van de begrotingsbehandeling 2024 door de Tweede Kamer
aangenomen en vraagt te onderzoeken of een voorziening als een consultatiebureau een
eenduidige en laagdrempelige toegang tot preventie voor ouderen kan bieden. Bij de
uitwerking van de motie wordt ook vaccinatiezorg voor volwassenen betrokken.
3. In gesprek met andere uitvoerders. Naar aanleiding van de uitvoeringstoets zal VWS
gesprekken voeren met andere potentiële uitvoerders – zoals huisartsen en apothekers
– over of en welke rol zij voor zichzelf zien bij de uitvoering van vaccinatieprogramma’s
voor volwassenen.
4. Onderzoek. Cruciaal voor een hoge vaccinatiebereidheid is dat mensen vertrouwen hebben
en behouden in vaccinaties. Om goed zicht te krijgen op welke factoren hiervoor bepalend
zijn, voert RIVM het langlopende onderzoeksprogramma SocioVax uit. Een belangrijk
onderdeel hiervan is het herhaald vragenlijstonderzoek – waarmee onder andere ervaringen
met verschillende vaccinatieprogramma’s en het vertrouwen in de uitvoerders van het
vaccinatieaanbod – jaarlijks wordt gemonitord. De eerste resultaten van dit onderzoek
worden verwacht in het tweede kwartaal van 2025.
2. Beter bereik medische risicogroepen
Een belangrijk knelpunt in de huidige vaccinatiezorg is dat de mensen die het meeste
baat kunnen hebben bij goede vaccinatiezorg – mensen met chronische aandoeningen of
problemen met hun immuunsysteem – in beperkte mate worden bereikt met de voor hen
relevante vaccinaties. Dit geldt voor zowel de vaccinatiezorg die onderdeel is van
nationale vaccinatieprogramma’s, als voor ook voor de vaccinatiezorg voor mensen met
een medische indicatie in het kader van de Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw).
Uitvoeringstoets
In de uitvoeringstoets is beschreven dat voor de vaccinatie van medische risicogroepen
binnen het Zvw-kader een landelijk hybride model opgezet kan worden. De behandelend
arts blijft verantwoordelijk voor het initiëren van vaccinatiezorg voor de patiëntengroepen
binnen de eigen specialisatie. De patiënt kan dan voor vaccinatie terecht bij de eigen
behandelend arts, een vaccinatiepoli in het ziekenhuis, of bij de vaccinatievoorziening
voor volwassenen.
De uitvoeringstoets geeft geen antwoord op bepaalde uitvoeringsvraagstukken, zoals
de vergoedingssystematiek voor deze vaccinatiezorg bij GGD’en, de rollen en verantwoordelijkheden
van de betrokken partijen en gegevensuitwisseling tussen partijen. De uitvoeringstoets
geeft geen antwoord op de vraag of de medische risicogroepen hierdoor beter zullen
worden bereikt en of het voor deze groepen makkelijker wordt om toegang te krijgen
tot de noodzakelijke vaccinatiezorg.
Reactie VWS op deel 2 en vervolgstappen
Voor de zomer komt het Zorginstituut met een vervolgadvies op het advies uit 2021
«Vaccinatiezorg voor medische risicogroepen: wie neemt de regie?». Hierin zullen oplossingsrichtingen
worden aangedragen voor de in het eerdere rapport gesignaleerde knelpunten in de aanspraak
en vergoeding van vaccinatiezorg.7 Hierover wordt uw Kamer apart geïnformeerd. De uitkomsten van de uitvoeringstoets
worden hierbij betrokken.
3. Een parate organisatie van waaruit snel(ler) opgeschaald kan worden
In de beleidsreactie is beschreven dat de vaccinatievoorziening voor volwassenen –
al dan niet met andere uitvoerders – snel moet kunnen opschalen voor een massavaccinatiecampagne,
waarbij de hele bevolking moet worden gevaccineerd. De GGD’en worden hiermee zowel
regulier (koude fase) als in een warme fase (bestrijding pandemie) verantwoordelijk
voor de uitvoering van vaccinaties voor volwassenen.
Uitvoeringstoets
Bij het vaccineren in een pandemische situatie vervult de nieuwe crisisorganisatie
Landelijke Functie Opschaling Infectieziektebestrijding (LFI) als onderdeel van het
RIVM een coördinerende rol in het organiseren van de opschaling. Ook regisseert de
LFI centraal de voorbereiding op een grootschalige uitbraak. Binnen de uitvoeringstoets
is zo goed mogelijk rekening gehouden met de richtinggevende kaders voor de vaccinatievoorziening
die de LFI heeft vastgesteld.
Reactie VWS op deel 3 en vervolgstappen
Voor de (voorbereiding op) opschaling is het cruciaal dat reguliere processen zo uniform
en goed mogelijk op te schalen zijn. De LFI werkt de komende jaren, samen met GGD’en
en GGD GHOR Nederland, de eisen aan de pandemische paraatheid van GGD’en als voorbereiding
op een opschaling bij een eventuele warme fase verder uit, bijvoorbeeld in draaiboeken
en scenario’s. Onderdeel hiervan is de voorbereiding van eventuele grootschalige vaccinatiecampagnes
tijdens een pandemie.
Tot slot
De visie van het kabinet is dat iedere Nederlander op elke leeftijd maximaal kan profiteren
van vaccinaties, die vanuit de Rijksoverheid programmatisch worden aangeboden. Een
goed ingericht vaccinatiestelsel is een belangrijke voorwaarde om dit doel te bereiken.
Om de uitvoering van de vaccinatiezorg voor volwassenen te versterken is met de uitvoeringstoets
verkend of een op zichzelf staande vaccinatievoorziening voor volwassenen bij de GGD’en
mogelijk en uitvoerbaar is. De uitvoeringstoets heeft een waardevolle basis gelegd
om verder te verkennen hoe de vaccinaties voor volwassenen een plaats kunnen krijgen
in een toekomstbestendig en wendbaar vaccinatiestelsel. In combinatie met de uitwerking
van de in deze brief genoemde vervolgacties, kan een volgend kabinet een weloverwogen
besluit nemen over de beoogde vaccinatievoorziening voor volwassen.
Naast de verkenning van een stelselmatige oplossing worden in de praktijk al stappen
gezet binnen de huidige kaders. Goede voorbeelden, zoals het experiment in Vleuten
waarbij door de GGD en de huisarts gezamenlijk een vaccinatievoorziening was ingericht
zodat mensen gelijktijdig de griepprik, coronaprik en pneumokokkenprik konden halen,
laten zien dat toegankelijkere vaccinatiezorg mogelijk is. Met het veld zet ik mij
graag in om verder te bekijken waar binnen de huidige (financiële) kaders verbeteringen
mogelijk zijn.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport