Brief regering : Hoofdlijnen wetsvoorstel bijstand in het stemhokje
35 165 Verkiezingen
Nr. 81
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juni 2024
In mijn brief van 23 januari jl. heb ik u laten weten dat ik een voorstel van wet
voorbereid om bijstand in het stemhokje gelijk wettelijk te verankeren in de Kieswet
in plaats van eerst te experimenteren met bijstand in het stemhokje.1 Tijdens het commissiedebat over verkiezingen op 18 april jl. heb ik toegezegd om
vooruitlopend op het wetsvoorstel een hoofdlijnennotitie met uw Kamer te delen. Deze
hoofdlijnennotitie treft u in bijlage aan. De voorstellen die hierin staan dienen
als basis voor een wetsvoorstel dat het mogelijk maakt dat iedereen die dat wenst
bijstand in het stemhokje kan ontvangen.
Mijn voornemen is om het wetsvoorstel bijstand in het stemhokje na de zomer aan de
afdeling Advisering van de Raad van State toe te sturen. Het streven is dat het wetsvoorstel
bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2026 van kracht zal zijn.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties