Brief regering : Voortgangsrapportage beleidsprogramma circulair textiel 2024
32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid
Nr. 314
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2024
In april 2020 ontving de Tweede Kamer het beleidsprogramma circulair textiel 2020–2025.
Hierin staan de doelen en maatregelen opgenomen die uiteindelijk moeten leiden tot
een circulaire textielketen in 2050. Hierbij ontvangt u in de bijlage de vierde en
tevens laatste voortgangsrapportage van het beleidsprogramma circulair textiel 2020–2025.
Deze bevat de stand van zaken van het textielbeleid en gaat in op de relevante moties
en toezeggingen.1 In deze brief worden de belangrijkste ontwikkelingen eruit gelicht en wordt er vooruit
gekeken naar het volgende beleidsprogramma.
Ontwikkelingen op het textielbeleid
Het afgelopen jaar zijn er opnieuw stappen gezet richting een circulaire textielketen,
met onder andere de succesvolle afronding van de Denim Deal. Dankzij de Denim Deal
wordt er nu meer post-consumer gerecycled katoen toegepast in nieuw geproduceerde
denimkledingstukken. Daarmee heeft de Denim Deal laten zien dat het gebruik van post-consumer
gerecycled materiaal in nieuwe denim kledingstukken, met inzet van alle betrokkenen,
goed mogelijk is. Het monitorrapport van de Denim Deal wordt als bijlage meegestuurd.
Daarnaast is er door Milieu Centraal, met financiering van het Ministerie van IenW,
de campagne «Mijn Stijl ID» uitgevoerd. Deze campagne richtte zich op het verkrijgen
van inzicht in je eigen stijl, en hoe deze verbonden is met je identiteit en waarden.
Hoe beter deelnemers hier inzicht in hebben, hoe minder kleding ze hoeven te kopen.
Verder is er het afgelopen jaar een onderzoek uitgevoerd om een beter beeld te krijgen
van wat er met ons gebruikte textiel gebeurt wanneer het Nederland heeft verlaten.
Het onderzoek is in februari naar de Tweede Kamer gestuurd.2 84 procent van het gesorteerde textiel wordt geëxporteerd naar het buitenland. Daarvan
is 53 procent geschikt om opnieuw te dragen en 13 procent wordt gerecycled. De rest
komt terecht in vaak ongereguleerde afvalsystemen en wordt gestort of verbrand. Daarom
werkt het kabinet aan maatregelen om negatieve effecten van textielexport op mens
en milieu te voorkomen. Centraal in deze aanpak staat afstemming met bestemmingslanden
en internationale organisaties zoals de VN en het aanscherpen van de regels voor het
exporteren van textiel voor hergebruik en recycling.
Resultaten van de monitor op beleidsdoelstellingen circulair textiel
Zoals elk jaar wordt de monitor van de doelen uit het beleidsprogramma gedeeld. Dit
keer is over 2022 gemeten. In de bijlage is de rapportage over de voortgang van het
behalen van deze doelen te vinden. Het gaat hierbij om doelstellingen over het aandeel
gerecycled materiaal in textielproducten, het percentage grondstoffen uit textiel
dat wordt gerecycled en het percentage hergebruik in Nederland.
Het hergebruik van kleding binnen Nederland ligt op schema met de beleidsdoelstellingen.
Er is echter ook een aantal beleidsdoelen waarbij de trend minder positief is. In
2022 is de hoeveelheid op de markt gebracht textiel gestegen met 5 procent. Dat brengt
het weer op niveau van vóór de pandemie. Dit is een zorgwekkende trend, aangezien
de productiefase de meeste milieu-impact heeft. Daarnaast neemt de recycling van textiel
en de toepassing van recyclaat in nieuwe producten wel toe, maar blijft het achter
bij de beleidsdoelstellingen. Ook is er in 2022 20 procent minder textiel gescheiden
ingezameld. Er wordt verwacht dat het effect van de invoering van de UPV textiel,
samen met andere te nemen maatregelen, de komende jaren zichtbaar zal worden in de
voortgang op de beleidsdoelstellingen van de inzameling van textiel.
Producten van bont, angorawol, dons, kangoeroeleer weren uit Nederlandse winkels
Naar aanleiding van de motie van het lid Van Esch (PvdA)3 bekijkt de Minister van IenW met de Minister van LNV de juridische mogelijkheden
voor het weren van producten van bont, angorawol, dons van levend geplukte dieren
of kangoeroeleer uit Nederlandse winkels. Deze motie verzoekt feitelijk om verkoopverboden.
Verkoopverboden vormen een belemmering van de interne markt. Deze kunnen in zeer beperkte
gevallen gerechtvaardigd worden als voldaan wordt aan de uitzonderingsgronden van
art. 36 VWEU of als sprake is van een dwingende reden van algemeen belang. Het vergt
echter nader onderzoek of hieraan wordt voldaan bij de verschillende in de motie genoemde
producten. Per product moet worden aangetoond dat een verbod noodzakelijk is om het
doel te bereiken. Daarvoor moet bijvoorbeeld met feiten worden onderbouwd wat de ethische
houding van Nederlandse burgers ten aanzien van de verschillende producten is. Ook
moet worden onderzocht hoe controleerbaar een dergelijk verbod zou zijn. De Minister
van LNV en ik streven ernaar om uw Kamer hierover in de tweede helft van 2024 te informeren.
Nieuw beleidsprogramma circulair textiel 2025–2030
De afgelopen jaren is er vanuit de samenleving, de overheid en het bedrijfsleven gewerkt
aan de verduurzaming van de textielketen. Toch blijft de hoeveelheid op de markt gebracht
textiel in Nederland stijgen en blijkt de toepassing van recyclaat en duurzaam materiaal
in nieuw geproduceerd textiel nog een uitdaging voor veel bedrijven. Om een circulaire
textielketen in 2050 dichterbij te brengen, komt er dit jaar een tweede beleidsprogramma
circulair textiel, met als looptijd 2025–2030. In aanloop naar dit nieuwe beleidsprogramma
is er een uitgebreid participatietraject uitgevoerd. In 2023 zijn er verschillende
activiteiten – zoals straatinterviews en kledingcafé’s – georganiseerd om in gesprek
te gaan met burgers. Tijdens de kledingcafés was er de mogelijkheid om in kleinere
groepen te praten over hoe we met elkaar kunnen zorgen dat er minder kleding wordt
gekocht. Daarnaast zijn er sessies georganiseerd met experts uit de textielsector
en de partijen uit het netwerkoverleg textiel. Het participatieproces is als zeer
waardevol ervaren en de input is meegenomen bij het opstellen van het nieuwe beleidsprogramma.
De conceptversie van het beleidsprogramma wordt op dit moment voorgelegd aan burgers
en betrokken partijen via een internetconsultatie4. Deze input wordt verwerkt tot een definitief beleidsprogramma 2025–2030. Het ligt
in de rede dat het nieuwe kabinet het definitieve beleidsprogramma vaststelt. Naar
verwachting ontvangt de Tweede Kamer het definitieve beleidsprogramma dit najaar.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat