Brief regering : Stand van zaken bestrijding misbruik asiel- en migratiestromen door terroristen
29 754 Terrorismebestrijding
Nr. 716
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 juni 2024
De asielprocedure heeft tot doel een asielaanvraag zorgvuldig te behandelen. In die
procedure is geen ruimte voor mensen met verkeerde intenties die zich voordoen als
vluchteling en zich onopgemerkt en onterecht in ons land proberen te vestigen. Dit
geldt zeker voor personen die zich schuldig hebben gemaakt aan terroristische misdrijven,
of die de intentie hebben deze in Nederland of elders te plegen. Om dit te voorkomen
kent Nederland een systeem van wetgeving, bevoegdheden en diverse specialistische
organisaties en teams. Zij kunnen in de asiel- en nareisprocedure signalen van betrokkenheid
bij terrorisme tijdig onderkennen en hierop ingrijpen.
In een wereld waarin de ontwikkelingen op zowel het gebied van dreigingen voor de
nationale veiligheid als migratie elkaar in hoog tempo opvolgen is het noodzakelijk
om voortdurend te monitoren of de procedures en bevoegdheden van dit systeem nog aansluiten
op actuele ontwikkelingen of dat aanpassing nodig is.
In onze brief van 5 juni 2023 hebben wij uw Kamer geïnformeerd over verschillende
evaluaties ten aanzien van het onderkennen van signalen van mogelijke betrokkenheid
bij terrorisme in de asiel- en nareisprocedure.1 In deze brief informeren wij uw Kamer over de stand van zaken van de in bovengenoemde
brief aangekondigde maatregelen. Daarnaast hebben organisaties in de veiligheids-
en migratieketen onderzocht of er aanvullende maatregelen nodig zijn om het systeem
robuust te houden voor veranderingen in de dreiging. Met deze brief informeren wij
u over de bevindingen van de organisaties en wordt tevens invulling gegeven aan de
motie van het lid Van Haga, die oproept te onderzoeken hoe het mogelijk kon zijn dat
een groep terroristen zich mogelijk heeft kunnen voordoen als een groep oorlogsvluchtelingen,
en daarbij te onderzoeken of dit vaker voorkomt.2
Stand van zaken maatregelen
Onder coördinatie van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid
(hierna: NCTV) is in 2023 door organisaties in de veiligheids- en migratieketen, onderzocht
of de asiel- en nareisprocedure goed zijn ingericht om (tijdig) signalen te onderkennen
die duiden op mogelijke betrokkenheid bij terrorisme van een asielzoeker of nareiziger.
Het doel van de zogenoemde systeemcheck was het gedetailleerd in kaart brengen en
beoordelen van alle stappen in de asiel- en nareisprocedure die bijdragen aan het
onderkennen van deze signalen. Hierbij is ook het meldingsproces van dergelijke signalen
meegenomen.
In de brief van 5 juni vorig jaar is toegelicht dat de bestaande procedures in beginsel
voldoende zijn ingericht om deze signalen te onderkennen. Tegelijkertijd is geconcludeerd
dat er een aantal maatregelen nodig zijn om de procedure voor het herkennen van signalen,
die kunnen wijzen op een dreiging voor onder meer de nationale veiligheid, verder
te versterken. Hieronder worden de maatregelen, inclusief stand van zaken, weergegeven.
1. Het versterken van het open bronnenonderzoek tijdens de screeningsfase in de asiel-
en nareisprocedure door de Immigratie & Naturalisatiedienst (IND).
De minimale stappen die bij het open bronnenonderzoek tijdens de screeningsfase in
de asiel- en nareisprocedure moeten worden uitgevoerd zijn meegenomen in een screeningsinstructie,
die is afgestemd met NCTV, de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en
politie. Voor een goede toepassing van de vastgestelde screeningsinstructie en uitbreiding
van de training en expertise van screeners ontwikkelt de IND een zogeheten leerlijn
screening. De komende periode wordt gewerkt aan een nadere uitwerking hiervan.
2. De IND zal bij een signaal dat een persoon mogelijk een gevaar vormt voor de nationale
veiligheid, een uitgebreider open bronnenonderzoek verrichten.
Een gespecialiseerde afdeling van de IND verricht sinds 1 juli 2023 een uitgebreider
open bronnenonderzoek. Dit onderzoek vindt plaats voorafgaand aan een verzoek aan
de AIVD om een naslag te verrichten ten aanzien van een persoon die mogelijk een gevaar
voor de nationale veiligheid vormt. Met deze maatregel wordt beoogd de melding aan
de AIVD completer te maken. Dit komt ook de naslag in de eigen systemen door de AIVD
ten goede.
3. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken houdt het beleid inzake de afgifte van laissez-passers
aan vreemdelingen tegen het licht.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft samen met de IND en het Ministerie van
Justitie en Veiligheid onderzocht hoe het delen van informatie om zo iemands identiteit
vast te stellen bij kan dragen aan een zo betrouwbaar en efficiënt mogelijk afgifteproces
van laissez-passers aan vreemdelingen die met een machtiging tot voorlopig verblijf
(MVV) naar Nederland mogen komen. De IND en het Ministerie van Buitenlandse Zaken
zijn in overleg over de exacte uitvoering hiervan.
Ook wordt het beleid over de afgifte van laissez-passers aan vreemdelingen tegen het
licht gehouden, waarbij onder andere wordt gekeken naar hoe andere EU-lidstaten omgaan
met de afgifte van laissez-passers aan nareizigers.
4. Onderzoeken of persoonsgegevens uit de asielprocedure door de politie in het kader
van hun CTER-taak (Contraterrorisme, Extremisme en Radicalisering), vergeleken kunnen
worden met informatie die beschikbaar is bij het informatieknooppunt Contraterrorisme,
Extremisme en Radicalisering van de politie.
In het kader van de integrale aanpak van terrorisme wordt groot belang gehecht aan
vroegtijdige informatie-uitwisseling en samenwerking binnen de migratie- en veiligheidsketen.
Daarom wordt onderzocht in hoeverre persoonsgegevens die bij de verschillende organisaties
aanwezig zijn in het kader van de asielprocedure gedeeld kunnen worden met de politie.
Dit met als doel om een vergelijking te kunnen maken met de bij de politie beschikbare
informatie over contraterrorisme, extremisme en radicalisering (CTER). Daarbij wordt
vanzelfsprekend de wetgeving in het kader van gegevensbescherming en de (privacy)rechten
van de vreemdeling in acht genomen. De verwachting is dat deze zomer partijen de mogelijkheden,
met bijbehorende (juridische) voorwaarden in kaart hebben gebracht.
5. Verkennen of er meer mogelijkheden zijn tot informatie-uitwisseling waaruit blijkt
dat een ander land een verband heeft gelegd met terrorisme.
Personen kunnen – op basis en binnen de kaders van bestaande wet- en regelgeving –
vreemdelingenrechtelijk, strafrechtelijk of inlichtingenmatig door bevoegde organisaties
in verschillende landen worden gesignaleerd.
Gelet op de verschillende wettelijke kaders en uiteenlopende situaties verschilt de
mate waarin signalerende organisaties informatie delen over de reden van signalering.
Met andere woorden: de reden waarom een buitenlandse organisatie iemand signaleert
is niet altijd deelbaar met Nederland. Dit kan bijvoorbeeld zijn in het belang van
een strafrechtelijk onderzoek, vanwege het ontbreken van de juiste bevoegdheden, of
bronbescherming.
Zowel binnen de asiel- en veiligheidsketen, als ook internationaal wordt verkend of
er meer mogelijkheden zijn tot informatie-uitwisseling wanneer blijkt dat een ander
land een verband heeft gelegd met terrorisme. De inzet hierbij is dat gezien de mogelijk
grote gevolgen voor betrokkenen altijd per geval wordt bezien of en in hoeverre er
binnen de bestaande wet- en regelgeving informatie kan worden gedeeld en welke eventuele
opvolging hieraan kan of moet worden gegeven.
Robuust systeem bij veranderende dreiging en motie Van Haga
Op 6 juli 2023 heeft uw Kamer een motie aangenomen van het lid Van Haga. De motie
verzoekt de regering te onderzoeken hoe het mogelijk kon zijn dat een groep terroristen
zich mogelijk heeft kunnen voordoen als «oorlogsvluchtelingen», en om uw Kamer hierover
te informeren.
Het systeem wordt voortdurend gemonitord op basis van actuele gebeurtenissen en ontwikkelingen
en dat, op het moment dat er verbeteringen nodig zijn, deze zo snel als mogelijk worden
doorgevoerd. In de afgelopen periode is naast de inzet op de reeds aangekondigde maatregelen
met alle betrokken partners ook onderzocht welke maatregelen noodzakelijk zijn om
het systeem up-to-date te houden bij veranderingen in de dreiging. Daarbij is onder
andere gekeken of en welke (juridische) versterkingen er mogelijk en noodzakelijk
zijn om direct gerichter onderzoek te kunnen doen bij signalen binnen de asiel- en
nareisprocedure die de nationale veiligheid raken. Bij deze systeemcheck zijn ook
de elementen uit de casus waaraan in de motie wordt gerefereerd meegenomen.
Alle partners concludeerden dat er in beginsel voldoende mensen, middelen, kennis
en wettelijke mogelijkheden zijn om bij deze specifieke casuïstiek signalen die de
nationale veiligheid kunnen raken te onderkennen en te zorgen voor passende opvolging.
Daarbij hecht het kabinet eraan te benadrukken dat het onderkennen van signalen mensenwerk
blijft. Als de instroom hoog is, is het des te meer van belang oog te blijven houden
voor de essentiële procedures en benodigde capaciteit hiervoor in de asiel- en nareisprocedures.
Ondanks alle inspanningen is het niet volledig uit te sluiten dat personen misbruik
maken van de asielprocedure en er mogelijk ook in slagen een verblijfsvergunning te
krijgen.
Het kabinet blijft zich samen met betrokken organisaties inspannen om te voorkomen
dat personen die een gevaar vormen voor de nationale veiligheid en/of zich schuldig
hebben gemaakt aan terroristische misdrijven zich in Nederland kunnen vestigen en
vervolging van misdrijven ontlopen. Hierbij zijn niet alleen de hierboven genoemde
maatregelen voor de asiel- en nareisprocedure belangrijk, maar is ook het werk van
de opsporings- inlichtingen-, en veiligheidsdiensten van onverminderd belang. De afgelopen
jaren is aangetoond dat personen ook na hun aankomst in Nederland en zelfs na het
verkrijgen van een verblijfsvergunning alsnog worden onderkend. In deze gevallen kunnen
alsnog maatregelen worden getroffen, zoals vervolging door het Openbaar Ministerie
of het intrekken van de verblijfsvergunning door de IND. Het intrekken van de verblijfsvergunning
gebeurt als een vreemdeling een gevaar voor de nationale veiligheid vormt (blijkens
een ambtsbericht van de AIVD) of is veroordeeld voor een terroristisch misdrijf.
Bij het kabinet en alle betrokken organisaties is er voortdurend aandacht voor mogelijk
misbruik van de vluchtelingen- en asielinstroom. Zoals ook de afgelopen tijd is gedaan
zullen de systemen en procedures regelmatig kritisch tegen het licht worden gehouden.
Hiermee versterken we de veiligheid in Nederland.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg
Indieners
-
Indiener
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Medeindiener
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.