Brief regering : Antwoorden op vragen commissie van de V-100 over het thema Cyberweerbaarheid, mkb en data-encryptie
36 560 XIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2023
Nr. 8
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juni 2024
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de vaste Tweede Kamer commissie van
                  Economische Zaken en Klimaat over het Jaarverslag EZK 2023 in het kader van het V-100
                  evenement (2024D22199, ingezonden 30 mei 2024).
               
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
                  M.A.M. Adriaansens
Jaarverslag 2023 Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
V-100 thema (7): Cyberweerbaarheid, mkb en data-encryptie.
1
Het Digital Trust Center (DTC) zet in op het delen van kwetsbaarheidsinformatie met
                     door DTC gesubsidieerde stichtingen en samenwerkingsverbanden die deze informatie
                     commercieel beschikbaar stellen. Dat heeft tot gevolg dat publiek beschikbare beveiligingsinformatie
                     alleen te verkrijgen is door bedrijven die daarvoor betalen. Volgens informatie van
                     het DTC betreft het hier minder dan 1% van het aantal bedrijven in Nederland. Bent
                     u zich bewust van deze situatie, in hoeverre acht u dit wenselijk en zo nee, ziet
                     u mogelijkheden dit te veranderen?
                  
Antwoord
Ik ben mij bewust van de situatie dat sommige samenwerkingsverbanden op deze manier
                     opereren. Zoals aangegeven in de vraag is mijn beeld dat het in minder dan 1% van
                     de gevallen voor komt. Cybersecurity samenwerkingsverbanden waar bedrijven lid van
                     worden bieden overigens vaak ook andere diensten en producten zoals tools met praktische
                     adviezen en kennis.
                  
Ik hecht eraan te benadrukken dat het werken via samenwerkingsverbanden niet de enige
                  manier is voor bedrijven om informatie te ontvangen van het DTC over digitale dreigingen
                  en kwetsbaarheden. Het is onjuist dat publiek beschikbare beveiligingsinformatie alleen
                  te verkrijgen is voor bedrijven die daarvoor betalen. Het DTC verspreidt informatie
                  op verschillende wijzen. In de eerste plaats wordt algemene ernstige dreigingsinformatie
                  verspreid via de eigen kanalen, waaronder de website en de online community. Ook worden
                  doelgroep-berichten hiervoor ingezet.
               
In de tweede plaats kan het DTC bedrijven individueel waarschuwen bij een ernstige
                  kwetsbaarheid, op het moment dat herleid kan worden welke bedrijven specifiek kwetsbaar
                  zijn in het betreffende geval (zogenoemd ongevraagd notificeren). Tot slot, heeft
                  het DTC een pilot met ongeveer vijftig bedrijven. Deze bedrijven hebben gegevens over
                  hun systemen bij het DTC aangeleverd, zodat er matching plaats kan vinden op deze
                  systemen en de dreigingsinformatie die bij het DTC bekend is (zogenoemd gevraagd notificeren).
                  Deze pilotdeelnemers worden nu gekoppeld aan de ontwikkeling van het online portaal
                  van het Nationaal Cyber Security Centrum met het oog op de integratie van de organisaties.
                  In dit portaal kunnen bedrijven via een Mijn NCSC account hun gegevens aanleveren,
                  zodat voornoemde matching sneller en effectiever kan plaatsvinden op de bij het NCSC
                  bekende informatie.
               
Het totaal aantal mogelijk kwetsbare systemen waarvoor de informatiedienst, sinds
                  de start in juni 2021, notificaties verstuurde aan bedrijven (gevraagd en ongevraagd)
                  is ruim 258.000. Dit komt vooral op het conto van de «ongevraagde» waarschuwingen
                  over kwetsbaarheden bij het bedrijfsleven. Het DTC notificeerde over bijna 140.000
                  bedrijfsspecifieke cyberdreigingen in 2023.
               
2
In hoeverre denkt u dat de cyberweerbaarheid te verhogen is door bedrijven te verplichten
                     zich te verzekeren tegen digitale dreigingen (naar analoge van traditionele risico's
                     als brand, inbraak of aansprakelijkheid) en in hoeverre overweegt u een dergelijke
                     verplichting?
                  
Antwoord
De markt van cyberverzekeringen is nog in ontwikkeling. De keuze of een cyberverzekering
                     voor een bedrijf toegevoegde waarde heeft, is gebaseerd op een risicoafweging. De
                     meerwaarde van een verzekering zal groter worden wanneer een bedrijf afhankelijk is
                     van digitale systemen en de informatie in die systemen voor de bedrijfsvoering. Ook
                     maakt het afsluiten van een cyberverzekering een ICT-omgeving niet per definitie veiliger.
                     Het al dan niet afsluiten van een cybersecurityverzekering is onderdeel van de eigen
                     verantwoordelijkheid van bedrijven voor hun digitale weerbaarheid. Daarom zie ik geen
                     aanleiding om over te gaan tot een verplichting.
                  
Het Digital Trust Center (DTC) verwijst naar vijf basisprincipes voor veilig digitaal
                  ondernemen. Deze zijn opgesteld om ondernemers te helpen de basisbeveiliging in te
                  laten stellen. Ondernemers die de 5 basisprincipes opvolgen, vergroten hun weerbaarheid
                  tegen cyberrisico's die de bedrijfsvoering kunnen verstoren. Daarnaast heeft het DTC
                  de Risicoklasse-indeling Veiligheid voor digitale veiligheid op haar website staan.
                  Dit is een risicoclassificatiemodel voor het mkb, ontwikkeld onder leiding van het
                  Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) en in samenwerking met een
                  breed scala belanghebbenden, onder andere het verbond van verzekeraars.
               
3
Nederland is buiten de top-10 vestigingsklimaat beland voor start-ups en scale ups.
                     In hoeverre overweegt u belastingvoordelen of een voorkeursbeleid bij het inhuren
                     van Nederlandse start-ups/scale-ups op gebied van digitale weerbaarheid op deze positie
                     te verbeteren?
                  
Antwoord
Het Ministerie van EZK heeft als één van de prioriteiten het verbeteren van het vestigingsklimaat
                     voor alle typen bedrijven (startups, MKB en grootbedrijf). Daar zetten we ons dagelijks
                     voor in en dat zal EZK ook in de toekomst blijven doen. Dit is aangegeven in de Kamerbrief
                     Strategische agenda voor het ondernemingsklimaat in Nederland (2022), evenals in de Kamerbrief Startups en scale-ups als motor voor transities en groei (2023). Daar is primair ingezet op het verbeteren van toegang tot talent, financiering,
                     kennis, internationale markten en netwerken en de overheid. Er wordt hierbij geen
                     apart voorkeursbeleid gevoerd voor bepaalde groepen startups en scale-ups, zoals bijvoorbeeld
                     bepaalde sectoren. Ik overweeg ook geen aparte belastingvoordelen of voorkeursbeleid
                     bij het inhuren van Nederlandse startups of scale-ups op het gebied van digitale weerbaarheid.
                     Deze startups en scale-ups worden op dezelfde wijze ingehuurd als alle andere bedrijven,
                     conform de algemeen geldende inkoop- en aanbestedingsregels.
                  
4
Generatieve AI wordt al ingezet voor cyber-aanvallen. De huidige maatregelen lijken
                     vooral gericht op het opleiden van MKB’ers tot cybersecurity-specialist.
                  
Wat wordt er concreet nu gedaan rondom generatieve AI en hoeveel geld is hiervoor
                     gereserveerd? In hoeverre hebben deze investeringen resultaat en hoe worden deze gemeten?
                  
Antwoord
AI, waaronder generatieve AI, verandert het digitale dreigingslandschap; als technologie
                     voor aanvallen (bijvoorbeeld de inzet van generatieve AI voor phishing), en door aanvallen
                     op AI-systemen zelf (bijvoorbeeld het beïnvloeden of verstoren van Large Language
                     Models). Cybersecurity van AI-systemen en het gebruik van AI technologie in cyberaanvallen
                     krijgt steeds meer aandacht van overheidspartijen. Daarnaast biedt AI ook een kans
                     voor innovatie om cybersecuritytoepassingen te versterken voor geautomatiseerde verdediging
                     van cyberaanvallen.
                  
Vanuit de kennis- en innovatiedoelstellingen van de Nederlandse Cybersecuritystrategie
                  wordt er op dit moment een verkennend onderzoeksproject uitgevoerd door TNO over de
                  impact van AI op cybersecurity, nu en in de toekomst. De conclusies van deze studie
                  zullen, in samenhang met andere projecten, bijdragen aan de opbouw van handelingsperspectief
                  voor burgers, bedrijven en overheid over AI en cybersecurity.
               
5a
Projecten zoals GPT-NL en OpenKAT worden door de overheid gefinancierd.
Is er bij deze projecten rekening gehouden met (verwachtingen ten aanzien van) de
                     kwaliteit van het GPT-NL model gezien het lage budget wat hiervoor is gereserveerd?
                  
Antwoord
GPT-NL is deels bekostigd via het Faciliteiten Toegepaste Onderzoek (FTO). Het FTO
                     investeert in hoogwaardige en toekomstbestendige faciliteiten voor onderzoek, die
                     van belang zijn voor het ontwikkelen van innovatieve producten en diensten. Het gaat
                     hierbij om de ondersteuning van een faciliteit die open staat voor partners die met
                     data en kennis willen bijdragen of toepassingen willen ontwikkelen op basis van GPT-NL.
                     De aanvraag is conform de door de aanvragers ingediende begroting en gevraagde financiering
                     vanuit FTO gehonoreerd. OpenKAT maakt geen gebruik van het GPT-NL model.
                  
5b
In hoeverre gaat GPTNL concurreren met LLM’s als ChatGPT4o en LLama70b?
Antwoord
GPT-NL is een initiatief dat is opgezet om de kennis en technologie op het gebied
                     van taalmodellen in Nederland te versterken. Dit draagt bij aan het aantrekken en
                     behouden van AI-talent en versterkt de digitale open strategische autonomie. Het doel
                     is niet om te concurreren met andere taalmodellen, zoals GPT-4 of LLama. Het geldt
                     ook niet als vervanging. Er wordt met GPT-NL gebouwd aan een alternatief van Nederlandse
                     bodem op basis van beschikbare (Nederlandstalige) data, waarbij kennisopbouw in Nederland
                     plaatsvindt.
                  
5c
Zijn deze initiatieven vanuit de overheid rechtmatig of is hier sprake van concurrentie
                     met de markt (zie Wet markt & overheid)?
                  
Antwoord
GPT-NL is geen marktproduct maar een «faciliteit» om onderzoek naar taalmodellen mogelijk
                     te maken. Exploitatie van deze faciliteit moet voldoen aan staatsteunregels (AGVV).
                     Er is dus geen sprake van ongeoorloofde concurrentie met de markt. OpenKat is tijdens
                     de Coronapandemie ontwikkeld, omdat er op dat moment geen product bestond wat voldeed
                     aan de eisen om het Coronacheck-stelsel veilig te houden. OpenKat droeg daarmee bij
                     aan het uitvoeren van een wettelijke taak en is tegen integrale kostprijs gerealiseerd.
                     Hiermee voldoet de ontwikkeling van OpenKAT aan de eisen van de Wet markt en overheid.
                  
5d
Worden er Nederlandse startups en scale-ups betrokken bij de ontwikkeling van deze
                     projecten?
                  
Antwoord
Deze faciliteit zal ontwikkeld en beheerd worden door TNO, SURF en NFI. Gebruik staat
                     open voor iedereen, ook startups en scale-ups. Niet economisch gebruik door universiteiten
                     is gratis. Voor economisch gebruik van deze faciliteit zal een marktconform tarief
                     worden gerekend. OpenKAT wordt open-source ontwikkeld door het Ministerie van VWS
                     volgens een community-aanpak. Vanuit de OpenKAT community dragen publieke- en private
                     partijen, klein of groot, bij aan de (door)ontwikkeling van het product.
                  
5e
Hoe zorgt de overheid voor een beheer-ecosysteem, waarin de verantwoordelijkheid binnen
                     de keten wordt geadresseerd zodra het project de eerste resultaten heeft opgeleverd?
                  
Antwoord
De criteria die door de overheid/EZK zijn gesteld voor de selectie van voorstellen
                     die in aanmerking komen voor financiering uit het Faciliteiten Toegepast Onderzoek
                     (FTO) zien juist ook op de verantwoordelijkheden binnen de keten na oplevering van
                     de eerste resultaten. Door de onafhankelijke adviescommissies is hierop scherp toegezien.
                     OpenKAT is open source, wat wil zeggen dat het niet alleen door VWS gebouwd en gefinancierd
                     wordt. Naast eigen ontwikkeling door VWS kent OpenKAT een brede community met bijdragen
                     van andere organisaties, zoals Kennisnet, Z-CERT, BDO en anderen die de inzet van
                     ontwikkelaars financieren en zo bijdragen aan de software. Het Ministerie van VWS
                     heeft op dit moment de overkoepelende rol in de aansturing van het project en beheert
                     daarmee de ontwikkeling onder een EUPL licentie. Gezocht wordt naar een andere partij
                     die per 1 januari 2025 het structurele beheer, generieke doorontwikkeling en community
                     management duurzaam kan overnemen.
                  
6
In sectoren zoals brandveiligheid, automotive en beveiligingsbedrijven is het vanzelfsprekend
                     dat je met goedgekeurde/gecertificeerde bedrijven samenwerkt en je als gebruiker geen
                     specialist hoeft te worden om het product te gebruiken. De huidige maatregelen rondom
                     cybersecurity en AI lijken er op gericht om het MKB op te leiden als specialist i.p.v.
                     concrete oplossingen voor de problematiek te komen. Hoe maken we het MKB vanzelfsprekend
                     veilig?
                  
Hoe kan een MKB’er zekerheid krijgen op het feit dat zij voldoet aan de gestelde veiligheidseisen?
                  Als parallel met de auto-industrie valt er veel te leren: i) je bent verplicht verzekerd;
                  ii) je hebt een zorgplicht om met een veilige auto de weg op te gaan; iii) je rijdt
                  in een gecertificeerd type voertuig dat door een gecertificeerde partij is gekeurd
                  en door een gecertificeerde partij is geproduceerd; en iv) mensen zijn (zo goed als)
                  gestopt met rijden onder invloed toen verzekeraars verklaarden dat je in dat geval
                  onverzekerd rondrijdt.
Antwoord
Er zijn verschillende ontwikkelingen die het midden- en kleinbedrijf vanzelfsprekend
                     veiliger zullen maken. Naar aanleiding van de motie van het lid Rajkowski c.s. is
                     de regering verzocht «om in overleg te treden met het Digital Trust Center (DTC) en
                     betrokken brancheorganisaties om te komen tot een eenduidig mkb-keurmerk, om mkb-organisaties
                     beter te ondersteunen bij het vormen van hun securitybeleid» (Kamerstuk 36 200 VII, nr. 60). Het certificeren van het werk van ICT-dienstverleners zal mkb-organisaties helpen
                     bij het verhogen van hun cyberweerbaarheid. Het is de bedoeling hiermee het mkb te
                     ondersteunen in het verbeteren van de cyberweerbaarheid van de organisatie (de «basis
                     op orde te brengen») door makkelijk een betrouwbare aanbieder te kunnen kiezen. Eind
                     2023 is voor de ontwikkeling van het keurmerk een subsidie aan het Centrum voor Criminaliteitspreventie
                     en Veiligheid (CCV) gegeven. De ontwikkeling van het keurmerk zal naar verwachting
                     een doorlooptijd hebben van twee jaar. Het keurmerk zal eind 2025/begin 2026 geïntroduceerd
                     kunnen worden. Daarnaast worden in de EU cybersecurity certificeringschema’s ontwikkeld
                     voor verschillende categorieën ICT-producten, diensten en processen zoals voor clouddiensten.
                     Bedrijven kunnen in de toekomst bij hun ICT-aanbieder daarnaar vragen.
                  
Daarnaast zal de Cyber Resilience Act (CRA) cybersecurityeisen gaan stellen aan álle
                  producten met digitale elementen (alle hard- en software) die in de Europese Unie
                  op de interne markt wordt gebracht (inwerkingtreding vanaf 2027). De CRA introduceert
                  bovendien een zorgplicht voor fabrikanten om ook na de verkoop, gedurende de hele
                  verwachte gebruiksduur van het product, veiligheidsupdates te verstrekken bij kwetsbaarheden.
                  De CRA voorziet daarnaast in een meldplicht voor fabrikanten bij actief misbruikte
                  kwetsbaarheden en incidenten. Producten die vanaf medio 2027 niet voldoen aan de cybersecurityeisen
                  kunnen door de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) van de markt worden gehaald.
                  Dit betekent dat mkb-bedrijven die digitale producten gebruiken er van op aan kunnen
                  dat die producten standaard veilig zijn.
               
Ook de AI-verordening stelt straks eisen aan AI-systemen die als product op de Europese
                  interne markt worden gebracht. De aanbieder van een hoog risico AI-systeem moet onder
                  andere risico’s adresseren, ervoor zorgen dat het systeem cyberveilig is en maatregelen
                  nemen om ervoor te zorgen dat de gebruikers van het systeem er op een veilige manier
                  mee om kunnen gaan. Een hoog risico AI systeem mag enkel op de markt worden gebracht
                  of in gebruik worden genomen, als aan alle eisen voldaan wordt. Het moet dan het CE-label
                  dragen. Hierdoor kunnen MKB’ers die deze systemen kopen en gebruiken, erop vertrouwen
                  dat deze naar verwachting werken en veilig zijn. Bovendien krijgen ze uitgebreide
                  instructies voor gebruik, die ze ook verplicht moeten naleven. Als het personeel van
                  een MKB’er met het AI-systeem aan de slag gaat, moet ervoor gezorgd worden dat zij
                  weten hoe ze dat AI-systeem op de juiste manier moeten gebruiken. Indien nodig moeten
                  ze daarvoor opgeleid worden. Hiermee heeft de ontwikkeling en het gebruik van AI grote
                  gelijkenissen met het genoemde voorbeeld van de auto-industrie, waar ook een gedeelde
                  verantwoordelijkheid bij fabrikanten (veilige auto’s) en kopers (rijbewijs en veilig
                  rijden) ligt.
               
Daarnaast wordt zoals aangegeven in vraag 4 een verkennend onderzoek uitgevoerd door
                  TNO over de impact van AI op cybersecurity nu en in de toekomst.
               
7
Welke concrete doelen heeft u het DTC gesteld ten aanzien van cyberweerbaarheid van
                     het MKB? Welke maatregelen heeft u getroffen om te zorgen dat het MKB wordt betrokken,
                     de dienstverlening van DTC de MKB ook daadwerkelijk bereikt en hoe en worden doeltreffendheid
                     van de activiteiten gemeten?
                  
Antwoord
Het Digital Trust Center heeft twee hoofdtaken, namelijk i) bedrijven voorzien van
                     betrouwbare en onafhankelijke informatie over digitale kwetsbaarheden en het geven
                     van concreet handelingsadvies, en ii) het stimuleren van cybersecurity samenwerkingsverbanden
                     tussen bedrijven. Hierbij ligt de focus van het DTC de komende jaren op vier speerpunten:
                     zorgen dat bedrijven de basis op orde hebben; ondernemers brengen van bewustzijn over
                     cybersecurity-risico’s naar handelen (van weten naar doen); het versterken van het
                     netwerk van cybersecurity samenwerkingsverbanden en het bereik en impact te vergroten.
                  
Dit wordt bereikt door middel van onder andere tools, waaronder de CyberVeilig Check,
                  waarin ondernemers op een laagdrempelige manier worden geholpen aan de slag te gaan
                  met hun cyberveiligheid. Om ondernemers daadwerkelijk te stimuleren om te komen van
                  enkel weten, naar daadwerkelijke implementatie van maatregelen heeft het DTC vorig
                  jaar de subsidie voor Mijn Cyberweerbare zaak verstrekt. Aanvullend stimuleert het
                  DTC samenwerking tussen bedrijven door middel van de subsidieregeling cyberweerbaarheid.
                  Daarnaast beschikt het DTC over een levendige online community met meer dan 4000 leden.
                  Hierin kan op een laagdrempelige manier kennis, ervaring en adviezen worden uitgewisseld.
               
Jaarlijks meet het CBS in hoeverre bedrijven die middels een samenwerkingsverband
                  zijn aangesloten bij het DTC meer maatregelen treffen om meer cyberweerbaar te worden.
                  Tevens beschikt het DTC over meerdere manieren om feedback te vragen op de tools en
                  overige producten en diensten die beschikbaar worden gesteld. Dit wordt nauw gemonitord
                  en op basis van deze feedback worden producten en diensten aangepast of ontwikkeld.
                  Daarnaast is er veel direct contact met de doelgroep om zo te blijven monitoren welke
                  behoeftes er leven en hoe daar invulling aan te geven. Over de voortgang van alle
                  activiteiten van het DTC bent u op 8 maart jl. geïnformeerd.1
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat