Brief regering : Met Ontwikkelkracht werken aan beter onderwijs: voortgang NGF programma Ontwikkelkracht
36 410 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024
Nr. 137
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juni 2024
In 2023 is het Nationaal Groeifonds programma Ontwikkelkracht gestart om via het ontwikkelen
en verspreiden van kennis over effectief onderwijs de onderwijsresultaten in het funderend
onderwijs blijvend te verbeteren. Leraren en schoolleiders zijn mede initiatiefnemers
van dit unieke programma dat gedragen wordt door onderwijspraktijk en wetenschap samen.
Ruim veertig schoolteams doen nu al mee en scholen verspreid over het hele land staan
klaar om volgend schooljaar mee te doen.
Uw Kamer is eerder geïnformeerd over Ontwikkelkracht.1 Zoals eerder toegezegd, vindt u bijgevoegd de voortgangsrapportage van het programma.2 Onderstaand ga ik in op de hoofdpunten uit deze voortgangsrapportage.
1. Wat is Ontwikkelkracht: een initiatief van onderwijspraktijk en wetenschap om de
onderwijskwaliteit te verbeteren
Het initiatief voor Ontwikkelkracht is een aantal jaar geleden ontstaan uit een gedeelde
zorg over de kwaliteit en teruglopende resultaten in het Nederlandse onderwijs onder
een brede coalitie van leraren, schoolleiders, onderwijsorganisaties en onderzoekers.
Dit heeft geleid tot een voorstel dat in de tweede ronde van het Nationaal Groeifonds
is toegekend.3 Met Ontwikkelkracht wordt met een tijdelijke, maar langjarige impuls van € 332 miljoen
gedurende tien jaar (2023–2032) gewerkt aan een duurzame verbetering van de kwaliteit
van het onderwijs in het primair, voortgezet en gespecialiseerd onderwijs. Hiervan
is € 101 miljoen toegekend voor de eerste vier jaar en € 231 miljoen is voorwaardelijk
toegekend voor de zes jaar daarna. Het programma wordt uitgevoerd door de partijen
die het initiatief aangedragen hebben, te weten Education Lab (een samenwerkingsverband
van wetenschappers aan de Universiteit Maastricht en VU Amsterdam), Groeikracht (een
coalitie van leraren, CAOP en Stichting LeerKRACHT), het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek
(NRO), Stichting de Transformatieve School en het programmabureau vanuit OCW. Het
programma is daarmee een unieke samenwerking tussen onderwijspraktijk en wetenschap
die is ontstaan vanuit een gedeelde behoefte om het onderwijs te verbeteren.
De pijlers van Ontwikkelkracht
Het programma is georganiseerd langs vier pijlers die bijdragen aan het evidence-informed
leren van schoolteams, het leren door scholen van andere scholen, het ontwikkelen
van effectieve aanpakken in de school en de klas en het beter beschikbaar en toegankelijk
maken van bestaande kennis over effectief onderwijs uit onderzoek.
De eerste pijler betreft het verspreiden en toepassen van werkzame aanpakken ten aanzien
van een onderzoeks- en verbetercultuur in scholen. Hier werken schoolteams met beproefde
verbetertrajecten aan het duurzaam verbeteren van het eigen onderwijs, waar in totaal
vijfhonderd scholen de komende jaren in kunnen deelnemen.
De tweede pijler betreft het opbouwen van een netwerk van expertscholen. Expertscholen
zijn scholen die de kwaliteit goed op orde hebben en die op een bepaald gebied evidence-informed
aanpakken succesvol weten in te zetten. Deze scholen worden ondersteund om een leertraject
te ontwikkelen waar andere scholen aan kunnen deelnemen om van te leren. Binnen tien
jaar is er ruimte om achtenzestig scholen in het primair onderwijs en vijftig scholen
in het voortgezet onderwijs op te leiden tot expertschool.4
In de derde pijler ontwikkelen leraren en onderzoekers gezamenlijk kennis in de co-creatielabs.
In het eerste jaar zijn de labs Leraren en Taal opgestart. In het co-creatielab Leraren
worden effectieve aanpakken ontwikkeld om het lerarentekort mee tegen te gaan. Het
co-creatielab Taal werkt aan nieuwe beproefde aanpakken voor taalonderwijs en het
beter onderbouwen van bestaande programma’s. De komende jaren is ruimte om nog vier
co-creatielabs op te zetten.
In de vierde pijler maakt NRO kennis over de belangrijkste onderwijsvraagstukken vindbaar,
toegankelijk en bruikbaar. Dit doet het NRO op basis van wat er leeft in het onderwijs
én in nauwe samenwerking met onderwijsprofessionals en onderzoekers. Hierdoor krijgen
onderwijsprofessionals concrete handvatten om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren,
waarbinnen er ook veel aandacht is voor effectieve aanpakken en belangrijke condities.
2. Welke problemen wil Ontwikkelkracht wegnemen: aansluiten bij ervaren knelpunten
Ontwikkelkracht draagt bij aan de oplossingen voor knelpunten die scholen ervaren
om te zorgen voor het beste onderwijs voor hun leerlingen.
Uit (internationaal) onderzoek is bekend dat het vakmanschap van leraren en schoolteams
versterkt kan worden en professionalisering nu niet altijd effectief plaatsvindt.5 Ook kunnen inzichten uit onderzoek beter benut worden in de praktijk. Wanneer schoolteams
op zoek gaan naar kennis van hoge kwaliteit, is deze niet altijd makkelijk toegankelijk
of beschikbaar. Dit kwam eerder al aan de orde in adviezen vanuit de sectororganisaties
en een adviesrapport van de Galan Groep (2021) over de kennisinfrastructuur voor het
onderwijs.6 De bestaande kennis is versnipperd, soms onvoldoende vertaald naar de praktijk van
het klaslokaal en op sommige gebieden is er nog onvoldoende onderzoek beschikbaar.
Door een centrale vindplek voor kennis uit onderzoek voor scholen te ontwikkelen en
door expertscholen op te leiden die andere scholen met raad en daad kunnen bijstaan
om evidence-informed aanpakken te gaan gebruiken, wordt zowel op landelijk niveau
als lokaal en regionaal niveau de toegang tot kennis over effectieve aanpakken voor
scholen aanzienlijk verbeterd.
De looptijd van het programma en de kaders van het Nationaal Groeifonds scheppen de
voorwaarden die een dergelijke ontwikkeling nodig heeft: zowel het opbouwen van hoogwaardige
kennis, als het bereiken van een cultuuromslag in het onderwijs kosten tijd.
3. Ontwikkelkracht is een Nationaal Groeifonds programma: specifieke criteria en verantwoording
Het Nationaal Groeifonds investeert in projecten die een zo groot mogelijke bijdrage
leveren aan duurzame en structurele economische groei. Dit doet het Nationaal Groeifonds
door plannen te financieren die zijn opgezet vanuit partijen uit de praktijk en de
wetenschap. De Adviescommissie Nationaal Groeifonds voert een strenge beoordeling
uit op de plannen, waarbij het effect op verdienvermogen wordt gewogen en de kwaliteit
van de voorstellen worden getoetst aan de criteria van het Nationaal Groeifonds. Na
kritische gesprekken zijn bijstellingen geweest op het plan en er vindt een strakke
verantwoording plaats aan de Adviescommissie Nationaal Groeifonds, op basis van de
projectspecifieke afspraken en de kritische prestatie indicatoren (hierna: KPI’s)
die daarin zijn vastgelegd. In het geval van Ontwikkelkracht betekent dit, dat mede-initiatiefnemers
NRO en Education Lab hun aandeel in het plan uitvoeren. Voor de uitvoering van de
onderzoeks- en verbetercultuur trajecten is een tendersubsidieregeling uitgeschreven
op basis van criteria uit het plan, waarbij Groeikracht en Transformatieve School
het beste scoorden en zijn geselecteerd. In de tweede fase van het programma kunnen
andere partijen betrokken worden in de uitvoering.
In 2026 vindt een evaluatie plaats op basis van de voortgang van het programma. De
voortgang wordt beoordeeld door de Adviescommissie Nationaal Groeifonds, op basis
van de doelstellingen en KPI’s zoals die in het voorstel zijn opgenomen en nader zijn
uitgewerkt in projectspecifieke afspraken. Het kabinet neemt op basis van het advies
van de Adviescommissie Nationaal Groeifonds in 2026 een besluit over de toekenning
van de voorwaardelijk toegekende middelen.
4. Ontwikkelkracht staat ten dienste van een structurele beweging naar evidence-informed
onderwijs
Het belang van evidence-informed werken kan niet enkel worden geborgd door een tijdelijk
programma; hiervoor is een structurele aanpak noodzakelijk. Die structurele aanpak
is er. Met een wetswijziging wordt het proces van evidence-informed werken in het
onderwijs toegevoegd aan de deugdelijkheidseisen, zodat dit de opdracht en de norm
wordt op alle scholen. Het wetsvoorstel wordt dit najaar in consultatie gebracht en
de voorziene planning is dat het in 2026 is opgenomen in de onderzoekskaders van de
inspectie.
Tegelijkertijd moeten scholen dan ook in staat worden gesteld om evidence-informed
te werken, doordat de kennis over wat wel en niet werkt beschikbaar en toepasbaar
is in de school. De afgelopen jaren zijn veel stappen gezet om scholen aan te moedigen
meer evidence-informed te werken. De initiatieven van het Masterplan en Ontwikkelkracht
versterken elkaar. Waar het Masterplan zich vooral focust op de directe ondersteuning
van scholen en kennisontwikkeling omtrent de vier basisvaardigheden, wordt binnen
Ontwikkelkracht vanuit de vraag uit de praktijk gewerkt aan een landelijk, regionaal
en lokaal lerend systeem, waarin scholen en wetenschappers samenwerken om kennis te
ontwikkelen, beschikbaar te maken en waarin schoolteams op verschillende manieren
worden ondersteund om evidence-informed hun onderwijs te verbeteren.
Momenteel kunnen scholen op vele manieren concrete ondersteuning krijgen. Daarom wordt
er ook nagedacht over de vormgeving van een ondersteuningsstructuur voor alle scholen
in het funderend onderwijs die structureler en minder versnipperd is. Hierbij wordt
ook de motie Paternotte (D66) betrokken waarin wordt verzocht met de ondersteuningsbranche
het gesprek aan te gaan over mogelijkheden voor regulatie van de markt7, zoals ik uw Kamer informeerde in de vierde voortgangsrapportage Masterplan basisvaardigheden.8 In het najaar wordt u hier verder over geïnformeerd. Een volwaardig kennisinstituut
voor het onderwijs helpt scholen om de beschikbare kennis handzaam aan te bieden.
We werken aan de doorontwikkeling van NRO tot een landelijk kennisinstituut voor het
onderwijs. Dit najaar informeer ik uw Kamer over het tijdspad van deze doorontwikkeling.
5. Wat zijn de eerste resultaten?
Honderden scholen zijn binnenkort actief aan de slag
In het eerste schooljaar doen ruim veertig scholen mee en in het aankomende schooljaar
2024/2025 is er ruimte voor driehonderdvijf scholen. Dat aantal zal de daaropvolgende
jaren blijven oplopen. De eerste vier jaar van het programma zijn een onderzoeksfase,
waarin aanpakken kleinschalig worden uitgeprobeerd en onderzocht. De tweede fase waarvoor
de middelen voorwaardelijk zijn toegekend staat in het teken van opschalen van wat
effectief is gebleken. Dit groeimodel moet ertoe leiden dat na tien jaar ongeveer
70% van alle scholen in het funderend onderwijs direct van Ontwikkelkracht hebben
geprofiteerd. Daarnaast profiteert het hele onderwijsveld indirect van de kennis die
wordt opgebouwd en verspreid.
De eerste resultaten worden gezien op scholen en erkend
Van elkaar leren is van belang voor het kleiner maken van de verschillen tussen scholen.
Dat gebeurt nog te weinig.9 De inspectie haalde Ontwikkelkracht bij de presentatie van de Staat van het Onderwijs
aan als positief voorbeeld, omdat binnen het programma het leren van elkaar op verschillende
manieren wordt gefaciliteerd en gestimuleerd. Expertscholen ontwikkelen leertrajecten
zodat ze andere scholen kunnen helpen een evidence-informed aanpak succesvol in te
zetten. In het eerste jaar worden vijf aspirant-expertscholen opgeleid en in het tweede
jaar is ruimte voor tien aspirant-expertscholen. Vier van de aspirant-expertscholen
is klaar om in schooljaar 2024/2025 een leertraject aan andere scholen aan te bieden.
Er is in schooljaar 2024/2025 ruimte voor dertig schoolteams om een leertraject bij
een van de opgeleide expertscholen te volgen.
Schoolteams die meedoen aan Groeikracht of Transformatieve School werken samen aan
de verbetering van het eigen onderwijs. Daarnaast kijken ze bij elkaar in de lessen
en leren op die manier van andere scholen. Aan deze trajecten doen in het eerste jaar
vijfentwintig schoolteams mee. In het eerste jaar zijn de aanpakken onderzocht op
kansrijkheid. De deelnemende schoolteams zijn positief en de werkzame elementen uit
de beschreven aanpakken worden in de praktijk teruggezien. De aanpakken worden de
komende drie jaar verder onderzocht op impact op de leerlingresultaten. In totaal
kunnen vijfhonderd schoolteams aan de onderzoeks- en verbetercultuurtrajecten deelnemen.
Ontwikkelkracht draagt op deze manier bij aan een cultuur van met en van elkaar leren.
Daarmee wordt de onderwijskwaliteit verbeterd. Met deze voortgangrapportage geef ik
dan ook invulling aan de motie Peters-Wassenberg, die het kabinet oproept om samen
met het onderwijsveld plannen te ontwikkelen om een lerende cultuur te bevorderen
en te sturen op de kwaliteit en het functioneren van leraren als een team.10
De Transformatieve School, Cobbenhagenmavo in Tilburg, Bart van Drunen (docent Aardrijkskunde)
«We begrepen de leerlingen en hun gedrag niet altijd»
«De resultaten binnen de school waren op zich goed, maar we merkten dat we leerlingen
om een bepaald gedrag op school vroegen die de leerling niet wilde of kon bieden.
Hierdoor ontstonden er vaak conflicten. De Transformatieve School verzamelde data
bij ons op school en dat praatte veel beter. Het gaat dan niet alleen meer om een
onderbuikgevoel. Dat was de start van onze eigen transformatie. Een eyeopener voor
ons was om te kijken naar «wat doe jij om het patroon te verbreken?». Op basis van
de terugkoppelingen van het onderzoek hebben we ruimte ingericht voor onder andere
intervisie en wederzijdse lesbezoeken. Na het traject heb je een blauwdruk van het
team, heb je geïnventariseerd wat er nodig is en ligt er een plan. De kracht ligt
in de eigen implementatie. We kijken nu echt anders naar deze problemen, spreken dezelfde
taal en verkennen meer «wat is er nodig» om leerlingen meer kansen te geven om tot
leren te komen. We verdiepen ons in wetenschappelijk onderbouwde methoden en blijven
lezen en leren. Zonder De Transformatieve School was het nooit mogelijk geweest om
al deze stappen te zetten.»
Groeikracht, basisschool St. Pancratius in Brummen, Per Theeuwes (directeur) en Marleen
Hubers-Timmen (leerkracht en intern begeleider)
«Tijd en werkdruk was onze grootste vijand»
«Tijd was onze grootste vijand en de werkdruk kwam continu bij dezelfde mensen terecht.
We hadden ooit twintig belangrijke doelen binnen de school. Dat was veel te veel.
We konden niks borgen. We hadden behoefte aan focus. De systematiek van Groeikracht
zorgt voor een gedeelde verantwoordelijkheid en iedereen in het team doet mee. De
manier van werken levert veel op en het werkt enorm motiverend. We vergroten het vakmanschap
en het werkplezier, doordat je mensen blijft boeien en binden. Nu focussen we ons
op drie pijlers. Daarnaast komen wij tijdens landelijke sessies samen met andere scholen
en het is heel inspirerend om te horen waar zij aan werken en te sparren over vragen
en oplossingen. Als wij in het huidige onderwijsveld recht willen doen aan de kinderen
en onszelf, dan zullen we wel moeten blijven ontwikkelen.»
Er wordt actief gezorgd dat de kennis landelijk wordt verspreid
Van de kennis die via Ontwikkelkracht wordt opgebouwd profiteert het gehele onderwijs.
Het TaalLab onderzoekt de komende tijd aanpakken gericht op schrijfonderwijs op school,
pre-teaching, effectieve vroege taalinterventies, pageturner, thematisch leesonderwijs
de bibliotheek op school plus en zomerschool. In het LerarenLab worden momenteel kansrijke
interventies uitgewerkt en onderzocht op scholen op het gebied van extra of andere
handen in de klas, hybride onderwijs, inzet brugfunctionarissen, inductieprogramma,
terugdringen uitval lerarenopleidingen en anders organiseren (met behoud vijfdaagse
schoolweek). In de eerste twee labs zijn zo’n tien scholen gestart.
NRO is in 2023 gestart met de selectie van de inhoudelijke thema’s voor de themapagina’s
en leidraden. In 2023 zijn de themapagina's traumasensitief onderwijs en meertaligheid
online geplaatst. In de eerste helft van 2024 volgen de themapagina's woordenschat
en aanpakken van probleemgedrag. In de tweede helft van 2024 worden nog zes themapagina’s
opgeleverd. In 2023 zijn voor het ontwikkelen van zes nieuwe leidraden onderzoekers
en vertegenwoordigers vanuit de onderwijspraktijk (leraar, leidinggevende en lerarenopleider)
geworven voor de commissies die de leidraden ontwikkelen. De leidraden bevatten handvatten
voor leraren en schoolleiders om wetenschappelijke kennis in de praktijk in te zetten.
NRO ontwikkelt een overzicht van effectieve interventies. In 2023 is bij leraren en
schoolleiders onderzocht op welke manier dat het beste kan worden aangeboden en zijn
de kwaliteitscriteria ontwikkeld. De eerste interventies worden in 2025 opgenomen.
Interventies die in de labs worden ontwikkeld en effectief blijken zullen worden toegevoegd.
Uiteindelijk zal na tien jaar het overzicht veertig interventies bevatten.
NRO Onderwijskennis, VSO Heliomare de Ruimte in Heerhugowaard en stichting Viertaal
in Alkmaar, Laura Vis (leraar en logopedist)
«Doe ik het wel op de juiste manier?»
«Ik denk dat iedere leraar zich wel eens afvraagt: doe ik het op de juiste manier?
Het is belangrijk om je keuzes te onderbouwen met wetenschappelijke kennis. Dan kan
je het ook goed uitleggen aan bijvoorbeeld ouders en collega’s. Daarnaast kan het
zorgen voor herkenning en dat doet veel goeds voor je zelfverzekerdheid en vakmanschap.»
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs